WORDT VERPLICH ZOEKLICHT DIAKONIE De leeuwerik kan zijn nest goed verbergen A(ansprakelijkheid) Wet maakt einde aan veel onnodig leed De grasmachine is dreigend gevaar Zaterdag 30 mei 1964 Pagina 1 (Van onze parlementaire medewerker) Volgend jaar zullen alle bezitters van auto's, motoren, scooters en tractoren verplicht verzekerd moeten zijn tegen wettelijke aansprakelijkheid voor schade, die met het motorrijtuig aan anderen is toegebracht. Het is namelijk vrijwel leker dat de wet, die deze verplichting regelt, op 1 januari 1965 in werking zal treden, voorzover het kentekenplichtige motorrijtuigen betreft. De verwachting bestaat dat de verplichte W.A.-verzekering voor bromfietsers, die technisch meer voorbereiding vergt, een jaar later zal worden ingevoerd. Het schadeverzekeringsbedrijf, dat zich met de verplichte W.A.-verze kering voer motorrijtuigen belast, wacht nog steeds op definitieve beslis van de regering inzake de uitvoering van de wet. Eerst als de 1 uitvoeringsmaatregelen bekend zijn, kunnen de maatschappijen zich op de l nieuwe situatie instellen. Aangezien reeds 95 procent van de automobilisten vrijwillig een verzekering hebben afgesloten, is het probleem niet zozeer j' j d« administratieve verwerking van de 50.000 resterende auto's, maar meer le polisverstrekking aan een half miljoen bromfietsers, die nog niet ver- G| «ekerd zijn. °<T» Bromfiets Bovendien zal het verzekerlngs- ''tbedrijf de bezitters van een brom fiets (naar globale schatting een miljoen) waarschijnlijk hebben te voorzien van een gekleurd plaatje, dat ergens op de bromfiets moet worden aangebracht. Het zal een lettercombinatie en een nummer be vatten, waaruit de politie kan op maken bij welke maatschappij en onder welk nummer de bromfiets is verzekerd. Doordat de kleur van het plaatje van jaar tot jaar zal verschillen, kan in een oogopslag worden geconstateerd of de premie op tijd is betaald. Bovendien kan de identiteit van de bromfietser, zo dat nodig mocht zijn, op eenvoudige wijze worden achterhaald. In West- Duitsland, waar men ook met deze nummerplaatjes werkt, heeft men met dit systeem gunstige ervaringen opgedaan. Automobilisten, zowel als brom fietsers zullen, voorzover zij dan nog niet verzekerd zijn, hun verzekering door tussenkomst van een erkende assurantiebemiddelaar kunnen on derbrengen bij één van de 119 toe gelaten maatschappijen, die samen het schadeverzekeringsbedrijf vor men. Een weloverwogen keuze blijft geboden omdat de maatschappijen met onderling verschillende voor waarden en premies blijven werken. Hun polissen moeten slechts vol doen aan bepaalde miniimum-voor- waarden, zoals de wet die voor- Philip Mechanicus. „In Dépot. Dagboek van Wes- terbork". Polak en Van Gennep. Amsterdam C. Ofschoon er langzamerhand niet jifveel meer onbekend is gebleven itrent de lotgevallen van hen, die de gesel van het hakenkruis 17 [getroffen zijn, wordt men iedere keer, als men weer een authentiek „„(Verslag daarover in handen krijgt, efjtot in het merg geraakt. Telkens defweer staat mogelijk uien als t fctaat me f'Jitomd o' Wendeel rille va, verstomd dat dit in deze eeuw nen er weer aan denkt ti eigenlijk nog meer ver- er het feit, dat het me- ran de mensheid, om der i gewin waarschijnlijk of onjuiste neiging tot ge- zo gauw mogelijk ver nieten, kan doen alsof dat allemaal uuciet gebeurd is. Dit is een naieve vtoverweging; ik weet het, maar in lijn naïveteit maar al te waar. Het thans gepubliceerde dagboek m de journalist Philip Mechani- ïs (18891944) is qua inhoud reker niet het schokkendste, dat ik jjj inder ogen heb gekregen. Het is Afschuwelijk dat een mens zelfs op iiiddit terrein maatstaven moet gaan I Aanleggen van meer en minder erg, l> maar het is nu eenmaal zo. Wes- erbork was geen Mauthausen of .Auschwitz, maar het was op een '.Andere manier bar. Het komt mo- e, gelijk omdat de ellende van de de; mensen, die daar opgesloten heb- No: ben gezeten, binnen de perken van de menselijke verbeelding blijft, dat dit dagboek zozeer treft. Wij kunnen er ons een voorstelling van .maken wat het geweest moet zijn .®p maanden en jarenlang op elkaar gepropt in barakken te worden on dergebracht met alle afschuwelijke rp(_ gevolgen en alle kwellingen, licha- Ïd! melijke en geestelijke, van dien. gi Wij kunnen ons nog indenken wat het betekent om iedere week opnieuw in doodsangst voor depor tatie te leven en na de bnheilsdins- dag een zucht van verlichting te slaken. Maar wij kunnen ons ternauwernood een gaskamer voor- ie6ji «tellen en wat daarbinnen gebeurt me: of mishandelingen en verhonge- 'est ring tot de dood er op volgt. Daar Weigert het voorstellingsvermogen "1 men kan alleen rillen. Philip Mechanicus heeft zijn igboek binnen de grenzen van het menselijk voorstelbare gehouden J, om de eenvoudige en tragische re ide den, dat ook hij nog onbekend was Me met de ware aard van de vernie- iut tigingskampen en, zoals ik reeds daardoor treft het des te die per voor ons die nu alles weten. Van dag tot dag heeft de schrij ver de gebeurtenissen in Wester- bork opgetekend. Hijzelf is opge 4 pakt in 1942, omdat hij op de tram stond en ook nog zonder jodenster. Waarschijnlijk verraden door een medepassagier. Hij vertelt dat het Vo< doorgangskamp Westerbork, opge- :chi Ticht door de Nederlandse regering o°1: om er de Duitse vluchtelingen van na 1933 in onder te brengen, be- a. heerd werd door die Duitsjoodse ent vluchtelingen, de Alte Lagerinsas- 6en. Over hen schrijft hij Nederlanders en Duitsers haten gemeenschappelijk de Duit sers met een haat, zo fel rood. dat niets in staat is die te blussen, s-'falaar de Nederlanders haten de Duitse joden met een haat, die bij na even gloeiend is als de eerst genoemde haat, omdat de Duitse joden met hetzelfde sop overgoten *Ün als de niet-joodse Duitsers." Nu maakt Mechanicus via dit ge- schrift de indruk een oprecht, rus- oul tig en intelligent mens te zijn met een minimum aan emotionele haat. EEN 'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii OP DE BOEKENMARKT Hij heeft zijn lot met wijsgerigheid aanvaard en wijsgerig bekijkt hij over het algemeen ook de daden van zijn medegevangenen. Een dergelijke uitspraak krijgt in dit dagboek zodoende groot gewicht en men kan er de conclusie uit trek ken dat „Deutschtum" besmette lijk is. Met bewondering leest men zijn verslag over idiote voorvallen zoals b.v. de schoenenpoetsinspectie door de commandant, de Obersturmfuh- rer, zelf. Niet behoorlijk gepoetste schoenen werden door die heer zelf overgepoetst, zo ..dat de barak die schoenen de dood in. Te zeggen dat zo'n mens krankzinnig is, is veel te simpel. Trouwens, naast de klei ne krankzinnigheid de grote; het medisch uitstekend geoutilleerde Westerbork, waar de zieken wer den weggehaald om regelrecht naar Polen en de dood te gaan. Mogelijk zijn er mensen, die zich afvragen of het nodig is dit dag boek te publiceren. Het is nu een maal zo in deze wereld, zal men zeggen, dat wij ons weer moeten aansluiten bij degenen, die de gesel over west-Europa gebracht hebben. Goed, maar dat. is nog geen reden om de ogen stijf dicht te knijpen en te doen alsof wij van de mof der en bi ll1 el! Kent u het verhaal van het diakenhuismannetje uit de Camera Obscura? Het is een triest verhaal van Hildebrand, waarin iets zichtbaar wordt van het verval van de diakonie in de vorige eeuw. Het was een een akelig, naar bedelingsinsti tuut geworden en veel diakene nen moeten in die jaren mensen zijn geweest met eelt op hun ziel. Een mens, die aan de dia konie „vervallen" was en dat waren er vele duizenden was allerminst te benijden. Wie wist in die jaren onder de diakenen nog, dat Jezus, van Wie ze op de catechesatie leerden, dat Hij is onze hoogste Profeet, Priester en Koning, zich zelf zo nooit heeft genoemd, maar dat Hij van zich zelf gezegd heeft dat Hij in ons midden een dia ken was, één die dient? De eerste christelijke gemeen te heeft dat geweten. Het valt op dat een van de kenmerken van de gemeente, die op de pinksterdag in Jeruzalem was ontstaan, de diakonie was. Ze hielpen elkaar en zorgden er voor dat niemand gebrek had. En toen de apostelen het vele werk niet meer aankonden, zorgden ze er voor dat er spe ciale diakenen gekozen werden. In de kring van deze diakenen is de eerste martelaar gevallen, Stefanus. Nog altijd behoort de diakonie tot het wezen der christelijke gemeente en in iedere kerk dienst worden dan ook giften voor haar werk ingezameld. In stilte wordt daarmee gewerkt. In mijn Drentse gemeente, waar iedereen iedereen kende, g:ng de diaken by voox-keur op donkere avonden bij nieuwe maan op stap om te doen wat zijn hand vond om te doen. Hij was een flinke veenarbeider en als hij zo rond ging een goede dienaar van zijn Heer. die alleen maar blij was als hy mensen helpen WOORD V Ai\ BEZIINNING kon, met geld, maar ook dik wijls met goede raad. Dat er door dit werk, dat in stilte gebeurt in de gemeente bijzondere dingen kunnen op bloeien. moge uit het volgende blijken. Èen jaar of twintig geleden stierf er ergens op een dorpje in Friesland een weduwe, die jarenlang door de diakonie was verzorgd. Toen ze dood was, vond men in haar huisje de volgende brief. „Van de f 500,- die ik inder tijd de diakonie geschonken heb, heeft u voor mij f 100,- op de spaarbank gezet, waar voor ik kleren zou hebben. Dat blijft voor u, diakonie, ik geef aan u terug, hetgeen er nog is als ik overleden ben. f 40,- heb ik overgehouden van mijn man's graf, als ik het niet heb verbruikt als ik over leden ben, is het ook voor u, diakonie. De f 83,- die de diakonie bij mijn overlijden ontvangt van de levensverzekering, daar wilde ik graag een kist voor hebben en de begrafenis er van betalen. Mijn doodskleed moet er voor gekocht worden en u wilt de familie, die komt, wel goed be handelen en niet zonder eten naar huis zenden. Mijn kast met kleren is voor de familie van beide zyden, dus wel begrepen ook voor mijn man's familie. Wilt u zo goed zyn, diakonie, en zeggen aan mijn familie, dat zy niet om myn kleren mag twisten. De diakonie heeft het alles te zeggen. De familie van weerszijden ontvangt mijn kast met kleren, maar de kast zelf geef ik de diakonie. Ik moest veel van de diakonie ontvangen en de fami lie mag mij dat dus niet kwa lijk nemen. Heb dank, diakonie, dat u zo goed voor mij hebt gezorgd, dag dominee, dag diakenen, dag ouderlingen, groet heel de ge meente op de dag des Heren in het openbaar en zeg hun dat ik naar mijn lieve Heer en Heiland ben heen gegaan". Het is goed dat er sociale wetten zijn, dat de volksge meenschap zich verantwoordelijk weet voor de nood van de arme in haar midden. Daarnaast zal in de gemeente van Christus blijven de arbeid der diakenen, mannen en tegenwoordig geluk kig ook vrouwen, die in hun zorgen met de daad iets laten zien van de barmhartigheid waarmee de grote Diaken, Jezus Christus, over deze wereld be wogen was. P. J. Mackaay, hervormd predikant te Oegstgeest. men daarnaast nog een verzekering wil afsluiten voor de auto of brom mer zelf Is een beslissing, die ieder een in vrijheid kan nemen. Nieuw Nieuw in de wettelijke regeling is dat he>t slachtoffer zijn eis tot scha devergoeding niet. langer behoeft in te dienen bij de schuldige, maar zich rechtstreeks kan wenden tot diens verzekeringsmaatschappij. Kon tot dusver de maatschappij bijvoorbeeld bij rijden zonder rij bewijs of onder invloed een uit kering weigeren, volgens de nieuwe regeling moet het slachtoffer on middellijk schadeloos worden ge steld. Eerst daarna kan de maat schappij de uitgekeerde schadever goeding van de verzekerde, die zich niet aan de polisvoorwaarden heeft gehouden, terugvorderen. Franchise schrijft. Eén van die voorwaarden is, dat de afgesloten verzekering tenminste een aansprakelijkheid tot f250.000 dekt. Geen risico's Het doel van de reeds in 1961 in gediende en inmiddels door het par lement goedgekeurde wettelijke re geling is ervoor te zorgen dat slachtoffers van verkeersongelukken waarvoor een gemotoriseerde weg gebruiker verantwoordelijk is, onder alle omstandigheden hun schade vergoed krijgen. Zolang de verzeke- ringsplichit niet bestaat, loopt men namelijk het risico slachtoffer te worden van iemand die niet verze kerd is en wellicht zelf niet in staat is zijn slachtoffer schadeloos te stel len. Aan deze onbevredigende toe stand, die al veel onnodig leed heeft veroorzaakt, gaat de wet definitief een einde maken. De wettelijke regeling stelt uit sluitend verzekering tegen schade, door een gemotoriseerde weggebrui ker aan anderen toegebracht, ver plicht. Het is dus bepaald geen al gemene ongevallenverzekering. De wet geldt slechts in die gevallen, waarbij de schuld van automobilist of bromfietser voor schade aan an deren toegebracht, is bewezen. Of Tot teleurstelling van het schade verzekeringsbedrijf is in de wet. niet het zogenaamde eigen risico (thans minimaal vijftig gulden) gehand haafd, maar Is 'n franchiseregeling ingevoerd. Die regeling houdt in dat assuradeuren de benadeelden volle dig schadeloos moeten stellen (dus met inbegrip van de eerste vijftig gulden) wanneer de totale schade meer dan f 50,bedraagt. Blijft de totale schade beneden de f 50.(en dat zal als gevolg van deze regeling wel nauwelijks meer voorkomen) dan behoeven de maatschappijen geen uitkering meer te doen aan de benadeelden, die voor dit bedrag de schuldigen zullen moeten aanspre ken. Het schadeverzekeringsbedrijf dat nu in 90 procent van de geval len de uitkering met f 50— moet worden verhoogd. In theorie zouden de maatschappijen die f 50.weer op de verzekerde kunnen verhalen. maar in de praktijk is zulk een te rugvordering niet erg best verkoop baar. Hoewel over het al dan niet terugvorderen van de eigen risico nog geen beslissing is genomen, ziet het er naar uit dat het amende ment het schadeverzekeringsbedrijf miljoenen gaat kosten, zolang ten minste geen compensatie kan wor den gevonden In een premieverho ging. Waarborgfonds Voorts voorziet de wet in de stich ting van een fonds, dat gevoe-d door de maatschappijen de bena deelde onder alle omstandigheden vergoeding van de opgelopen schade waarborgt. Zou bijvoorbeeld de gemotori seerde weggebruiker, die een onge luk veroorzaakt, onbekend blijven, dan kan het slachtoffer zich met zijn claim tot het waarborgfonds wenden. Ook zyn gevallen denk baar, waarbij schade is toegebracht met een gestolen auto of brommer of door een weggebruiker die zijn verzekeringsplicht niet is nageko men. Het fonds zal voorts worden gevoed door de bijdragen van auto mobilisten of bromfietsers, die op Hogere premie Wanneer de verplichte WA-verze kering voor motorrijtuigen van kracht wordt, moet op een hogere premie worden gerekend, dan thans gemiddeld door het schadeverzeke ringsbedrijf voor een vrijwillige polis wordt verlangd. Het is immers wel duidelijk dat de wet kosten en ri- sicoverzwarende elementen bevat, waarvoor in de tariefstelling com pensatie moet worden gevonden. Voor wat de personenauto's betreft rekent het schadeverzekeringsbe drijf op een toevloed van kneusjes voor de sector van de bromfietsen speelt de omvangrijke administra tor den verwacht dat de voering van de wet invloed zal heb ben op de hoogte van de door de geen kwaad weten. Ach ja, de han del moet bloeien, deviezen zijn troef en de NAVO zal zyn nut ook enige andere lezen, maar om onszelf te waarschuwen niet al te goed van vertrouwen te zijn. Dat is west-Europa welgeteld al driemaal opgebroken en iedere keer was het erger. Abel J. Herzberg. „Brie ven aan myn kleinzoon". Bakker/Daamen. Den In nauw verband met het voor gaande is het stellig belangrijk deze brieven te lezen, daar zij een heldere bijdrage zijn tot begrip van de aard en de geest van het joodse volk. Zij geven de geschiede nis weer van een joodse emigran tenfamilie. die in de tijd van de pogroms in Rusland aan het eind van de vorige eeuw zich in Neder land gevestigd heeft. Een in zyn eenvoud historisch belangrijk ge schrift. dat, hoewel voor een kind geschreven, stellig niet kinderach tig is. CLARA EGGIN'K HET lag prachtig verborgen onder een overhangende gras zode, dat kuifleeuweriknest, en zo uitstekend gecamou fleerd, dat niemand ook maar het minste vermoeden kan heb ben, dat daar op de grens van gazon en rozenperk op 4 geel witte bruingestipte eitjes een vogel zat te broeden. Een onop vallende grauwbruine vogel, die bovendien nog de gewoonte had, een heel eind van zijn nest pa op te vliegen of neer te strijken. Geen enkel vermoeden! Waarom zou men ook, de hele lange winter waren ze aanwezig geweest, twee vertrouwelijke diertjes. Over de asfaltstraat hadden ze gerend, krieuw-krieuw! Op 't nippertje voor de fietsers uit, op de platte grintdaken van de moderne hui zenblokken hadden ze gezonnebaad en nu hadden ze een huishouden opgezet, in een uitgekrabd kuiltje onder een graspol. Toen kwam er op een zekere dag de grasmachine aandenderen. De machine was gelukkig van klein formaat; de man, die hem bedien de. kon zijn ogen over een korte afstand goed de kost geven. Tuin lui zijn gewend, op kleine dingen te letten, dus de man zag de ver schrikte vogel met hangende vleu gels voor hem uit strompelen, hij kende deze afleidingsmanoeuvre van een dier, dat z'n eigendom be dreigd ziet. Vandaar dat juist op tijd zwijgen van de nietsontziende messen. Vandaar de aandacht van de man voor dat kuiltje met eitjes. Toen na enige tijd het grasveld in de zon lag te geuren, stond er aan de rand van het rozenperk een kuifje gras onaangeroerd, een plukje bescherming boven het broedsel en de man zei: „Ziezo jongens, en nou maar gauw groot worden". Maar.er was een „maar" bij. Het rozenperk en het gras be hoorden tot de entourage van een schoolgebouw, ze grensden aan een betegeld plein, waar dagelijks hon derden voeten holden, liepen, schuifelden. Dus kreeg ik al gauw een deputatie van een paar beste knullen van 17 jaar, om mij te vragen, of meneer wel wist Ja, meneer wist het al, maar en toen hebben we het krijgsplan ontworpen, dat eigenlijk heel sim pel was: nergens naar kijken, ner gens over praten, rustig afwach ten, misschien viel het mee. gespierde poten en hun kleur ls van een stoffige zandige bodem niet te onderscheiden. Dit ver klaart wel heel duidelijk, hoe het mogelijk was, dat zo'n heel klein leeuwerikje in een hoekje achter een steen of een regenpijp wegge drukt kon zitten, zonder dat ook maar één van de honderden pas serende scholieren het opmerkte. Als het tegelplein verlaten lag, 's morgens in de koele vroegte of 's middags blakend in het licht, steeds was het gekuifde vogelpaar present, aanvankelijk nog getwee- en. maar al spoedig in gezelschap van het eerste uitgevlogen jong. „Uitgevlogen" is wat te mooi gezegd, want als een leeuwerik zijn nest verlaat, is 't nog maar een stuntelig huppen, gesteund door gefladder van de vleugelstompjes. Een kuifleeuwerik is van huis uit een steppebewoner (Azië en Oost-Europa), die de vele bodem gevaren moet kunnen ontkomen door grote snelheid en door een wonderbaarlijk camouflagever mogen. Ze beschikken over sterke door Sjouke van der Zee kluitje. De vlakke grond is jonge dieren wel de gevaarlijkste plaats, die zich laat denken. Van daar de korte nesttijd, bij de kuif leeuwerik slechts negen dagen, vandaag ook een snel optredende onverdraagzaamheid en de daaruit voortvloeiende zucht, zo ver moge lijk van elkaar af te vluchten. Die gevaren zijn vele: zwervende kat ten en honden, een speurende we zel, een bunzing of uit de lucht een uil, een sperwer. Zo'n beestje kan immers niet al tijd doodstil zitten, het moet toch ook eens een zandbad kunnen ne men, zoals steppevogels gewend zijn, ter verdrijving van mogelijk ongedierte. Lekkere hapjes Publiek geheim Toch wel fijn, dacht ik, dat je 't met jongelui van deze leeftijd op een bepaald punt zo geweldig eens kunt zijn! Ze hebben het geheim bewaard, hoewel ze dagelijks zagen, wat ik ook zag: twee vogels, die voortdu rend om en bij hun nest opereer den, jagend achter vlinders, rennend over het gras of ze op wieltjes gingen, helder seinend naar het toefje gras, waar hun ge heim lag, dat bijna publiek geheim was geworden. Nieuwe bezorgdheid ontstond toen een andere tuinman met een spuitapparaat verscheen, klaar om de luizen op de rozenstruiken on derhanden te nemen. „Meneer", zei hij, „maak u geen zorgen, we hebben er al van gehoord, het komt in orde". „Dik in orde", zeiden de jongens, toen de spuiter bij zyn arbeid het ongeschoren grashoofd netjes ont week. De geheime dienst had dus goed gewerkt en zo kon het grut opgroeien, met hun ouders volko men onbewust van 't feit, dat zij leefden bij de gratie van de goede In hun schuilhoekjes nu zoch ten ze met hun honger- kreetjes contact met de ouders, die feilloos en onafgebroken hun lek kere hapjes op de juiste plaats wis ten af te leveren. Wat die hapjes zyn? Vrywel al les, wat er in en boven het gras en de grond beweegt aan insekten en hun larven, dus vlinders, kevers, sprinkhanen e.d. En een drift, waarmee ze zo'n onfortuinlijk uiltje stukhamerden met hun ste vige snavel! Die snavel is geschikt voor het uitpeuteren van allerlei zaden van grassen, van granen, terwijl in het voorjaar ook wel jonge plantjes worden aangepikt. Dat de kuifleeuwerik vanouds een stadbewoner is geweest, houdt verband met de omstandigheid, dat hij door het zoeken van niet ver keerde haverkorrels uit paar- demest, ook gedurende een lange winter zich van voedsel kon voor- Het is dan ook geen toeval, dat hij de laatste jaren uit het stadsbeeld is verdwenen, omdat de benzinemotor allerwegen de haver- motor heeft verdrongen. Alleen waar de periferie van dor pen en steden aan landbouwgebie den grenst, daar kunnen we ze nog vinden. Gelukkig, mag ik wel zeg gen, want ik vind het zulke aardige vogels, die „straatleeuweriken" met hun parmante kuifje, hun doodge wone zang en vooral hun ver trouwdheid met de mensen. Daarom ben ik blij, dat de kuif leeuwerik tot de vogels behoort, die dan één legsel per seizoen hun rekening nemen. Dat kan, als alles gunstig is, wel twee- a driemaal gebeuren. Wel, dan hebben we nog wat te goed. Enfin, ze zijn welkom, dat is wel geble ken en de vrijwillige, nooit opge richte, maar prima werkende ..bond tot bescherming van niet afgeschoren grondnesten" is bereid tot onmiddellijke actie over te gaan. Dus zien we de toekomst met vertrouwen tegemoet!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 7