'In Theater Carre
gonst het al van
„Sound of Music
ZOEKLICHT
OOSTDUITSE MOPPEN
^Joltai I Heesters zingt in romantische musical
Avontuur voor negentig man
onder Sleeswijk en Wunnink
LEIDSCH DAGBLAD
BIDDEN OM
EENHEID
Zaterdag 18 januari 1964
Pagina 1
II
ti
(Van onze Amsterdamse correspondent)
?e| Kort nadat Toon Hermans 's avonds om half twaalf het toneel van Theater Carré in Amster-
^dam heeft verlaten wordt zijn plaats ingenomen door een dozijn technicidie tot in de vroege
p3ochtend manipuleren met decors en schijnwerpers. Zij bouwen letterlijk aan de nieuwe musical
tè/'Sound of Music", die hier op 7 februari in première gaat.
j Als in de ochtendmist tienduizenden Amsterdammers zich naar kantoor en bedrijf spoeden is
er opnieuw bedrijvigheid in Carré: voor de kassa's lange rijen opdringende mensen., die ..een
kaartje voor Toon" willen bemachtigen en in de grote zaal tientallen ernstige artiesten, die zwoe-
'Jpen op teksten en liedjes van de "Sound". In de artiestenfoyer repeteert het orkest eindeloos.
Carré is een fabriek, waar wordt gewerkt aan zo goed mogelijk eindprodukt.
r|j Voor de mensen van "Sound of Music" breekt pas een paar uur rust aan als Toon Hermans
u'i avonds weer zijn plaats inneemt.
■k Op T februari, 's avonds om acht uur zal de Engelse dirigent Gareth
Da vies met zjjn orkest van 28 musici het grootste, dat in ons land ooit
aan een musical heeft meegewerkt de ouverture Inzetten.
Het doek gaat op voor het grote gezelschap met in de hoofdrol Johan
Heesters de duurste musical-ster, die Nederland ooit heeft gekend.
G Op dat ogenblik beginnen 90 mensen aan het grote avontuur van de
"Sound of Music".
betaalbare Johan Heester*. De*e
beschikt niet alleen over een voor
treffelijke musicaLstem en over de
juiste persoonlijkheid, maar mu
door zijn jarenlange verblijf in
Oostenrijk de typisch Ween se afeer
van het stuk goed aanvoelen. Jo
han Heesters is in Duitsland en
Oostenrijk een topacteur, die een
vermogen verdient.
Maar René Sleeswijk, die een
jeugdvriend van hem is. wist hem
voor de „Sound" enthousiast te.
krijgen. En zo woont Heesters nu
sinds eind december in zijn vakan
tieflat in Zandvoort en rjjdt hij da
gelijks naar Amsterdam voor de
repetities.
Romantisch
Sleeswijk en Wunnink vermij
den angstvallig hun „Sound of
Music" te vergelijken met de suc
cesvolle „My fair lady". Bijgeloof?
De musicals hebben immers de ro-
matische inhoud en de melo
dieuze muziek gemeen.
„Sound of Music'' is het <warei
verhaal van de Oostenrijkse fami
lie Von Trapp in de jaren vóór
de inlijving bij Duitsland.
Kapitein Von Trapp is een rijke
weduwnaar, die zijn zeven kinde
ren op militaire wijze opvoedt. De
strenge en sombere sfeer in huis
verandert als door bemiddeling
van de moeder-overste van een na
bijgelegen klooster de noviet Ma
ria haar kloosterkleed aflegt en
gouvernante wordt bij Von Trapp.
Zij is een levenslustige jonge
vrouw, die graag zingt en op de
gitaar speelt. Zij leert de kinderen
zingen en weet zelfs de nurkse ka
pitein aan het zingen te krijgen.
Op een dag arriveert uit Wenen
Elsa en tijdens een tuinfeest wordt
de verloving tussen kapitein Von
Trapp en Elsa bekendgemaakt.
Even tevoren echter heeft Von
Trapp met Maria gedanst en daar
bij ontstaan diepere gevoelens tus
sen beiden. Maria schrikt hiervan
zo. dat zij terugkeert in het kloos
ter. Maar de moeder-overste is een
wijze vrouw. Als Maria werkelijk
houdt van Von Trapp moet zij
haar taak in het gezin weer opne
men. meent zij. Maria volgt de
raad op. Korte tijd later verbreekt
Von Trapp zijn verloving met Elsa
na een ruzie. ELsa verheugt zich er
namelijk over. dat Hitier Oostenrijk
wil inlijven. Ook de oudste dochter
van Von Trapp ziet haar romance
met een postbode in scherven val
len als haar vriend blijkt S.A.-man
te zijn.
Von Trapp wordt als oud-offi
cier in dienst geroepen. Hij wil
niet, maar enkele nazileiders ko
men hem van huLs halen. Een
huisvriend weet echter uitstel te
krijgen, omdat de familie Von
Trapp op een streekfestival moet
zingen.
JOHAN HEESTERS
flat in Zandvoort
Zij winnen de eerste prijs, maar
tijdens de uitreiking hiervan trach
ten de nazi's Von Trapp te grijpen.
De familie vlucht in de kloos
tertuin en door toedoen van de na
zistische postbode, wiens hart ken
nelijk sterker spreekt dan zijn pro-
Duitse gezindheid, wordt een ar
restatie verijdeld. De Von Trapps
bereiken Zwitserland en zyn in
veiligheid.
Ook boek
Hier eindigt de musical. Het wa
re verhaal van de familie Von
Trapp gaat verder. Men vestigt
zich in Amerika en daar wordt de
familie een bekend musicalkoor.
Men had voor. tijdens en na de
oorlog veel succes en het Von
Trapp-koor is zelfs nog eens naar
Europa gekomen voor een aantal
uitvoeringen. Kapitein Von Trapp
overleed in 1956. De kinderen gin
gen een eigen leven leiden en Ma
ria exploiteert thans een hotel in
Vernon bij de Ca na deze grens, dat
in Oostenrijkse stijl is opgetrok
ken.
Het leven van de familie Von
Trapp is verhaald in een boek en
het in de Amerikaanse showbusi
ness beroemde duo Rodgers en
Hammerstein vonden in dit ver
haal de inspiratie voor de musical
„Sound of Music".
De Nederlandse versie van de
musical is tot stand gekomen uit
de vertaling van Alfred Pleiter met
een nadere aanpassing van Louis
Dusée.
De muzikale voorbereiding is ge
schied door Co van der Heijde
Weirrn.
Gareth Da vies, die in Londen
„Oliver!" dirigeerde, is belast met
de algehele muzikale leiding.
De regie is in handen van Ton
Lutz. die zich voor de beweging
laat assisteren door de Londense
choreograaf George Car den. Dé
cors en kostuums zijn in Londen
ontworpen door Anthony Holland.
Rolbezetting
Het dun Sleeswijk-Wunnink
heeft een sterke rolbezetting kun
nen kragen, naast Johan Heesters
als Von Trapp staat de uit de Sel-
vera's voortgekomen Mieke Bos als
Maria.
Insiders, die de repetities heb
ben bygewoond, verwachten, dat
Mieke Bn* de verrassing van de
show zal worden.
De operazangeres Maria Balling»
is de moeder-overste. Teddy Schol -
ten verloofde Elsa en Guus Ver
st raete de huisvriend. Er is een
nonnenkoor gevormd van twintig
dames.
Alle medewerkenden zijn be
roepsartiesten.
Dat er kinderen aan een musical
meewerken is na „Oliver!" niets
nieuws meer.
Ook in de „Sound of Music" ko
men kinderen op toneel. ALs de
jongste spruiten van Von Trapp
had men een jongen en een meisje
tussen 11 en 13 jaar nochg Omdat
de arbeidsinspectie in dergelijke
gevallen slechts toestemming geeft
voor tweemaal optreden per week
waren er dus vier meisjes en vier
jongens van die leeftijd nodig
Na eindeloos zoeken bij kinder
koren en operetteverenigingen zijn
deze kinderen gevonden. Zij heb
ben een gouvernante gekregen en
zullen iedere avond van huis wor
den gehaald en weer thuis worden
gebracht.
EEN
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
OP DE BOEKENMARKT
Aya Zikken „Geen Wolf
te zien". De Arbeiderspers.
Amsterdam 1963
Wat is de mens? Dit is de vraag
waarom deze diepzinnige roman
van Aya Zikken draait. Men ont
moet een dochter. Kira en een
moeder, Jacynth. Kira is een twee-
entwinti gjaarige tekenares en de
plaats van handeling is haar ka
mer. Tot. zover de tastbaarheid.
Ontastbaar en zeldzaam indruk
wekkend is al het andere.
Het moge vreed klinken om bij
een boek als dit. dat in een zo klare
stijl met glasharde woorden ge
schreven is, te spreken van symbo-
MIEKE BOS
nieuwe musicalster
Want iedere ongesubsidieerde
theaterproduktie blyft een
avontuur, ook al schijnen alle voor-
waarden voor een groot succes
jaanwezig. De producers van „Oli-
meenden immers ook aan al
voorwaarden te hebben vol
daan. „Oliver!" is met zorg, toe-
I,wijding en groot vakmanschap tot
•tand gekomen en kreeg opgetogen
'kritieken in de kranten. Toch wil
het publiek niet komen.
t' „Sound of Music" is een kind
van Carré-directeur Karei Wun-
nink en revueproducent René
Sleeswijk.
„Natuurlijk zijn wij van mening,
|dat dit de beste musical wordt, die
ooit op de planken is gezet. Maar
wij zijn er van bezeten en, dus niet
objectief", aldus de heer Wunnink.
„In de t heaterwereld sta je voor
3de grootste verrassingen. Het is
moeilijk te voorspellen, wat het wel
en niet zal doen bij het publiek.
1 „Sound of Music" kreeg in New
York vernietigende krantekri
tieken, maar haalde daar toch 1356
J voorstellingen. In Londen kwa-
ook slechte kritieken uit de
maai' dezer dagen had men
B voor de 1000ste maal een uitver-
kocht huis
Ontroerd!
In de zomer van 1962 zag René
Sleeswijk in een Londens theater
de „Sound of Music" en pinkte een
traan weg van ontroering. Hij liep
«1 jaren rond met plannen om sa
men met Karei Wunnink in Ne
derland een musical te brengen.
Samen hadden zij er al tientallen
gezien, maar nog geen goed genoeg
'bevonden. „Als een doorgewinterde
theatervent als „Slees" door een
voorstelling wordt ontroerd, moet
het wel iets bijzonders zijn", dacht-
Wunnink en vloog onmiddellijk
naar Londen. Hij zegt nu: „Het
was inderdaad het beste, dat wij
hadden gezien. Wij vinden, dat het
verhaal de mensen zal aanspreken,
dat de muziek prettig in het ge
hoor ligt. dat er fraaie toneelbeel
den zijn op te bouwen en dat is
vooral belangrijk dat wij het
•tuk met Nederlandse acteurs kun
nen bezetten".
Twee, jaar lang hebben Slees
wijk en Wunnink hun „Sound of
Music" voorbereid. De belangrijk-
•te beslissing was die over de
hoofdrol.
Zij meenden. dat hiervoor
slecht* één man In aanmerking
kon komen, de voor Nederland on-
(Van onze correspondent in Bonn)
Het Duitse volk staat niet be
kend als overborrelend van zin
voor humor. Daarvoor ontbreekt
het dit zendingsbewuste Europese
middenvolk wellicht aan realiteits
gevoel. De Duitser heeft de nei
ging zijn situatie tragisch of he-
raisch op te vatten, maar niet hu
moristisch. De buurlanden van
Duitsland hebben dit vaak tot hun
schade ondervonden.
In de Duitse Democratische Re
publiek van de gepuntbaarde uit
Saksen stammende communist
Walter Ulbricht blijkt de druk van
de staat op de enkeling echter zo
groot te zijn, dat voor tragiek en
heroïek geen plaats meer is en hu
mor de enige uitlaatklep lijkt
waardoor de enkeling stoom kan
afblazen. Af en toe waaien een
paar van de achter het ijzeren
gordijn circulerende grappen over
naar het Westen. Hier volgen een
paar typisch Oostduitse moppen.
De eerste vlucht naar de
maan is respectievelijk de Rus
sen. de Amerikanen en de Oost
duitsers gelukt. Chroesjtsjow
vraagt de piloot van het ruim
teschip: „Wat wil je hebben, ka
meraad, een onderscheiding of
geld?" De piloot antwoordt:
Naar U wel in de pers zult
hebben gelezen, wordt op
instigatie van de Wereld
raad van Kerken van 18—25 ja
nuari weer de wereldgebedsdag
gehouden.
Wie er even bij stilstaat, wat
hier gebeurt, kan niet anders
dan ervan onder de indruk ko
men. Mensen treden voor God
en roepen Hem aan in hun
nood. Mensen in Amerika èn
Rusland, in China èn India, in
Indonesië èn Engeland, Zuid-
Af nka, Nederland. Mensen over
al ter wereld zo met elkaar ver
bonden ondanks verschillen
naar ras. nationaliteit, geschie
denis. cultuur, politiek bestel,
economische belangen. Christe
nen Oostersorthodoxen, Rooms-
katholieken. Anglicanen. Protes
tanten en hoe zij verder heten
mogen. Hun nood is hun geeste
lijk bescheiden leven, hun on
derlinge verdeeldheid en twee
dracht, hun verschillen en ge
schillen ter zake van dogmata,
belijdenis en kerkelijke organi
satie. In Christo weten zij„één
is uw meester en gij zijt allen
broeders", maar de werkelijk
heid. die historisch is ontstaan
en mede door hun toedoen
wordt in stand gehouden, draagt
daar practisch al te weinig spo
ren van. Dat is hun nood. die de
waarheid van het Evangelie en
hun geloof tot dubieuze zaken
maakt voor de buitenstaander
Deze nood is een extra bijdrage
aan de nood der wereld. En
daarom willen zij nu bidden om
eenheid. Welke christen kan
hier onberoerd onder blijven
en zou niet willen meedoen?
Wil dit bidden verantwoord
en zinvol geschieden, dan diene
men zich vooraf er wel op te
bezinnen, wat men gaat doen
en waarom men dan God bidt
Bidden om eenheid, maar wat
verstaat men daar dan onder,
wat stelt ieder zich daarbij voor
ogen? Een soort super-kerk
waarin dank zij nivellerende
schemer alle katten grauw zul
len zijn, kleurloos en karakter
loos? Of omgekeerd: eenheid als
uniformiteit in een allen om
vattende kerk. die de pretentie
zou voeren van alleen en uit
sluitend de waarheid ten volle
te bezitten, waar de overige ker
ken hun geloofsbezit en be
stuurlijke vorm aan zouden heb
ben aan te passen? Toen op
Anglicaans initiatief deze ge
bedsweek werd ingesteld, wilde
een deel der Rooms-Katholieken
in deze gedachtengang dit aan
grijpen als een mogelijkheid an
dere christenen tot Rome te
brengen. Gelukkig heeft abt
Couturier te Lyon zich tegen
deze denaturering van de opzet
en intentie verzet. Hij no
digde alle christenen uit in de
zelfde week te bidden, dat God
de zichtbare eenheid van Zijn
Koninkrijk wil geven, zoals
Christus die verlangt, op Zyn
tijd en wijze.
Hoe waardevol de wegwijzing
van Couturier mag heten om
misbruik van deze onderneming
te verhoeden, hiermee is toch
nog te weinig gezegd. Al te ge
makkelijk verzeilt men immers
zo in een evangelisch genor
meerd idealisme, dat langs de
werkelijkheid heenleeft en dus
tot desillusies zal leiden. Wil
men verder komen, dan zal men
cich gedegen rekenschap moe
ten geven van de geestelijke
processen, die in kerk en cul
tuur door ae tijd aan de gang
zijn, wat voor signatuur zij dra
gen en welke conclusies de
christenheid hieruit heeft te
trekken in de gegeven situatie.
Dan zal men o.a. de ontdekking
doen, waarom Christus' bede
„dat zij allen één zijn", die in
alle tijden gold. nu opeens als
zo brandend actueel wordt erva
ren en beseft, dat de kerken on
weerstaanbaar tot een nieuwe
koers worden bewogen en ge
drongen. Dan zal men nolc oog
krijgen voor de moeilijkheden,
waarvoor deze koerswijziging de
kerken stelt. Paus Paulus wees
er tijdens zijn bedevaart al op
„dat de eenheid niet bereikt kan
worden ten koste van de ge
loofswaarheden".
De studiesecretaris van het
Departement voor Geloof en
Kerkorde van de Wereldraad
van Kerken Dr. Lukas Visscher
schreef in verband met deze ge
bedsweek een belangwekkend
artikel, waarin hij erop wees,
hoe de christenheid en kerken
niet alleen uit trouw en verant
woordelijkheidsbesef, uit zelf
respect en zelfrechtvaardiging
hun waarheid en vormen niet zo
maar kunnen prijs geven, maar
deze ook tot zelfbescherming
behoeven In de duisternis en
onzekerheid, waar zij op weg
naar eenheid onvermijdelijk
doorheen zullen moeten. Een
weg, die de bereidheid vraagt
om Christus' wil dat op te ge
ven, dat zij voor het leven hou
den Daarom kan de zo vurig
verlangde éénheid niet doel zijn
van het bidden, maar alleen ge
volg van een door gebed veran
derde geesteshouding, vrucht des
geloofs, dat zijn Gethsemane
gekend heeft. Zinvol dunkt mij
zo dat gebed om eenheid der
christenen naar een Engels ge
bedenboek
O God en Vader van onze
Heer Jezus Christus, de Vrede
vorst,
schenk ons de genade, dat wij
de zonde en grote gevaren ter
harte nemen,
waarin wij ons door onze
droeve verdeeldheid bevinden
Neem van ons alle blindheid,
vasthoudendheid, vooroordeel en
wat ons verder moge belemme
ren om eendrachtig te zijn,
opdat wij voortaan één van
hart en één van ziel, door U
geheiligd in een verbond van
waarheid en vrede, geloof en
liefde. U metterdaad verheer
lijken".
W. J. H HUB EEK,
Ned. Herv. pred kant.
Voorganger Ver. Vrljz. Herv
Leiden.
„Onderscheidingen genoeg, geef
me liever geld". Johnson vraagt
de Amerikaanse ruimtevaarder
hetzelfde. Die zegt: „Well, geld
is er genoeg, geef mij maar een
onderscheiding". In Oost-Berlijn
wordt de Oostduitse astronaut
bij Ulbricht gebracht, die zegt:
..Waarde kameraad, zeven da
gen waart u onderweg. Wilt ge
dat met overwerk inhalen of
zullen we het maar van het loon
aftrekken?"
Een andere Oostduitse mop:
Vraag van een luisteraar aan de
radio-omroep: „Heeft Zwitserland
een ministerie voor Marine nodig'1"
Antwoord: „Dat is best mogelijk,
ook wij hebben een ministerie voor
Handel en Voedselvoorziening".
Andeire vraag. „Wat is een cata
strofe?" Antwoord: „Details over
de ontwikkeling van de landbouw
in de DDR kunnen niet worden
gepubliceerd".
Een grap waarin Kennedy en
Macmillan nog een rol speelden, is
de volgende. De duivel achtervolgt
een auto, waarin Chroesjtsjow.
Kennedy en Macmillan zitten. Ze
krijgen angst en Kennedy zegt
we moeten wat, doen. Daarop
neemt hij een biljet van honderd
dollar uit zijn portefeuille en gooit
het op de weg. De duivel blijft
even staan, raapt het biljet op,
maar gooit het weer weg en zet
zijn achtervolging voort Macmil
lan probeert het ook, ditmaal met
meer. Hij laat tien biljetten van
duizend pond op straat fladderen.
Weer blijft de duivel staan en
raapt met iets meer belangstelling
de bankbiljetten op. Maar tot an
dere gedachten schijnen zij hem
niet te brengen. Hij zet zijn ach
tervolging van de auto voort. Dan
zegt Chroesjtsjow: „Ik weet wat".
Hij pakt zijn opschrijfboekje,
krabbelt iets op een blaadje,
scheurt dat eruit en gooit het voor
de voeten van de duivel. Deze raapt
het op en leest Chroesjtsjows krab
bel. Hij wordt krijtwit, draait zich
om en is binnen een oogwenk uit
het gezicht verdwenen. Kennedy
en Macmillan zijn stomverbaasd.
„Wat heb je geschreven, Chroes?"
vragen zij. „Niet veel", antwoordt
de Rus, „Ik heb alleen gezet: op
passen. bmnen twee minuten be
reiken wy de gras van de DDR"
Een echte partijmop: „Kame
raad Mayer, waarom was u niet
op het laatste partijcongres?"
vraagt Sed-bons Müller. Ant
woordt Mayer: „Had ik geweten
dat het het laatste was, dan was
ik zeker gekomen".
Twee Oostberlijners ontmoeten
elkaar. De ene vraagt: „Hoe gaat
het ermee?" De ander zegt:
„Goed". „Wat", zegt de eerste,
..goed? Hoe kan dat nu met de
Muur en zo?" antwoordt de an
der; „Prefereer Ji) cellulair?".
Natuurlijk doen ook veel moppen
in Oo6t-Duitsland de ronde die in
alle communistische landen opgeld
doen.
Vraag van een luisteraar aan de
radio-omroep: ..Zal er in de uit
eindelijke communistische samen
leving nog geld bestaan?" Ant
woord: „Neen, ook dat zal dan op
zijn".
Vraag: „Wat is het verschil
tussen socialisme en kapitalis
me?" Antwoord: „In het kapi
talisme wordt de mens door een
mens uitgebuit. In het socialis
me is het precies omgekeerd
Vraag: Wanneer begint de
eindfase van het socialistische
tijdperk?" Antwoord: „Als
iedereen genoeg heeft".
Zo zou men verder kunnen gaan.
Het aantal moppen dat in Oost-
Duitsland de ronde doet, ls on
overzienbaar. Het valt echter op.
dat de grappenmakerij die thema's
mijdt die al te wonde plekken zijn
voor de Oostduitsers. Er zijn niet
veel grappen over de Muur. even
min over de vluchten. Ook de oud-
stalinist Ulbricht komt niet vaak
in moppen voor. Wel doet men
graag zijn afschuwelijk Saksisch
accent na. maar als onderwerp
voor grappen ls de partijchef
waarschijnlijk te gehaat en te ge
vreesd.
Ook In de nazitijd deden ln
Duitsland moppen de ronde over
de grote party bonzen, over Hitler,
Goring en Gobbels. Maar men
krijgt de indruk dat de grappen
makerij van toen minder verbreid
was en minder van harte ging dan
nu In Oost-Duitsland. In het Der
de Rijk waren de onderdrukkers
tenslotte niet door een vreemde
macht opgedrongen, maar zelf ge
kozen door het Duitse volk. Voor
een relativering van de nazi-over -
heid was een afstand nemen van
de eigen daden en de eigen persoon
nodig, wat maar weinig Duitsers
opbrachten. Nu is het anders. Men
heeft zich nooit geïdentificeerd
met het communistische regime,
op uitzonderingen na. en de spot
heeft anderen tot object, niet Indi
rect het eigen lk.
Hoe de moppenmarkt rich In de
DDR zal ontwikkelen, hangt af
van de politieke evolutie. Wordt
het regime liberaler, dan zal er
wel een hausse in politieke grap
pen komen, zoals in Polen na de
dooi ln oktober 1956. Mocht deze
liberalisering evenwel met zich
meebrengen dat de Oostduitser*
zich gaan Identificeren met het
wel en wee van de Oostduitse staat
en samenleving, dan zal de hu
morloosheid. die het WestduiLse le
ven kenmerkt, ook ln de DDR wel
weer terugkeren.
Berlijn, vanouds de bakermat
van de Duitse humor, cal dan ook
op dit gebied een enclave rijn.
liek. En toch is die symboliek evi
dent. Want wat gebeurt er name
lijk? Op een dag komt de moeder
na een jaar waarin zij elkaar niet
gezien hebben, bij haar dochter
binnen. Zij is niet welkom, In
tegendeel. Kira haat haar moeder
met die ongegronde, maar met on
beredeneerde haat, die er heersen
kan tussen ouder en kind. De moe
der zegt ziek te zijn en spoedig te
zullen stenen. Zij vraagt Kira of zij
de laatste tijd van haar leven mng
doorbrengen in de ongebruikte, by-
na donkere achterkamer, die door
een gordijn gescheiden is van Ki
ra's werkkamer. Kira stemt toe met
een grote geldelijke beloning in
het vooruitzicht en op voorwaarde,
dat zy zich in haar eigen bestaan
geen enkele beperking zal behoe
ven op te leggen. De betekenis is
m i. dulóelyk. In de sombere ach
terkamer van Kira's bewustzijn,
achter het gordijn van de ontken
ning, leeft de moeder.
Kira wordt gedwongen tot het
aanhoren van haar moeders
levensgeschiedenis, want de af
spraak luidt dat de oudere vrouw
mag spreken als Kira alleen ls,
maar dat Kira niet behoeft te ant
woorden. Anderzijds zal een moe
der nu in staat zijn een dochter te
horen leven op een wijs*, die nie
mand ooit in de realiteit zou kun
nen bereiken. Zo ontstaat het ge
vecht van twee verwante zielen om
contact, ondanks allee.
Parallel met deze ontwikkeling
loopt de verhouding tussen Kira en
Menander. Menander is haar min
naar „voor minne uren' 'zoal* zij
tegen haar moeder gezegd heeft.
Ook Menander zit verknoopt in
zijn verleden. Hij vertelt Kira bijna
dwangmatig telkens weer over zyn
soldatentijd in Indië en over zyn
kamptyd. Ook hem bijt de wolf van
het schuldgevoel; schuld aan de
dood van amieren of niet? Held of
lafaard?
Wie is deze Kira aelf? Zij ls de
Jonge vrouw, die niet gehinderd
wenst, te worden. Door niemand er»
vooral niet door Iemands verleden.
Zij werkt om haar geest bezig te
houden en kiest zich een man voor
haar lichaam. Zij wil geen tranen,
geen gezeur, geen gejammer over
vroeger. Wat heb ik met een ander
en zijn leven te maken? Dood is
dood en wie nog leeft, heeft over
wonnen. Overwonnen, waarvoor en
waartoe overweegt rij niet. Aan
wezig zijn, bestaan, is voldoende.
Kira wenst geen wolven te zien.
Wel wenst zij een wolf te zijn
desnoods, niet uib zelfverdediging,
maar principieel.
Hoewel de schrijfster dit ner
gens met zoveel woorden zegt, moet
het toch de volmaakt onvermoede
band tussen de bekentenissen van
de beide belagers van haar een
zaamheid zijn. die Kira brengt tot
iets, dat men de erkenning van
het niet-weten zou kunnen noe
men. Die band wordt gevormd door
de figuur van de gestorven Walt
Vetter, medegevangene van Men
ander. van wie Jacynt de afkomst
weet.
De beide levensgeschiedenis
sen, die van de moeder en die van
de minnaar dus. zijn bijzonder
knap verwezenlijkt. Het verhaal
van de moeder Jacynth heeft iets
van een sprookje, met van het
sprookje zowel het boosaardige als
het poëtische. Dat van Menander
is de mythe van de strijd en de
heldhaftigheid. Zodoende treedt
het element zelfbedrog op twee ver
schillende wijzen voor Kira op. Tot
dat de waarheid in de mythe van
het verleden tot haar doordringt.
Dan krygt zij contact en zij rea
liseert rich, dat de mens de mens
alleen kan aanraken, als hij over
de ander denkt als over zichzelf.
Dat dat aanraken rich tot de vin
gertoppen zal beperken, ls voldoen
de. Er gaat een grote kracht uit
van deze roman en dit is zonder
twyfel Aya Zikkens meest aangrij
pend boek. Het is de geschiedenis
van de problematiek tussen de ge
neraties. gedramatiseerd tot. men
selijk beleven en geactiveerd tot
gestalten.
CLARA EGGLV