Rood Roestig W/er Vormen Van VLUG VEILIG EN VOORDELIG Voor de „zitters" ga eens iietsen Vakantie Vieren Vrijblijvend als Vrijbuitende Vagebond Zaterdag 6 juni 1964 De vriend-die-het-kon-weten had mij gezegd, dat reizen per trein naar een vakantie-oord „echt wel het beste is dat je kunt doen". Met een auto, zei zei hij, is het wel aardig, maar het duurt allemaal aanzienlijk langer en bovendien moet je vaak een groot deel van de dag zelf ingespannen chaufferen. In een autobus ben je daarvan ver lost, maar als je er al niet mis selijk in joordt dan toch zeker doodmoe. Een vliegtuig is op windender, zeker, maar vliegen is toch nog altijd duurder dan je denkt. En als er maar iets met zo'n ding gebeurt, kom je zelden terug met een opgetogen verhaal in de trant van „Wat we nou toch met dat toestel hebben meegemaakt Zo werd het dan, vier jaar ge leden voor de eerste keer, per trein met vakantie. Sindsdien ben ik aan de spoorwegen blijven hangen. Niet alleen omdat je in een minimum van tijd aan de Rivièra kunt zitten (in 12 uur tijds ver weg van schoolbanken, rapporten en regen), zelfs niet omdat ik in de coupé's enkele vriendschap pen voor het leven heb opge daan, maar meer omdat ik nog eens hoop op een herhaling van die woelige bende bij de eerste keer. De heenreis verliep vlot'. Ik her inner mij er nog van, dat ik met vijf Arnhemse meisjes een coupé deelde, dat de koffie in de trein gootwater van het allerslechtste soort vertegenwoordigde en dat het een heerlijkheid was (en is) een couchette te hebben. In precies 24 uur was ik in Rome, nauwelijks vermoeid, daar je ruim de gelegen heid hebt in de corridor de benen te strekken, 's Avonds hadden wij zelfs nog even aan de bar kunnen Bitten. Het treinavontuur begon pas drie weken later op de terugreis. In Milaan moest ik overstappen op de trein naar Nederland. Op het bewuste perron aangekomen zocht ik mijn wagonnummer op, maar hoe ik ook keek, het was er niet bij. Na nog eens, met de blik van een grimmige woestijnhond, te hebben gesperd, kreeg ik „mijn" wagon in het vizier aan de andere kant van de treinkade, aan de boemel achter de „expres" naar Scandinavië. Ik stapte tegen beter weten ln, kwam terecht bij louter nöre-smö- re-döre sprekende personen en ln paniek uit. steeg direct aan de andere kant Geitolen Wat bleek nu, de Italiaanse I spoorlieden waren voor de trein j naar Scandinavië een wagon te- kort gekomen en hadden toen, doodeenvoudig, de mijne gestolen. Ik vuurde op hen een met zui delijk vuur gepeperd protest af, maar het was mij al spoedig dui delijk dat wat hen betrof Gods water over Gods spoorbanen kon lopen. Alle zaken, die geen be trekking hebben op filmsterren, wielrenners en voetbal interesse ren de Romeinen nauwelijks. Ik hoorde niet tot een van die fa culteiten, dat lieten ze mij goed blijken. De andere personen, die ook door hun plaatskaart beslag hadden gelegd op de beruchte wagon, begonnen uitvoerig te mopperen, toen ik de vreemde situatie uit de doek en had ge daan. HOTELS, PENSIONS en derge lijke zijn voor de zwoegers, voor hen die zich in de dagelijke maalstroom van het leven zó vermoeien en in spannen, dat ze die twee, drie we ken per jaar van absolute werke loosheid beslist in vrijwel horizon tale toestand moeten uitliggen, om weer een jaar lang de inspannende bezigheden te kunnen toresen die onze moderne beschaving zo sieren. Maar voor degenen die een vol jaar zitten op een kantoor„kruk" of in Wij holden naar de stationschef, voorop een rappe Roorendaler met reeds opgestroopte mouwen. De chef holde met ons terug om de situatie in ogenschouw te nemen. Even later renden wij weer achter hèm aan, als een serie aanhang wagens achter de locomotief. De man had besloten per telefoon een hogere instantie in te schakelen. Een half uur verliep, waarin hij allerlei volkomen onduidelijke din gen in het apparaat krijste, siste, blies. Toen kregen wij een wagon. Een mooie nieuwe van de Zwitserse spoorwegen. De rappe Roosendaler, die al van plan was geweest een wagon aan de Scandinavië-expres te ontnemen, timmerde de kleine stationschef uitvoerig op de schou ders en zei dat hij een reuzen knul Drie kwartier te laat vertrokken wij met een hoeraatje voor de chef, wiens zenuwen zo ongeveer rauw Verstoorde rust We dineerden uitgelaten in de eetwagen, waar je weinig voor veel geld kreeg ik iveet niet of dat nog zo is en begaven ons ter ruste. Ter ruste is een groot woord. Om 1 uur 's nachts stopten we op een doodstil per ron in Zwitserland, waar de sla perige omroeper al gauw loeide, dat de lieden verblijf houdend in wagon X, er uit moesten. Een bonte verzameling half aange klede mensjes huppelde korte tijd daarna op het perron. Op zoek naar de stationschef. De rappe Roosendaler, ee van 25 jaar, had hem het eerst te pakken. Nee, zei de stationschef, die wagon is van ons en blijft van ons. De Italianen kunnen wel zoveel doen. In het afgrijselijkste Duits, dat mij ooit onder oren is geko men, vroeg de Roosendaler daarop of dat betekende dat hij zijn vrouw en drie kindertjes moest wakker maken. De chef wandelde. Hij zag er tegen op de man in een echtelijke janboel te werpen. Dat zag je zó. Hij confereerde, telefoneerde en nadat de Italiaanse conducteurs eveneens met de armen in de lucht hadden staan jammeren, mochten we weer instappen en verder gaan. „Doet u morgenochtend de groe ten aan uw vrouw en kinderen" zei de stationschef hartelijk tegen de Roosendaler. Toen we al reden, riep deze wanhopig: „Maar ik heb he lemaal geen vrouw en kinderen". Ineengeschrompeld onder de enorme mentale klap drentelde de chef van het station. Onze Roosendaler viel daarna in diepe slaap, dromend van wagons, kin deren en stationchefs. Waarmee ik maar wil zeggen: met de trein valt heel wat te be leven. Als de spoorwegen maar willen. Achtenveertig, negenveertig of vijf tig weken per jaar gedraag je je als een mens van deze maat schappij. Je hebt je vaste werk tijden, je vaste maaltijden (drie knaap maals daags) en je vaste plich ten. Op vrijdagavond ga je in bad en op maandagochtend kom je ondanks alles toch uit je bed. comfort. Comfort: vijftig weken lang kijk je bijna elke avond naar de te levisie, ga je wekelijks naar de bioscoop, slaap je elke nacht on der een waterdicht dak, staat op gezette tijden koffie of thee voor je klaar. Vijftig (of 49 of 48) weken lang orde, regelmaat en comfort meer dan elf maanden van je aanpassen, op je tellen passen, in de pas lopen En dan: de va kantie, de kans die maar eens in het jaar wordt geboden, en die door de meesten niet wordt aan gegrepen omdat zij zó gewend aan orde. regelmaat en comfort dat zij er in hun vakantie niet buiten kunnen. Maar jij kunt er wel buiten, je wilt weieens wat anders. Je trapt dus je keurige burgermans kloffie in een hoek, stapt in een spijkerbroek en sandalen en reist als een tweede Jan Cremer de wereld in, bij voorkeur naar het zonnige zuiden, als in het koele re (en goedkopere) noorden ook niet te versmaden. Je bagage is miniem: behalve de hoogstnodige kledingstukken en wat eetgerei een slaapzak en een lap plastic (tegen de regen of als „onder legger") en in het ergste geval een heel klein tentje. Natuurlijk ga je niet op zoiets comfortabels als een fiets zitten. Over treinen (dienstregelingen!) en bussen praat ik nog niet eens. Een auto is wat anders: als je moe bent van het lopen, kan an dermans auto erg te pas komen. Je lift clus. Dat is niet netjes en niet ongevaarlijk en wat dies meer zij, en vijftig weken van het jaar doe je het dan ook niet, maar in je vakantie wel. De mooiste vakantieverhalen (verhalen dus waarin wat „ge beurt", hetgeen iets anders is dan ln de zon liggen, in zee zwem men en le" altijd tieve lifter biedt de automobilist tijdens de rustpauzes een con sumptie aan, hij hoort zijn ver halen geduldig en geinteresseerd ten overlapt: op geen andere nier kom je zo snel in direct en ongedwongen contact met Frans man, Spanjaard, Italiaan of Deen. „Niet harder dan zeventig en veel olie meenemen, dan haalt-ie het wel", had mijn ome Henk gezegd. En ome Henk kan het weten, want hij rijdt zelf ook altijd in een oude auto rond. Voor zeshonderd gulden hadden een vriend en ik hem gekocht en we waren er ge weldig trots op: een rode, wat roestige bestelwagen. De man van wie we hem kochten, wil de er af, zoant hij was „niet representatief genoeg meer" voor zijn zaak. Maar hij ivas „nog prima en enorm prak tisch". Achterin hadden we genoeg ruimte om alles te bergen, ivat we mee wilden nemen. We konden er zelfs in slapen. Het was de eerste keer dat ik met een oude auto met va kantie ging. Het is mij zo goed bevallen, dat ik het nu elk jaar doe. Met een auto omdat je dan van niemand afhankelijk bent en grote afstanden kunt afleggen, en „oud" eenvoudig omdat ik niet genoeg geld heb voor een nieuwe. Het hele verdere jaar heb ik geen auto nodig. Na mijn vakantie verkoop ik hem weer. „Kun je niet beter een auto huren?", vraagt men mij soms. Ik monpel dan maar wat, ivant men begrijpt mij tocht niet. Probeer maar eens uit te leggen waarom je de voorkeur geeft aan een (zij het tijdelijke) eigen wagen, met alle nadelen die daaraan zijn verbonden. Maar ik houd niet van auto's, die onmiddellijk star ten als je het sleuteltje om draait. Ik druk liever drie keer op een startknop en geef juist dat uitgerekende kleine beetje gas, dat de mo tor na veel protesten doet aanslaan. En als hij het dan nog niet doet, slinger of duw ik even. Ik heb iets tegen glanzende lak, waar ik niet geërgerd tegenaan kan schoppen als de motor het weieens vertikt. Andere voordelen van een oude auto boven een nieuwe zijn: je kunt er met vuile voeten in stappen, je kunt er véél meer fijn aan sleutelen, je hoeft hem nooit schoon te maken. Ik ben niet de enige die er zo over denkt, ivant het vorig jaar zag ik in Kopenhagen twee Duitse meisjes met een heel oud Fiatje. Leuke meis jes, maar vooral: een leuk autootje: benzine 1 op 10, olie 1 op 30. Overigens, mochten jullie besluiten mijn voorbeeld te volgen, dan een goede raad: laat de oude auto voor je met vakantie gaat eerst goed keuren. Dan wordt je be spaard wat ons eens in De venter is overkomen. Daar werd onze geliefde wagen door de politie in beslag ge nomen, omdat hij niet vol deed aan alle eisen, die het Wegenverkeersreglement stelt. Ernstig gebrek aan ver antwoordelijkheidsbesef, zei de rechter Natuurlijk, er zullen van die mo- r»T, menten komen waarop je geloof brUKl ik het heil van het Vrijblijvend Vrijbuitend Vakantie Vieren zwaar wordt beproefd, onzalige momenten waarop je je on maatschappelijke escapade ver vloekt als een smet op een rus tig. geordend en genoeglijk wit- loonjaar. BUI Want je laat Je b.v. enkele kilo meters buiten de bewoonde we reld afzetten, omdat je er niet van houdt om in voortuintjes of op de brink te bivakkeren. Je oorgt de in het duister verdwij nende auto dankbaar na, eet (drinkt) en stukje vloeibaar ca- menbert (Ruud, Bert en Piet, wil len jullie ook een stuk) en kruipt tenslotte in je slaapzak onder Je plasticje. En dan, voor afgegaan en begeleid door felle windvlagen, barst de bui los. De ontwikkeling loopt je dan al gauw uit de hand. Het plastic wordt een boom in geblazen. De slaapzak wrijft de slapers uit zijn plooien en begint een nieuw le ven als waterzak. Je klimt er kletsnat uit en zoekt in je plun- jezak droog goed. tegen de tijd dat je het aanhebt, is het ook al nat. De dunne bomen bieden geen beschutting. Er rijdt geen auto meer langs. Je laadt de doorweekte bagage (de last is tweemaal zo zwaar geworden) op je rug begint te lopen. Eindelijk kom je bij een boerderij aan. Je klopt op de deur. Je klopt nog eens. Je bonst. Een boer met een hooivork komt naar buiten stor- Een hond begint akelig te nen, een dorp dat volkomen luifel- en portiekloos is. Je zakt op een stoep neer. Alles is nu nat. Je kijkt naar de ratten die de straat oversteken van de ene rioolput en naar de andere. Je denkt: zat ik maar bij de televi sie met een kop koffie. En uren. uren later gaat er eindelijk een café open i, dat zUn onzalige momenten op het moment zelf althans. Later zijn het je dierbaarste vakantie herinneringen. En bovendien: op die manier is het van vakantie terugkomen ook een feest een school„bank", is niets zo f(r. als zich eindelijk! enkele wi^ ken in te spannen. nc Dat kan te voet of op de firl| gebeuren. Het eerste middel vT vervoer lijkt mi] iets té kras, en|r schiet ook zo slecht op. De fiets ft ideaal voor de vakantie. Je zit tol wel weer bij, maar je doet toch En de zadelpijn gaat over, als |.t voeten gewoontegetrouw de pedultl; gaan ronddrijven. a) Je kunt op de fiets onmogelij^ afstanden nemen. Als je per d^-\ 150 km fietst, zit Je in twee dag«,l£ in het Eifelgebergte. En daar is a# natuurschoon heel wat te genietcf Daar doe je ook bergervaring of Die ervaring kreeg ik, toen ik eei?, Jarén geleden zonder .versnelli^' van huis ging. Toen kon ik bijzit op elke helling gaan lopen wat t5 hier nu juist niet propageer. Jartjj, later geraakte ik weer eens in Eifel, nu wel,met versnelling, totf Juist voor een reusachtige klim versnellingskabel brak. Dat'is orf, niet prettig, want dan schiet h«l apparaat onvermijdelijk in ,,zijF grote". En vraag nu eens in zo*-! pietepeuterig Eifeldorp naar #4) fietsenmaker? Die is ©r meestèta niet, omdat de Eifel aars weinig fietsen. Ze zijn wel wijzer. Behalii' een berggeit is een bromfiets, g(fk bouwd voor vervoer op bergwegen wel het minste waarop ze rondrijl, den een enkele Eifelaar daaraf, laten. Het is daarom raadzaam, vo<du lange fietstochten, veel tangen andere nuttige gebruiksinstru)- menten mee te nemen, zodat Jezelf kan behelpen. Maar er «Uw grenzen. Een heel lasapparaat inclusief zuurstofcilindertje te raden. Voor grote mankemeê'0 ten kan Je altijd nog ln een autoe garage terecht. n Het is ook verstandig de fiets va/® velgremmen te voorzien. Trommel^ remmen hebben namelijk de on«i aangename eigenschap om bij vee!!01 vuldig gebruik in het ergste gevaJJ vlam te vatten en in de bergen renic je nu eenmaal wel eens een ha% uurtje aan één stuk. Maar je hóéft niet naar de Eifd^ Het ls trouwens toch onverstandig daar de hele vakantie door te bren- gen. Daar komt vaak stijgingsrege^e voor (men zie er de schoolboekje op na)J De wolken blijven tegen de ber gen leunen, en dat veroorzaakt allerlei andere meteorologisch^ onbegrijpelijkheden nogal eens eet^ flinke bui. Bi België en Frankrijk zijn ook fij%, om heen te fietsen. De wegen zijn meer waterpas (behalve in de ArPj dennen) maar ook wat hobbelige^ Als Je in België gaat toeren, horen reien er op de kinderhoofdjes gegi-1 randeerd wat moertjes van hrth rijwiel. Maar dat is een futiliteit, Overigens kun je ook haai#, noord-Duitsland en Denemarken® of per fiets (met de boot) naaft Engeland. De mogelijkheden züè0 voor de ware fietsmaniak onbefej grensd! 163 De bagage ls voor fietsers vaal^ een probleem: fietstassen pui gewoonlijk uit en de bagagedragt^ begeeft het. Je moet nooit teveefoe meenemen, zéker geen ..zondaglm pak" en van die keurige witte over?01 hemden. Te weinig meenemen je leent gewoon wat van een an-ie Je kunt, met het rijwiel rijdendj^ langs jeugdherbergen trekken. Dlfiti is heel goedkoop. En ln het buiten#] land hoef je je niet van te vore»/' aan te melden: als een jeugdherOei berg vol ls, brengt men je wel particulieren onder. Wijs is echWo) voor alle zekerheid altijd een tentj/^, mee te nemen (en noodzakelijker^ wijs een kampkaart). De ttd Aldus is het heerlijk door stad ewid land te zwerven, zonder bepaalt' reisdoel, zomaar, weg. En, wat ik het plezierigste vin^U van een lange fietstocht: aan hdn1 einde, je fiete tegen een hek tifs] smijten, heerlijk ln het gras ne«^ te ploffen en uren te blijven ligf*fl<

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 12