is alleen 'als er op staat i .Waardige Hohe Messe van Bach in Pieterskerk onder Aribo kunst kalei öosQg9P Rumoer om Frans Hals wmtmamssmsm wsmmmwmzmmmmm wmsMëBüm®53^ GROOTSE TAAK IN HOLLAND FESTIVAL Ernstig bezwaar: te weinig tenoren Spoedig bijeenkomst van kunstexperts Opgericht 1 maart 1860 Woensdag 24 juni 1964 Derde blad no. 31294 ISyaa.'gBM'^swiaisaaBflBBSifliBaaaagsBMfc Yon Kara jan nu definitief uit Oostenrijk De beroemde orkestleider en ar tistiek directeur van de Weense Ope ra, Herbert von Kara jan, die on langs zijn ontslag als zodanig heeft ingediend, heeft nu besloten Oosten rijk op 31 augustus te verlaten. Von Kara jan deelde gisteren in een communique mee, geen enkele mogelijkheid meer te zien voor het voortzetten van zijn werk in de Oos tenrijkse hoofdstad. De orkestleider zei dat de minister voor kunsten hem geen aanvaardbare voorstellen inza ke zyn werk aan de Weense Opera heeft kunnen doen. Zijn eigen voor stel, de administratieve directie van de Nationale Opera aan prof. Os car Schuh toe te vertrouwen, werd verworpen. Herbert Von Kara jan zal dus de opera en tevens Oostenrijk definitief verlaten, na acht jaar lang artis tiek leider te zijn geweest. Uit het feit dat hij op 31 augustus vertrekt valt af te leiden dat hij van plan is voor zijn vertrek nog aan het Fes tival in Salzburg deel te nemen. Prinses Beatrix bij „King Henry V" In een geheel gevulde Kon. Schouwburg te Den Haag is gis teravond de première voor het Holland Festival gegaan van King Henry V van William Sha kespeare. Het stuk werd door de Bristol Old Vic Company ten tonele gebracht. HKH Prinses Beatrix was geheel onverwacht gekomen een van de enthousiaste bezoe kers, die met vele open doekjes en een lang slotapplaus lieten blijken, hoezeer er was genoten van deze perfecte voorstelling. De hier nog vrij onbekende Richard Pasco was een waardi ge King Henry, en met hem ex celleerden acteurs als David Do- dimead, Julian Curry, Christo pher Benjamin. Terrence Hardi- man, Eithna Dunne en Rowena Cooper. De opvoering had plaats in het kader van de Sha- kespeareherdenking. ALLEN waren weer verenigd in de Pieterskerk ter bijwoning van de uitvoering van Bach's "Hohe Messe" ditmaal voor de tiende keer. waarmee het Leids Toonkunstkoor volgens thans gevestigde traditie onder de stuwkrachtige en trefzekere leiding van Iskar Aribo zich een eervolle plaats in het „Holland Festival" veroverd heeft. Het aantal luisteraars groeit steeds: men komt te genwoordig van verre om Bach's abstracte muziek te ondergaan en oorgetuige te zijn van dit zeldzame monument, dat Bach zo magis traal gebouwd heeft, om er zijn groot geloof in het hogere in uit te spreken. De immense kathedraal was zo goed als geheel bezet. De interpretatie wint ook steeds meer aan geestelijk doorleven. Maarde opname in het Hol land Festival schept verplichtingen: er dient qua uitvoeringspraktijk aan de hoogste normen voldaan te wor den, zeker in de eerste plaats wat het koor betreft. Daarom is het te be treuren dat de verhoudingen thans scheef liggen: de groep der tenoren is bepaald te gering tegenover de an dere stemmen, speciaal de sopranen en de bassen. Deze domineren in het algemeen veel te sterk: er zal stellig iets op gevonden moeten worden het algemeen superieure niveau, dat Aribo heeft weten te bereiken ge handhaafd blijven. Overigens kunnen wij weer met veel lof gewagen van een avond, v/aarop allen koor, orkest (leden van het Concertgebouworkest) en de solisten zich van hun verbijsterend zware opgave naar te stellen eisen voortreffelijk kweten, te weten een doorleefde indruk te geven van Bach's overweldigende, geniale schepping, waarvan elk onderdeel tot daar- En telkens en telkens hoort hij dan nieuwe, ongekend schone détails, wel ke, dank zy de spanning, die Aribo weet op te roepen en waarmee hfj zich teweer stelt tegen het, gevaar van de vervlakking of de routine, steeds weer naar voren gebracht worden op een wyze alsof dit alles nieuw voor hem en al zijn medewer kers is. Zo heeft men weer kunnen genie ten van een uitvoering, die ondanks de vele felle contrasten toch niet in dit opzicht aan overdrijving leed Integendeelde verinnerlijking neemt toe, er is geen sprake van „ro mantisering", noch van te ver door gevoerde objectiviteit. Aribo bestuurt zijn technisch prachtig gedisciplineerd apparaat met vaste hand. Hij bereikt gewel dige, magistrale en stralende cli maxen, in het o.a. „Sanctus" en „Osanna", naast passages van uiter ste transparantie, waarbij het koor, dat de materie zo langzamerhand wel door en door kent, aan generlei wei felingen meer is blootgesteld. Deze sterkende belijdenis van Bach, waarin hij zich uitspreekt voor een absolute eenheid van alle gelovigen, heeft wederom e alle aanwezigen gemaakt: zowel door de mysterieuze kracht van zijn ver heffende muziek, als door de door wrochte interpretatie ervan, welke, al blyven er onderdelen, in het bijzon der enkele tempi, die wij persoonlijk anders aanvoelen, toch van een in menig opzicht subliem en vooral waardig niveau getuigt. Daardoor is, afgezien van het in de aanvang ge noemde ernstige bezwaar, deze Leidse „Hohe Messe" toch zeker nog als een muzikaal hoogtepunt van het Hol land Festival te beschouwen. Moge het zo blijven! Als steeds hebben de solisten tot >t voorname welslagen bijgedragen. De alt Aafje Heynis in de eerste plaats: technisch perfect beheerst zij haar donker getimlbreerde stem, waarbij zij de geestelijke waarden van hetgeen overgebracht moet worden, diep doorsohouwt. Naast haar een sopraan als Nelly van der Spek, reine stem hier uitnemend pa die zeker op de goede weg is, on gerenommeerde Bachzangeres worden. Mits de voordracht dieper relief verkrijgt, die stem nog straling en glans verkrijgt. Intussen heeft zij zich in de duet ten harmonisch bij Aafje Heynis we ten te voegen. De bas David Hollestelle leek aan. vankelijk in het bekende veel eisende „Quoniam" nog niet op dreef, maar hij herstelde zich latex volkomen in het „Et in splritum", dat mede door de beheerste inzet tot een ware verrassing werd. De inzet van de zo sympathiek ge- timbreerde tenor George Maran in het „Domine Deus" was hoogst te leurstellend en deed 't er Doch ook hij kwam in het nadere verloop tot bijzonder tevredenstelleiv de resultaten en wist een hoogtepunt te bereiken in het teder en gevoelig gezongen „Benedictus", waarin tevens te bespeuren viel, hoe voortreffelijk deze stem „geplaatst" is. Talrijke so- listen van het Concertgebouworkest verleenden weer getrouwe medewer king en betoonden veel toewijding. Van hen willen wij speciaal de violist Jan Keessen, wiens spelingen der aria's met ernst zicht bijdroegen tot de wijdingsvolle sfeer. Onder de blazers kwam wel eens een enkele uitschieter voor, doch dat kon slechts geringe afbreuk doen aan de vele goede indrukken. De organist Albert de Klerk zou men op een uitvoering als deze niet u graag willen missen: hij behoort tot diepe indruk op degenen, op wie de dirigent volle- Hierboven een opname van de uitvoering van Bach ,.Hohe Messe" in de Pieterskerk. Naast dirigent Aribo zijn nog te zien de solisten Aafje Heynis (l.) Nelly van der Spek (r.). dig bouwen kan, ook in de meest ge compliceerde passages. En dat wil voor iemand, die zo „hoog gezeten" is, heel wat zeggen! Intussen is men naar huis ge gaan met het gelukzalige gevoel, dat er op deze moeizame wereld nog muziek mag worden voorge toverd, waarvan de eeuwigheids waarde onmiskenbaar is, inplaats van muziek, welke van dag tot vervliegt en toch menigmaal zo hemelhoog geprezen wordt. Wat dit betreft heeft de goede verstaander maar een half woord nodig Het is Bach, die ons, begena- digd-geïnspireerd als hij was, de ze muziek geschonken heeft: wij danken hem daarvoor opnieuw. En wij danken Aribo en al de genen, die met hem samenwerk ten voor de wijze, waarop zij de pure taal van Bach aan de mens heid blijven doorgeven. Alle cultuurloosheidvan het heden ten spijt. Het is een ver antwoordelijke, doch grootse en verheven taak! H. Tentoonstelling „Nieuwe realisten" Gistermiddag is in het Ge meentemuseum te Den Haag on der enorme belangstelling door de staatssecretaris van O. K. en W. drs. L. J. M. van de Laar de tentoonstelling „Nieuwe realis ten" geopend. Zij geeft een sys tematisch overzicht van de stro mingen. welke naar de z.g. „Pop art" (Popular art) leidden als mede van de „Pop Art" zelve, thans vooral hevig in de mode in Amerika en Engeland. deze expositie het verontrustende ge voel krijgt, dat hij komt kij ken als min of meer belangstellende buitenstaander. Hij stelde, dat de mens zich onmogelijk voortdurend kan bezighouden met de benardheid van zijn positie en dat er verschijn selen zijn, die hoop op de toekomst rechtvaardigen. De enige zekerheid die van het menselijk bestaan en c nemen ook de nieuwe realisten tot uitgangspunt. Zij zijn de vertegen woordigers van het protest tegen het fatum een „ding" te worden. Drs. Van de Laar zei voorts, dat wie de afgrond niet wil zien, gevaar loopt er in te storten, maar wie al leen de afgrond ziet, het gevaar loopt dat hij er zó door wordt aangelokt, dat hij er geen weerstand aan kan bieden. Wij hopen nader op deze uitge breide, hoogst merkwaardige er voortreffelijk verzorgde expositie te rug te komen. Actrice Marie Hamel overleden een gedeelte van onze oplage gisteren konden wij nog vermel den, dat de bekende actrice Marie Hamel overleden is. De heer H. P. Baard, directeur van het Frans Hals-museum te Haarlem, is van vakantie uit Parijs teruggekeerd. Zijn eerste zorg betreft het behoud voor Nederland van het schilderij van het echt paar Hotinow uit Muiderberg. dat door hem als een portret van Frans Hals herkend is. Nu de staatssecretaris van O.K. en Wdrs. L. J. M. van de Laar, in antwoord op vragen van het Kamerlid Voogd, heeft meegedeeld dat Rijksbijdragen aan een eventuele aankoop over wogen kan worden als de echtheid van het schilderij onomstotelijk vast staatmoet de procedure geregeld worden, die kan leiden tot een zodanig certificaat van echtheid, dat het voor een bijdrage uit Rijksgelden voldoende garantie biedt. Binnenkort heeft er een bij eenkomst plaats van kunstexperts in het Frans Hals Museum. On der leiding van de heer Baard zal de te volgen gedragslijn bespro ken worden. Nauwkeurig onderzoek Marie Hamel zbals zij te zien was in het in 1960 opgevoerde televisiespel ..Waar de vossen lopen". Marie Hamel, geboren in Amster dam op 4 december 1897, slaagde in 1920 cum laude voor haar eindexa men bU de Toneelschool en kwam daarna by de Kon. Ver. Het Neder lands Toneel van Royaards, waar ze debuteerde in de reien van „Adam in ballingschap". Haar eerste grote rol was Hermia in „Midzomernachts- droom". Een seizoen speelde Marie Hamel bij „Het Nieuwe Toneel" van Frits en Adolf Bouwmeester, vervol gens was zjj verbonden aan het ge zelschap Willem van der Veer. optrad bij „Het Nederlands Toneel", dat toen onder leiding stond van Louis Saai born. Bij haar broer Meyer Hamel trad ze op in revues en vooral in sketches. Na enige tijd gespeeld te hebben bij het gezelschap „De jonge spelers" werkte ze van 1937 tot 1940 met een eigen cabaretgezel schap. Na de wereldoorlog maakte zij deel uit van de „Toneelgroep Vijf Mei", daarna van de stichting Am sterdams-Rotterdams Toneelgezel schap en later van het Amsterdams Toneelgezelschap. Zij speelde o.a, in „Driekoningenavond", „Lysistrata", „De dood van een handelsreiziger" en Bessy in „Zij kregen wat zij wilden". Ook vervulde zij enige jaren de rol van Pieternel in de Nieuwjaarswens. Marie Hamel trad ook vele malen op in hoorspelen voor de radio en voor de televisie. Zij was Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Het stoffelijk overschot zal mor genmiddag om half drie op de joodse begraafplaats in Muiderberg ter aarde worden besteld. Natuurlijk zal die in de eerste plaats inhouden, dat het schilderij met kwartslamp, chemisdhe en an dere middelen nauwkeurig wordt onderzocht. Een ander belangrijk onderdeel is onderzoek naar de her komst van het portret. In een in terview, deelde het echtpaar Hotinow ons mede. dat zij het portret in juni 1962 gekocht hebben in het veiling gebouw J. C. Derksen sr. aan de Amsterdamseweg 57 in Arnhem. Het doek is daar ter velling aangeboden door een Arnhemse kunsthandelaar j W van Zuilekom. Deze echter deelde ons mee, dat hij juist graag dit soort portretten koopt en ze zeker niet te koop zou aanbieden. Hij liet zich echter ontvallen: „Als ik het portret nog had....", waaruit een onbevangen luisteraar toch kan con cluderen, dat het werk eens in zijn bezit zou zijn geweest. De heer Baard zeker van zaak Tijdens een gesprek deelde de heer Baard ons mee, niet met alle pers- publikaties over de hoofdzaak inge nomen to zijn. Een weekblad heeft zijn woorden verdraaid, een dagblad sprak van tweederangs schilderij, andere bladen vonden verfijndere wegen om hun twijfel aan de echt heid van het portret onder woorden te brengen. „Men moet niet vergeten dat ook tijdens de persconferentie bepaalde facetten van het schilderij niet aan bod mochten komen. Ener zijds omdat bepaalde personen ge spaard moesten worden (de restau rateur en de oorspronkelijke eige naar). Anderzijds omdat men de kaarten pas op tafel kan brengen als men er zeker van is. De grootste zekerheid, namelijk dat het een échte Frans Hals is, mocht ik natuurlijk niet verzwijgen. Maar die zekerheid berust niet alleen op wat er te zien is. maar op wat in het schilderij is, om het maar ronduit te zeggen: „een hals in een hals". Echtpaar Hotinow is gekrenkt Ook hadden we een gesprek met het echtpaar Hotinow In rijn woning In Muiderberg. De tuin grenst, een aardige speling van het lot, aan het Frans Hals plantsoen. Het echtpaar Hotinow heeft al een vijftal aanbie dingen uit het buitenland ontvangen, maar wacht rustig af hoe de raak zich ontwikkelt en of Nederland het schilderij zal willen behouden. Men sen. aan wie de gebeurtenissen van de afgelopen maand niet zonder ge volgen z\jn voorbijgegaan. Bedden zjjn een maand riek geweest. Ze hebben zich sommige perscom mentaren erg aangetrokken: „die neiging om onaardig te zijn, te kren ken. te beledigen, hoe komt dat nu?" vraagt mevrouw Hotinow. Hij: ..Een krant schrijft, dat ik een Karei Appel heb weggedaan, omdat ik er niet van houd. Ik wil meneer Appel schrijven dat het niet waar is." Beiden, oud- Russen, spreken met ©en Duit» ac cent. „Wij willen niemand kwetsen". ZfJ zijn hartstochtelijke kunstverza melaars. Elk heeft zijn eigen voor keuren in de verzameling, die uit om. een vijftigtal schilderijen w.o moderne meesters bestaat. Zij praten vol verve over hoe zij die werken verworven hebben, corrigeren elkaar, praten ineens Russisch, laten de toeschouwer raden en als hij goed raadt, is er mateloze vreugde hx dit huis. kopie ervan hangt in de oorspron kelijke lijst in de kleine huiskamer. Twee dagen na de koop gingen ze ermee naar het instituut voor kunst geschiedenis van de Nijmeegse Uni versiteit. Toen ze nog in Nijmegen woonden, gingen de heer en mevrouw Hotinow regelmatig daar neuzen in de rijke bibliotheek. Drs. Lemmens inspirator cus, drs. G. Lemmens, die bleek werd en even bang als enthousiast was: „Frans Hals durf lk niet eens te zeggen, maar het is wel Haarlemse school. De ogen zijn prachtig, het zou wel eens 17de eeuws kunnen zjjn. Maar dan móet U naar de heer Baard in Haarlem." Deze jongeman, die het nieuws over de Hals pas ont dekte, toen hjj het portret in de krant zag, heeft zich volmaakt op de achtergrond gehouden. Hjj is het portret in het Frans Hals Museum te Haarlem gaan bekijken, heeft daar aan niemand willen zeggen, dat hfl het was, die het portret in de rich ting van Haarlem gestuurd heeft. Onlangs heeft het echtpaar Hotinow hem weer opgezocht: „Het kiend was zó stralend', zegt mevrouw Hotinow. „II moet hem noemen, door hem zjjn wij in Haarlem gekomen". Kunst verzamelen Het echtpaar Hotinow is niet rijk. Hun grootste geluk is him hartstocht voor kunstverzamelen, en daarin is het Halsportret een hoogtepunt. „Wat gaat U doen met het geld, als U de Hals verkoopt?". Het ant woord is, na een avondlang gesprek, voor ons niet verrassend: „We gaan onze collectie uitbreiden", zegt hij. Zjj: „Ja, we gaan Hollandse jongens kopen, dat willen we dolgraag". Hij; „Er zijn mensen die zeggen: Nu kun je het land uit. Ik begrijp dat niet. We hebben het zo goed hier." Twee immigranten uit Rusland die niet begrijpen waarom zoveel persartike len kennelijk krenkend bedoeld waren, die niet begrijpen waarom ze door geld hun woning uit zouden moeten, of het land. Twee oud-Rus sen. die tevreden zijn en zich alleen maar nog meer willen wijden aan hun hartstocht: kunst verzamelen. Hierboven het mansportret I reeds een foto van het schilderij van Frans Hals" vóór de res- na de restauratie, tauratie. Indertijd plaatsten wij\

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 5