PELGRIMAGE NAAR IONA W' In 563 landde Columba op het eiland Het grote avontuur van de Ierse koningszoon, die Heilige was èn zeeman, staatsman èn poëet "3 T VRIJWILLIGE BALLING TUSSEN SCHEMERUUR EN MIDDERNACHT LBfDSCH DAGBLAD SATERDAG T DECEMBER 1MC DE WEG van Oban aan de noordwestkust van Schotland naar het eiland lona is een lange teeg en een moeili jke weg. Een der schepen van David MacBraine, de rederij die alle vervoer in de Hebriden-archipel verzorgtde #tLochnevis brengt ons via de Kerrera Sound en de Firth of Lorn naar de Sound of Muil. Het eiland Muil zelf wordt niet aangelopen. Een ferry, 'n miniatuur-motorbootje, brengt ons erheen, en die halve mijl in dat vaartuigje is bepaald niet zonder emotiesdank zij het feit dat er een harde bries staat, die een aanzienlijke hoeveelheid buiswater op levert. Drie man in glimmend geel oliegoed, vragen waar ons oliegoed is. We hebben het niet en dat betekent dat we doorweekt op de kust van Muil debarkereru Om lona, het volgende eiland en doel van de reis, te bereiken is het noodzakelijk dat we Muil in x'n gehele lengte doorsteken. Per bus. De bus is oud, zeer oud. Nog van voor de laatste oorlog. Niets werkt meer, behalve de motor en de ruitenwisser. Maar dat blijkt ruim voldoende voor de chauffeur, die in de dan volgende uren een vcr- keers-acrobaat van indrukwekkende allure blijkt te zijn. Mijn pen is niet in staat het klassieke werk van deze kunstenaar te beschrijven, verricht in de duizend S-bochten die genomen moeten worden eer de andere kant van het eiland is bereiktEr was óók nog zes mijl weg die geen teeg meer was. Alleen maar modder en losliggend graniet. Ook dat ging voorbij. Toen ik de man, die gedurende deze uren ons leven in zijn handen had, vroeg of hij retours bezat, knikte hij instemmend. Hij noemde een bedrag, maar gaf geen kaartjes. Op mijn vraag erom glimlachte hij droefgeestig, en zei dat hij het wel ont hield. Er waren eilanders, voegde hij er r>an toe die gingen varen, viervijf jaar lang. Als ze dan weer terugkwamen, ivist hij nog wel dat ze voor een retour betaald hadden. Zo was nu eenmaal zijn administratie. Een groot man. lona ligt nu onder handbereik, en opnieuw is er een ferry, een bootje .dat ons daarheen brengt. Het drama herhaalt zich, want er staat nog steeds een harde icind. En voor de tweede maal die middag proeven ue meer zout ivoter dan ons lief is- Maar het maakt niet veel indruk meer op me. Want nu ben ik op lona. één der 500 eilanden van de Hebriden, en van die 500 waarschijnlijk het merkwaardigste en belangrijkste. Omdat dit het eiland is. dat eens. veertienhonderd jaar geleden, een rol van beslissende betekenis heeft gespeeld in verband met de verbreiding van het Evangelie in West-Europa. Omdat dit eiland, dit lona, deze kleine bergtop in de Atlantic van nauwelijks 3Vz mijl lang en iVi mijl breed, een bruggehnofd Gods is geweest, welks historische bete kenis men nauwelijks hoog genoeg kan aanslaan. Omdat hier, op lona, het wonder plaatsvond van de landing van de Ierse missionaris Columba. St. Columba, een ma gistraal voorbeeld r^/t een pionier van het Christelijk geloof, van een Heilige die ook een man was, een avonturier en een zeevaarder, een staatsman en een dichter, een soldaat en een dromer. Kortom, een universeel mens en een onsterfelijk wegbereider van het Evangelie. Voor hém, St. Columba, ben ik naar dat eiland gegaan, waarvan hijzelf eens zei „Behold lona.... a blessing on each eye that see-ath it".... (Ziedaar, lona een zegen voor beide ogen die het aanschouwen), lona, het eiland waarop de Lamp van het geloof eindelijk na eeuwen heidendom in dit deel van Europa werd ontstoken, lona, dat zo oud als de wereld moet zijn. Zó oud, dat er in zijn rotsen geen archaische fossielen worden aangetroffen. Ze konden er nog niet zijn. omdat de aarde toen nog woest en ledig was. IE was Columba van lona, wat was dit voor een man? HU was een Ier van koninklüke bloede, towel van vaders als van moeders kant. ZUn moeder taf bem twee namen: Crimtbam, de Wolf. en Colum. de Duif. Waar- •rhUnlUk karakteriseren beide na men hem: de Wolf, omdat hü een vechter was en een avonturier; de Duif. omdat bU het Geloof verbreid de. Interessant Is te weten, dat het Hebreeuwse woord voor duif „lona" is. en bet LatUnse: Columba. Maar hel is niet meer dan interessant. Het is louter toeval. De eerste avond op lona worden we ondergebracht bij een familie die al jaren op het eiland woont. Het is treffend dat deze mensen, ondanks hun eenvoud, bijna simpelheid, alles weten van het leven van Colum Cil- le, de Duif der Kerk, zoals ze hem noemen. Men praat over hem alsof hij er nog is, alsof hij nog deel uit maakt van de gemeenschap daar op die rotspunt in de Atlantische Oce aan. Alsof hij hier vlakbij is, in de abdij, die we als een wonder van architectuur zagen opdoemen, toen we het eiland vanuit zee naderden. Van deze mensen hoor ik brok stukken uit het leven van deze on gelooflijk boeiende, fascinerende Ier se Heilige. Er wordt beweerd dat hij in Donegal, Ierland, vocht met de demonen die aan St.-Patrick waren ontkomen, toen deze trachtte ze uit te bannen. Columba dreef dat res tant duivels in zee. Columba moet een zeer gelovig man zijn geweest. Terwijl in Engeland, Schotland en op die eilanden nog uitsluitend heiden dom heerste, kende Ierland reeds het evangelie. In 432 was St.-Patrick be gonnen het te verbreiden. Hij kon dit ongestoord doen. omdat Ierland nooit een Romeinse bezetting had gekend. veel lijkt voor een copyright-kwes tie. Na de strijd moet Columba wroe ging gekregen hebben en de belofte hebben afgelegd, dat hij vrijwillig in ballingschap wenste te gaan om min stens zoveel heidenen te bekeren als hij mensenlevens had opgeofferd. Columba bezat, als elke Ier toen en nu, een mateloze liefde voor zijn land. en men moet Ier zijn, denk ik, om te beseffen wat dit besluit voor deze man, die ook nog een zeer dich terlijke natuur bezat, moet hebben betekend. Het was in elk opzicht een verbanning, zij het een vrijwillig. Er behoeft niet aan getwijfeld te worden, dat het hem strijd en tra nen gekost zal hebben, dit besluit. ontdekken in deze woorden, in dieminder gevaarlijk. Iedere heiden is naam. En dan begint zijn werk, dat tien tallen jaren in beslag neemt, en dat Met twaalf. HIJ vertrekt in enkele „cora cles" met twaalf vrienden, mede-gelovigen. Men is bijna geneigd te schrijven: met twaalf apostelen. En dat vertrek, het breken met Erin, Ierland, moet dra matisch zijn geweest. Achter hem zijn geliefd vaderland, voor hem de zee, de oceaan. Een onbekende, onbevaren zee, vol gevaren, vol mys teries, vol avontuur. Er is niets be kend van zijn ervaringen op deze historische zeereis, maar men mag aannemen, dat Columba en zijn scheepsgezellen naast al hun andere voortreffelijke eigenschappen, ook nog deskundige, ervaren navigateurs, zeelieden zijn geweest. Het lijkt mij anders moeilijk verklaarbaar, dat ze deze tocht, zo ongewis, zo boorde vol gevaren, tot een goed einde brachten. Welk einde? Waarheen voer Columba's coracle, waarheen dit Atlantisch avontuur, waar landden deze geïnspireerde Ieren, deze kleine Gideonsbende, ge laden, bezeten van een idee, boor devol idealisme om een menselijke echo te vernemen op rotsen, bevolkt door louter heidenen? door Anthony v. Kampen illustraties Reint de Jonge hem heiligheid en onsterfelijkheid zal'bezorgen. Zijn werk, bestaande uit het bekeren van de volken die aan die kusten leven. Hij bekeert ze: de Piktenkoningen en de Kelten, eerst op de eilanden, dan in Schotland, vervolgens in Midden-Engeland. Het werk is ontzaglijk moeilijk en niet van nature zijn vijand. Maar Colum ba is niet alleen maar een geïnspi reerd pionier van zijn Hemelse Va der, hij is ook man. krijger, soldaat politicus. Gewapend met een briljant verstand en voorzien van een groot gevoel voor psychologie, slaagt hij. Fin hij brengt, met lona als uitvals basis, de Blijde Boodschap aan dit deel der wereld. En hij hoort de echo's op de rotsen, en hij wéét dat zijn boete wordt aanvaard. Een groots, indrukwekkend, avon tuur. Het openbreken der poorten van heidense koningen en veldhe ren. Ze gaén open, hetzü door Co lumbas kruis. hetzU door zun stem. Geen poortwachter laat hem bulten staan als hU binnengelaten wenst te worden. Abdij in de avond HET is tegen tien uur, als men mij het verhaal over het tur bulente leven van deze Ierse Heilige heeft verteld. Dan staat de verteller, een man van lona, op en viaagt me met hem mee te gaan. De maan staat half aan de hemel en het licht ervan vloeit als een gouden stroom in de baai die dit eiland scheidt van het eiland Muil. Vlak voor me verrijst de abdij, de kathe draal van Columba. Hier werkte hij, hier bad hij, hier vocht hij met zijn heimwee naar Erin, Ierland, hier werd hij gekweld door alles waar mee Iedere mens, óók een kwartier maker van God. gekweld wordt. En van hieruit ging het evangelie naar de westelijke wereld. De abdij in de avond, met het maanlicht er over vloeiend, met vlakbij de doorlichte zee, en met overal Iets als een lichte aarzeling Columba van de komende lente, ls van een superbe pracht en majesteit. Ik voel me, dat uur, tegelijk weemoedig en onuitsprekelijk gelukkig, tegelijk tot In mijn ziel ontroerd en geladen met inspiratie. Men moet wel van steen, van staal, of van drievoudig gewa pend beton zijn, om niet los te ko men van alle modder en gruis, as en sintels die ons dagelijks leven ken merken. Het was een groots beleven, en ik zal mijn leven lang dankbaar zijn dat ik daar mocht zijn, dat uur, bij en in het huis van St.-Columba. de man van Erin. Als een strofe IN DE ABDIJ: ik zie het altaar, gemaakt uit Iona's marmer, welks nobele blankheid groen dooraderd is. De man naast me fluistert: „In iedere Schotse kerk in heel Groot-Brittannië is een stuk van dit marmer. mUnheer. een stukje uit Iona's hart". HU zegt het als een gebed en tcgclUk als een strofe uit een gedicht. Ik zie de tomben van eeuwen ge leden gestorven priesters, het „hoofdkussen" van Columba, be staande uit een plat stuk ruw graniet. En poorten, meer dan duizend jaren oud, en zerken, even oud. De maan valt door een paar glas-in-lood ra men en geeft dit alles een wijding, die onbeschrijflijk is en een schoon heid, die nauwelijks van deze we reld lijkt te kunnen zijn. Terug naar buiten: slapende cro- cussen in het groen, slapende scha pen bij de muren, en vlakbij, op enkele meters, het ruisende water van de Atlantic, dat tussen Muil en lona wordt geperst. Jahij moet een dichter zijn geweest, Columba, omdat hij hier zijn huis. zUn abdij. zijn kathedraal bouwde. Want waar hij liep, of stond, of bad of leed, hij hoorde de stem der zee en de stem der meeuwen. En dat waren de zelfde stemmen die hij kende van Erin, onbereikbaar voor hem onder de kim. Terug naar het goede huis van m'n vrienden op lona. We passeren de overblijfselen van het nonnenkloos ter. Restanten steen en stukken muur. Maar zelfs deze restanten ade men nog de grandeur van een groots verleden. Wat konden ze bouwen, de ze geïnspireerde Ieren! En hoe wis ten ze precies de plaats waar ze móesten bouwen. Hielp God hen? De Muze? Of beiden? Ik denk het laat ste. Waar hij landde DE MAN vraagt me of ik in staat ben tot een wandeling van een klein uur. Nooit was Ik minder vermoeid dan die avond We lopen langs de kust en bU brengt me naar de plaata waar nu, bUna 1400 jaar gele den, Columba landde. Er ls niets te zien. nieta bUzonders, niets spectaculairs, niets dat men na gemaakt heeft om die plaats te markeren. Maar alle generaties, mannen en vrouwen van lona, die na bem. Columba, kwamen zUn daar geweest, hebben daar geze ten, daar nagedacht en daar ge beden. Omdat bet, naast de ka thedraal, de meest historische plek is op lona, waar de berinne ring aan Columba levend wordt gehouden: de plaats waar hü landde met zUn coracle. Ik heb daar ook gezeten, en ge tracht me dat moment, het uur van de landing, te verbeelden. Natuurlijk zonder resultaat. Men weet het niet, en k a n het ook niet weten, hoe he is gegaan. Hoe deze dertien mannei de leider en zijn twaalf apostelen, her land bereikten. Hoe ze reageerdei Hoe verheugd ze waren. Ofa men de natuur van Columba, met ee hart vol tranen over zijn verlore Erin, meent te doorgronden, met hoe veel heimwee en droefheid. De-plaats-met-de-rug-naar-Ierlan< Hier werd begonnen met dit christt lijk avontuur, hier moeten dei monniken God's hulp hebben afge smeekt omdat ze wisten dat een we reld van heidendom en vijandscha hen wachtte. Wat moet er in de ha ten van deze zeevaarders, doorweek koud tot op hun merg, dodelijk veï moeid van de eindeloze reis. zijn onl gegaan. Men kan er naar raden, mtf kan er over fantaseren, maar ma weet het niet. Omdat ook dit opgegaan in de mist der tijden. Maar wat niet in die mist is p gegaan, dat is de vrucht, het resu taat van dat avontuur. De vrucht, die vandaag, en mo gen. en overmorgen opnieuw, ge plukt kan worden. Dank zij Colurn ba, die Wolf en Duif was, Columb die dichterlijke voorloper van h Evangelie in dit deel der wereld. heb dat alles, „met-dc-rug-naar-Ief land-gewend," overdacht. En wat daarvóór in de kathedraal aan z had gevoeld, dat gevoelde ik op nieuw op de landingsplaats, dat zin vol en groots symbool van militaP christendom: de ontzaglijke macl die van een werkelijk geïnspireer en daardoor geheiligd, christendo kan uitgaan. Dat dit werkelijk bei gen kan verzetten. En heidense k< ninkrijken kan doen vallen. Hij, O lumba. Wolf en Duif, verzette ze liet ze vallen. Wij weten het, al het dan, op enkele dagen na, vee tienhonderd jaar geleden dat dit ge beurde. Gezegende klippet Naar lona Een belofte DE directe reden dat Colum ba zUn land verliet Is niet volledig bekend. Men ver telde mU op lona. dat een andere Ierse Heilige. Finian of Clonard bet Boek der Psalmen bezat, dat in het geheim door Columba was over geschreven. Deze wilde er mee werken, maar Finian vond dit een kwestie van diefstal van geestelük goed, en bracht de zaak voor bU de koning van Ierland. Men zou kunnen zeggen: de eerste rechtzaak op het gebied van copy right en „plagiaat" De koning zei: „Het kalf hoort van 1 de koe en de kopie van het boek", aldus Columba ln het ongelijk stel lend. Deze, een even intelligent als driftig man, nam het besluit niet en zijn clan, zijn familie en vrienden na men het uiteraard evenmin. Ergo: oorlog. Er vielen duizend man aan de ka-nt van Finian. hetgeen rijkelijk Na van Derry, Noord-Icrland, in noordelUke richting te zUn ver trokken. werd het eerst geland op het eiland Oronsay. Maar de belofte van Columba was, dat hü daar zou landen en blUven. waar hij de kust van Ierland niet meer zien kon. En die zag hU nog op Oronsay. Afgezien van de belof te was Columba er geen natuur voor om zUn geliefd Ierland wel te zien. aan de kim. maar er niét naar terug te mogen gaan. Ruiten Ierland te leven en het toch te zien was voor bem onrao- gelUk. Er kwam een volgende rotstop uit de oceaan welven. lona. Co lumba landde opnieuw. HU be klom de eerste heuvel die hU zag en keek om zich heen. In het zui den was niets dan de lege zee, nergens werd de kim meer gebro ken. En dat was de plaats. De coracles werden begraven en Columba bouwde daar, op die heu vel, een cel. Hij noemde hem (en het heet daar nog zo) Cairn-rul-ri-Erin dat is „the cairn of the back turnec to Ireland" (de cel met de rug naai Ierland gewend). Het lijkt niet moei lijk ook hier de dichter, de poëet U tERUG in het huisje van mlil vrienden op lona. Er wond maar een kleine 90 mensen d het eiland. Eenvoudige mensen, dj ij de restanten van het nonnenklooster ver, eindeloos ver van de wereld schijnen te leven. Men krijgt niet i indruk dat hen dit zwaar drukt. Md krijgt wel een óndere indruk: d| hun leven een goed leven is, en dI ze het gemis van ónze wereld W paald niet als een gemis beschouw^' In het vertrekje waar ik sliï stond het raam wijd open. Het wf, de eerste lentenacht, zij het dan nif in overeenstemming met de kalenden Maar lona is. naast alle andere zejL ningen, ook nog gezegend met ef verre uitloper van de Golfstroom, f dus is het daar doorgaans eerdL lente dan waar ook in west-Euron Ik heb lang voor dat open raam* gestaan. De muren van bet kloos-> ter en de contouren van de katbe-0 draal waren zichtbaar. Hun sil houetten stonden groots en zwaard tegen de avondhemel, die noijj steeds vol smeulend maanvuurM was. De zee schuurde dof ruisendji voorbü. niet baar oud geluld dat* de eeuwen door nog nooit veran-g derde. Het geluid, waarover i dichter Columba vele malen zUn verzen schreef. Het was bUna middernacht, r De eerste nacht die Ik door*U bracht op de gewUde aarde, de^ gezegende klippen, van het ar-tt chaische eiland lona ln de At-li lantlsrhe Oceaan. ;r k I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 4