mess eiBRCKaan fantasie... l/Vy misten lain Maclvers zeemeermin Het gruwelijk verhaal van Duntulm Castle D' D; de jongen die Satan weerstond I! LEIDSCH DAGRLAD ZATERDAG 2S DECEMBER 1963 hij kon de jongen niet grijpen, om dat die veilig binnen de cirkel stond. Gedurende een uur vloog de bezoe ker als een bezetene om de cirkel heen, steeds trachtend de jongen te grijpen Zonder resultaat. De magi sche cirkel bleek niet te doorbreken. Op een gegeven moment liet de man het boek vallen, dat hij al die tijd had vastgehouden. Het viel i n de cirkel. De vreemdeling gaf een af- K zou niet graag willen beweren, dat iedere man en vrouw in „bonnie" Scotland of schuweiijke gil en was op het zelfde op „The Haunted Islands", de Hebriden, geloof hecht aan, of te maken heeft met meeviel de'jongen neer en verloor bovennatuurlijke zaken en dat geldt dan met name voor diegenen, die in de grotere hel bewustzijn. De oude herder vond -aTi-.il. i i rit hem eer de avond was gevallen, sla- sti eden wonen. JMaar het geldt per se niet voor de uitgestrekte, verlaten Lowlands en ighlands. Het is daar dat men, zwervend van dorp naar dorp, en van loeh naar loch, -kans krijgt verhalen te horen, die, ook al weigert men de realiteit ervan te aanvaar- H n, bij uitstek geschikt zijn om bij een hoog-oplaaiend haardvuur tussen schemeruur M i middernacht beluisterd te worden. Een aantal van die avonden (en meer dan eens 5 ram er een deel van de nacht bij) zal ik me altijd blijven herinneren als hoogtepun- n van deze reis. pend. het boek naast zich. Hij nam beide mee kP HET EILAND SKYE van de Hebriden stonden toe bij de I somberevervallen overblijfselen van Duntulm Castle. Hel was geen kasteel meeralleen nog maar een ruïne. Maar ruïne of die murenspelonkennissen en gaten leven nog van verhalen. i ervan vernamen wij in de Caledonian Innop de laatste avond ons verblijf op Skye RIE, VIER EEUWEN geleden kwam de toenmalige Chief van de MacDonald-clan te rlijden, en zijn opvolging was een re van eenvoudige zaak Er wa- urnf namelijk twee gegadigden voor even belangrijke als eervolle d. jjetie: de zoon van de overleden die zich in een verre van gun- - reputatie verheugde, en in ie- U(1Ü opzicht ongeschikt was om, als ef zijn vader op te volgen, en een die algemeen geacht en geliefd Het ligt voor de hand, dat'bei- lscr leven elkaar bitter haatten, omdat d.eikaars ambities kenden. Om de del|k zo mogelijk nog gecompliceer- te maken waren beiden verliefd -1D? de, uiteraard beeldschone pleeg- ren] iter van de tot zijn voorvaderen ■rgl tamelde Chief ak bok deze Margaret werden de zor- niet bespaard, aangezien haar nst' rieden vader in zijn laatste wils- hikking bepaald had dat ze of •st huwen met zijn opvolger, o f "Status van non éannemen. Marga- ir t voelde zeer beslist voor twee jolt ion niets: voor een leven als non :org voor een leven aan de zijde van len. ioon van de Chief, die ze veraf- me iwde. Niet aldus de neef, aan wie Broi ang geleden reeds in het geheim 201 r hart geschonken had. iaai at »llot eet! Een plan ARGARET en haar geliefde bespraken de problemen, en er werd een plan be- ol).p»md. Met behulp van zün vricn- il n en op het naburige eiland Uist •J in de neef op een nacht vanuit Vo« ee een landing op Skye ondernc- raat 'en' Men z0° vcrv0,gens a,,e uit" tteB ln*en van kasteei barricade- Iij en, en het kasteel daarna onder- raven. En wel zo lang en zo diep J »t dit ten slotte, met alle bewo- en, ers er in, inclusief de zoon van dl» Chief, zou instorten. Niets zou dan meer de opvolging van de neef als Chief en diens hu welijk met Margaret in de weg staan. Alsdus werd besloten. En de nacht kwam, duister en vol stormgeweld, dat de landing plaatsvond. De neef en Margaret hadden echter één fac tor over het hoofd gezien: het nood lot. want dit had gewild, dat hun ge sprek, hun complot, was afgeluisterd. Alles, elk onderdeel was bekend aan hun vijand. Voordat de Invasie kon plaatsvin den werden de overvallers reeds overmeesterd en een afschuwelijke slachting vond plaats De leider, de neef van de Chief, werd gevangen genomen, naar zijn gehate rivaal ge bracht'. en door deze gruwzaam be spot en gehoond Ten slotte liet de ze hem door bewakers naar de hoog ste torenkamer van Duntulm Castle brengen, waar hij werd ingesloten. Ellendig einde N DIE KAMER, die niets meer dan een cel was, bevonden zich slechts enkele attributen: een ta fel, een waterkruik, een brood en een stuk zout vlees. Het is niet moeilijk te raden vvat zich in deze cel afspeelde, welk drama hier plaats vond. Toen de dorst de man begon te kwellen, en zulks sneller vanwege het eten van het zoute vlees, nam hij de kruik om die dorst »e lessen. De kruik was leeg. En dat was dan één van de fijne, sadistische trekjes van de zoon van de oude Chief. Het is niet bekend hoelang de man het in de torenkamer van Duntulm Castle heeft uitgehouden. Evenmin hoe hij aan zijn einde is gekomen. Dat dit afschuwelijk geweest moet zijn, ligt voor de hand Margaret trok, na het verijdelen van het plan, in een klooster, leefde nog enkele maanden, en stierf ver volgens aan een gebroken hart. Nog geen rust k E EIGENAAR van Caledonian Inn. die mij dit verhaal vertel- de, voegde er aan toe dat men nog regelmatig de wanhoops kreten van de opgesloten neef boven op de sombere muren van het kasteel kan vernemen. Met name op storm achtige nachten. Een geluid dal sinister moet zijn, en dat erop wijst, dat de gefolterde man nog steeds niet de eeuwige rust heeft kunnen vinden. Dat was geen wonder, werd mij ge zegd, omdat de wijze waarop het slachtoffer zijn einde gevonden moet hebben, hartverscheurend is ge weest. Toen men namelijk vele jaren na dit drama de deur van de toren kamer opende, trof men daar alleen maar een skelet aan. Plus een ouder wetse aarden kruik. In die kruik zaten enkele tanden van het skelet. Tussen de overgebleven tanden van het skelet bevond zich een tot poe der vermalen deel van de water kruik. Wie zou er zich dan nog over verbazen, dat de .^eest van deze gefolterde nog permanent rond waart in en bü Duntulm Castle op het lieflijke Hebriden-eiland Skye? Bij Cape Wrath KORT DAARVOOR waren wij in het noordelijkste gedeelte van Schotland, ter hoogte van de beruchte Cape Wrath Er is daar in het hotel een aardige bar. die om half zes opengaat en waar zich tot half acht een merkwaardig soort volk beweegt. Het bestaat uit zeelie den en vissers, politieagenten en schaapherders. Op de avond in kwes tie bevond er zich ook een vrouw. Een bijzonder aardige vrouw, naar schatting van een jaar of dertig, die het zichtbaar op prijs telde, dat een paar Nederlanders zich de moeite ge troost hadden zo ver noordelijk te komen, met als enig doel de Kaap te zien. Ze dronk een goed glas bier, en wist heel wat van de geschiedenis van dit deel van Schotland af. Ze maakte een uitgesproken intelligente indruk, en ik vermoed dat ze onderwijzeres was geweest. Die zelfde vrouw vertel de ons een verhaal, dat volgens haar geen verhaal maar een feit was. De man in 't zwart OP EEN DAG was een jongen in de bergen bezig bij de schapen, toen er plotseling een man ver scheen. Hij was lang en ging in het zwart gekleed. De jongen kende hem niet, hetgeen vreemd was omdat hij iedereen in de omgeving kende. De man kwam naar hem toe en vroeg of hij bij hem in dienst wilde tre den. Hij zou een goede betrekking krijgen en heel gelukkig worden. Maar de jongen zei: „dat kan ik niet doen heer, want ik heb al een taak: Ik ben in dienst van de oude her der, die hier in de bergen woont Ik kan hem niet verlaten" Toen de man in het zwart aan hield, en de toekomst van de jongen in steeds schoner, verleidelijker kleu ren afschilderde, zei deze dat hij het voorstel wilde overwegen, maar dat Het boek bevatte aanwijzingen, adviezen, „recepten" tegen dui velse machten. Zoiets als een va demecum tegen de macht van Sa tan. Het bevindt zich nog steeds in de bibliotheek van het plaatsje, in de omgeving waar zich dit merkwaardige voorval indertijd heeft afgespeeld. Het heet Appin. Op een volgende reis door Schot land ga ik via Appin om het in te kijken. Heksenexpert UlVELS. demonen. geesten, heksen, schimmen. Het Boze Oog. Het Tweede Gezicht, zee meerminnenhet mogen dan stuk voor stuk irreële verschijningen op dit ondermaanse zijn, met flair en be grip verteld door een Schot vormen ze een eindeloos aantal thema's voor urenlange gesprekken. In Oban,, aan de westkust, was een vrouw, eigenares van een pension, die weliswaar niet mee? geloofde in het bestaan van heksen, maar die an derzijds in de heilige overtuiging leefde, dat die er vroeger wel dege lijk waren geweest. Ook deze vrouw was bepaald niet dom, en evenmin viel van haar te zeggen dat ze bul ten de wereld leefde. Het was een cu rieuze ervaring te ontdekken, dat ze absoluut geloofde dat heksen in een vroeger e tijd bestaan moeten hebben. Omdat ze dat van haar moe der had gehoord, en omdat die het weer van haar moeder had ver nomen. Ik zei haar dat geloof aan heksen baarlijke nonsens was, nu en vroeger, en toen ik dat gezegd had, bekruiste de pensionhoudster zich. Dat waa haar antwoord. Ze ging weg en kwam terug met de krant van die dag. Het was de Scottish Daily Express van 20 maart 1963. die ze openvouwde en haar vinger wees me de laatste kolom aan van pagina 10 Wat Ik las was Inderdaad frap pant, en dit om twee redenen. In het bericht werd geschreven over een zekere mevrouw Kirsty Lar- ner. echtgenote van een lector aan de Universiteit van Glasgow, die momenteel als „witcb specialist" als „heksen-expert". geldt. Me vrouw Lamer Is Londense van ge boorte en studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Edinburgh. Ze is in het bijzonder geïnteres seerd in de beruchte affaire van „Major Weir" (waarover door schrijver dezes in deze serie een bijdrage werd samengesteld) en momenteel bezig met het schrijven van een boek over de laatste grote uitbarsting van „witch-hunting" (heksen-jacht) die in 1697 te Pais- ly in Schotland plaatsvond. Vol- In de Highlands [NIEK is ten slotte de volgen de ervaring, die we opdeden in de dagen dat we door het gebied van Loch Etive in Noord- Schotland reisden Dit is een der wildste en tevens meest romantische delen van de Highlands, en als er wezens uit de „ongeziene" wereld bestaan, dan moeten die dèèr, aan de oevers van Loch Etive gevonden worden. Heel de sfeer, heel de scène werkt mee. Het is een land van hoge bergen, bossen, doodstille meren, en geheim zinnig door de moerassen voortrui- sende beekjes. Een land waarin alles zou kunnen gebeuren en waarin, vol gens de bewoners trouwens ook van alles gebeurt. Die avond /aten we ons door te warmen aan het open vuur ten huize van Iain en Kitty Maclver. We bevonden ons ln geen hotel, geen „inn" en geen pension, maar ln een .farmhouse", zoiets als *en tot pen sion verbouwde boerderij. Het was meer, over het ontstaan van legen den in een oeroud, archaisch Schot land, dat nog verkeerde in de pro- Christelijke periode op de grens van heidendom en druïdisme, maar het maakte niet de minste indruk op hem. Hij hoorde mij aan en ik merk te dat het hem speet dat ik dat soort dingen zei. Toen stond hij op en stel de voor dat we met hem mee zouden gaan. „Waarheen?" vroeg ik. „Naar bui ten, naar de rotsen, dan zult u haar zelf zien". Zijn vrouw bemoeide zich ermee, en verzocht hem geen dwaasheden uit te halen. We zouden kouvatten. de meermin van Iain Maclver er onzegbaar gezellig, royaal en. warm. We hadden er wel weken willen blij ven als het reis-schema ons maar niet dwars gezeten had. Na het avondmaal en de koffie werd er gepraat. Eerst over Hol land en toen over bijgeloof ln Schot land. Kitty Maclver wilde er niets van weten en de reden bleek me al spoedig: haar man, Iain, geloofde namelijk wel in verschijningen, die men in bepaalde omstandighe den te zien kreeg. Hij vertelde ons een aantal verhalen over zeemeer minnen en tegen tien uur kwam Mes a door Anthony van Kampen Tekeningen: ReinI de Jonge hij dan eerst overleg met zijn mees ter moest plegen. De man in het zwart verdween en de jongen ging naar de oude herder. Die wist terstond wie de vreemde be zoeker was geweest: De Duivel Hij zei de jongen dat hij, zodra de zwar te man zich opnieuw vertoonde, een cirkel om zich heen moest trekken en in die cirkel een kruis tekenen. Hij was dan veilig en onbereikbaar voor de Duivel De volgende dag weidde de longen zoals gewoonlijk zijn schapen en te gen het avonduur verscheen de man ln het zwart Ditmaal droeg hij een groot zwaar boek met zich mee. Ogenblikkelijk trok de jongen een cirkel en tekende hij daarbinnen een kruis. De man herhaalde zijn voor stel, maar de jongen weigerde. Toen werd de vreemdeling razend van woede en wilde hem grijpen Maar gens de reporter, die contact met mevrouw Larner had. heeft ze nooit een heks ontmoet en hoopt ze dat genoegen ook nooit te heb ben. Overigens is ze van mening dat „heksen" normal? vrouwen waren, die echter In hoge mate ge bruik maakten van praktisch toe gepaste psychologie. Terwijl ik het stuk las, bleef de vrouw des huizes stilzwijgend naast me staan. Toen ik het uit had, keek ik haar aan en vroeg wa* ze eigenlijk met dat artikel ln de krant bedoelde. Ze reageerde op de manier waarop een onderwijzer soms «eageert als een kind voortdurend iets niet wil of kan begrijpen. Haar slot-commen- taar was: „Wees maai gelukkig dat u er nog nooit een ontmoet hebt. Ze waren er en ze zijn er nog. Ze zijn bij ons en tussen ons Mijn moeder beeft het zelf gezeg"' het hoge woord eruit. Er huisde beneden de boerderij- in het meer, een meermin. HU sprak er heel ge woon over; helemaal niet als ie mand die leed aan een ziek, beze ten brein. Integendeel, zün „Lady from the Sea" was een normale verschüning voor hem. Ze bestond, ze was een realiteit, en niet een9 zo'n opzienbarende Er volgden ver halen over boeren in die 6treek. die ook op gezette tüdcn meer minnen aanschouwden. allemaal lieflük, „clean and salty", volgens Iain. Haar Iains meermin K» zie hem dat het me speet, maar dat ik 't eerst zou geloven als ik na al die uren bij het gloeiende vuur gezeten te hebben, met alle ge noegen van dien. En waarom dat risi co lopen uitsluitend ter wille van de nonsens van haar man? Ze verzocht ons met klem niet aan diens verzoek te voldoen. Hij Iain, keek me aldoor aan, en aldoor was er iets in zijn ogen, in zijn manier van kijken, dat me intri geerde. Zijn ogen zeiden: „ga toch maar mee, dan zul je haar zien, mijn meermin". Natuurlijk gingen we mee. Hij liep voor me uit en verlichtte het rotspad met z'n elektrische loop lantaarn Achter me liep mijn reis genoot, zijn schetsboek ln de hand, en evenals ik zich afvragend waar heen Maclver ons eigenlijk bracht. Het was om allerlei redenen een nog al fantastische onderneming, die me tegelijk onwerkelijk en dwaas voor kwam. Maar Maclver was dodelijk ernstig en het was beslist geen Iml- tatie-ernst. Hij bleef staan bij een rots en wees in de diepte. Daar lag het loch, het meer. Het lag er oneindig vredig en lieflijk bij. Het water was vol maakt rimpelloos. Het leek letterlijk op een stalen spiegel. De rotsen aan de kant werden, evenals het loch, door de maan beschenen, en het ge heel deed me denken aan een zeld zaam schoon arcadisch beeld. Ja, daar, beneden ons, kon nu van alles gebeuren. Maar zou er ook iets ge beuren? Ik wilde een cigaret opsteken, maar Maclver fluisterde me toe dit niet te doen. Ik vroeg hem wat er tegen was, maar hij gaf geen ant woord. Hij staarde strak naar bene den, in de richting van een bepaalde groep klippen. Ik vroeg, omdat ik m'n nieuwsgierigheid niet kon be dwingen, of ze daar dan zou ko men. Hij gaf geen antwoord. We hebben daar langer dan een half uur met z'n drieën gestaan, en ik denk dat we alle drie tot op ons merg verkleumden. Want het was daar even poëtisch als koud, en ten sotte gingen we hard naar het vuur ten huize van Kitty Maclver terug verlangen. Indien Ik aan een ding niet geloofde, dan aan de verschij ning van de meermin van Iain Mac lver beneden ons ln het loch of op ze gezien had. Ik zei nog veel de rotsen daar omheen. Zag u haar? DRIEMAAL ging zijn hand.om hoog en wees hij op lets. We keken met uitpuilende ogea ln de richting. Daar was echter niets dan het koolzwarte, volmaakt etllle water. Ten slotte stak onze begelei der een cigaret op en wij volgden zijn voorbeeld. Hij draaide zich om en liep terug. Terwijl we hem op de voet volgden, zei Ik hoe ongelooflijk mooi ik het loch en de rotsen had gevonden, en dat we hem dankbaar waren voor dat grandioze beeld ta de nacht HU bleef Ineens stilstaan en tel} „Zag o het?" Ik keek hem aan en vroeg (en bet klonk nogal ontnuchterend, vrees Ik): „Wat?" „Haar, de meermin". Ik verzeker n dat ik goed geke ken had, al die tyd. maar Ik kan er op zweren dat er geen meer min in dat loch was. En so was de ervaring van mijn reisgenoot „Nee. ik heb niets gezien, «f. Maclver". cel Ik. en mijn vriend, de tekenaar, voelde zich gedwon gen, die woorden te onderstrepen. Ook hU had, tot tUn grote spijt, niets gezien van de Lady frons the Sea. Iain Maclver keek ons een bectjn droefgeestig en vervolgens teleur gesteld aan. ZUn reactie tal Ik nooit vergeten: „Nu ja.... als jn ook geen fantasie hebt.1" Het vuur brandde nog en Kitty Maclver was nog niet naar bed. Zn schonk onze glazen nog eenmaal vol en vroeg met belangstelling of wo de meermin hadden gezien. lain Maclver wierp ons een sme kende blik toe en we hebben gezegd dat we het niet zeker wisten, omdat het zo donker was. en omdat het loch zo bedrieglijk glansde ln het licht van de maan. Er kon best van allee zijn geweest daar, ook de meermin. Hij was ten slotte een te goed galt heer om hem op z'n hart te trappen. En ten slotte, het was donker bij het loch, en waarom zou ze er niet geweest zijn, de meermin, een vlin derlichte droom tussen het zwarte water van Loch Etive en het gouden maanlicht?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 13