„Huwelijksreis" van twee jaar naar Kameroen Gebrek aan vakmensen Eerste groep jongeren-vrijwilligers aan het werk r FOTO'S W. DIJKMAN (LEIDSCH DAGBLAD TYPOGRAAF FRANK VAN HILST: door de moeilijkheden heen slaan dan alleen." Zijn bruid vult aan: „Je hebt iemand nodig, by wie je je kunt uitpraten." Johan schiet nog een byzonderheid te binnen: „In Kameroen is polygamie. Waar wij komen, is een stamhoofd met onge veer honderd vrouwen." En Diet, lachend, meteen: „Misschien vinden zij het wel armoedig, als je daar met één vrouw aan komt." Johan mompelt ook voor dat probleem wel een oplossing ter plaatse te kunnen vinden. Landbouw en kindervoeding zijn de kernpunten van het project in Kameroen. Als huishoudkundige zal Diet zich vooral gaan inspannen voor verbetering van de kindervoe ding. „Van de kinderen sterft veer tig procent zodra zij geen bor.'t- voeding meer krijgen", vertelt zij. De oorzaak: gebrek aan eiwit door te eenzijdige voeding. Er zün dorp jes waar men alleen maar bananen eet. Andere stammen hebben het menu „uitgebreid" met mais en cas save. Maar vlees, vis of eieren eet men niet. Hoewel er kippen zijn. Hoewel er zelfs koeien zijn. Maar die koeien worden niet ge molken en evenmin geslacht. Waarvoor ze dan wel dienen0 ..Al leen als statussymbool", vertelt Johan. die als landbouwwerktuig- kundige met het team meegaat. ..Men heeft liever tien magere dan negen vette koeien." De landbouw in het gebied van Bamboei is nauwelijks florissanter dan de „veeteelt". De vrouwen be werken de grond nog op dezelfde manier als haar betovergrootmoe ders deden, zegt Johan hoofdschud dend. „En de mannen lopen er de kantjes af", merkt Diet op. „Ja", zegt haar man, „als ze ons zien werken, lachen ze ons misschien wel uit." TTeinig Johan bekent, dat hy bitter wei nig van Kameroen afwist, voordat in Amsterdam de zware spoedcursus begon welke de JVP'ers drie maan- den lang byna elke dag van s och tends acht uur tot 's avonds haK tien in touw hield. Na van ruim veertig docenten les te hebben ge had in Engels, neo-kolonialisme. Rusland en de ontwikkelingslanden, het koken van inheemse gerechten, land en volk van Kameroen, toe passing van westerse landbouwtech nieken in Kameroen, huishoudkun de, kweken van zoetwatervissen, veeteelt en pluimvee in de tropen, kindervoeding, gezondheidszorg enz enz., zegt zijn vrouw Diet niette min: „We weten er eigenlijk nog zo weinig van. We moeten er eerst zijn." Tropener faring Tot de weinige Kameroen-vrywil- ligcrs die al tropenervaring hebben, behoort Trees Bolland uit Driehuis (Velsen). Zy was net terug uit Nieuw-Guinea, toen zü in de krant over het Nederlandse vrijwilligers korps las. Terug uit Sorong. waar zij tweeëneenhalf jaar by het onder was is geweest. „Het was een heer lijke tijd Ik vond het ontzettend jammer, dat ik weg moest." w jterdag 23 november 1963 tynop EMKA maakt een wanhopig gebaar ►rtte."1 hoe krijg ik dat allemaal mee E moet maar boffen, twee wittebroodsjaren in Kameroen. Dat is bij wijze van grapje weieens tegen Johan Rip (24) en Diet van den Bosch (ook 24) gezegd. „Ze zullen daar voor ons het irood wel bruin bakken", was dan hun lakonieke reactie, „want ten huwelijksreisje wordt het bepaald niet". Dinsdag, amper drie weken na hun bruiloft, zijn Diet en ohan in de trein naar Marseille gestapt en daar de volgende lag op de boot naar Kameroen. Samen met negentien andere mge Nederlanders vormen zij de eerste groep, die in het kader an het Jongeren Vrijwilligers Program door de regering is jtgezonden om deel te nemen aan een ontwikkelingsproject, ien tweede groep vertrekt half december naar noordoost-Bra- ilië, een derde waarschijnlijk in mei naar Columbië. zeker de eerste jaren, twijfelachtig is waarom, zoals een JVP'er ont hulde. „alle zwevende idealisten bij de selectie werden afgetest". De Ka meroen -vrüwilligers die wij spraken, bedankten er allen categorisch voor om als „idealist" te worden bestem peld. „Maar we willen ook niet voof avonturiers worden aangezien." Wat zy dan wel zyn? Toen we dat vroe- geen, kregen we een veelheid van antwoorden waaruit dit grondpa troon viel te destilleren: van alles wat. Johan antwoordde voor twee. „Er komt natuurlyk wel iets van idealis me om de hoek kijken. Ik zie het als een morele plicht, dat wy. die in een welvaartsstaat leven, proberen mensen te helpen die in armoede leven", doceerde hy. „Maar er zyn nog andere factoren. Zin voor avon tuur. De bedoeling om zelf iets te leren. Het verlangen om een ander deel van de wereld te zien, om te kijken hoe daar de mensen leven en werken. Dat alles by elkaar maakt, dat wij graag gaan. Maar alleen- maar-idealisten zyn we zeker niet, dan zou het waarschynlijk niet luk ken". Trees Bolland (27), als onderwy- zeres gewend om bondig te formu leren, zei: „Het waarom is een com binatie van idealisme en wat ik zelf prettig vind. De tropen trekken me. Het is niet zo, dat ik zwevend er gens naartoe wil fladderen." Frank van Hilst <25, typograaf) sprak van een „mengeling van ge voelens". Noemde zucht naar ver andering. zin voor avontuur en een dosis idealisme. „Maar wie met hooggestemde idealen weggaat, wordt teleurgesteld. Je moet een zekere nuchterheid hebben. Mis schien zien we na twee jaar wel he lemaal geen resultaten". Rob Coole (23, onderwijzer) noem de als zyn drijfveren „een reëel idealisme en een zekere drang om verder te kyken". Hij voegde er aan toe: „Je moet natuurlijk een beetje avontuuriyk zijn, anders kun je be ter niet gaan." HET is enkele dagen voor het vertrek van de Kame roen-vrijwilligers. In de huiskamer vdn slager Van den Bosch in Bennekom (bij Arn hem) staan vensterbanken, dressoir en tafeltjes vol met planten en vazen bloemen kleurige restanten van het brui loftsfeest. Voor de haard ligt een onmogelijk dikke hond, die verontwaardigd zijn keel schraapte toen we binnenkwa men. maar toch. liever lui dan moe. bleef waar hij was. Het plan om zich voor het Jon geren Vrijwilligers Program op te geven, is van Johan uitgegaan, ver telt Diet Rip-van den Bosch. „Ik zou nooit op mijn eigen houtje zijn gegaan. Maar met z'n tweeën durf ik het wel aan. Toen Johan met het voorstel kwam, was ik direct en thousiast." Een hele onderneming voor een jong echtpaarDat is een op merking die zij de laatste tijd nog al eens hebben moeten horen. „On zin". vindt Johan. „Met z'n tweeën sta je sterker en kun je je beter DIET EN JOHAN RIP amper drie weken getrouwd Na het Aziatische Sorong straks In het Afrikaanse Bamboei bij het onderwijs, „al denk ik niet, dat het de bedoeling is dat ik voor een klas ga staan. Het zal wel meer het or ganiseren van cursussen zijn. Ik vermoed, dat het wel iets met de vrouw te maken zal hebben, zoals hygiëne en algemene ontwikkeling, en met handenarbeid voor kinde ren." Trees vindt het niet zo erg, dat zij waarschijnlijk in Kameroen nog geen resultaat van haar werk zal zien. „Wy zijn een soort wegberei ders en dat is natuurlyk ook wel leuk. wy kunnen onze eigen gang gaan. De volgende lichting vrijwilli gers zal moeten voorthobbelen in de richting, welke wij hebben ingesla gen." deen ervaring Rob Coole uit Voorburg onder- wyzer-zonder-ervaring. „maar ook nog niet vastgeroest in de gewoon tes van hier"> gaat met het team mee als sportleraar. Hij zal de scho len in het gebied rond Bamboei af reizen om les te geven en tevens be kijken of het mogelijk is een cursus voor sportleraren te organiseren. Dat het juist Kameroen is gewor den en niet Brazilië of Columbia, vindt Rob „reusachtig leuk". Hij zegt: „Toen bij mijn aanmelding werd gevraagd waar ik het liefs! naartoe zou willen, heb ik meteen geantwoord: Afrika. Waarom? Ja. 't is een beetje moeilijk om daar een antwoord op te geven. De negerbe volking heeft een zekere puur heid, die andere volkeren missen, althans niet meer in die mate heb ben". Rob ziet de twee jaar Kame roen ook nog als een mogelijkheid om later in internationale dienst te komen. Het liefst zou hij in de toe komst by de Unesco werken. Over de drie maanden studie in Amsterdam vertelt hij nog: „Een harde training. Elke dag acht of tien uur in de bank. Ik vond het niet zo erg, ik houd wel van stude ren. Maar voor de anderen viel het vaak niet mee om de hele dag st.il te zitten en anderen aan te horen". Extra brillen In Schiebroek, een pastoraal tuin stadje dat bij de kolos Rotterdam hoort, vinden we Emka Koopmans (25, onderwijzeres) druk bezig haar laatste koffers te pakken. „Ja, die studie was zwaar", her innert zij zich. „Vooral de eerste dagen was ik erg moe. Op school werk je vier uurtjes en dan ben je klaar. Maar in Amsterdam was het wel tien uur per dag." En intussen gaat zij verder me! inpakken. Twee extra brillen gaan in de koffer, een gewone en een zonnebril met geslepen glazen. „Als daar iets kapot gaat, kun je het niet zo gauw vervangen." En over vervangen gesproken: „Ik gelcof, dat mensen als ik hier beter vervangbaar zijn dan daar. Ik kan me daar nuttiger maken. Ik ga er dan ook naartoe met het idee: ik moet hier wat presteren. Als je al leen maar voor het avontuur gaat, ben Je na een paar maanden wel uitgekeken." Snel voegt zy er aan toe, dat zy niet vereenzelvigd wil worden met „iemand die iets hoogs nastreeft dat niet te verwezenlijken is." Zij zegt: „Als je alleen idealist bent, moet je nitt gaan. Het moet van alles iets zyn.". end ROB COOLE tebastudeert graag beki m 1 om de plaatselyke situatie te >eeM m kennen en te onderzoeken en dere rkplannen op te stellen. Daarna >est bben zy nog krap anderhalf jaar »1K1 i te beginnen met de feitelijke se 1 roering van het project: verbe- ing van de landbouw, verbetering doan de \oedingsgewoonten, lessen in nd d ndenarbeid, sport enz. zy weten t zij nauwelijks resultaten van q arbeid zullen zien. als zij in lp. Justus 1965 weer de thuisreis nvaarden en nieuwe vrywilligers volgende twee jaar van het vijf- enplan voor hun rekening zullen men. "v£ a™ 'een wevers Misschien is het dat aan iets waarvan het welslagen. Vol verwachting klopt het iontuurlijke hart van de Ka- «roen-vrijwilligers. Niet met og op het komende sinter- laasfeest, dat zij nog aan oord van de „Général Man- ii" zullen vieren met uit lederland meegenomen specu- as en marsepein, maar om wat un direct na sinterklaas te échten staat. Op 7 december il de boot Doeala binnen- 0 pen. de grote havenstad van ameroen. land van muskieten, ijnwormen en slangen („al is i-| ;t ook weer niet zo. dat je op Li elten moet lopen"). De dag iarop zullen zij in groepjes n vier met een klein vliegtuig ar hun werkgebied in (voor- alig Engels) West-Kameroen L e &rden gevlogen, een gebied tific i groot als de Benelux. a.tui 1 Negentien JVP'ers worden in de Kei aste omgeving van Bamboei li<* 000 inwoners) gestationeerd: tien idbouw- en huishoudkundigen, ïn# ondenvyskrachten, een arts, een h* pleegster en een administrateur. va krijgen eerst een half jaar de tiel le I l\c vorige keer hebben we JL/ het gehad over de ro mantische zijde van het tie- nerbestaan. dat echter ook zijn moeilijke uren kent. Want wat weten wij eigenlijk van deze jonge mensen? Wij horen hun onschuldig gesnap en bezien hun luchtig gedoe met een welwillend oog. Maar. vrienden, wij zijn er niet bij als zij op hun een zame zolderkamertjewaar de wanden volhangen met dier bare foto's, in zichzelf ge keerd peinzen over de zin van het leven. Dat nadenken brengt voor onze tienertjes grote proble men met zich mee en de moeizame resultaten geven ons een geheel'andere kijk op hun innerlijke roerselen. Geen vrolijke treur-nietjes zijn zij. wij schrikken er van. nee. diepe tragiek verbergt zich achter hun oppervlakkig gedoe. Een van deze jongedoch- ters kon het niet langer har den en uitte haar leed in een aangrijpend vers. dat ons diep heeft geschokt en dal wij u niet willen onthouden. Hoor hoe zij klaagt: Ik denk maar waaraan? Ik leef maar waarom? Ach, geen mens kan het Ter- klaren. Evenals Rob Coole is Emka blij dat zy niet naar Brazilië hoeft. „Het lykt me, dat daar een irriterend verschil is tussen ryk en arm. Het had me niet geleken om daar voor een schijntje te gaan werken voor iets. dat de rijken allang tot stand hadden kunnen brengen. Met Ka meroen is het anders, dat is nog maar kort onafhankelijk." Toen het JVP haar voorkeur had gevraagd toen zij zich aan meldde. had Emka India ge noemd. „Daar had ik veel over gelezen en dat leek me totaal anders dan hier. Maar verder kon het me niet veel schelen. Ik wil naar elk land toe waar ze mij nodig hebben." En dat klinkt toch wel heel idealistisch. Frits Koffijberg De wereld is oud Het leven is koud Dat maakt me benauwd Ondanks al m'n klatergoud Geluk gaat voorbij en geld maakt niet biy Je koopt je nóóit vrij: Ieder moet zijn leven léven Je dwaalt goedbeschouwd alleen door een woud dat maakt je benauwd ondanks al je klatergoud. Arm kind, zouden er nu heus geen mannelijke tiener tjes zijn die haar zouden wil len vergezellen op haar tocht door dat woud? Je begrijpt die ouders trouwens ook niet. laten zo'n schaap alleen door V een woud lopen, al is het dan met klatergoud. En jawel, daar heb je het gegooi in de glazen al: Een man staat eens stil: je valt voor zijn wil Een bittere pil Daarna ga je eenzaam verder Je maakt fout op fout Niets dat je weerhoudt Dat maakt je benauwd Ondanks al je klatergoud Ondanks al je klatergoud! Nu daar hebt ge het dan' 't Kind blijft fouten maken en er is niets dat het weer houdt. 't is toch geen toon der dat ze dan benauwd wordt. Dit is een schreeuw om gerechtigheideen aan klacht tegen onze maat schappij, hier moet worden ingegrepen. Een mooie taak is voor ons weggelegd. Nu. ivij gaan er op af, wij zijn niet benauwd! Twee leden van het Kame roen-team. de 24-jarige statis ticus L. Los en de 25-jarige ty pograaf F. van Hilst. komen niét in Bamboei te werken. Zij krijgen samen een huis in Boeéa. waar zij voorlichting gaan geven aan resp. het mi nisterie voor Statistiek en de staatsdrukkerij. „Ik krijg zo ongeveer de functie van assistent-bedrijfsleider", ve>r- telt de Hagenaar Frank van Hilst, die al vanaf zyn zestiende in de ty pografie werkzaam is. „Ik moet een soort opleidingsprogramma in el kaar draaien, andere bedrijven gaan bezoeken, kijken of er verbe teringen zijn aan te brengen en dan adviezen uitbrengen aan een rege ringscommissie". „De bedoeling is het midden-kader uit te breiden. Je hebt er wel men sen met een universitaire of gespe cialiseerde opleiding, maai' daar onder is er vrijwel niets, zodat ze daar aan dat hogere kader ook wei nig hebben. Er is een enorm gebrek aan vakmensen." Hij heeft overi gens gehoord, dat de inwoners van Kameroen, al zyn ze technisch niet geschoold, „beslist niet dom" zijn. zodat Frank goede hoop heeft wat te bereiken. Hy vertelt, dat na afloop van de cursus in Amsterdam aan de vrij willigers was gevraagd, of zy zich wel voldoende voorbereid voelden. „Dat kunnen we muachien pas zeg gen, als we een halffjaar in Kame roen zitten". Nog moeilijker vindt hy echter de vraag, die hem waar- schynlyk straks door de Afrikanen zal worden gesteld Waarom zyn jullie gekomen? „Om daar een antwoord op te geven dat hen vol komen tevreden stelt Het lijkt me niet eenvoudig". Nee, daar waren icij al bang voor. De benarde tiener zoekt dan een uitweg in en kele waarheden als koeien, die haar echter benauwd maken, naar zij meedeelt: FRANK VAN HILST adviezen uitbrengen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 7