DE BEEK: Kom er ACHT-er summum van zomerse schoonheid Sterren èn zwoegers Borstelige zebra's Detail - moeilijkheden HOE WERKT HET! TQNKER Laat de jonge koekoeken met rust! T) E beek vloeit langs zijn oevers, fel besche- nen zandoevers boven donker water, dat een hele zomerdag met zeilende wolken en al in klare spiegeling met zich mee voert. Hoog gezeten boven dat water met onder me de zwaaiende kronen van half ontwortelde beu ken, die, scheef gezakt, hun bebladerde takken over het wateroppervlak vegen, kan ik een deel van zijn loop volgen tot aan een bocht, waar met lijnen staat geschreven hoe hoog de wintervloed tegen de steile zandoever is geklommen. De beek is dicht begroeid, het is een wilde warrelboel van ineengestrengelde struiken, die elkaar verdringen: vlier en vogelkers met nog gesloten scherm en tros, de lijsterbes over zijn Verlies helder, het is vervuild sinds de fa brieken, ver weg in zijn bovenloop hun giftig afvalwater begonnen te lozen. Daarom hoef ik niet te wach ten op het vliegend juweel, het ijs- vogeltje, dat hier jaren geleden nog z(jn vaste woonplaats had. En dat is toch wel een erg verlies Gelukkig is er achter de steile oevers het hoog opgaand geboom te, dat nog steeds een rijk natuur leven bergt. Daar zijn oude beek- armen, sinds lang dichtgegroeid, waar de grond zijn water heeft behouden, en daar, op die drassige bodem staan de gouden dotterbloe men in rijkbloeiende pollen, daar groeit de grootbloemige muur met door Sjouke van uer Zee kalkwitte kelkjes, daar staat de sa lomonszegel, een forse plant met sierlijk bengelende bleekgroene bloempjes. Waar de bosgrond hoger is, komt het dalkruid bij honderdtallen voor, het prachtig blauwe zenegroen richt er zijn stelen omhoog, het al even mooie hondsdraf bedekt de grond met zijn lange kruipslingers. En dit zijn dan nog maar enkele van ae „gewone" vroege zomerplanten. overbekend bij de natuurliefhebber die er niettemin ieder jaar op nieuw z'n plezier aan heeft. Zo is het ook met die andere oude bekenden, de vogels. Je kunt, ik weet niet hoeveel keer, 'tvoor- iaarsgeluid hebben gehoord van 'n zanglijster, van een merel, een roodborst, toch onderga je er ieder voorjaar en iedere zomer de char me van, alsof je 'tvoor de eerste keer hoort. hoogtepunt heen, maar de Gelderse roos in volle pracht van stralend witte lokbloemen, die de geelgroene en zacht geurende schermen houden omvat. Een felle bremstruik vlamt omhoog boven zijn spiegelbeeld, een helgele fakkel tegen de achter grond van donkere dennen, die na een korte bloeitijd de brand van hun stuifmeelkaarsen hebben gedoofd. Prachtig hebben ze in deze gunstige, deze droge en wat winderige mei maand gebloeid, enorme stuifmeelwolken zijn naar alle windstreken uitgezwermd en hebben er hun bevruchtend werk volbracht. Nog enige maanden en de dennen hebben zich weer volge hangen met de kleine groene vruchtjes, de den appels in wording. Het klinkt wel vreemd, maar het is zo, en iedere vogelvriend zal dit kunnen onderschrijven. Plaag Daarom geniet ik hier aan het water zo van de vertrouwde vin- keslag, kordaat en krachtig, van het weemoedig riedeltje van de fitis van de twee onbeduidende toon tjes van de tjiftjaf en het melodi euze roodborstwatervalletje. Maar er is meer! Er is o.a. de voortdu rende wielewaalroep, een geluid, dat als geen ander hoort bij warm te, bij zon en zomer. Die wielewa len moeten het hier wel een para dijs op aarde vinden, want ze be leven deze zomer anno '64 een „hausse" in rupsen! Onze eiken worden n.I. weer eens geteisterd door een rupsenplaag, die perio diek schijnt terug te komen. Ik' herinner me tenminste heel goed, hoe een 8 k 10 jaar geleden de kruinen van deze bomen hartje zomer eruit zagen of het winter was en hoe kleine witachtige vlin dertjes als duizenden sneeuwvlok jes rond de stemmen dwarrelden. De geschiedenis herhaalt zich nu, al zie ik nog geen vlindertjes. Wel vind ik kleine groene rupsjes, verborgen in omgekrulde blaadjes, en hangt het bos vol met deze „eikebladrollers", elk aan 'n lange dubbe draad, wat het wandelen on der de eiken nou niet bepaald tot een genoegen maakt. Ik geloof, dat we ons over deze rupseninva sie geen grote zorgen moeten ma ken. De natuur, die deze overbe volking zelf heeft opgeroepen, be schikt immers ook over de mid delen, om de plaag weer weg te nemen. Daar is allereerst het le ger van liefhebbers, voor wie deze rupsenvoorraad een pracht van een voedselbron is. Ik bedoel de vo gels, die er hun broed mee groot brengen, de mezen, merels, lijsters en al dat kwinkelerende vogel goedje, Dan zijn er de sluipwespen, die hun ei of hun eitjes depo neren op of in de rupsen, die ze eerst met een prik van hun leg- naald hebben verlamd. En ver geten we de vele mierensoorten niet die alles aangrijpen met hun ster ke kaken. Maar de grootste ver woesting wordt pas aangericht, als ender het rupsenvolk door de over bevolking een schimmelziekte uit breekt, want schimmels planten zich voort door sporen, die micro scopisch klein en ontelbaar zjjn en deze schimmels maken al gauw 'n einde aan de ramp. Intussen staan onze geweldena ren van eiken erbij, om er mede lijden mee te krijgen. En al pluk kend aan de rupjes van mijn kle ren zou ik ook nog medelijden met mezelf kunnen krijgen, als ik niet zo tevreden en zo volkomen op m"n gemak aan die zachtjes stro mende beek zat. Een grasmus (geen mus, maar een fyn zangvogeltje) Onze bridgerubriek renwedstrijd Zuid heeft: Sch. 9 8 7 3 Ha. V B Ru. 9 8 4 KI. 9 5 2. Het bieden: na driemaal „pas" opent noord in de vier hand met één Santsatout (16/18 punten en Sansverdeling) oost past zuid past west twee ruiten noord past oost past wat moet zuid doen?? Zoals bij vele andere spor ten en spelen kan men ook de bridgers in twee groepen ver delen: de sterren - en de rest. In New York bij de 2de Bridge Olympiade waren er een stuk of zes teams die sterren in hun midden hadden: deze teams waren de kanshebbers, de ove rige landen waren er vrijwel kansloos. Het publiek heeft er ook kunnen zien dat het bridge dat de grote sterren vandaag spelen, niets of slechts zeer weinig te maken heeft met de partijtjes die men overal elders in de wereld kan gadeslaan. Het sterrenbridge kenmerkt zich door griezelig ingewikkelde bied- methodes die de gewone „goede" bridgers wel kunnen naapen, doch waarmede deze goden van lagere bridge-orde hun tekort aan inzicht tekort aan subtiel combinatiever mogen en tekort aan raffinement toch niet kunnen overbruggen. Méér dan een „wedstrijd" is een ontmoeting tussen sterren een gro teske show. Series, voor de gewone bridgers volmaakt onbegrijpelijke, biedingen worden in vaak onmoge lijk langzaam tempo afgestoken. De tegenstanders moeten over vele pa pieren buigen om de paragrafen te ontdekken waar de verklaringen van de mysteries in abracadabra worden uiteengezet. De man die tenslotte moet uitkomen gaat nog %ns een minuut of vijf denken en nis hij de kaart zijner keuze ten slotte op tafel heeft gelegd, gaat de leider van het spel weer eens „in trance" om de speelwijze te vin den die 1.7 procent meer kans kan bieden dan die, welke de gewone goede bridger zou kiezen. Halver wege het spel komen er nog leuke momenten voor: plotseling vraagt de leider van het spel aan zijn te genpartij, of de bijgespeelde ruiten acht iets wil zeggen over schoppen, harten of klaver- dan wel gewoon maar ruiten acht betekent. Blijspel De toeschouwers kunnen de show in een gemakkelijke stoel volgen: zh zitten in de demonstratiezaal en het daar opgesteld bridgerama geeft alle gelegenheid om de mees ter uit te hangen en te vertellen hoe of de ster (die geen 52 kaarten ziet) het spel behoort af tespelen. Het lijkt op een blijspel met ge blinddoekte artiesten die elkaar op het toneel moeten zien te vangen - terwijl de toeschouwers in de zaal gillen van de pret als de spelers er om beurten nèt naast grijpen. moet - doch uitsluitend als bridge met sterren en voor verbaasde of geamuseerde toeschouwers. Instructief echter, heeft het alle maal maar weinig te betekenen. Met uitzondering misschien voor de één of twee talenten per honderd duizend, die na lange bittere bridge- jaren, nieuwe superklaver- en vier dimensionale slem-conventies ten slotte ook op het toneel mogen op treden. Moeilijkheid De moeilijkheid voor de grote landelijkse bridge-organisaties is, dat zy enerzijds zich niet de woede op de hals mogen halen van de lieden die zich willen verlustigen in de specialisatie van dit merkwaar dige denkspel, terwijl zij anderzijds lekening hebben te houden met het feit dat de normale bridgetoernooi- en zich in een vlot tempo behoren af te wikkelen. Een normaal bridge - toernooi of een gewone bridge-com- petitiewedstrijd is namelyk geen verzamelplaats voor steunende lang zwoegers, doch voor mensen die zich in redelijk tempo met degelijk bridge willen amuseren en die tijd noch zin hebben om zich in de wis kundige brouwsels der zwoegers te verdiepen. Toch zijn ook deze zwoe gers leden van' een bond zy spe len er mee, leven zich erin uit en drukken hun afschuwelijk langza me tempo op het gehele wedstryd- gebeuren. Er is slechts één mogelijkheid om de excessen die hiervan het gevolg zijn, een halt toe te roepen. De bond en zijn wedstrijdleiders moeten 'n speltempo handhaven dat tegemoet komt aan de wensen van de overgrote meerderheid der leden. Dat wil zeggen: twee spellen per kwartier acht in een uur. Zou mei. daar niet de hand aan hou den, dan staat de deur wyd open voor allerlei ongewenste experi menten die bridge als prettig ge- zelschaps-dankspel zullen vermoor- relden. De bond zou alleen steunen de zwoegers overhouden - maar voor hen heeft men geen bridge- rema's genoeg! H. W. FILARSKI. Antwoord bridgevraag: Het is aannemelijk, dat n.z. één Sans wel gemaakt zouden hebben vooral omdat oost (niets weten de van wetsts ruitens) niet met ruiten uitgekomen zou zijn tegen één S.A. Het is niet erg aannemelijk, dat o.w. acht sla gen kunnen maken; gaan zij één down, dan krijgen n.z. slechts 50 punten: een slechte compensatie voor de 90 <or 120) die n.z. zelf zouden hebben kunnen scoren. Zuid kan nu avonturen op twee schoppen, maar dat is inder daad niet meer dan een hache lijk avontuur. Heeft noord slechts twee schoppens, of zit ten de schoppens bij oost tegen, dan is het een slecht schot. Zuids beste actie is een doublet: ook met één down (pl. 100) mo gen n.z. tevreden zyn. Noord had Sch. A 6 2 Ha. 10 9 3 Ru. A V 3 KI. A V 6. Het contract van twee ruiten ging één down voor 100 punten; diverse n.z.- paren hadden precies één S.A. gemaakt voor een score van 90. zingt z'n krasserig liedje, maar hij laat zioh niet zien in de warboel van slingerplanten, waar zijn nestje wel ergens verborgen zal zitten. Dat geldt ook voor de nach tegaal, die aanwezig is met zijn hele repertoire van rollers, zoet vloeiende uithalen en als 't hem zo uitkomt, knorrende kikkergeluiden. Koekoek Er vliegt een grijze vogel over. z'n vleugels puntig, z'n staart waaieivormig gespreid. Nauwelijks de hoge eiken ingeschoten, laat hij zijn roep horen, als een antwoord, als een uitdaging, voor de mede dinger, waarvan de verre stem om floerst tot me doordringt. De stem van de koekoek! De mysterieuze vogel, die geen nest bouwt, geen jongen grootbrengt, maar dit over laat aan kleine zangertjes. De vogel met een leefwijze, die dooi- velen werd bestudeerd, maar waarvan de zin nog door niemand werd ver klaard. Nog enige weken, en de wandelaar kan. als 't toeval het wil de jonge koekoek vinden, die zijn hongersnavel oranjerood en wagen wijd open spert voor iedere pas serende vogel, die er maar wat in wil stoppen. Een bruingrijze nogal grote vogel, die op de grond rond scharrelt, heel wat mans lijkt, maar die in wezen nog maar een baby koekoek is. Geen medelijden Laat die wandelaar zijn mede lijden onderdrukken, die vogel is geen stakker en hij is ook niet in de steek gelaten. Laat hy vooral niet de vergissing begaan, het dier mee naar huis te nemen. Afgezien van het feit, dat het vervoeren en be zitten van een wettelijk beschermde vogel een stevige boete kan opleve ren, is het grootbrengen van deze insekteneter een onderneming, die we het beste aan de natuurlijke ver zorgers kunnen overlaten. Zy doen het beter, sneller, met meer „kPii- nis van zaken" en ze hebben het levende voer in overvloed by de hand. Wij moeten dat voer kopen en ik kan U verzekeren, ik spreek uit ervaring, 'n halfwas koekoek is een onverzadigbare schrok. Hij eet je de oren van het hoofd. En je portemonnee leeg! Kryn Noels, directeur van een borstelfabriek in Heer- hugowaard, meent dat hy letterlijk en figuurlijk een flinke steen kan bijdragen tot de verkeersveiligheid. De heer Noels deed reeds eer der van zich spreken door de ontwikkeling van borste lige kunstskibanen, die op diverse plaatsen in ons land worden gebruikt. Nu heeft de heer Noels een idee van de heren Brijer (Leeuwar den) en Oostdam (Den Haag) verder uitgewerkt. Deze twee heren kwamen bij hem met de gedachte om zebrapaden te marke ren met een 5 centimeter hoge borstelstreep aan bel de zyden. Zebrapaden in hun huidige vorm zyn vaak moeilyk te onderscheiden voor auto mobilisten. De heer Noels meent, dat de borstelstre- pen dit euvel kunnen ver helpen. Zij weerkaatsen 't schijnsel van de autolam pen en vormen ook by grauw daglicht in het weg- panorama reeds van verre een goed zichtbaar motief. Het is de bedoeling, dat in het wegdek betonnen blok ken, waarop borstelvezels zyn gemonteerd, naast el kaar worden ingegraven. De vezels zijn zo gemaakt, dat ze worden platgedrukt als er een wagen overheen rijdt, maar daarna komen ze weer overeind. De heer Noels schat, dat de borstels op de drukste punten na ongeveer een jaar zijn ver sleten, maar dan heel ge makkelijk weer nieuwe aan gebracht kunnen worden. Vandaag wordt de eerste proef met deze borstelige zebrapaden genomen. Op het Stationsplein in Alk- Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Bijvoegsel. Onze damrubriek Spelers die in het eindspel de winst of de remise missen struike len vrjjwel steeds over het detail. Op de een of andere wijze ontgaat hen de juiste afwerking, welke in de regel niet zo moeilijk is doch een zekere exactheid van „zien" vraagt die zij, door gebrek aan routine, niet bezitten. Een werkelijk goed voorbeeld is het al oude Franse eindspelletje van Menager. Het ziet er eenvoudig uit en is het ook. Maar om zonder voorkennis de winst voor het bord te vinden in de geringe varianten die er inzitten, eist een behoorlijke scherpte van zien. Wie het eind spelletje binnen vijf minuten voor het bord of van het diagram af vindt, verricht een goede prestatie. Aardig is ook dat in dit stukje de jaren geleden door ons gepubliceer de „drukzet" („De Damspeler") zit b.v. 7—1, 33—39, en nu 7—34—40! De stand van Van Heerwaarden is goed om er weer eens even „ln" te komen. Hij was destijds bekend als componist van meerslagproble- De moeite waard, vanwege het systeem, is het eindspel van Simons. Naast de winst van de auteur ontdekten wij dat er nog een andere winst mogelijk is. Ja, wij achten het mogelijk dat er wei- Tijdens het analyseren van een partij ontdekten wij dat in de vier de stand, via de nogal klassieke 1x3 banen, een lastige, maar mooie winst verborgen zit. In het algemeen hebben dammers weinig oefening in dit genre, waarom wij hen aanbevelen het eens te probe- Zwart: 33. Wit: 7, 8, 3 Tot de grootste en vooral langste schepen, die tegenwoordig de zeeën bevaren behoren de reusachtige super-tankers. Normaal wordt bij de bouw van zeeschepen rekening gehouden met de afstand tussen de toppen van de Atlantische golfslag. Door het steeds langer worden van de tankers, in verband met hun speci fieke taak, onstaathet gevaar van doorbreken wanneer alleen voor- en achterkant op een golftop rusten. Zwart: 26, 39. Wit: 9, 25, 38 dam. No. m. H. Simons. Menexpirimenteert nu met een romp die ongeveer in het midden gedeeld is. en waarbij beide delen I scharnierend zijn verbonden. Hy draulische remmen zorgen voor een geleidelijke beweging. het schip de golfslag volgen en zowel op de golftop als in het golf- dal gelijke draagkracht ondervinden, zodat het gevaar van breken niet meer bestaat. Ook kan de romp- konstructie lichter worden gehouden. Zwart: 31, 40. Wit: 38, 39, 41 dam. No. IV. J. Mertens. Zwart: 3, 13, 27. Wit: 28, 50 dam. Voor alle standen geldt „Wit speelt en wint". Zaterdag 27 Juni 1964 Pagina 4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 10