DE DOOD VERGEZELT WOESTIJNREIZIGER NOODKREET Kom er ACHT-er in Afrikaanse jungle Het hete. dorre hart van Australië .J voor de dieren door Sjouke van der Zee Zaterdag 1 februari 1964 Pagina 4 Van onze correspondent in Sydney) Een van mijn Nederlandse vrienden in Australië, die hier al dertien jaar woont, vertelde me onlangs van plan te zijn met z'n vrouw en drie kinderen per auto van Adelaide naar Alice Springs te rijden. Toen ik hem vroeg of hij zoveel van motoren en auto's afwist, dat hij bij panne in de woestijn zelf reparaties zou kunnen verrichten, gaf hij een ontwijkend antwoord. Op mijn tweede vraag, wat hij zou doen als hij ergens in de wildernis bleef steken, zei hij: „Er komen toch wel eens auto's langs, die me kunnen oppikken ja", merkte ik op, „één in de veertien dagen of zo, en anders reken je er natuurlijk op, dat er vliegtuigen en helikopters naar je gaan zoeken". Mijn vriend gaf geen antwoord, maar aan zijn gezicht zag ik, dat hij zijn plan niet had opgegeven. Tot een paar weken geleden Toen er vijf mensen (vader, moeder en drie kinderen) in de woestijn van hitte en dorst om kwamen. Inderdaad waren er vliegtuigen aan te pas gekomen om hen te zoeken. Het drama had zich. toen ze ge vonden werden, helaas al voltrok ken. De slachtoffers waren Engelse immigranten. Hoewel het gezin geruime tyd in het binnenland had gewoond, had in elk geval de vader veel te licht gedacht over de moeilijkheden en gevaren, die een tocht door de woestijn in dit geval langs het beruchte Birdsvllle- pad met zich zou brengen. De ouders en de drie zoons vielen ten offer aan de moordende hitte. Hun stoffelijke resten werd gevonden onder en nabij coolibah (woes- tijnboora). waar zjj schaduw had den gezocht om te ontkomen aan de verzengende hitte van 120 gra den Fahrenheit, doch vergeefs. Vele elachtoffert Het ls niet de eerste keer. dat de Australische woestijn slachtoffers beeft geëist. Talloze ontdekkingsrei zigers en anderen hebben er in de 175-jarige geschiedenis van de blanke beschaving in Australië het leven gelaten, maar van hen kan worden gezegd, dat zij niet wisten waarheen hun tocht hen zou lei den. De twintigste-eeuwse reiziger echter, die luchthartig de tocht on derneemt zonder voorzorgsmaatre gelen te treffen, nodigt moedwillig ae dood uit. Merkwaardigerwijs zijn het niet alleen immigranten, maar ook ge boren Australiërs, die zo weinig begrip hebben van de moordende hitte, die in het binnenland kan heersen, dat zij op luchthartige wjjze menen een tocht per auto langs ongebaande wegen te kunnen maken. Zoveel is echter zeker, dat zelfs de moderne techniek, die ons de auto heeft gegeven, de gevaren van een reis door de wildernis niet heeft doen verminderen. Integen deel. die gevaren zijn misschien wel vergroot, omdat men een te groot vertrouwen in de techniek stelt en het menselijk lichaam zelf vergeet. Waterholen In het verleden zijn hele expe dities. uitgerust met kamelen, paerden, schapen en ossen, in de woestijn verdwenen. Tegenwoordig kunnen ondernemende reizigers zich in bepaalde delen van de Australische woestijn oriënteren op waterholen, waar o.a. olie-explora tie-maatschappij en bij haar speur tochten naar olie waterbronnen hebben geslagen op vele honder den meters diepte en een waterpup hebben aangelegd, compleet met kraan Dit wU niet zeggen, dat er vol doende waterholen zjjn om het le ven te redden van hen, die ver dwaald raken. Zestig en zelfs zes tien mijl slecht# van een waterhol of -bron verwijderd te zijn, kan de dood betekenen voor hem of haar, die zo'n afstand onder de verzen gende stralen van de zon moet af- leggmv Zo moet ook het Engelse immi grantengezin een misrekening heb- Meer dan duizend kilometer lang is deze verharde weg door de Australische wildernis van Alice Springs naar Darwin. Ae/i beide lijden en zover de horizon reiktstrekt zich de woestijn uit, waar op een op pervlak zo groot als half Euro pa slechts hier en daar een handjevol mensen woont. In de Australische woestijn is onlangs een Engels immigrantenge zin (vader, moeder en drie zoons) door hitte en uitputting bezweken. Onze Australische cor respondent, die een vlucht boven de woestijn heeft gemaakt, geeft in dit artikel zijn indrukken weer van de angstaan jagende eenzaamheid in het hete „dode hart" van het vijfde werelddeel. ben gemaakt, toen het. de auto achterliet en ten offer viel aan de moordende hitte, die tot 120 gra den in de schaduw moet zijn ge stegen. Hier kan de thermometer zelfs stijgen tot 135 graden F. Bij zo'n hitte wordt het menselijk brein verward en leidt de eenzaam heid tot krankzinnigheid. V reesaan jagend Wie de Australische woestijn niet met eigen ogen heeft aan schouwd. kan zich moeilijk een voorstelling maken van haar vrees aanjagende verlatenheid. Niet lang geleden vloog ik in een speciaal gecharterd vliegtuig van het oos ten naar het westen over de Simp son-woestijn iwaar de jongste tra gedie heeft afgespeeld", in een rechte lijn evenwijdig aan de Steenbokskeerkring, die een goede honderd mijl noordelijk ligt. Geen enkel verkeersvliegtuig leidt over dit onbevolkte deel naar het rode hart van Australië, waar de eenzaamheid wedijvert met de spookachtigheid van een maan landschap. Het lag zesduizend voet beneden mij, maar het leek alsof een onderwereld omhoog kroop en mij en mijn metgezellen in de vier motorige Viscount omhulde als een muskietennet. De motoren zoemden. Het staag gebrom schoen tot de stilte zelf te behoren. Het werd er in opgeno men. Het leek alsof we verdron ken in een vlakke, maar diepe zee van geluidloosheid. De horizon reikte ver weg tot in de eeuwigheid. Boven ons brandde de zon in het zuiverste blauw en beneden ons lag de aarde. Wisselend van kleur, van wit tot geel. van bruin tot rood. hier en daar purper met donkere strepen van bomen in een verdroog de rivierbedding. Hoe verder we doordrongen naar het dode hart, hoe geringer de beplanting, hoe la ger de bomen en struiken, van coo- Iibahs wisselend naar mulga, en van mulga naar gidvea, en dan de troosteloosheid van een naakte, ro de aarde, met ertussen grijswitte, gele plekken en okerkleurige vlak ten tussen door stormen opge zweepte zandheuvels. Honderdachttien jaar geleden poogde Charles Sturt met veertien metgezellen, tweehonderd schapen en dertig runderen ivoor voeding van het gezelschap onderweg) en elf paarden en wagens de toen nog naamloze en mysterieuze steen en zandwoestijn, die vier keer zo groot is als Nederland en België teza men. te doorkruisen ,in de hoop een groot meer in het erachter ge legen, onbekende binnenland te ontdekken Onbering en uitputting dwongen hen tot een terugtocht. De hitte was zo groot, dat de na gels van hun ringers barstten. Potloden spleten en vielen uit el kaar. De mannen moesten holen ln de grond graven om beschutting te vinden tegen de verzengende hitte in de honderdduizend vierkante kilometer oppervlak metende grote Australische woestijn die de weg naar het rode hart van het conti nent verspert. Misschien eens in de tien Jaar kan deze troosteloze woestenij met zijn kale struiken en grote stenen die haar de naam „Sturts steen woestijn" hebben gegeven, door grote regenval veranderen in een tapijt van paarse bloemen, de parakelia. waaraan verdoold vee zich zelfs kan laven en in leven blijven ln een streek, waar de blanke mens zou verdorsten. Pas in 1936 heeft een blanke. Colson. deze woestijn, na zo'n regenval, voor het eerst doorkruist. Colson had zeven jaar op die kans gewacht Intense hitte Wie deze hel van hitte en steen langs het Birdsville-pad doorkrui sen wil en de zomer daartoe uit kiest. zoals het Engelse immigran tegezin heeft gedaan, zoekt de slechtste tyd van het jaar uit en inviteert de dood. „Berg Teleur stelling' 'en „Berg Hopeloos" namen van heuveltoppen in de Australische wildernis duiden al aan met welke moeilijkheden de vroegere ontdekkingsreizigers te kampen hebben gehad. Op zoek naar het legendarische meer in het binnenland vonden zij niet anders dan prairiën, moerassen en zout- pannen. teleurstelling en hopeloos heid. In het hartje van de Austra lische zomer, in januari, stijgt de tempera tuur er tot 155 graden F. en in februari tot 157 graden (Sturts dagboek). „De intense hitte verbrandt de vegetatie, doet het voedsel uitdro gen. kaarsen smelten en het hoor nen handvat van messen en andere Instrumenten splijten. Een ver schrikkelijke reeks rode zandheu vels als golven van de zee tot hon derd voet hoog versperren de weg tot de horizon. De grond is be dekt met stenen, die door de eeuwen heen door zandstormen zijn gladgeschuurd. Reusachtige vuurrood gekleurde zandheuvels schijnen zich als landmassa's uit te strekken tot in een zee Geen object is er te zien, waarop men zich kan oriënteren, alleen een kompas kan de reiziger in deze woestijn leiden als de soheeps- sti'urman het schip op zee (Sturts dagboek). Overstroming Men kan zich nauwelijks voor stellen. dat regen- en donderstor- men in het noorden de droge ri vierbeddingen in deze woestenij tot onbedwingbare rivieren kunnen omtoveren. Dit is o.a. in 1949 en 1951 gebeurd, toen het land over honderden mijlen werd over stroomd. Doch dit is een zeldzaam heid. De Australische woestijn, die de naam draagt van de vroegere pre sident van het Australische aard rijkskundige genootschap Simpson, en het Birdsville-pad. dat zich over zo'n vijfhonderd kilometer uit strekt van Marree inabij het zout meer van Eyre. waar de auto-snel heidsduivel Campbell het vorige jaar zijn hoofdkwartier opsloeg» tot Birdsville. vormen nog steeds een uitdaging, zoals de Himalaya voor volgelingen van Sir Edmund Hillary. Maar wie de uitdaging «aan neemt. zorge voor een goede voor bereiding. En, gewapend met erva ring. bedenke zich driemaal alvo rens de ongelijke strijd tegen hit te en eenzaamheid aan te gaan, want met de moed reist de dood mee. Indringend boek van prof. Grzimek Televisie bezit ik niet. Ik heb er eenvoudig geen tijd voor. Maar als een lezing wordt aangekondigd van prof. dr. Bernhard Grzimek, de bekende directeur van de Frankfurtse dierentuin, dan zorg ik van de party te zijn. Dan neem ik de tijd om te luisteren naar het altijd boeiende betoog van een man. die krachtens zijn functie als leider van een grote diergaarde en als wereldreiziger over een buiten gewoon rijke ervaring beschikt, een bron, waaruit hy bijna onbe perkt kan putten. Tydens zjjn toespraak klautert er altyd wel een of ander klein aapje op zyn hoofd, zyn schou ders of onder zjjn handen door, dat hij glimlachend terzijde schuift, of er stoeit een jong jacht- luipaardje onder zijn stoel, dat de harten van alle kattenliefhebber* door zjjn sierlijke capriolen verte dert. Een lezing van Grzimek is voor de toeschouwer altyd een reis, een boeiende tocht naar onbekende ge bieden, een binnengeleid worden in een wereld, waarvan we dank z(j onze lectuur en de films wel een voorstelling hebben, maar die we toch eigenlijk alleen maar van de buitenkant kennen. Grzimek neemt ons mee op zijn reizen, waarvan de meeste naar Afrika leiden, het enorme wereld deel. waaraan deze man zyn hart heeft verpand. En hij vertelt, ter wyi de beelden van zyn films aan ons oog voorbygiyden. Jazeker, Grzimek betoogt, want elke lezing, iedere toespraak is een pleidooi, een beroep op ons, op de miljoenen luisteraars, over heel de wereld verspreid. Grzimek is er zich van bewust, dat hy een missie heeft te vervullen en ieder, die zijn woor den verstaat, weet. wat zyn bood schap aan de mensheid inhoudt Er staat namelyk een groot sein op onveilig en deze waarschuwing betreft de dierenwereld van Afri ka! „De" dierenwereld, dat staat er een beetje vreemd, want dit werelddeel is zo enorm, da twe ge rust kunnen spreken van dieren werelden. maar waar het ln de eer ste plaats om gaat, is het. bestaan van de tropische dierenwereld, die van de savannen, de woeetjjnen, de oerwoudengebieden rondom de ge weldige meren, de rivieren en de vulkaankraters van Centraal Afri ka, Kongo. Tanganjika, Kenia. Er zyn reeds vele boeken over Afrika geschreven en nog vele zul len er verschenen, want dit we relddeel maakt thans een groeipro ces door in een stormachtig tem po en onder dynamische om standigheden. Vrywel ieder onderdeel van dit conglomeraat van volken ls op de een of andere wyze betrokken bij deze stuwing naar een nieuwe or dening. De leefruimte der Afrikaanse volkeren zal moeten worden ver groot. Een uitbreiding van het woongebied van de mensen bete kent inkrimping van de leefruimte der Afrikaanse dierenwereld. Dit betekent een dodeiyk gevaar voor de eertyds zo fantastisch ryke wildernis van Centraal-Afrika- Waar de mensen zich uitbreiden, is „geen plaats voor dieren". U kent het boek, dat deze titel draagt. Leest u het ander, U zult er zeker door worden getroffen. „Serengeti mag niet sterven", u hebt het gelezen Zo niet, probeert u het te krijgen. Grzimek onthult daaxin veel. waarvan u geen flauw idee heeft. Byvoorbeeld de barbaarse wyze, waarop men van dat eenmaal zo dichtbevolkte dierenparadys op vele plaatsen troosteloze steppen heeft gemaakt. Door onkunde, door onverschilligheid, door hebzucht. De onkunde komt van de zyde der onontwikkelde primitieven. die zich laten gebruiken door gewe tenloze handelaren, de hebzucht van de kant der blanken, de tro feeenjagers. Nu ligt er weer een boek van dr. Grzimek voor me. Het is groter en rijker geïllustreerd dan het vorig. Maar de strekking van wat Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit By voegsel. hy schrijft ia anders, zyn woorden zyn directer en dringender. U moet proberen, dit prachtige boek in handen te krygen. „Oase voor dieren" <uitg. Ploegsma», de titel spreekt reeds boekdelen, want wat wil Grzimek anders dan het stichten van reservaten, van be schermde gebieden, waar al die bUzondere dieren, vrij kunnen le ven. Gebieden, waar de kortzich tige schietende vernielers buiten blyven waar men de zwarte stro pers met hun afschuwelyke slacht methoden door een effectief wer kende wildbescherming onder de duim houdt. Reservaten, toevluchtsoorden dus, waar het Afrikaanse kind, dat nog nooit een leeuw heeft gezien hoe zou het. ook» net aLs onze Neder landse kinderen met deze reuzen katten kan kennismaken. Hoe. dat staat allemaal in dat nieuwe boek van Grzimek. want ien dit is een verdienste) hij beschuldigt niet al leen. hy wijst niet alleen op fou ten. maar hy geeft ook raad. hy doet. zeer concrete voorstellen aan degenen, die de verantwoordelyk- heid dragen voor hetgeen eens het nageslacht zal erven. En dat is geen futiliteit, deze erfenis, deze ryke fauna ten flo ra?) van Centraal Afrika. Ik herhaal dus: leest u dit boek! U zult er eerst in bladeren en van de ene verbazing in de andere val len. want zulke landschapsfoto's, als u hier aantreft, hebt u nog in weinig boeken gezien. Maar het zijn niet alleen de platen, die dit boek zo byzonder maken! Het is de tekst waarin de uiter mate deskundige auteur zyn visie geeft op veel. waarvan wij meen den iets te weten, maar waarvan we nu weten, dat onze voorstelling fout was. Interessant zijn de proe ven. die hy b v. neemt met een na gemaakte zebra teneinde het ge drag van de leeuwen te bestude- START MET VFRSTAN1D _Tips voor automobilisten. Schakel bij het starten alles uit watelektrici. teit vraagt (bv.radio en verlichting). Start niet aarzelend maar tot ca.eenha!ve| minuut ononderbroken indien dit nodig mocht I zijn!!!! Moet u verschillende keren starten wacht dan minstens Irmrv tus. Staat u in bevroren sneeuw, ijs etc..draai uw wielen dan recht, dit vergemakkelijkt het wegrijden. Raakt u vast inde sneeuw start dan in de 1« versnellingen trek langzaam zover mogelijk op en schakel dan inde achteruit, dan weer vooruit en dan weer achteruit. Herhaal deze schom. meibeweging tot uw lauto vrij komt111 ren. Ook rekent hy af met- dwaze Jagersverhaaltjes, die weer hun oorsprong vinden in overblyfsels van primitief volksbygeloof. Byge- loof. dat nog altyd menig groot» wild noodlottig wordt. Een op het instrument aangebracht teken duidt de stand van het vliegtuig aan, terwijl de horizonlijn beweegt. De piloot ziet dus hoe zijn helling ten opzichte van de horizon is, en corrigeert devlucht zolang tot beide lijnen parollel lopen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 10