ZOEKLICHT „Burgtheaterbi j drage" Holland Festival aan NIEUWE BRONNEN AANGEBOORD gelukkige keus Geen met eminente acteurs Nederlands team stelt in New York teleur Capablanca's drama in St. Petersburg NIET VOOR HALFZACHTEN I 1 1 1 u MM a a r K/f Zaterdag 6 juni 1964 Pagina 2 (Van onze Weense correspondent) Onvoorziene omstandigheden zijn er de oorzaak avn dat het Burgtheater te Wenen zijn programma voor het Holland Festi val moest veranderen en nu definitief optreedt met „Waozeck" van Büchier en „Einen Jux will er sich machen" van Nestroy, dat de plaats inneemt van „Juffrouw Julia" van Strindberg. Dit laatste stuk zal ook tijdens het Holland-Festival in ons land op gevoerd worden. Hoe men het keert of draait: over deze keuze kan men nauwelijks gelukkig zijn. Het schijnt alsof het reper toire van dit ensemble, dat voor het buitenland geschikt zou zijn. de bodem van zijn laatste reserves heeft bereikt. Tot nu toe vond het Burgtheater in ons land altijd een goed onthaal, zolang het putte uit het werk van Schnitzler, Hofmannsthal en Bahr, maar nu de laatste voorraad is opgebruikt, moet men andere bronnen aanboren „Woyzeck"niet Oostenrijks De keuze van „Woyzeck" is niet bijzonder gelukkig, want vooreerst is dit geen typisch Oostenrijks stuk, maar vooral blijkt het in ons land algemeen bekend te zijn en vooral was de jongste TV-opvoe- ring volgens de algemene kritiek een tegenvaller. Het Burgtheater zal het moeilijk krijgen om in dit oordeel verandering te brengen. Het drama van Büchner maakt deel uit van het vaste Burgtheater repertoire, maar het wordt slechts Onze bridgerubriek Bridgevraag dezer week: Zuid gever, NZ kwetsbaar. Zuid heeft: Biedverloop: zuid één rui ten west past noord twee schoppen oost past wat moet zuid doen?? Ant woord elders op deze blad zijde. Italië is wederom als de grote - overwinnaar uit de bridgestrijd van 29 landen tevoorschijn ge komen. Zij die in New York het spel der Italianen hebben ge zien, weten dat de titel in goede handen is gekomen. Het spel der overwinnaars ivas doorlopend van hoge kwaliteit en op som mige ogenblikken zelfs geniaal. Engeland, dat in de demi-finale onfortuinlijk tegen Italië lootte en met slechts 6 matchpunten verloor, ontging de verdiende tweede plaats die nu bij de Ver enigde Staten terecht kwam. Engeland werd derde en Canada vierde. Nederland heeft, na een uitste kende start, tenslotte toch teleur gesteld. Ons team eindigde op de 20ste plaats, wat zeker tien plaatsen lager is dan waarop men had ge hoopt en feitelijk had verwacht. Ondanks het feit, dat dit Neder landse team in tegenstelling tot on ze afvaardiging der laatste jaren met vele goede zorgen werd om ringd en het zowel bij de supporters als in de Nederlandse pers op sym pathie en steun kon bogen, hebben onze spelers het er maar matig af gebracht. In feite is de totaal-pres tatie niet veel beter dan van vroe gere .verguisde teams. Slechts aan het feit, dat een flink aantal zwak ke niet-Europese landen in New York deelnam, heeft Nederland het te danken, dat het nog enige af stand van de rode lantaarn kon houden. De voortreffelijke start in aan merking genomen, kan men niet anders concluderen, dat de spelers de latere tegenslagen mentaal niet voldoende konden opvangen. Ook deze tekortkoming signaleert men niet voor de eerste maal bij Neder landse bridgespelers. Biedmethodes Evenmin blUkt het veel geholpen te hebben, dat enkele Nederlandse paren biedmethodes gebruikten, waarmede Italiaanse en Franse grootmeesters successen hebben ge boekt. Wéér blijkt dus de stelling waar dat het de spelers zijn, die de waarde van een systeem bepalen en dat het bepaald niet het systeem is dat, hoe voortreffelijk ook in theorie, de waarde van een bridge- paar uitmaakt. De algemene indruk van hen, die de Nederlandse ver richtingen in New York hebben ge volgd is, dat het bieden van onze spelers vèr beneden de maat was in elk geval zéér ver beneden de maat van de landen, die de hogere plaatsen op de ranglijst voor zich opeisten. Een spel dat ik typerend vindt voor deze Nederlandse tekortko ming, is het volgende gespeeld in de wedstrijd tegen Zwitserland, WEST OOST Sch A V B Sch H 8 6 4 2 Ha Ha 10 4 3 Ru A H V B 10 8 Ru 6 5 KI B 10 7 3 KI AH6 Volgens de toemooireportage open de west met twee ruiten NZ pas ten oost twee schoppen west vyf klaver oost zes klaver west zeven schoppen. Wests bod van vijf klaver is een „vraagbod" naar kla vercontrole. Zes klaver toont kla veraas, waarop west dus tot groot slem schoppen besloot. De uitkomst was hartenheer, in west moest met een hoge honneur worden getroefd. De troeven zaten by NZ 4 1 tegen en OW gingen dus down. Men kan dit ongelukkig noemen, maar evenzeer kan men over een slecht eindcontract spreken, daar zeven ruiten vrijwel onverlies- De principiële fout is tweeledig: ten eerste heeft west veel te haastig aangenomen dat schoppen de goede troefkleur moest zijn ten tweede verloor het vijf-klaver vraagbod zo veel kostbare biedronden. dat men het gebruik van deze conventie ook in theorie reeds als onvolwaardig had moeten bestempelen. Misschien is zeven ruiten moeilijk te bereiken (Zwitserland bood zes) maar ze ker had west door het uitwisselen van méér informaties van zeven schoppen kunnen afblijven. Volgens Acol kan men bieden: west twee ruiten oost twee schoppen ten minste een honneur in schoppen, lengte in die kleur en zijkracht) west vier ruiten (onaantastbare kleur) oost vijf klaver (aas) west vijf harten (eerste controle) oost zes klaver (heer) waarna west gemakkelijk kan berekenen dat zeven ruiten veiliger zal zijn dan zeven schoppen. Elke wed strijd in de voorronde te New York bestond uit slechts 18 spellen; één of twee van dergelijke rampen als het Nederlandse zeven schoppenbod waren er voldoende voor een nieu we nederlaag. H. W. FILARSKI. Antwoord op bridgevraag: Velen maken de principiële fout een spel als dat van zuid te bekijken als een „mini mum" (13 punten) en dat dan kenbaar te maken met een bod van twee Sans Atout. Daar de partner een dwang- bod deed, natuurlijk sterk is en het initiatief tot een hoog contract nam, moet men dit zuidspel niet omschrijven als een minimum, doch als een spel met normale schoppen- steun. Het enige juiste bod is dan ook drie schoppen. Hier na is het bijna onmoge lijk het groot-slembod te mis sen, daar de partner had Sch H B 10 8 7 6 2, Ha A .Ru KI A H 10 3 2. Tjjdens de match IsraëlNed. Antillen, gespeeld bij de Bridge Olym piade 1964, maakte beide zuidspelers de fout „eerst' twee Sans te bléden. Hoewel zij later de schoppenkleur steunden, voelden geen der twee noordspelers er nu nog wat voor groot-slem te bie den de latere schoppensteun zou ook op Aas, tweede geba seerd kunnen zijn, in welk geval het groot-slembod te riskant wordt door het ge vaar, een troefslag te verlie zen. Meinrad ook by ons bewondert. Martha Wallner als Marie is be ter, maar men voelt dat deze be gaafde tragedienne hier te weinig kans krijgt om haar talenten te ontplooien. Zodra zich een zweem van een climax vertoont, breekt Büchner opeens de spanning af en volgt er onmiddellijk een nieuw tafereel. De enige figuur die relief vertoont en die ook een opmerkelijke inter pretatie vindt is de „dokter", ge speeld door Joseph Offenbach, een uitstekend acteur, die echter uit Duitsland komt en eerst kortgele den lid van het Burgtheater is ge worden. Het toneelstuk veroorzaakt vooral in Wenen daarom een zekere te leurstelling, omdat de gelijknamige opera met de onheilspellende mu ziek van Alban Berg véél en véél sterker is. Einen Juxklucht Het stuk van de Oostenrijkse schrijver Nestroy „Einen Jux will er sich machen" is een klucht, een typisch Oostenrijks produkt met veel woordspelingen, de nodige tra vesties, veel „gijn" en niet onaar dige Weens coupletten die als ver binding tussen de bedrijven worden gezongen. Het is een oud stuk waarvan de première reeds in 1842 werd opgevoerd. De toeschouwer die een beetje met het Weense dialect vertrouwd is, kan de grappen en woordspelin gen wel voor een gedeelte volgen, maar de rest gaat onherroepelijk verloren Dat is jammer, om dat hierin veel eenvoudige maar diepe menselijke wijsheid verborgen ligt. Het blijft echter de vraag of de gemiddelde toeschouwer in ons land hiervan het nodige meekrijgt en of hij niet geïrriteerd wordt door deze wel aardige, maar toch onschuldige grapjes met een die pere achtergrond. Even problematisch zou het zijn, wanneer een Nederlands ensemble in het buitenland met een stuk van Pieter Langendyk of Van Bredero zou optreden. Zelfs de Duitse na buren kunnen de opvoering maar moeilijk in alle finesses volgen en daarom is bijv. de uitgave in de bekende Reclam-serie voorzien van twee bladzijden woordverklaringen, waarin speciale Weense uitdruk kingen worden uitgelegd. Burgerlijke volkswijsheid Tegenover deze uiterlijke bezwa ren staat het optreden van twee uitstekende acteurs die ook in ons land reeds lang bekend zijn en die hier zelfs een grote sympathie heb ben verworven. In de hoofdrollen spelen namelijk Josef Meinrad als eerste verkoper in de kruideniers zaak van Zangier en Inge Konradi in een travestirol als zijn hulpje en Manusje van alles. Van subtiel of zelfs van „absurd" theater valt in deze onschuldige klucht natuurlijk geen spoor te ontdekken, maar wat men hier ge presenteerd krijgt, is echt Weense burgerlijke volkswijsheid, die ver pakt is in een gemoedelijkheid en aantrekkelijkheid die men ook van daag nog in burgerlijke kringen en in kleine winkelbedrijven die steeds meer verdwijnen ontdek ken kan. Hier leert men een stuk Oostenrijk kennen dat wel veel ge zonder is dan de atmosfeer uit de fin-de-siècle-stukken van een Schnitzler of zelfs van Hofman- sthal („Der Schwierige" of „Der Unbestechliche" i die in ons land zoveel succes hebben gehad. Aan dit zogenaamde „decadente" Oos tenrijk van kort voor de ondergang van de monarchie hebben wij nog herinneringen en dit is het .image' van "Oostenrijk dat ook in ons land nog leeft. Doch men moet toege ven dat dit een eenzijdig beeld is. In ieder geval ontdekt men van dit verval geen zweem in de klucht van Nestroy. Een lichtpunt Het stuk weerspiegelt de toestan den uit het midden van de vorige eeuw, doch wanneer deze atmosfeer wordt vertolkt door twee uitste kende acteurs, leert men niet al leen een stuk Oostenrijks verleden kennen, maar toch ook wel iets van het tegenwoordige Oostenrijk. Want men leeft langzaam in dit gemoedelijke land en bepaalde toe standen weten zich hier zo hard nekkig te handhaven, dat men ze in het dagelijkse leven nog her haaldelijk ontmoet. Dat is ook de reden waarom Wenen somtijds met recht de grootste provincie-stad van Europa wordt genoemd. Maar in onze koortsachtige tijd kan de kennismaking hiermee de nodige herademing brengen. Onze schaakrubriek Toen ik de jongste opvoering bij woonde, die als een soort generale repetitie moest dienen voor het Holland Festival, was de zaal voor een derde leeg. Ik vraag mij af of sterkere spelers een diepere indruk zouden hebben achtergelaten, maar bij nader inzien liggen de zwakke punten toch voornamelijk in het stuk zelf. Van de andere kant geeft Bruno Dallansky als Woyzeck wel een goede vertolking, maar men mist hier toch het Burgtheater niveau dat men bijvoorbeeld in een Lindner, Attila, Hörbirger of EEN OP DE BOEKENMARKT Barbarber, dertig Amsterdam. keuze uit Querido. Theun de Vries.. Onvolwaardig Kampen. Amsterdam. Het eigenlijk nog steeds enigma tische, maar stellig getourmenteer de leven van de schilder Vincent van Gogh (1853—1890) heeft al vele schrijvers geinspireerd. Daar komt bij dat de drie delen brief wisseling met zijn broer Theo de beeldhouwer Zadkin heeft niet ten onrechte van Vincent en Theo een dubbelbeeld gemaakt voor een ieder te lezen zijn, zodat men over veel gegevens beschikt. Deson danks blijft het leven van deze uitzonderlijke mens raadselachtig en dat begrijpt men des te beter naarmate men zijn werk beter leert kennen. Dat de P. C. Hooftprijswinnaar van 1963, Theun de Vries, zich verdiept heeft in het speciale as pect van Van Gogh, die een vrouw van de straat opraapt in de hoop haar tot een beter levensniveau te brengen, ligt voor de hand. Dit is een diep dramatische periode uit Van Goghs tragische leven en het kenmerkt hem als de mens die, zelf lichamelijk en geestelijk worste lend. een ander de steun wil geven van zijn eigen worsteling omhoog. Het leven met de vrouw Sien Hoor- nik en haar beide onwettige kin deren valt samen met de tijd waar in Vincent werkt als een razende om te bereiken wat hij ziet als een visioen; de mens in zijn le vensstrijd. Hij tekent bij zon en ontij; nettenboeters, oude man netjes, kolensjouwers. Hij tracht door te dringen in de ziel van de noodlijdenden men houde de tijd in het oog met zijn teken- stift. Ondertussen zit de felle klauw van de armoede in zijn eigen nek tezamen met het verlammende on begrip van Sien voor iets anders dan een borrel en een sigaar. Zonder twijfel heeft De Vries deze krankzinnig moeilijke periode uit Vincents leven uitstekend be schreven. Hij heeft zich in de schilder ingeleefd en met hoofd en hart gevat wat er in de man om gegaan moet zijn. Zwakker lijkt mij de uitwerking van de figuur Sien. Niet De Vries 'opvatting van deze vrouw, maar zijn uitwerking van deze vrouw en haar omgeving. Om dit soort mensen, het toenma lige grotestadsproletariaat, met hun onbegrip voor zonde en ver- f wording, werkelijk tot leven te f brengen, moet men hen beter ken- nen dan Theun de Vries doet. Men i zou bv.v. hun taal, het Haagse dia- lect. moeten kennen indien men i hen wil laten spreken. Het is niet voldoende woorden zoals „lijen", „pokkeleven" en „kotertjes" te ge- f bruiken. WeUicht had De Vries er f beter aangedaan de gespreksvorm l te vermijden, iets wat hem met zijn talent bepaald niet moeilijk f zou zijn gevallen. Maar als geheel i is „Ziet, een mens" interessant en J diep doordacht. Een goede bijdrage J tot betere kennis van de zo gecom- pliceerde figuur van Vincent van f Gogh. R. J. Seghers. „De Zingen de Kat". Wereldbibliotheek. Amsterdam. „De zingende Kat" is een rare- kiek waar men zich best mee amu seren kan. In het müieu van de show-business leeft de goochelaar Carabas, een heer van middelbare leeftijd en avontuurlijk van aan leg. Hij is een echte tovenaar, het welk zeer uitzonderlijk. Hij kan mensen in dieren veranderen. Dat hij dat talent bezit, heeft hij ge merkt toen hij een door hem ver leid meisje, dat vreselijk jammer de, in gedachten alleen nog maar „een schaap" vond. Ziedaar, zij werd een schaap. Als hij met de jeugdige zangeres Catherina trouwt, maakt hij haar deelgenoot van zijn geheim. Zij maken samen een nummer waarbij Catherina. veranderd in een kat, haar liede ren zingt. Dat is nogeens wat an ders dan een konijn in een hoed. Doch het konijn blijkt niet afwe zig. Het schokkende element komt metde trapezewerker Skampi. Ca- ranas denkt dat Skampi achter zyn vrouw aan zit, ten onrechte overigens, en uit jaloezie verandert hij hem in een konijn. De gevol gen zijn hoogst ingewikkeld. Het scheelt een haar of Catherina zal de botten van haar vermeende minnaar gebraden afkluiven. Een zotte geschiedenis, met voldoende ernst voorgedragen om heel verma kelijk te zijn. Barbarber schijnt een blad te zijn, dat gestencild wordt uitgege ven door J. Bernlef, G. Brands en K. Schippers. „Tijdschrift voor tek sten" is de ondertitel. „Het gekste blad ter aarde" zegt Simon Car- miggelt en naar wat ik hier zie in deze bloemlezing, geloof ik dat hij gelijk moet hebben. Ik heb zelden zo'n hoeveelheid intelligente kolder bij elkaar gezien, alleen door het drukken van allerlei teksten van verschillende geaardheid. Vooral de laatste brief heeft me de lach- kramp bezorgd. Of men zich kan abonneren op dit vermaak is mij niet bekend, maar dat lijkt mij ge makkelijk te achterhalen. CLARA EGGINK In Amsterdam is het Interzonale toernooi van de Wereldschaakbond aan de gang. Niet minder dan vier entwintig topspelers van de wereld moeten onderling uitmaken, wie van hen tot de zes deelnemers zul len behoren, die met Keres en Bot- winnik of Geiler het in 1965 te spelen kandidatentoernooi zullen vormen. Een schaakevenement van de bovenste plank. Vijftig jaar geleden, ook in mei, bestreden de toen grootsten elkaar in Sint-Petersburg (Leningrad). De inzet daar was geen kandidatuur voor de wereldtitel. Er was ook nog geen wereldschaakbond. Reeds toen stond het Russische schaakkunnen in hoog aanzien. Ondanks de po litieke dreigingen, die al spoedig tot wereldoorlog I zouden leiden, slaagden de Russische schaakorga nisatoren er in een groot en kost baar toernooi te doen houden. Toe gelaten werden alleen die meesters, welke minstens een keer een eerste prijs in een belangrijke wedstrijd hadden gewonnen. Typerend voor de politieke verhoudingen was. dat geen van de groten uit het toen malige Oostenrijk-Hongarije werd uitgenodigd! Schlechter, Duras en Maroszy waren dus niet van de party. Waar de schaakwereld met grote spanning naar uitzag, dat was de ontmoeting tussen de wereld kampioen dr. Emanuel Lasker en de kandidaten Capablanca en Rubin stein. Spanning Vooral het duel LaskerCapa. blanca werd met spanning tegemoet gezien. De jonge Cubaan was eer ste geworden in San Sebastiaan 1911 waar, behalve Lasker, de bloen van de Europese schaakmeesten aan deel had genomen; hy had 4 grote Amerikaan Frank Marshal verslagen in een match met tegen 1 en hy was ruim twüitli jaren jonger dan de wereldkanii pioen. Het toernooi bestond uit tw« gedeelten; in het eerste ontmoet ten elkaar de elf deelnemers lede een keer, de 5 hoogst uitgekomen- den vormden een nieuwe groep waarin men een dubbele ronai speelde. De behaalde punten uit hei eerste gedeelte bleven meetellen By het begin van dit tweede deeT was Capablanca 1 punt vóór op Lasker! Na de eerste heltl van hel tweede gedeelte was Capablanca met nog vier partyen voor de boeg een punt vóór. Alles hing af vati die laatste ontmoeting tussen df beide grootmeesters. En op 18 mei, voltrok zich het drama voor de to; op deze dag nog ongeslagen Cubaan „Onschuldig" Lasker koos de afruilvariant vat de Spaanse party, een van de ogen- schünlyk onschuldigste speelwyzea maar mogeiyk ook een van de ge- vaariykste in handen van de groot, meesters. Langzaam maar onaf. wendbaar werd de zwarte stelling, ingesnoerd, een poging tot een' tegenoffensief op de damesvleuge! verydeld en op de 42ste zet moest Capablanca capituleren, zijn stel. ling was onhoudbaar geworden. Ontgoocheld door deze nederlaag verloor hy ook in de volgen ronde van Tarrasch en zo werd Lasker di winnaar van dit laatste vóór-oor. logse toernooi (het toernooi te 1 Mannheim in augustus 1914 werd, door het uitbreken van de oorloa niet beëindigd). Dit grootse duel, 50 Jaar geleden, i volgt hier. Wit: dr. Em. Lasker (t 1S-1-'41)J Zwart: R. J. Capablanca (t 8-3-'42) 1. e2e4, e7—e5; 2. Pgl—f3. Pb8 é6; 3. Lflb5, a7a64. Lb5xc6,: d7 x c65. 62d4, e5xd4; 6 Ddl *- d4, Dd8xd4; 7. Pf3xd4, Lf8—d6; 8. Pblc3, Pg8e7; 9. 0—0, 0—0; 10. f2—f4, Tf8e8; 11. Pd4—b3, f7—f6 (een onnodige verdedigingszet; ge-J zien zyn gunstige toernooistand,1 speelt Capablanca op remise en dat wordt hem juist noodlottig)12. f4 —f5 (verrassend), b7—b6; 13 Lel —f4. Lc8b7; 14. Lf4 x d6, c7x!6' de dubbelpion is opgelost maar vid 1 d6 wordt verzwakt); 15 Pb3—14, 1 Ta8d8; 16. Pd4^-e6, Td8—d7;I7. I' Tal—dl, Pe7c8; 18. Tfl—f2; b— 1 b5; 19. Tf2d2, Td7—e7; 20 B— 1 b4 (tegen c6—c5 gericht), Kg&-f7: 21. a2—a3, Lb7—a8; 22. Kgl-f2, l Te7a7; 23. g2g4 (wit gaa op de koningsvleugel doorbrcen, waartegenover zwart het op de damesvleugel probeert; dit lstste plan mislukt echter), h7—h( 24 Td2d3, a6a5; 25. h2—h4a5x b4; 26. a3xb4, Ta7—e7; 21.112 f3, Te8g8; 28. Kf3—f4, g7—f; 29. Td3g3, g6—g5t; 30. Kf4—fi Pc8 b6; 31. h4xg5, h6xg5; 31 A3— h3, Te7d733. Kf3—g3! Stelling na 33. Kg3. mm WËL A 11 11 éi im 1 m m m m -■ $f ZEILEN is veler lust en leven Zodra de liefhebbers de kans zien, tuigen ze hun boot op en klieven door het water. Zon is welkom, wind mag niet deren, hoe meer zelfs hoe beter, sportiever en gezonder, want de spieren worden er door gestaald Foto Leidsch Dagblad Een voorbereidingszetvoor de slotcombinatie. Na e4-< mag de koning niet door c6— schaak- komen te staan. 33. Kf7—e8; 34. Tdl—hl, La8—b7;5. e4—e5! (de beslissende doorbrit). 35 d6 x e5; 36. Pc3—e4, >6—d5; 37. Pe6c5, Lb7c8 (zwt moet de kwaliteit opgeven, op*xL; TxP zou 39. Pd6t een toréinnen); 38. Pc5xd7, Lc8xd7; Th3—h7, Tg8—f8; 40. Thl—al.Ce8—d8; 41 Tal—a8t Ld7—c8; Pe4—c5 eii zwart gaf op. Lasker, ongetwyfe de grootste schaakmeester aller den was de practicus. Hy heeft schts zelden aan theorie-studies gaan of com posities gemaakt. Van hem is de vende studie bekend de heersen. leren zich be- r ET de vissers bevolken de zeilers nu de meren. D» eerste categorie tuurt in stille concentratie voor zich uit en men hoort byna geen woord. Met de zeilers is het anders gesteld. By hen constante beweegiyk- heid: zy het vóór de „start", wanneer alles en dat is hèèl wat voor de tocht in orde gemaakt moet worden te houden. En dat er dan wel eens een hard woord valt, dat eventueel zelfs door de televisie verboden zou worden, begrypt een kind ZEILEN is intussen de beste remedie tegen alles wat slapheid of decadentie in houdt. Zy, die er zich met ongekende hartstocht, met bezetenheid zelfs aan overgeven, moeten spieren als kabeltouwen hebben, over een groot uithoudingsvermogen beschikken en niet bang zyn voor een onverwachte duik in het water. Want als de wind de zeilen goed vangt, kan van alles ge beuren Wie daarop niet geducht ge prepareerd is, kan beter thuis blyven. EILEN is dan ook, zeker niet by storm en onty, een sport voor de halfzachten. Er zyn kerels van stavast voor nodig en omdat de Hol landers met het water door en door vertrouwd zyn, hebben de wedstrydleiders geen last van te weinig inschryvers. Steeds meer enthousiasten melden zich ieder jaar aan. U moet deze zomer maar eens op de Kaag gaan kyken. Het zal er weer van de boot jes in allerlei klassen en stan den wemelen, als 't er om gaat met verbetenheid een eerste prys in de wacht te slepen. Deze jongens zyn er al vroeg by en zullen straks hun man netje best staan. Maar dan met niet meer dan een, hoogstens twee in de boot. Anders hebben ze geen schyn Wit aan zet, w. De oplossing: 1. Ka.87 Tc2— b2+; 2. Kb7—a6, Tb2—C3' Tg7— g4t, Ka4a3 (3. >3? dan Kb7)4. Ka6b6 (drelTxg2). Tc2b2t; 5. Kb6—aS, T-c2; 6 Tg4g3t, Ka3—a2j 7. ltg2 eri wint,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 10