Een paal van een flat
Geelgerande watertor is
een vraatzuchtige rover
Kom er
ACHT-er
Forquet- Stay man
Congres van
woningzoekenden
Zaterdag 4 juli 1964
Pagina 4
KIJKJES IN DE NATUUR
Alles wat in zijn buurt komt
grijpt hij met zijn kaken
groot belang, vooral voor die kinde
ren, die er met de neus bovenop
staan) nu ook rustig zien, met wie
we te doen hebben en, bezit u een
vergrootglas,dan kan dat uitstekend
dienst doen. Is er dan 't moois af
gekeken en is er geen behoefte aan
verdere kennismaking,dan schuiven
we een kartonnetje onder het glas,
keren de zaak om en brengen de
gast zo buiten de deur. Misschien
komt hij een ogenblik later door
hetzelfde verlichte raam weer naar
binnen! Maar daar vindt u zelf wel
wat op!
In myn geval, van die twee ke
vers, lag de zaak iets anders. Aller-
Is het u wel eens overkomen, dat er .terwijl u rustig onder het lamplicht
zat te lezen, plotseling een grote avondkever door het open raam binnen
vloog en met een hoorbare tik op uw boek neertuimelde? Mij is dat wel
eens gebeurd en ik herinner me, dat ik, een beetje geschrokken door het
onverwachte bezoek, naar het dier zat te kijken, dat door de smak versuft
leek, maar dat al gauw zijn driftig leven hervatte en met al zjjn zes poten
ruggelings op mijn schrijfblad rondtolde. Het vreemde van het geval was,
dat geen 5 seconden later, en sneller dan ik hier kan neerpennen, nummer
twee uit de duisternis naar binnen kwam suizen, eveneens tegen de lamp
botste en zich op dezelfde ongewone manier aan me voorstelde.
Het waren twee waterkevers, twee
geelgerande waterroofkevers en het
pikante van de zaak was, dat het
een „zü" en een „hij" waren, de
volgorde van binnenkomst weet ik
niet meer. Bij kevers is in 't alge
meen het geslacht heel moeilijk vast
te stellen, maar bij de geelgerande
watertor is dat wel heel gemak
kelijk, omdat het vrouwelijk exem
plaar gegroefde rugschilden heeft,
terwijl het mannetje van boven
vrijwel glad is.
door Sjouke van der Zee
Deze kenmerken kon ik duidelijk
zien, nadat ik de beide dieren zo
snel ik kon in hun element, 't water
had weten te brengen. U zult mis
schien zeggen: „Wat moet je doen,
als je zo'n onverwachte invasie op
je tafel krijgt?" Wel, ik zou zeg
gen, in de eerste plaats moet u
rustig blijven! Wie wild opspringt
of iets anders onbeheerst doet,
gooit een kopje koffie over de tafel,
of hy stootz'n elleboog heel gemeen,
Of, wat helemaal niet goed is, hij
slaat in paniekstemming het beest
dood. Dat geeft een erg vieze vlek,
wóar dan ook, en dan is de kous
plotseling af, onherroepelijk afge
lopen, dat wil zeggen, u komt van
zo'n dier absoluut niets meer aan
de weet. En mochten er kinderen
getuige zijn van dit gewelddadige
einde, dan hebben zij wel het mi-
serabelste voorbeeld gekregen, wat
maar denkbaar is.
Mijn reactie, na de eerste al of
niet stomme verbazing (dat hangt
af van de aard van de inval) is
altijd, snel een glas pakken en dit
over het dier heen zetten. Ziezo
en dan kunnen we rustig nadenken
en zien, wat ons te doen staat. We
kunnen (en dat is toch wel van
Vijftig meter
hoog- met 60
woningen
(Van onze Apeldoornse correspond.)
Een holle, betonnen paal van
50 meter lengte en daaromheen
gegroepeerd tien verdiepingen
woningen, elk bestaande uit zes
flats ziedaar het revolutio
naire antwoord van de heer M.
Steffers uit Apeldoorn, op de
steeds meer grond verslindende
woningbouw.
len tandradsgewijs aan deze cen
trale fundering worden verankerd.
De eerste verdieping komt ongeveer
acht meter van de grond en de
woonlagen worden naar boven toe
steeds breder. De bovenste verdie
ping krijgt op die manier een door
snee van 30 meter.
Technisch staat de bouw van een
dergelijke flat niets in de weg. Wel
moet de betonnen paal uiteraard een
stevige fundering krijgen, die zal
moeten bestaan uit een 2.5 meter
dikke, gewapendbetonnen plaat van
30 bij 30 meter.
op-
Acht meter boven de grond be
ginnen de woonlagen. Op iedere ver
dieping zes flats, uitgerust met cen
trale verwarming en een centraal
antennesysteem. Elke flat telt verder
een woonkamer, drie slaapkamers,
keuken, toilet, douchecel en hal. Ver
der hoort bij elke flat een flink ter-
Tandwiel
Spil
Spil van de paalflat is dus de be
tonnen holle paal van 7.5 meter
doorsnee. Daarin kunnen twee lif
ten en een trappenhuis worden on
dergebracht. Ongeveer 2.5 meter
boven de grond komt aan de paal
een ring, die 45 garages kan bevat-
De flats zullen iets uitspringend
worden gebouwd, zodat door de drie
glazen zijden van de woonkamer
licht en zon royaal kunnen binnen
stromen. Door deze uitspringende
bouw krijgt de paalflat van boven
af gezien de vorm van een tandwiel..
De ruimten tussen de tanden van dit
wiel zijn bestemd voor de terrassen.
Zonneterras
Bovenop het dak van de flat, van
waaraf men ©en riant uitzicht zal
hebben, wil de heer Steffers een goed
beschut en gedeeltelijk overdekt ge
meenschappelijk zonneterras in
richten. Tevens heeft hij het idee om
op dit terras een levensmiddelen
automaat te plaatsen, waar de huis
vrouwen de dagelijkse gebruiksarti
kelen kunnen kopen.
De paalflat kan wat de woonlagen
betreft, geheel uit in een beton-
fabriek geprefabriceerde elementen
worden opgebouwd. Voor de bouw
zullen derhalve geen bouwvakarbei
ders aan de traditionele woningbouw
onttrokken behoeven te worden.
Daardoor kan nog aanwezige pro-
duktieruimte bij de betonindustrieën
worden aangewend tengunste van
de woningbouw.
het geen onbekenden
voor me, maar een keverechtpaar,
dat zich zo origineel bij mij aan
diende. Dat was een buitenkansje,
dat Ik zeker niet voorbij liet gaan.
Het duurde dan ook niet lang of ze
zwommen samen in een grote rui
me fles tond, in afwachting van het
aquarium, dat voor ze zou worden
ingericht. Deze kevers, die werke
lijk geschapen zijn voor het leven
in het water, moet je n.l. niet in een
glas zien rondkruipen, nee, ze moe
ten met hun gestroomlijnde gladde
lichaam door het water schieten,
voortbewogen door hun roeipoten,
waarvan de achterste twee van stij
ve haren zijn voorzien, die het roei-
oppervlak vergroten, dus ook het
zwemvermogen.
e water vallen ons
We
begrijpen nu, waarom de kever de
geelgerande heet, want inderdaad
zijn het borststuk en de dekschilden
(zelf groenzwart van kleur) afgezet
met een duidelijke geelbruine rand.
Ook zien we, hoe het dier na een
periode van grote activiteit de op
pervlakte van het water opzoekt,
waar het a.h.w. aan blijft hangen,
schuin naar beneden en wel zo, dat
het achterste stuk net even de op
pervlakte raakt. Als de waterkever
dit doet, is hij bezig „zuurstof te
tanken". Longen bezit hij niet, maar
toch moet hij ademen. Door nu op
deze wijze de buitenlucht op te zui
gen, brengt hij een voorraad lucht
onder zijn dekschilden en met die
voorraad duikt hij weer onder, ver
richt in het water zijn bezigheden,
tot de reserve is opgeteerd.
Dat die bezigheden voornamelijk
bestaan uit voedsel zoeken, zal u
wel duidelijk zijn, want dat is im
mers een levensnoodzaak van de
eerste orde voor ieder dier. Maar nu
z'n naam: roof kever! Die is hem
niet voor de aardigheid gegeven!
We kunnen wel zeggen, dat alles,
wat in zijn buurt komt, een visje,
een kikker, een salamander, wat
dan ook, wordt aangegrepen door 't
felle en bliksemsnel wendende en
kerende dier, dat met zijn harde en
scherpe kaken de prooi stuk bijt.
Het is dan ook wel zaak, deze kna
pen zonder gezelschap in een aqua
rium te houden, waarin we ze het
beste kunnen voeren met kleine
stukjes rauw vlees.
Zo'n roofkever in een glazen huis
geeft ons zelfs een mooie gelegen
heid, enkele proeven te nemen. Als
we b.v. een stukje vlees aan een
breinaald op enige afstand van zo'n
kever houden, zien we het dier on
rustig worden, terwijl z'n sprieten
voor aan z'n kop hevig beginnen te
trillen. Dan gaat het dier rond
zwemmen, al driftiger, al sneller,
kennelijk op zoek en geleid door z'n
goed ontwikkelde reuk en dan
duurt het niet lang. of hy heeft
„beet". Met een ruk en een verwoed
by ten in de buit.
Zo moeten we ons zyn leven in
de sloot voorstellen: zoeken naar
prooi: het grijpen van een weer
loos dier en het stuk bijten, afge
wisseld met een poosje hangen aan
het watervlak om rustig even wat
ademlucht op te slaan en de afge
werkte lucht te lozen.
Nu ziet u op mijn tekening, behal
ve een geelgerande kever, ook nog
een tweede figuur, die eveneens
„tankend" met z'n staarteinde aan
de oppervlakte hangt. Dat is me
even een vreemde knaap! Lang en
slank, sterk geleed, voorzien van
6 zwempoten, met op de kop twee
heel duidelijke.e ja,e wate zijn e't
eigenlijk, het lijken wel twee krom
me naalden.
De griezel uit de sloot is familie
in de eerste graad van de besproken
kevers, het is de larve van de geel
gerande waterroofkever, het is het
dier, dat aanvankelijk als een nie
tig stipje uit een nietig kevereitje is
gekomen, maar zo klein als het was,
al dadelijk op jacht ging achter de
heel kleine waterdiertjes. Een rover
eerste klas, een doder, een nietsont
ziende overvaller van alles, wat
maar in de buurt van zijn vlijm
scherpe tangen, zijn kromme dol
ken, komt. 't Is te begrijpen, dat
zo'n ongelofelijk fel en sterk dier,
dat nooit meer loslaat, wat hij een
maal tussen zijn kaken heeft, voed
sel in overvloed vindt en daardoor
snel groeit. Het kan wel ruim 5 cm
lang worden en ik verzeker u, dat
het dan een geduchte aanvaller is,
waarmee we met voorzichtigheid
moeten omgaan. Er is van dit dier
een heleboel merkwaardigs te ver
tellen, dat ieder kan opmerken,als
hij het eens een tijdje in een ruime
fles of 'n aquarium laat rondzwem-
Maar moederziel alleen, want
geen enkel waterdier, ook de eigen
soortgenoot niet, is veilig by hem.
Een van de merkwaardigheden is
dit: Deze larve verslindt zijn prooi
niet, hy verteert hem, hy lost hem
op. Door die twee kromme kaken,
die holle buisjes zyn, brengt hy zijn
eigen spysverteringssappen in zyn
prooi, die door gif al is verlamd of
gedood. Die sappen verteren de prooi
en de larve heeft niet veel meer te
doen, dan 't. opgeloste voedsel weer
naar binnen te zuigen. Van een
kikkertje of een dikkopje biyft dan
ook slechts een slap, uitgemergeld
hoopje over.
Een engerd, vindt u? Een ob
ject voor een schrijver van een grie
zel verhaal? Misschien wel maar
toch heeft ook dit griezeldier, deze
loerende dood onder het watervlak
zyn plaats in die enorme gemeen
schap van de levende natuur. Hij
mag dan nog zo gevaarlijk zyn, ook
zyn leven hangt voortdurend aan
een zyden draad, dank zij de meer
koet, het waterhoen, het ijsvogeltje
en alle langbenige reigers, ooievaars,
roerdompen enz. enz. voor wie het
doorsnijden van die levensdraad
maar een kleingheid is. En dage
lijks werk!
Kom er ACHT-er
1. omslagen in broek van gehelm
de man.
2. touw van strop korter.
3. glas op lessenaar leger.
4. hoedepen minder in hoed dame
voorgrond.
5. dame achtergrond hoed op.
6. luisteraar links voor andere
Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen
vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Bijvoegsel.
Onze bridgerubriek
Dat de grootmeesters der inter
nationale toernooien de speeltech-
niek tot in vrywel de perfectie be
heersen, zal voor u geen verras
sende mededeling zyn. Toch is er
tussen de één en de ander nog wel
eens een graadje verschil te ont
dekken. Een bewijs daarvan lever
ik u, door voor u te laten optreden
de Italiaan Pietro Forquet een
ster uit het team der wereldkam
pioenen en de Amerikaan
Samuel Stayman, goed bekend van
de door hem bedachte Stayman -
conventie.
De gebeurtenis vond plaats ty-
dens de wedstrijd ItaliëVerenig
de Staten in New York, mei 1964.
Vele toeschouwers zagen toen het
volgende spel op het demonstra
tietableau:
Sch. A H V 9
Ha. A 8 5 4 3
Ru. H 10 4 3
KI.
Sch. 3 Sch. 8 7 6 2
Ha. B 7 2 N Ha. 10 9 6
Ru. 7 6 5 H.° RU.AB9 8
KI. A H 9 6 5 4 KI. V 8
Sch. B 10 5 4
Ha. H V
Ru. V 2
KI. B 10 7 3 2
Noord gever, n.z. kwetsbaar.
Het bieden van de beide teams
kan ik u besparen: het zij voldoen
de te vertellen dat o.w. niet boden
en dat de beide (bovengenoemde)
zuidspelers een contract van zes
schoppen moesten spelen.
Aan beide tafels kwamen de
westspelers uit met klaverenaas
aan beide tafels werd op tafel met
schoppenvrouw getroefd!. Hoe ver
der?
De eerste vraag werd door de
spelers goed opgelost. N.z. moeten
niet beginnen met troef te trek
ken want als de troeven slecht
zitten is dat rampzalig. Daar n.z.
toch tot een ruitenslag zullen
moeten komen, is de goede speel
wijze in slag 2 uit noord een kleine
ruiten te spelen. Dat deed Forquet
en dat deed Stayman: beide oost
spelers deden het óók goed zij
op
tafel hoog af. Hij kwam toen weer
naar eigen hand met hartenheer,
incasseerde hartenvrouw en troef
de toen nog een klavertje op de
tafel hoog af. Dit echter werd zijn
ondergang: op die derde klaveren
kreeg oost de gelegenheid zijn der
de hartentje op te ruimen. Toen
nu hartenaas van tafel werd ge
speeld kon oost introeven zuid
troefde over maar hy kon het spel
nu niet meer winnen.
Forquet deed het een tikkeltje
anders. Na het maken van ruiten-
vrouw incasseerde hy eerst zijn
beide hoge hartens en troefde
daarna een tweede klavertje in
noord. Hierna kon noord harten
aas spelen maar ditmaal moest
oost harten bekennen! Zuid deed!
op hartenaas de ruiten twee weg
nog
maakte hierna zijn 12
door de ruitens van noord e
twee klavers van zuid over er
te troeven.
Nu is het natuurlijk eenvoudig
te zeggen dat Forquet goed en
Stayman verkeerd heeft gespeeld)
met open kaarten is zo'n bewe
ring altijd bijzonder eenvoudig.
Stayman ging echter alleen maar
down doordat oost slechts twee
klavers had, hetgeen met dichte
kaarten nu niet direct zo aanne-
melyfc is. Forquet echter won het
spel, doordat de hartens 3 3 ver
deeld waren en elke bridger van
enige omvang weet, dat met zes
uitstaande hartens de kans op 4 2
belangrijk groter is dan op een
verdeling 3:3. En toch is, na
nauwkeurige analyse, de speelwijze
van Forquet beter! Om het con
tract te kunnen winnen moeten
n.z. namelijk hun acht troeven
afzonderlijk maken, verder één
luitenslag en dus drie harten-
slagen. Düs moeten de hartens 3 3
vallen, wil zuid de klaverenuit
komst, die hem van een kostbare
entree op tafel berooft, overleven.
De Italiaan deed het dus beter om
eerst zijn hoge hartens te innen
het gaf oost geen kans een har
tentje op te ruimen. Een klein
detail, dat de Napolitaanse groot
meester niet over het hoofd zag.
Jammer voor Stayman!
H. W. FILARSKI.
In de Nederlandse kajotters-
beweging is het voorstel gelan
ceerd in mei 1965 in Den Haag
een congres te houden voor
jonge mensen die woonruimte
zoeken. Tijdens deze bijeen
komst zou vooral het mense
lijk aspect van het woningpro
bleem aan de orde moeten ko
men. Het congres zou moeten
worden voorafgegaan door een
bliksem-onderzoek onder de
vele woningzoekenden.
Het Nationaal Verbond van
de Katholieke Arbeidersjeugd
bestudeert ook de suggestie,
een spaar- en bouwfonds voor
werkende jongeren op te rich-