hebben weinig begrip
voor levenswijze der Tirolers
ENRICO NECKHEIM:
KERK EN JEUGD (iv)
"Minderheidskwestie
\met koloniale kant
muzikale duizendkunstenaar
EflERI flLimcr.TRRi
Economie en
politiek
WOORD
VAN
BEZINNING
Cleidsch dagblad
WERKTE VOOR ALLE VIER
RADIO- EN T.V.-ZUILEN
iterdag 23 november 1963 Pagina 1
fx
Ge Een onoverbrugbare kloof tussen Italianen en de door hen geannrx-
Zuidtirolers ligt niet alleen in haarkleur en taillemaat. Tegen-
2 er het historisch gelijk van de Zuidtirolers staat het maatschappelijk
tjw Ijjk der Italianen, tegenover het „Blut und Boden" van het bergvolk,
rooruitgane van het moderne Italië. In Zuid-Tirol betekent Italiaans:
H deden, de industrie, de techniek, de administratie, de blik op morgen.
Tirools: de dorpen, de landbouw, de folklore en het heimwee naar het
onó leden. De Italianen zijn de gesalarieerden en des de verbetering, de Ti-
de huidige en voormalige bezitters en dus voor het behoud en
herkrijgen.
behalve dan de Tiroler onderne
mers in handel, toerisme en kre
dietwezen.
Die waren het, die in de Südti-
roler Volkspartei de groep „Op
bouw" stichtten, die een voor
waartse uitweg uit het probleem
zocht. Maar de SVP heeft hen po
litiek en soms zelfs economisch de
nek gebroken. Want de meerder
heid der Tirolers wil niet alleen op
zijn bergen maar ook op zijn on
omstotelijk gelijk blijven zitten.
Vandaar dat SVP-voorzitter Sylvus
Magnago zegt: „Ik wil in Zuid-
Tirol geen „Wirtschaftswunder"
want de morele vervetting en het
louter materialistisch denken zou
het einde van de Zuidtiroler volks
groep betekenen".
Zuidtiroolse kwestie ls dus
ircn, t alleen een minderheidspro-
ons,fen. zij heeft ook koloniale as-_
n. Maar het is sinds het
;me is verdwenen een
Kf lll>eraal kolonialisme. Zoiets
5trai* verlichte kolonialen het zich
rstellen. Men is misschien uit-
van een onrechtmatige
maar nu overwegen de con-
Ieve kanten.
Tirolers ontkennen dat con-
Hifctieve element met heftigheid,
354.
Alleen de handel verzacht de
tegenstellingen: op het bord
van de kruidenier vinden de ta-
len elkaar boven de hoeden van
de bierdrinkers en de reclame
voor de aperitiefs.
„Onschuld"
Magnago wil dus geen economi
sche oplossing van het politieke
probleem-Zuid-Tirol.
Hü prefereert vermoedelijk een
politieke oplossing van het econo
mische probleem! Hij en zijn par
tij stimuleren dus het Tiroler lo
kale patriot isme.
Het klampt zich hardnekkig vast
aan de zelf geschreven rol van
„spiritueel en hoog-cultureel berg
volk met superieure deugden en
nationale eigen-aard" omdat die
rol bij zijn gelijk past. Maar om
dat die rol het materialisme
verwerpt en de nadruk op het
„volkse" legt. verzeilen de Zuidti
rolers onvermijdelijk in het vaar
water van het „Deutschtum". Een
woordvoerder van de SVP, een aca
demicus. die het nazisme zei af te
wijzen, klaagde jegens mij over de
oorlogsmisdaad in Dresden en over
„schandelijke folteringen van
Duitse krijgsgevangenen in Neder
landse kampen". En Franz Burri,
een hedendaags apologeet van de
al-Duitse zaligheid schrijft: „De
ties,
kaan
Leiof
sus
etdll
lede
eclei
sweg
0 per
Ier*
plek
traat
Zei
w-0:
i)n 3
gavo:
IpU
thuu
toorn!
en ti
1
717
luden
in 0
al ad
»or t«
ivartt
pootj
fvent
SpieC
niet
rulH
bron
11. K
\af
nwod
'kan#
zoldf
er.
no. I1
hoek»
zoldr
uur t~
met
btf
ontf
lljnla-''
iat 33
ckflat
ru lid
n offl
bi*
In de voorafgaande drie ar
tikeltjes werd er van uitge
gaan dat er rondom de
jeugddienst een jeugdge-
meente bestaat, die gevormd
wordt door de verschillende
christelijke jeugdorganisaties.
Waarom deze jeugdvereni
gingen ontstaan zijn en wat
hun functie behoort te zijn.
is toen niet ter sprake geko
men. In dit vierde artikel, zal
dit aan de orde worden ge
steld.
Jeugdwerk ontstaat altijd daar,
waar er een kloof is gekomen
tussen het gezin en de maat
schappij. Wanneer het gezin niet
meer in staat is in de eigen be-
Totaal andere is dat geworden
»edert de opkomst van de in-
lustrie. Het gezin was niet meer
>ij machte vakkennis bü te
jrengen, evenmin als de
steeds meer geëiste school-
tennis. Het gezin was vooral
niet bij machte de geestelijke en
sociale training van de jeugd te
verzorgen, die dringend nodig
was in een maatschappij, die
snel veranderde.
En dan zien we het gebeuren,
dat in het derde milieu (dus:
ningsinstituten. die de vorming
van een gezin en school aanvul
len, al naar gelang de eisen van
de tijdsomstandigheden.
Op grond van deze constate
ring kan er nu ook een beschrij
ving gegeven worden van de
functie (en dus het bestaans
recht) van het tegenwoordige
jeugdwerk Onze samenleving
kent een wonderlijk mengsel van
welvaart en pessimisme. De
meeste jongeren zijn gewend ge
raakt, aan comfort en luxe. maar
tegelijkertijd hebben zij weinig
verwachtingen van de toekomst.
Dat dit tot conflicten en span
ningen leidt, is begrijpelijk. Het
rich niet, kunnen aanpassen het
niet bereid zijn zich te schikken
in de geldende normen, de onver
schilligheid t.a.v. wat ouderen
belangrijk vinden (politiek en
godsdienst), het zogenaamde
sloten kring de kinderen volledig
..op te leiden" voor het leven in
de maatschappij, blijken er
spontaan allerlei jongerengroe
pen op te komen, die a.h.w. een
aanvullende opleiding gaan ge
ven. Dit verschijnsel is duidelijk
te illustreren aan voorbeelden
Uit de geschiedenis van de laat
ste anderhalve eeuw. Voor 1800
bestond er geen Jeugdwerk. Er
was ook geen behoefte aan, want
het gezin was volledig in staat
de kinderen die vorming te ge
ven. die zij nodig hadden: in
de boerenfamilies werden de
jongeren in het eigen bedrijf op
geleid en later ook in het eigen
bedrijf opgenomen; in de stads -
families, die voornamelijk zich
bezig hielden met handwerk of
kleinhandel, leerden de kinderen
van hun vader het beroep en
kwamen later ook in de zaak
van hun vader. Er was geen
kloof tussen gezin en buitenwe
reld, zodat ook een opleiding
door die buitenwereld niet nood
zakelijk was.
naast gezin en school) initiatie
ven ontstaan om een aanvul
lende opleiding te gaan geven.
In 1853 sticht Capadose zijn
eerste zondagsschool, die bedoeld
was als een geestelijk-weerbaar
maken van de kinderen die in
een materialistisch denkende
wereld moesten gaan leven. En
in 1855 ontstaat het Nederlandse
Jongelings Verbond, dat zich
behalve óók met de geestelijke
training bezig is gaan houden
met maatschappelijke vorming
(een sociale bewustmaking in
een samenleving waarin de
tegenstelling arm-rijk bijzonder
schrijnend was). Dit reageren
van het jeugdwerk op de situa
tie in de maatschappij zou stap
voor stap te volgen zijn in de
geschiedenis, via de emancipa
tiegedachten (sedert 1870).
het idealisme van na de Eerste
Wereldoorlog, de crisisperiode in
de jaren 19301935, tot aan het
heden, en steeds weer kan het
zelfdp geconstateerd werden; de
Jeugdorganisaties zün de trai-
nozemprobleemal die ge
dragsmoeilijkheden zün ver
klaarbaar uit de huidige situatie
Er ligt dan ook de grote op
dracht voor het jeugdwerk: jon
geren leren hoe zij als volwaar
dige mensen kunnen leven in
onze maatschappij, wat hun
houding moet zijn enerzijds te
genover het profiteren van de
welvaart, en anderzijds tegenover
de toekomst die ons te wachten
staat. En als christenen dit
Jeugdwerk doen. zullen zij zich
moeten laten leidendoor de bij
belse visie op wat „volwaardige
mensen" zijn. Als christenen
jeugdwerk doen zullen zij een
zodanige aanvullende training
geven, dat de jongeren gaan be
grijpen, hoe iemand die in God
gelooft, zich in deze wereld kan
gedragen.
A. J. Lamping,
herv. jeugdpredikant
te Leiden.
Vorig Jaar begeleidde hij tijdens
het Grand Gala du Disque in het
Concertgebouw de Franse chanson-
nière Nicole Louvier, die hem ach
teraf een Franse tv-uircending be
zorgde.
Oorspronkelijk we vergaten
dit nog te vertellen scheen En
rico voorbestemd voor de viool,
want nadat hü op 12-jarige leeftüd
bü de „Wiener Sangerknaben"
koorlid geweest was. was hü reeds
als 17-jarige violist by de Wiener
Symfoniker. Later brak hü echter
bü het skiën zün linker hand. zo
dat hü tot de piano besloot.
Alvorens tenslotte voor alle vier
radio- en tv-zuilen te verschijnen,
stichtte hij een cabaretgroepje, dat
o.a. experimentele gedichten met
zyn eigen muziekcomposities bracht.
En almaar bruisend van plannen,
kwam hü van het een op het an
der. Terwyl het radioprogramma
b.v. meldde: „12.38. Lichte Italiaan
se klanken door Erico". wierp hij
zich gelyktijdig ook op als oprich
ter-componist van een trio, dat in
het seizoen '61/ '62 het cabaretgezel
schap Johnny Kraaykamp met
diens programma „Stukken en
beetjes" muzikaal ondersteunde
By ons bezoek toonde zyn werk
kamer overal de stille getuigen van
zün activiteit: ons oog viel op een
slingerend tv-contract. en op een
grammofoonplaat, welke hoes ver
meldde: „Mieke Telkamp. Van
avond. Enrico Neckheim met rit
mische begeleiding".
En elders vindt men dan weer
aantekeningen, die betrekking heb
ben op de twee door Enrico ge
schreven composities, die door het
Radiof ilharmonisch orkest ten doop
gehouden werden, waarbü hij zelf
de pianoparty als solist voor zün
rekening nam.
Maar hy weet. dat hem nog een
zware strijd wacht, voordat de doe
len verwezenlijkt zün, die hem voor
de geest zweven. Maar hoe dan ook
deze duizendkunstenaar met zün
rusteloze zigeunerziel zal niet ge-
makkelyk eenmaal veroverd terrein
weer prys geven. Wel zal het hem
gemakkeiyk vallen om precies Je
zelf de te blüven, zoals hü zich ook
bü de komst naar ons land presen
teerde bescheiden, nonchalant
en wat ondefinieerbaar.
Van bar-pianist tot comjtonist ran filmmuziek
verschijnt, brengt hij een golf van
driftige beweging teweegwant hy
stort zich nu eenmaal enthousiast
en vol ïnnerlyke onrust maar
bovenal met byzondere toewüding
op alles, wat muziek is
„Ja, men is in Europa niet ge
wend. dat iemand meei dan één
ding doet", zo zei hij. Hü heeft vol
gens zyn woorden „;uün eigen ideeën
voor shows en films" en zit verbe
ten met scheef gehouden hoofd
achter zün aftandse studiepiano
om met vele doorhalingen zijn com
positie voor piano en orkest „De
Muur" te voltooien.
Maar 's avonds vindt men hem
ook achter de piano van het caba
ret van Fiet en Frans Koster aan
het Raamvest in Haarlem en zo
is hü steeds met vier of rijf am
bities gelüktijdig bezig. („Dat geeft
spanning dat moet ik doen
Ook toneelmuziek
Inmiddels heeft hij ook reeds als
componist van toneelmuziek van
zich laten spreken Anouihlvoor-
stellingen voor de t.v. „De Gijze
laar" van de Ned. Comeöie), terwyl
hij zoals gezegd ook menige
balletillustratie schreef, zoals „Di
vertissement'' voor Hans van Ma
nen. Daarnaast was hy ook de man
van de muziek voor de Albert Mol-
shows en werkte o.a. Incidenteel
met Dora Paulsen, Mieke. Telkamp.
Joekie v. d. Valk en Jaap Mole
naar.
ENRICO NECKHEIM
altijd vier of vijf zaken tegelijk.
(Van onze reisredacteur, W. L. Brugsma)
(III)
De Waidbrucker dorpskapel is uitgespeeld, zes donkere eenzamen,
[Op het dorpsplein staan zes donkere Italiaanse
jarabineri" in zwarte uniformen en staren
uister naar de in rood en groen uitgedoste Ti-
oler muzikanten, die hun instrumenten hebben
jergezet. Die kijken nors terug. Want het zon-
Lgmiddagconcert in Zuid-Tirol is zelden een
rst en altijd een demonstratie.
J De Duitse toeristen kiezen partij en zeggen
jndelijk dat zij altijd van hun voormalige bond-
►noten hadden willen zeggen. „Net bioscoop-
tiers", roept er een. En een ander: „Wat zijn
t dapper, hè?". Mij bekruipt medelijden met de
die op het droevigste
uur van de week, de zondagse schemering, tus
sen vreemde bergen weinig begrip hebben voor
e envolk, dat in een andere taal spreekt, denkt
en doet. Waarom, zo vragen de carabinieri zich
af, trekken die Tirolers leren broeken aan en
dezelfde groene hesjes, waarom blazen zij lompe
muziek en stampen zij in het rond met hun rode-
konenmeisjes? Waarom zitten zij in ..Bauern-
stuben" en vullen zich met zuurkool en spek?
Hoe is het mogelijk dat zij dit alles verkiezen
boven de Italiaanse levenswandel?
kwestie Zuid-Tirol te even hooghei
lig als de gebieden van het oude
Reich over de Oder-Neisee grens
en het „Südetemraum" het zün".
De Zuidtirolers blijven even
hardnekkig (op dezelfde goede
gronden en met dezelfde slechte
gevolgen) de verdrukte onschuld
spelen als de Palestijnse vluchte
lingen. Passen zü zich bij de nieu
we situatie aan. dan vervalt im
mers de urgentie van hun aan
spraken. Maar het heeft niet ver
hinderd dat hun intellectuele elite
voortdurend is afgeroomd door
emigratie naar Oostenrijk en
Duitsland. Die onthoofding, de af
geslotenheid van de bergen, de so
ciaal-economische structuur en de
historische verongelyktheid heb
ben vele Zuidtirolers min of meer
een neurose bezorgd.
Nationalisme
en godsdienst
Op het dorpsplein van Waid-
bruck kan men deze en alle an
dere tegenstellingen zien die het
probleempje Zuid-Tirol zoveel fun
damenteler maken dan het geogra
fisch is: het fysieke contrast tus
sen berg boeren en de donkere ste
delingen. tussen bier en aperitif,
collectivisme en individualisme,
olie en water. Behalve het waar
neembare feit. dat Italianen en
Zuidtirolers allen op twee benen
lopen, hebben zü slechts luttele
dingen gemeen: het nationalisme
en de religie. Omdat het Duitse en
Italiaanse nationalisme beide
tegen de verdrukking in zün ge
groeid. wordt de dovemansdialoog
tussen de twee nog hysterische:
van wat er aan beide kanten over
het probleem wordt gezegd, is bij
na geen woord of cüfer te gelo
ven. De communicatie tussen hen
is zo gebrekkig, dat zü er zelfs niet
in slagen elkaar werkeiyk te ha
ten: zü koesteren doofstomme ver
bazing over en dus afkeer van het
vreemde dat de ander biedt.
Rest de brug der religie. Beide
groepen Tirolers en Italianen be
horen tot de Rooms-Katholieke
Kerk. Kan die haar schapen tot
elkaar brengen en hen leren met
elkaar te leven? Ik vroeg een Ti
roler dorpspastoor wat hij ervan
dacht. Hij nam een slok wyn en
zei: „Het beste zou zyn de 130.000
Italianen in Zuid-Tirol terug te
trappen naar waar zij vandaan
komen", aldus deze nationalist, ter
wijl buiten de zon over de bergen
scheen en de vogels in de dalen
een vrolyk lied zongen.
Componist-musicus Enrico Neckhehn is 36 jaar en maakt met zyn
nonchalante kleding .heldere ogen en kort krullend kapsel (dat snel aan
het vergrijzen ls) de zachtmoedige indruk zich maar het liefst wat af
zijdig te houden van het luidruchtige gedrang der carrière-makers
Maar deze Amsterdammer heeft een verstopte foxterrier-natuur, die hem
reeds hielp zich van bar-pianist tot componist van filmmuziek op te
werken en het heeft er alle schijn van dat Enrico, die reeds veel voor
tv, radio, ballet, enz. presteerde (hy heeft ook een aantal grammofoon
platen op zijn naam staan) in de toekomst nog vaak van zich zal doen
spreken
Water in piano
Maar Enrico heeft altüd in de
groei der dingen geloofd en niet
in het minst in de eigen groei
en dit begon al op arie-jarige leef
tüd, toen hü de piano van vader
vol met water goot. Want deze. die
graag een vleugel wilde hebben,
verkondigde na zün tuinarbeid im
mers steeds, „dat alles van water zo
groeide"
Later begreep hü dan, dat menig
groeiproces niet zo makkeiyk op
gang gebracht kon worden: in Am
sterdam werkte hü twee jaar lang
twaalf uur per dag om zijn diploma
pianoconservatorium te halen (bü
Gerard Hengeveld) en moest in de
rol van werkstudent zün virtuoze
vingers in menige bar tot diep in
de nacht over de toetsen laten ghj-
den
Nadat hü geslaagd was, duurde
het nog meerdere jaren voordat het
licht van het succes wat ging glo
ren: eerst in maart '37 meldde het
radioprogramma zün naam in ver
band met „een korte solo" over Hil
versum I. Intussen had hü echter
niet stil gezeten, maar men zag in
hem toch niet veel meer dan een
knappe entertainer, die klassiek er
modern behendig door elkaar goo
chelde (en die even makkeiyk over
schakelde van een zigeunermelodie
naar Chopin of Rachmaninoff, als
van Gershwin naar een negro
spiritual
Maar de mensen vinden el
kaar niet: met gebogen hoofd
loopt de Italiaanse alpenjager
op zondagmiddag langs de Ti
roler klederdrachten in het land
waar de bergen en dalen twee
namen hebben.
Zün Oostenrijkse vader stond eens
voor een zigeunerorkest en zün Ita
liaanse moeder was pianiste. Een
van zijn grootvaders was Hongaar,
terwijl Enrico's wieg in Djakarta
stond, zodat het eigenlijk niet hoeft
te verwonderen, dat hü naast een
gecompliceerd karakter een veelzij
dig talent kreeg.
Na de oorlog raakte hü op drift
en zwierf door alle werelddelen,
totdat hü in '51 berooid en slecht
onze taal sprekend in Amster
dam neerstreek en categorisch ver
klaarde: „Hier voel ik me thuis
Men noemde hem reeds gauw de
„zigeuner van het Leidseplein" en
zag in hem ook niet veel meer dan
een der vele artistieke zelfkantfigu
ren die gedoemd zün ongenoemd en
wat verbitterd ten onder te gaan
Het was zo'n type, waarvan menig
een al spoedig zei, dat Je hem altüd
voorbij zag lopen ,waar en wanneer
je in de stad ook maar ergens uit
een raam keek
„In zün vrüe tüd componeert hü
ook", zei men van hem ten soms
met een geringschattend accent),
maar men moet. Jef van der Hey-
den na zün debacle met zün „Fiet
sen naar de maan" de eer laten,
dat hü de soherpe neus had Enrico
de begeleidende filmmuziek te laten
componeren, die allerwegen een
goede pers kreeg. („Ik zocht hier
voor negen man van het Kunst-
maandorkest uit, waarvoor ik
stuk voor stuk de arrangementen
schreef
Inmiddels begint zün ster snel te
rijzen; hy werkt ook voor Oscar-
films en krijgt vele verzoeken om
balletten en tv-shows muzikaal te
illustreren.
„Men moet irdj kunnen delen",
aldus zei hü ons in zyn wat moei-
ïyk Nederlands, waarmede hy be
doelde, dat men licm zowel als
componist, arrangeur, entertainer,
solist, begeleider en nog zoveel meer
moet zien. Overal, waar Enrico