DE BOSSEN IN
STERRENKUNDE
KIES
jOED
IDMST
BIJ DE
DLITIE
WEES EEN VENT, WORDT AGENT
ZIT ER
MUZIEK
IN DE O
MUZIEK
De studie in de
Gereedschap
Promotie
Onmisbaar
Vrijheid
VOORLICHTINGSNUMMER VAN HET LEIDSCH DAGBLAD 27 MEI 1964
Muzikale
Mogelijkheden
Minimaal
Alt uw kind niet uiterlijk in het
zesde levens-jaar grondig les heeft ge
kregen zowel instrumentaal als solfè
ge, is muziek als beroepskeuze uiter
mate riskant.
Als u geen afstuderen ix het buiten
land hunt bekostigen, -ul uw kind
nimmer een solist van betekenis wor
den. Dit inzake de -wensdroom onzer
conservator isten.
Want als in het buitenland de al-
lerbegaafsten tien, elf of twaalf jaar
oud worden toegelaten op het conser
vatorium, is uw kind zwaar over tijd
als het onze conservatoria betreedt
conform de eis, dat het zijn middel
baar of voorbereidend hoger onder
wijs met goed gevolg heeft afgesloten
tegen zijn twintigste.
Br zijn gevallen, waarin buitenland
se conservatoria hogere eisen voor
hun toelatingsexamen stellen dan on
ze conservatoria voor hun elndexa-
Daaram zijn Nederlandse musici met
een carrière over de grenzen zo erg
zeldzaam. Wat bereikt uw kind dan
muzikaal binnen onze grenzen even
tueel?
Laat Nederland een dozijn solisten
herbergen, die als solist alleen een
behoorlijk bestaan hebben. Dat is één
op de miljoen! Zou usw kind die éne
zijn?
Talent is voor het opbouwen van een
solistische reputatie onvoldoende. Geld
te onmisbaar voor het betalen van dui
zend gulden per introductie-recital.
Als de ondervinding nu leert, dat er
soms tien introductie-recitals nodig
zijn om één stad te veroveren, waar
moeten dan die tienduizend gulden
vandaan komen? Beurzen zijn zeld
zaam. Meestal moet men het geld
verdienen met lessen.
Is les geven dan zo lucratief? Meest
al niet. Het hangt af van de finan
ciële draagkracht in de buurt, waar
de leraar zich vestigt, alsmede van
de dichtheid der leraren aldaar. Vijf
tig gulden is weliswaar onderbetaald,
maar heel normaal voor een kwartaal,
dat is dertien Iessen. Als de vakanties
behoorlijk worden doorbetaald komt
dat neer op f 200 per jaar, wat ouders
met meer dan één kind nog veel vin
den. Wil de muziekleraar voor een
enigszins dragelijk bestaan een inko
men van f 12.000 verdienen, dan moet
hij voor dit lage lesgeld dus zestig
leerlingen hebben, wat in een desdaag-
se werkweek tien lesuren per dag is!
In de praktijk komt van dit moor
dende bestaan niets terecht, want kin
deren moeten muziekles krijgen in de
vrije uren en zo haalt men zelfs met
een werkzondag de zestig leerlingen
nooit, 's Ochtends en 's middags kun
nen maar weinigen. Doorgaans zijn al
leen vrije middagen en avonden ge
schikt en dus bezet.
Beginnende muziekleraren halen de
zestig leerlingen op geen stukken na
en als zij hoger lesgeld vragen, is de
toevloed nog geringer. Alleen op den
duur kan een muziekleraar met repu
tatie hoger lesgeld vragen, maar zel
den meer dan taoktig gulden per
kwartaal. Conservatoriumleraren rijn
uitzonderingen.
Begirtnerslessen moeten individueel
zijn. Muziekklasjes leggen slechts een
gunstige basis voor de kleintjes om
abs zesjarige individueel op door te
gaan.
Het orkestlidmaatsohap Is een ande
re mogelijkheid voor de afgestudeer
de consenvaborist met orkestdiploma,
doch ook daarmee wordt men geen
rijkaard.
Dacht men handig te zijn door
de vijf jaar van het onderwijsdiploma
terug te brengen tot drie jaar voor
het orkestdiploma, dan moet men re
kenen op een minimaal aanvangssala
ris van f 6600 in de grote stad af
1 6.000 in de provincie.
Dat verdient men aanvankelijk als
tweede harpist of als slagwerker. Bij
de blazers is het salaris iets hoger,
doch er te meer aanbod voor minder
plaatsen.
AUe orkesten schreeuwen om goede
strijkers, vooral violisten, die f 7.000
als aanvangssalaris verdienen. De
praktijk leert echter hoe onvoldoende
het aanbod overal is, kwantitatief en
vooral kwalitatief. Op diverse audities
zijn dozijnen onbruikbare krachten af
gewezen omdat men tekort schoot, m-
strumentaal en qua orkestroutine. De
viool is voor de gemakzuchtige jeugd te
moeilijk!
Het Conservatoire de Paris eist voor
het orkestdiploma „van blad spelen in
zeven sleutels"! En dan te bedenken,
dat een lid der grote Parijse orkesten
gemiddeld f 800 per jóór verdient! Zo
doen het om de eer (zonder subsidie!)
en verdienen bii in cafés, naohtcluhi.
film- en radiostudio's. Hard leven
Ja maar het lemen van de miuious
Ie hard, ook van de grootste! Zelfs
als hü het om het geld in het oma-
sementsbedriif zoekt. Tien lessen per
dag of 170 orkestconcerten plus twee
d driemaal zoveel orkestrepetities
per jaar plus nog wat lessen als bij
verdienste bovendien is hard werken
voor weinig geld.
Daarom, ouders van de school ver
latende kinderen, zit er wel muziek in
de muziek? Raker gezegd: Er zit meer
muziek in geld dan field in muziek!
STEVIGE JONGENS (on tegenwoordig ook flinke meisjesvinden een afwis
selende werkkring bij de politie. In dienst van rijk of gemeente hunnen zij
met zelfstandige, verantwoordelijke arbeid de maatschappij en de medemens
dienen in een taak die soms zwaar, soms amusant is: die de ene keer het
uiterste vergt aan uithoudingsvermogen, maar bij een andere gelegenheid het
plezierige gevoel geeft iemand geholpen te hebben; die geregelde nacht
dienst met zich mee kan brengen, maar daar ook royale vrije tijd tegenover
stelt. Een baan kortom waarvoor de sportiviteit is vereist die het mogelijk
maakt de wisselingen van het leven op te vangen.
HOE KOM JE bij de politie? Dat is gemakkelijk genoeg. Elk korps zit om
jonge krachten te springen, dus wordt iedere kandidaat om zo te zeggen
met open anmen ontvangen. De postcammandanten van de rijkspolitie en de
korpschefs van de gemeentepolitie geven graag alle inlichtingen en bovendien
bestaat er een handzaam boekje „Kies een goede toekomst bij de politie",
dat op aanvraag wordt toegestuurd.
AAN DEZE EISEN moet een adsplrant-agent voldoenten minste zeventien en
ten hoogste vijfentwintig jaar zijn, Nederlander, van onbesproken gedrag, ten
minste 1,72 meter lang en goed gezond zijn, over goede ogen beschikken en
liefst in het bezit zijn van een MULO-diploma hoewel daarover tegenwoordig
te praten valt voor jongens van twintig jaar en ouder. De 17-, IS- en 19-ja-
rigen en de vrouwelijke adspiranten moeten de MULO of oen daarmee gelijk
te stellen opleiding vobbooid hebben.
DE POLITIE-ADS PI RANT krijgt in het eerste jaar van zijn dienst een gede
gen opleiding. De Rijkspolitie heeft een eigen opleidingsschool in Arnhem.
Den Haag beschikt over een eigen gemeentelijke opleidingsschool, voor de
overige gemeenten met gemeentepolitie geschiedt de opleiding in Haarlem,
Heerlen, Lochem of Wassenaar. De politiescholen zijn bijzondere scholen: de
leerlingen ontvangen er salaris! Om een idee te geven: 17- tot en met 20-
jartgen verdienen meteen al f215 per maand.
WANNEER de éénjarige opleiding is voltooid ontvangt men het politie-diploma
en volgt de bevordering tot wachtmeester der Rijkspolitie of agent van ge
meentepolitie. De jongens krijgen dan uiteraard nog met de dienstplicht te
maken, maar van herhalingsoefeningen zijn zij vrijgesteld en na hun dienst
tijd worden zij zonder mankeren weer opgenomen in het korps hunner keuze.
DIE KEUS IS GROOT, groter dan het simpele onderscheid tussen rijk of ge
meente alleen. Want de moderne politiemacht te een goed uitgerust, van de
nieuwste technische vindingen voorz ien apparaat, dat naast de algemene
dienst een groet aantal specialismen kent. Radio-autodienst, fotografie, dac
tyloscopie, verkeerspolitie, inlichtingendienst, bereden brigade, strandpolitie,
de rivierpolitie in Rotterdam of de Rijkspolitie te water, ja zelfs is er tegen
woordig een Dienst Luchtvaart van de Rijkspolitie op Schiphol.
CORTOM, IEDER KAN naar eigen aard en interesse bij de politie het werk
vinden dat hem of kaar ligt. Denk alleen niet dat je zó van de schoolbanken
in een of ander mooi baantje kunt worden geplaatst. Die rechercheur die
met fijn speurwerk en breed geduld de moeilijkste misdrijven oplost zoals je
daarover in bonte boekjes leest, bestóót wel, maar hij is een hooggekwali
ficeerd, zeer gespecialiseerd vakman met een ervaring van vele jaren in an
der politiewerk.
leiding duurt vier jaar ea 1*
te vergelijken met de lagere
technische school, lagere land
bouwschool of lagere tuinbouw
school. Het doel van deze op
leiding is: opleiding tot gekwa
lificeerd bosarbeider. Na een
aantal jaren ervaring kunnen
nit deze bosarbeiders de bes
ten als voorman of bosbaan
worden gerecruteerd en van
deze functionarissen brengt
een aantal het tot boswachter
in het particuliere bosbezit-
De Middelbare Bosbouw en
Cultuurtechnische School van
de Koninklijke Nederiandsche
Heidemaatschappij geeft de
opleiding tot bosbouwkundig
opzichter. Afgestudeerden van
deze school kunnen bij het
Staatsbosbeheer in de rang
van bosbouwkundig ambte
naar worden aangenomen. Zij
komen in aanmerking om de
leiding van een boswachterij
op zich te nemen. De opleiding
duurt 2 jaar. De vereiste voor
opleiding is ten minste 3 jaar
ULO met wiskunde en het di
ploma van een middelbare
landbouwschool.
Men ziet het: boswachter zijn
vereist iets meer dan rond
zwerven
Na het behalen van het einddiplo
ma HBS-B of gymnasium-b kan men
sterrenkunde gaan studeren aan de
universiteiten in Leiden. Utrecht,
Groningen, Amsterdam en (sinds
enkele jaren).Nijmegen. Men moet
hierbij de studie in de sterrenkunde
zien ais één van de zeven richtingen
in de Faculteit der Wiskunde en Na
tuurwetenschappen (t.w. Wiskunde,
Natuurkunde, Sterrenkunde, Schei
kunde, Geologie, Biologie en Far
macie); als zodanig is deze studie
dan ook niet los van de andere rich
tingen te denken.
Voor een sterrenkundige is een gedegen
vooropleiding in wiskunde en natuurkun
de onontbeerlijk. In de eerste jaren moet
er zelfs meer tijd besteed worden aan
wis- en natuurkunde dan aan de sterren
kunde. Hij of zij kiest daarom bij de aan
vang van de studie uit de vakken wis-,
natuur- en sterrenkunde twee hoofdvakken
en een bijvak.
De resultaten van deze onderzoekingen
worden gepubliceerd onder eigen naam,
meestal in het Bulletin of the Astronomi
cal Institutes of The Netherlands (BAN)
of in de Annalen van het instituut, waar
aan men werkt.
Uit het voorgaande moge duidelijk zijn
geworden, dat een student, wil hij onge
veer 3 jaar na zijn kandidaatsexamen het
doctoraalexamen afleggen, getoond moet
hebben enige bekwaamheid te hebben tot
het zelfstandig verrichten van wetenschap
pelijk onderzoek. Hiernaast zijn een vier
tal tentamens vereist, waarvan ten min
ste één bijvak, in de regel natuurkunde,
mechanica of wiskunde. Indien men aan
bepaalde eisen op het gebied van de pe
dagogiek en de vakdidaktiek heeft vol
daan, krijgt men een aantekening op de
doctoraal-bul, dat men bevoegd is tot
het geven van wis- of natuurkunde-onder-
wijs aan scholen voor VHMO (binnen
kort VWO).
Differentiaal- en integraalrekening,
functies in het complexe vlak, vector-al
gebra en -analyse zijn vakken, die men
als gereedschap" later dagelijks zal
moeten hanteren, evenals quantummecha-
nica en relativiteitstheorie. Statistische
methoden worden voortdurend op vele ge
bieden van de sterrenkunde gebruikt. De
numerieke analyse (het rekenen met be
hulp van snelle elektronische rekenma
chines) verovert zich momenteel een gro
te plaats. Optica, elektromagnetisme, hy
dro- en thermodynamica zijn vakken,
waarin men als astronoom „thuis" moet
zijn. Kennis van instrumentmaken, elek
tronica, fotografie en meteorologie is niet
vereist, maar komt wel uitstekend te pas.
Deze vooropleiding kan na 3 jaar wor
den afgesloten met het afleggen van het
kandidaatsexamen; een examen dat toe
gang verschaft tot het doctoraalexamen
de afsluiting van de studie, die recht
geeft op het voeren van de titel doctoran
dus (drs.). Gelukkig zijn de verschillen
tussen de studie voor het kandidaatsexa
men met sterrenkunde als bijvak of als
één der beide hoofdvakken zo gering, dat
ook een kandidaatsexamen wis- en natuur
kunde met b ij v a k sterrenkunde toegang
geeft tot het doctoraalexamen sterrenkun
de! Gedurende het eerste studiejaar
maakt het zelfs niet het geringste ver
schil welke vakken men als hoofdvak en
welk als bijvak kiest, zodat de eigenlijke
beslissing pas genomen hoeft te worden
als men een jaar lang de gelegenheid
heeft gehad om zich te oriënteren en zijn
voorkeur te bepalen.
Het doctoraalexamen geeft verder toe
gang tot de promotie: het verkrijgen van
de graad van doctor in de wiskunde en na
tuurwetenschappen. Slechts hen die aan
leg hebben voor het zelfstandig verrich
ten van wetenschappelijk onderzoek wordt
aangeraden, rich op een promotie te
gaan voorbereiden. Van degenen, die di
rect na het doctoraalexamen leraar wor
den, zijn er altijd enkelen die het opstellen
van een dissertatie weten te combineren
met hun onderwijstaak, maar dit vereist
harde en meestal langdurige arbeid. Zij,
die na hun doctoraalexamen verbonden
blijven aan een instituut als wetenschap
pelijk ambtenaar, hebben uiteraard in rui
me mate de gelegenheid tot promoveren.
Vele jonge astronomen vertrekken naar
het buitenland, waar (vnl. in Amerika)
een grote vraag bestaat naar Nederland
se sterrenkundigen. In de leiding van de
instellingen, die zich met ruimtevaart en
ruinteonderzoek bezig houden, is een aan
tal astronomen vanzelfsprekend onmis
baar.
Dank zij de algemeen-wetenschappelij
ke vorming, die een sterrenkundige heeft
ondergaan, is het ook zeer wel mogelijk,
dat later zijn werkkring zal liggen in de
sfeer van het bedrijfsleven: de meer wis-
kundig-georiënteerden b.v. bij een verze
keringsmaatschappij, de meer natuurkun
dig gerichten op een laboratorium van een
onzer grote bedrijven.
Men mag zich bij de keuze van de ster
renkunde als studievak vanzelfsprekend
niet te veel laten leiden door romantische
geestdrift voor deze (zeer bijzondere!)
wetenschap. Dit heeft slechts ontgooche
lingen tot gevolg. Vereist zijn aanleg en
belangstelling voor wis- en natuurkunde
en doorzettingsvermogen bij het verrich
ten van ernstige arbeid van lange duur.
A. G. Jansen,
adj .-directeur Zeiss-Planetarium
„Haagsche Courant".
De hele dag in de vrije na
tuur rondzwerven. Het jonge
groen zien uitkomen. De
sneeuw op de bospaden onder
de voeten horen knerpen. Is
het boswachtersbestaan niet
een heerlijk bestaan?
We kennen ze allemaal, de
ze doorgaans in groen geklede
functionarissen; we zijn waar
schijnlijk allemaal wel eens
door een boswachter wegge
jaagd van een heerlijk plekje
omdat we ons niet hadden ge
stoord aan artikel 461 van het
wetboek van strafrecht.
Maar wat weten we eigen
lijk van het werk van zo'n
man? Want hij doet heus wel
wat meer dan rondwandelen of
fietsen en naar laaiende zons
ondergangen kijken. Het is zijn
taak, het bos gezond te hou
den. We hebben nog maar zo
weinig recreatieterrein in ons
land, dat iedere hectare bos
goed verzorgd moet worden
willen we geen onherstelbaar
verlies lijden. Zieke bomen
moeten worden gekapt. Er
moet uitgedund worden, ver
vangen. Het is een vak op zich
zelf. En de boswachter krijgt
dan ook een gedegen oplei
ding.
Eigenlijk kent men alleen
nog bij particuliere bosbezit-
ters de naam van boswachter.
Bij het Staatsbosbeheer heet
de man, die de leiding heeft
van een boswachterij: bos
bouwkundig ambtenaar.
Er zijn twee opleidingsmoge
lijkheden, elk uitgaande van
een verschillende vooroplei
ding.
Aansluitend aan de 6e klas
van de lagere school kan men
de Bosbouwtechnische School
in Apeldoorn volgen. Deze op
Al is het bijwonen van colleges in ons
land niet verplicht, voor het welslagen
van een examen is het meestal onmis
baar. De colleges immers dienen niet al
leen om een overzicht te geven van de te
bestuderen stof, maar ook om bepaalde
aspecten te benadrukken; bovendien wor
den er dikwijls demonstraties gegeven op
de natuurkundecolleges.
De practica zijn vanzelfsprekend wel
verplicht, daar men zich slechts door
praktische oefening de ervaring eigen kan
maken, die voor de beoefening van het
vak noodzakelijk is. Dit geldt in het bij
zonder voor de practica wiskunde.
Het practicum natuurkunde is er sterk
op gericht de student te leren meten en
betrouwbare conclusies uit deze metingen
te trekken. De theorie van de waarne
mingsfouten neemt hierbij dan ook een
voorname plaats in. Ook bestaat de gele
genheid, enige routine in de elektronica
te verkrijgen.
Ook al in verband met ons wisselvallig
klimaat richt het sterrenkundig practicum
zich voornamelijk op het werk aan de
schrijftafel; iets, dat ten volle gerecht
vaardigd is in een tijd, waarin ook de vak-
astronoom zoveel werk binnenskamers
uit te voeren heeft. Dikwijls krijgen de
studenten originele foto's uit te meten, de
baan van een dubbelster wordt grafisch
geanalyseerd, de periode van een veran
derlijke ster wordt bepaald of de rotatie
van een sterrenstelsel wordt vastgesteld
aan de hand van radio-waarnemingen. De
bedoeling van dit practicum is, de inhoud
van de colleges tot een levende werke
lijkheid te maken en aan de jonge studen-
een denkbeeld te geven van het echte
astronomische onderzoek.
In alle vakken of gedeeltes van vakken
bestaat de mogelijkheid tot het afleggen
van tentamens, die bij een voldoende re
sultaat vrijstelling van examen kunnen
geven.
Na het kandidaatsexamen, dat niet aan
de zelfde universiteit behoeft te zijn afge
legd als die, waaraan men het doctoraal
examen wenst te doen, begint pas de
eigenlijke studie.
Deze kenmerkt zich door een grote ma
te van vrijheid en een snelle ontwikkeling
tot zelfstandige arbeid, m.a.w. een reeds
vroeg in aanraking komen met het zuiver
wetenschappelijke onderzoek. De studen
ten worden dan ook ingeschakeld in het
werk op de astronomische instituten.
Dit werk verschilt van plaats tot plaats.
Zo houdt men zich in Utrecht b.v. voorna
melijk bezig met de natuurkunde van de
zon, maar in Leiden en Groningen met
het radiosterrenkundig onderzoek van het
Melkwegstelsel of de fotometrie van ver
anderlijke sterren; overal bestaat er een
grote aandacht voor de astrofysica. De
mogelijkheid van een benoeming tot as
sistent is dan tevens aanwezig; van een
assistenten-salaris kan men min of meer
op eigen benen staan.