Visstand in IJsselmeer kan worden gered Kom er ACHT-er Hoge noorden kent intensief bridgeleven GEEN VUILTJE AAN DE LUCHT Boeiende momentei •LfS Éi 3 1 1 i V 1 ;:;3 1 1 im m H a «"W iWs rT L S '1 O i jat0jêvj Zaterdag 21 maart 1964 Pagina 4 VOOR ONZE SPORTVISSERS Niet houdbaar De vaak verkondigde opvatting, dat het klimaat in ons land zich niet zou lenen voor snoekbaarsteelt is niet houdbaar, zegt. dr. Deelder. Juist rondom het IJsselmeer be vinden zich enkele wateren waar regelmatig behoorlijke hoeveelhe den jonge snoekbaars tot wasdom komen. Zelfs in de uitermate slech te zomer van 1962. De doeleinden, die nagestreefd dienen te worden zijn: te zorgen voor voldoende moederdieren en een redelijke levenskans scheppen voor de jonge snoekbaars. De snoekbaars op het IJsselmeer krygt echter niet veel kansen. De maat van 40 cm. is te laag, zodat de vrouwtjes worden weggevangen voor zij hebben kunnen paaien. De ze maat is gebaseerd op wateren, waarin de snoekbaars minder snel groeit en dus bij geringere lengte paairijp wordt. Tevens wordt door deze maat ge weld gedaan aan de economie. Een IJsselmeer-snoekbaars, die nog één Jaar kan groeien, verdubbelt on geveer in gewicht. Hoe zwaar de schade kan zijn, die wordt aangericht onder de jon ge snoekbaars wordt geillustreerd door een onderzoek van dr. Deel der in de zomer van 1947 Hy kwam tot de voorzichtige conclusie, dat zeker 80 miljoen jonge snoekbaars door de kuil werden gedood. Het rapport van dr. Deelder Is een fascinerend geheel, ondanks de tragiek die er uit spreekt. Het is een document, dat nu eindelijk eens wetenschappelijk aantoont, hoe ons mooiste en groote binnenmeer werd uitgehold. Door een beleid, dat in feite de meest efficiënte methode van destructie had verkozen. Minister Biesheuvel zal er geen gemakkelijke taak aan hebben. Maar we zyn overtuigd, dat dit rapport geen vergeefs beroep zal doen op zyn inzicht in de recrea tieve en economische waarden, die het IJsselmeer kan vertegenwoor digen. JAN SCHREINER Bridgevraag dezer week: West gever, NZ kwetsbaar, vlertallenwedstrijd. Zuid heeft: Soh V 10 9 8 5, Ha 6 5 3, Ru H 10 7 2, KI 4. West opent met vier harten noord doubleert oost pastwat moet zuid doen?? Antwoord elders op deze pagina. Rapport van dr. Deelder tv ijst de tveg Het biologisch rapport van dr. C. L. Deelder over de tegenwoordige IJsselmeervisserij toont aan, dat dit meer een zeer rijk en vruchtbaar viswater kan zijn. wanneer het mid deleeuwse vistuig dat kuil wordt genoemd, verboden wordt. Het is niet juist te veronderstel len, dat de sportvisser zich pas de laatste tijd druk maakt over de zware overbevissing van het IJsselmeer. Het is een probleem dat al tien tallen jaren oud is. maar dat fei telijk nooit anders is benaderd dan door wat heen-en-weer-geschrijf. Enerzijds door de mensen, die het beleid in handen hebben: de Visse rij-Inspectie, anderzyds door de mensen, die geen ander verlangen kennen dan de visstand te redden van de ondergang. Dat diverse hengelaarsbonden, overkoepeld door de Alg. Henge laars Bond zich. zonder enig eigen Initiatief te ontwikkelen, achter de Inspectie der Visserijen schaarden is misschien verklaarbaar, maar het is niet minder laakbaar. De Inspectie der Visserijen en de Algemene Hengelaars Bond na men een taak op zich het be leid over de visstand die te zwaar voor hen was. Te zwaar, door ge mis aan vakbekwame mensen, in hoofdzaak visserij-biologen. Een uitspraak van de Inspectie der Visseryen, gedaan in Elsevier's Weekblad van mei 1959. bewijst duidelijker dan welke andere zaak ook, hoe foutief het standpunt w; inzake de kwestie-IJsselmeer. ..Het verdwijnen van de snoekbaars", zo lazen wij, „wordt geweten aan het koude voorjaar. Toegegeven wordt, dat de kuil ook jonge snoekbaars vangt, maar dat is juist nuttig, want te veel snoekbaars betekent de dood voor alle andere vis". Het mag dan vreemd zijn, dat de Inspecteur van de Visserijen, de heer D.E. van Drimmelen. tevens voorzitter is van de O.V.B.: een op commerciële basis werkende pootvis-verstrekkende-industrie. het is nog vreemder dat hy nimmer zijn licht heeft opgestoken bij het Ryksinstituut voor Visserijonder - zoek (RIVO) in IJmuiden. Hy had toch moeten weten, dat daar vis- biologen van wereldfaam werken, die gratis advies verstrekken in allerhande visserijzaken. Aanklacht Gelukkig is het rapport van dr. Deelder verschenen en voor publi- katie vrijgegeven. Het doet enig zins denken aan de geschiedenis van de put en het kalf. Dit rapport inzake de visserij op het IJsselmeer is van begin tot eind een duidelijke aanklacht te gen het visserij-beleid. Uiteraard is het een strikt zake lijk en zeer wetenschappelijk rap port, dat begint met de conclusie, dat het IJsselmeer stellig niet te arm aan voedsel is geweest. Inte gendeel, het is één der voedselrijk ste wateren van Europa. De stand van de aal heeft aan getoond. dat de groei van de glas aal tot schieraal, een jaarlijkse groeiaanwas gaf van 3,4 en in som mige omstandigheden van 5 cm. hetgeen alleszins bevredigend moet worden geacht. Dat de aalvangsten schrikbarend zijn teruggelopen, wordt na een verhandeling over glasaal-intrek, groei, ontwikkeling en diverse proef visserijen een vijftien pagina's lange uiteenzetting met tal van grafieken slechts geweten aan de kuilvisserij. De enige conclusie is dat, wan neer men de aalvisserij wil bevor deren. de kuilvisserij verboden moet worden. Het deel van het rapport dat over de snoekbaars handelt, begint met het constateren van het feit, dat het IJsselmeer een uitstekend milieu vormt voor deze vissoort, ge zien de af en toe opgetreden grote jaarvangsten, die aantonen dat al die dieren tegelijkertijd in het IJs selmeer geleefd moeten hebben. De groei van de vis is uitstekend. In drie zomers kan een lengte van 40 cm. worden bereikt. De beschikbare hoeveelheid spie ring is van dien aard, dat de snoek baars ondanks zijn snelle groei, in zijn lichaamsholte nog grote hoe veelheden vet kan opslaan. Al met al kan geconcludeerd worden, dat de biologische moge lijkheden voor de snoekbaars in het IJsselmeer uitstekend zijn en dat grote vangsten gerealiseerd kun nen worden. Ondanks het geringe aantal mensendat op IJsland tooont (ong. 190.000), kent men er een intensief bridgeleven en het na tionale team ontbreekt dan ook zelden bij evenementen als de Europese of Scandinavische kam pioenschappen. Ter voorbereiding van het laatste evenement worden thans wedstrijden om het nationale kampioenschap gespeeld, waarvan het resultaat tevens beslissend zal zijn voor de uitzending. Stefan Gudjohnsen, de man van radio- bridgepraatjes en actief organisa tor van het IJslands bridgeleven, speelt met een team mee. dat onlangs kostbare punten verloor, doordat het faalde bij de behan deling van het volgende spel: Soh V B 10 9 8 6 2 Ha 8 Ru 10 7 3 KI B 9 in één hand zitten, houdt oost be tere controle over de troefkleur. Nemen wij aan dat noord in slag 3 de harten acht maakt en bijv. schoppenvrouw naspeelt, dan vindt oost de slag met schoppenaas en speelt éénmaal troef. Het blijkt, dat zuid vier troeven heeft en kan niet anders doen dan hopen op een gunstige ruitenverde ling. Ruitenaas, ruitenheer en een afgetroefde ruiten volgen ruite- vrouw is gevallen, oost kan troef- trekken en een vrije ruitenslag in casseren. Vulkaanfje -u de lente gekomen is, komt óók de tijd van de schoon maak. Een zalige tijd voor de huis vrouw, dié alles gaat keren en boenen met een haast ongeloof waardig enthousiasme. „Waarom is dat nu nodig?" zeggen de mannen. „Want alles ziet er zo, voor 't oog, keurig uit en dat is toch voldoende...?" O! nee. Dat is 't niet. Wat 't oog niet ziet, dat is be langrijk en T is in één woord verschrikkelijk, wat daar alle maal in 't verborgene leeft. Daarom moet er gekeerd en geboend worden, tot er geen enkele ongerechtig heid meer te ontdekken valt. Dat is nu eenmaal sinds eeuwen traditie en 't zou geen goede huisvrouw zijn als ze niet deed wat haar moeder, groot moeder en overgrootmoeder met verwoede ijver heeft gedaan. Binnenshuis en buitenshuis krygen de Hollandse binnen huisjes weer die vrolijke tint, waarom ze op de wereld be roemd en waarop de zindelijke bewoonsters trots zijn. Maar daar blijft 't niet bij! Zelfs de bomen aan de walle- kant krijgen hun opknapbeurt. opdat ze straks dc schoonste bloei krijgen, die denkbaar is. Ze worden netjes gekapt en geschoren tot er geen vuiltje meer aan de lucht is. een vuiltje aan de lucht. -j Dat is het lente-ideaal van elke huisvrouw die zichzelf respecteert, ook al wordt ze er doodmoe van en vlucht de echtvriend bij al dat schoonma ken wanhopig de woning uit Straks, wanneer de lentezon volop gaat schijnen, mag alles blinkend en glanzend gezien worden. Geen mot had de kans om in leven te blijven. En mocht er nog één door de kieren kruipen, dan woröt-ie op slag dood gemept. Geen huisvrouw laat immers FANTASIO Sen H 3 VT Sch A 4 Ha 7653 w o HaAHVB Ru A 4 w_° Ru HB865 KI 875 43 KI 10 6 Sch 7 5 Ha 10 9 4 2 Ru V 9 2 KI A H V 2 Oost gever, OW kwetsbaar. Het biedverloop was nogal vreemd: oost een harten zuid paste west twee harten noord paste oost vier ruiten west vier harten waarna noord besloot met vier schoppen in de bieding te komen. Tot Gudjohnsen's (noord) grote verwondering paste ledereen daar op. Dit passen van OW lijkt ons eerder een bewijs van respect voor noords spelkracht, dan van technl- sdhe bekwaamheid. Oost had kun nen doubleren, maar als hij dat na laat moest west het doen. Het con tract ging ongedoubleerd drie down, wat een goede score voor NZ leek (-150> daar vier harten voor OW te maken zijn. In werkelijkheid troefde de oost speler, belust op een overslagje, wél over en kwam daarmee op een IJs lands vulkaantje te zitten. Toen troefaas werd gespeeld bleek de waarheid in harten, waarop oost twee ronden ruiten liet volgen, snij dend met ruitenboer. Dit mislukte: zuid speelde klavervrouw na, die oost hoog moest introeven: twee down. Ook niet-snyden in ruiten zou oost niet hebben geholpen dat dient u zelf even uit te zoe ken Het afspelen is typerend voor iemand, die gewend is vaak aan parenwedstrijden mee te doen. In die wedstrijden is het maken van een overslag haast even belangrijk als het maken van het contract. Speelt men echter robber- of vier- tallenbridge dan mag men nimmer een goed contract in de waagschaal stellen voor een luttel overslagje. Om 30 punten extra te winnen (1 matchpunt), verloor oosts team nu 18 mp. (8 verlies, in plaats van 10 winst.) H. W. Filarski. Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Bijvoegsel. Onze damrubriek Veiliger Inderdaad bleek later aan de an dere tafel door OW vier harten ge boden te zijn. eveneens met oost als speler (oost een ruiten west een Sansatout oost twee harten west drie en oost vier hartenZuid begon met het maken van klaver aas en klaverheer, waarna zuid in slag 3 klaver twee naspeelde: noord troefde in met harten acht. Op dat ogenblik heeft de leider loost) een probleempje: als hij overtroeft en de troefverdeling bij OW is normaal (3 2dan kan oost een overslag maken als óók de ruitenvrouw tijdig wil vallen Een veiliger speelwijze is. op de derde klaver in oost. de ruiten vijf op te ruimen. Dit kost weliswaar een overslag, maar als er vier troeven Antwoord op bridgevraag: Het probleem is, hoe noords doublet uitgelegd moet worden. Kortzichtig is de redenering, dat noords doublet altijd een strafdou- blet is „omdat het een dou blet op een manchebod is". Men moet toch inzien, dat noord geen enkele keuze had. Er is geen voorgaand bied verloop geweest en noord weet dus niets over zuids spel. Wat had u als noord gedaan met: Sch A B 7 2, Ha 8. Ru A V 4. KI H V 9 6 2 Gepast neen, natuur lijk Vijf klaver geboden om in een katastrofe te be landen? Doublet is het enige redelijke, maar noor d heeft niets in harten tegen. Na een vierbod komt het na tuurlijk vaker voor. dat men sterk in de bijkaart is. Een „doublet" moet dan ook op deze wijze veelvuldigheid ge baseerd zijn en betekenen: „partner, ik ben sterk in di verse bijkleuren". Is men toe vallig eens een keertje sterk in troef, dan moet men maar passen. In het geschetste ge val moet zuid dus zeker vier schoppen bieden. Hij paste op het doublet. Noord kwam onfortuinlijk uit met klaver heer en het contract werd gewonnen. Zoals u zult be grijpen, hadden NZ een con tract van vier schoppen voor het neerleggen. De prijsvraag, die onlangs werd uitgeschreven voor het maken van een probleem naar de ideeën voor komend iti de composities van Wa genaar, Cremer e.a. is gewonnen door de voorzitter van DCL, de heer W. Olivier. Er kwamen na schifting twee kandidaten voor de prijs in aan merking: de heren Olivier en Wort- man (Hazerswoude). Het nemen van een beslissing was niet gemak kelijk, omdat bijv. de Hazerswoudse componist goed werd had geleverd en tevens een variatie zowel op Wagenaar als op Cremer bracht. De variatie van de heer Olivier be vat bijzonder interessante momen ten. zoals de wijze waarop hij het zwarte stuk op veld 7 weet aan te brengen voor het kunnen maken van de eindslag. Daar zijn oplossing meer aansloot op de intentie van de prijsvraag, is hem de prijs toe gekend. De slag Wagenaar komt tot stand door: 35—30 19—14, 28—22. 22x11 en wat zwart ook doet, de zet 30 25x1 kan niet worden ontgaan. In no. II van Wortman gaat het: 47—41, 17—12, 12x3, 3x20, 20x36, 17 of?, 36x9, 15x4. en wit wint (naar Wagenaar). No. m. Wit speelt 21—17, 16x7, 40—34, 47—41. 32—28, 44—40, 34x5, 48x30, 528, enz. wint. maar Cre mer). In no. IV een schitterend minia tuurtje van Wortman dat men niet direct doorziet. Op dit thema is al heel wat gemaakt, maar niet in de gegeven miniatuurvorm. Voor de hand ligt hier de inlei- dingszet 2419; maar dat daarna, alvorens 3127 te spelen éérst het merkwaardige offer via 4945 komt, verwacht men niet direct. Toch is dit de ontknoping. Van de heer Wortman ontvingen wy nog andere composities en par tijstanden en tevens, wat zeldz?' is. problemen op het Canadese4 ruiten bord. Dit alles een volg*d I. W. F. Olivier. 1 2 3 4 i 1 ym M m m y/m 4' HP m WA j, m m 1 ym m m Z.: 2, 4, 8, 15, 16, 17, 20, 3. W.: 19. 24, 28, 29, 32. 35, 414?, n. J. A. J. Wortman. 1 3 8 4 m m 81 m ym, y/// pp MJÊ - W Z.: 1, 4, 6, 8, 10, 13, 14, 31, 3. W.: 11, 15, 17, 22 24, 28, 2, 40. 47. 1 m. J. A. J. Wortman. 2 3 4 U® m 1, jjB&R m n p p Z.\ 1, 6, 11. 13, 18, 19, 2/25, 35, 36.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 12