„Leven en laten leven" contra
„Vreet of je wordt gevreten"
LIEDJES
Genoeg variatie in vocale jazz
J
IAZZ op
.p., e.p. en
Ie
KRIS-KRAS
TE PAS EN
TE ONPAS
DE STRAAT
VIJFHONDERD
GEBREK
(LEIDSCH DAGBLAD
Pleidooi in woord en beeld
voor het clubhuiswerk
BOEKJE
DIA'S
Zaterdag 16 november 1963
Kent u het lesrooster van de straat
Les 1: Vreet of je wordt gevreten!
Les 2: Wie het hardst slaatheeft altijd gelijk!
Les 3: Wie niet bij ons hoort, is onze vijand!
Les 4: Ieder is de smid van zijn eigen geluk en mag
de ander als aambeeld gebruiken
Wie deze „leerschool" eenmaal
met succes heeft doorlopen,
heeft bitter weinig kans ooit uit
het hokje te geraken van de
keiharde, a-sociale, bekrompen
egoïsten, die andere mensen het
leven zuur en het zichzelf onno
dig moeilijk maken. Het „leven
en laten leven", het basisprin
cipe voor een vreedzame samen
leving, leer je in de jungle van
de straat grondig af.
We kennen ze allemaal, de
jongens en meisjes die hun „op
voeding", „vorming" en „voor
lichting" voornamelijk op straat
krijgen. We hebben ze namen
gegeven: nozems, asfaltjeugd,
achterhoede jeugd, cultuuranal
fabeten, bromcowboys. pro
bleem jeugd. massajeugd, on
grijpbare jeugd, enz. Ja, we ken
nen deze jongens en meisjes,
maar wat weten we van hen?
Weten we bijvoorbeeld, dat zij
zijn geboren in een gezin, dat
maatschappelijk niet verwend
was, waar men het leven maar
ternauwernood aankon, zodat
van een werkelijke opvoeding
geen sprake was? Dat zij op
groeiden in een woning, die on
derdak verschafte, maar meer
dan ook beslist niet? Dat zij
hun kinderjaren hebben doorge
bracht in een buurt, die ook al
niet veel had bij te dragen tot
een zinvol en zonnig bestaan?
Dat zij werk in het vooruitzicht
hebben, waarvan sleur en onbe
nulligheid de hoofdkenmerken
zijn?
„Na een schooltijd van zes tot
acht jaar'" heeft professor
Kohnstam eens verzucht, „een
schooltijd die zich op geen en
kele wijze tot taak stelde hun
specifieke eigenschappen te ont
wikkelen en hen stelselmatig
het voedsel onthield om hun
eigen aard te ontwikkelen, heeft
de maatschappij de handen van
hen afgetrokken en hun verdere
opvoeding toevertrouwd aan de
straat".
Als zij niet werken of thuis
zijn voor de maaltijden, zijn ze
op straat, waar ze doelloos rond
hangen, met hun bromfietsen
knetteren, vechten, patat eten.
voorbijgangers lastig vallen
met als enige afwisseling: de
bioscoop. Wij ergeren ons aan
hun gedrag, spreken er schan
de van, schrijven misschien in
gezonden brieven. Maar wat
doen we er aan?
Allang voordat de massamedia
de „massajeugd" hadden uitge
vonden, had een kleine, maar
actieve groep van organisaties
begrepen, dat je over jeugdpro
blemen liefst zo weinig mogelijk
moest praten, maar er zoveel
mogelijk aan moest doen. Het
resultaat van hun jarenlange,
lang niet altijd gewaardeerde,
vaak met een neerbuigend lach
je afgedane werken is nu over
het gehele land zichtbaar: de
bijna vijfhonderd club-, wijk- en
buurthuizen. Vijfhonderd huizen
waar met de jeugd niet met
wantrouwen en scheldwoorden,
maar met vertrouwen en uitge
stoken hand tegemoet treedt.
Waar men niet spreekt over pro
bleem jeugd en ongrijpbare
jeugd, maar over „wij". Waar
zelfwerkzaamheid en groeps
werk. spelen en leren elkaar af
wisselen. Waar de Jonge mem:
leert hoe te leven en hoe de
ander te laten leven
Het clubhuiswerk heeft in Ne
derland en met name ook in
Leiden een lange traditie,
maar het is steeds modern ge
bleven. Al meer dan vijftig jaar
bestaan er clubhuizen. Er is in
die tijd veel opbouwend werk
verricht, waarbij maar heel wei
nig aan de weg is getimmerd. Te
weinig, vindt de Sectie Jeugd
zorg van de Nederlandse Jeugd
gemeenschap, waarin alle negen
landelijke jeugdzorg-organisa
ties zijn vertegenwoordigd (en
dat zijn: Algemene Maatschap
pij voor Jongeren, Evangelisch
Herstel en Opbouw, Federatie
Ankerclubhuiswerk, Hervormde
Jeugdraad, Katholieke Nationale
Stichting voor Bijzonder Gezins-
werk en Jeugdzorg, Landelijke
Vereniging Clubhuiswerk, Leger
des Heils. Nederlandse Bond
voor Sociaal-Cultureel Vor
mingswerk, Vrijzinnig Protes
tantse Centrale voor Maatschap
pelijk Werk).
Het clubhuiswerk geniet nog
te weinig bekendheid en daar
door aldus de Sectie Jeugd
zorg van de NJG heeft men
te kampen met:
gebrek aan leiders;
gebrek aan financiën.
Ter illustratie wat cijfers. Er
zijn bijna 500 club- en wijkhui
zen, die in het gehele land ver
spreid liggen in ongeveer 150
gemeenten. De dagelijkse leiding
daarvan berust bij 1350 beroeps
krachten, die een „klanten
kring" hebben van circa 100.000
jongeren. De wanverhouding
sprint direct in het oog. Het ge
middeld bezoek aan de clubhui
zen per dag neemt nog steeds
toe en nadert nu al de 25.000.
Men heeft niet alleen te weinig
beroepskrachten, maar ook te
weinig vrijwilligers die de club
huisleiding af en toe komen as
sisteren.
En wat de kosten van het
jeugdzorgwerk betreft: de laat-
ste totaal-begroting beliep een
bedrag van 18 miljoen, waarvan
de overheid twaalf miljoen voor
haar rekening nam. Het restant,
het altijd nog enorme bedrag
van 6 miljoen gulden, moet door
particulieren bijeen worden ge
bracht
Om het clubhuiswerk in stand
te houden en zo mogelijk uit te
breiden is de Sectie Jeugdzorg
van de NJG gaan dokteren aan
een „nationaal plan jeugdzorg-
werk in Nederland", dat tij
dens de uitvoering de naam
„dia-pocket-project" kreeg. Dat
project is thans „rond".
f i
Onder de titel „Leven en laten
leven" is een boekje verschenen,
een documentaire in woord
(korte en bondige tekst van Jan
Filius) en beeld (vele prachtige
foto's van Egbert Munks) over
het club-, wijk- en buurthuis
werk, waaruit wij tal van bij
zonderheden hierboven hebben
aangehaald. Deze „pocket", te
groot overigens om zomaar in je
zak te steken en goedkoper dan
elke andere pocket, is bestemd
als voorlichtingsmateriaal voor
belangstellenden subsidiege
vers, ouders enz.), als propagan
da voor kaderwerving (beroeps
krachten en vrijwilligers) en ter
ondersteuning van financiële
acties. Het in twee kleuren ge
drukte, honderd pagina's tellen
de en circa 120 foto's bevattende
boekwerkje verdient gelezen en
bekeken te worden door iedereen
die zich ook maar enigszins
voor jeugdzorg interesseert.
e jonge mensen van te-
f genwoordig zijn zo vroeg
vrijs: de meisjes zwaaien
op dertienjarige leeftijd reeds
dapper met lippenstift en
poederdons, hebben vaste
verkering als zij vijftien zijn
en huwen op hun achttiende.
Daarbij hebben zij zich ont
wikkeld tot gewaardeerde af-
nétnertjes van wat in de
grammofoonplatenindustrie
„teenager-muziek" wordt ge
noemd. Nu zouden we rede
lijkerwijs kunnen verwachten
dat ook de muziek die het rij
pende tienerleventje bege
leidt, „vroeg vrijs" is. Maar
helaas, hier laten de tiener-
tjes ons lelijk in de steek,
hun muzikale uitbarstingen
komen ons eerder onwijs
voor.
De oplettende radio-luiste
raar zal menigmaal worden
getroffen door krachtige ge
luiden op daartoe bestemde
instrumenten voortgebracht
door enkele opgroeiende jon
gelui. Wij kennen iemand die
na het aanhoren van een tie
neruitzending ijlings moest
worden opgenomen. En ach,
bleef het maar bij een in
dringend gebons en gedreun,
wij zouden ojis er over heen
zetten. Maar deze tienertjes
deinzen voor niets terug. Zij
zingen zelfs liedjes. Liedjes,
die uitingen zijn van het in
tense gevoelsleven van deze
jongelui.
Wij willen u een voorbeeld
geven van deze tienerproble-
matiek. Het gaat hier om een
eenvoudige ballade, roerend
in zijn ongekunsteldheid. Een
meisje bezingt haar liefde
voor een buitenlander (ver
moedelijk een Italiaanse
heer). Zij hebben het samen
zeer fijn gehad, zoals het
meisje zegt: „Het was kolos
saal", maar nu zijn zij. zo
hebben wij begrepen, tijdelijk
gescheiden. Dat vindt de
jeugdige schone niet zo erg
icant zij heeft een troost, im -
mers zij zingt:
nu JU mij hebt gekozen
nu voel ik mij toch zo blij
(let op het middenrijm: mij-
blij)
en bloeien weer de rozen
dan kom je terug by my.
Het meisje voelt zich zeer
dankbaar gestemd ten op-
zichte van haar geliefde en
geeft daaraan overvloedig
uiting:
Dank je wel duizend maal
mille mille mille grazie
mille mille mille grazie
het was kolossaal
zeggen met een glimlach
voor de laatste keer
mille mille mille grazie
wij zien ons weer.
Als vrij haar het hartver
scheurende germanisme kun
nen vergeven, komen vrij
vervolgens tot de conclusie,
dat zij hem welgeteld negen
duizend keer heeft bedankt.
Graag hadden wij nu verno
men wat er nu zo kolossaal
is geweest dat het zoveel
dank verdient, maar daar
over blijven wij in het duister
tasten. Als troost dan maar
de laatste strofe:
Nu jij mij hebt gekozen
nu weet ik, ik word je vrouw
en bloeien weer de rozen
dan ben ik voor altijd by jou.
Tegelijk met de pocket kwam
een set kleurendia's gereed met
begeleidende bandopname
waarop een gesproken toelich
ting staat en muziek uit Bern-
steins „West Side Story". De ver-
toningsduur van déze set van
honderd dia's, waarover elk der
negen landelijke organisaties en
de NJG zelf beschikt, is 47 minu
ten. De beelden geven een illu
stratie van het gehele landelijke
jeugdzorgwerk, zoals deze ook in
het boekje wordt gegeven.
Zowel het boekje als de dia
set (die t.z.t. ook in Leiden zal
worden vertoond* besluit met
deze behartenswaardige opmer
king: „Leven en laten leven. Dat
geldt voor u, die het al geleerd
hebt. Dat geldt voor hen. die het
nog moeten leren. En die het
ook zullen leven. Als u ze helpt!"
Frits Koffijberg
En
maar praten
De voor zichzelf sprekende foto's bij dit artikel zijn vervaardigd
door Egbert Munks en overgenomen uit het boekje ..Leven en
laten leven".
Een jonge Spanjaard, Francis
Dumont, heeft het gepresteerd om
24 uur en 45 minuten achtereen te
praten. H(j begon, als medewerker
aan een liefdadigheidstombola in
Granada, "s middags om vjjf uur te
praten en hield pas de volgende
middag om kwart voor zes zijn
mond. Dumont stopte alleen van
tijd tot tijd vijftien seconden om
wat te drinken, vooral punch waar
van hij zeventien glazen naar bin
nen sloeg Twee artsen en enkele
verpleegsters hielden een oogje in
het zeil.
We hebben er al eens eerder op
gewezen, dat bij vele jazzliefhebbers
de merkwaardige neiging bestaat
om de rol van de stem in de jazz
te begatelüseren. Dat komt meestal,
doordat men vocale jazz teveel
identificeert met primitiviteit en
entertainment, anders gezegd: niet
traditie en routine. Inderdaad zijn
er wezenlijke verschillen tussen vo
cale en instrumentale jazz, maar
men kan niet zeggen zoals vaak
wordt beweerd dat het terrein
van de gezongen jazz beperkter is.
Het is eerder uitgebreider. Terwyi
The Blues typisch een aangelegen
heid voor vocalisten is. kent verder
elke jazzperiode zijn eigen zangers,
zelfs de modernste: Voor Enkele
facetten van de zo veelzijdige vocale
jazz vragen we vandaag de aan
dacht.
Dave Lambert, Jon Hendricks.
Yolande Bavan.
Lambert, Hendricks and Ba-
van at Basin Street East (RCA
LPM 2635 l.p).
This could be the start of so
mething big Shiny stockings
- Slightly out of tune Dood-
lin' Cousin Mary April in
Paris Feed me One note
Samba Melba's blues Dis
Hyunh Swingin' till the girls
come home.
Een paar weken geleden bespra
ken wy de plaat „Jazz Sébastien
Bach", waarop de Swingle Singers
oorspronkelijk instrumentale werken
van Bach zingen. Het trio Yolande,
Dave en Jon brengt eveneens vocale
versies van instrumentale werken
Het is echter niet te rade gegaan
bij Bach, maar bij bekende moderne
jazzmusici zoals John Coltrane, Ho
race Silver, Bobby Timmons. Oscar
Pettiford en Count Basie. Aange
vuld met twee bossa-nova's en een
enkele orginal (Feed me) is het re
sultaat een wonderlijIc allegaartje,
dat gemengde indrukken nalaat.
Coltrane's Cousin Mary blijkt een
voorbeeld van instrumentale jazz
dat zich niet voor zingen leent, ter
wijl daarentegen Dood lin' het in de
vocale versie heel goed doet.
De zangers zijn de neger Dave
Lambert, de Engelsman Jon Hen
dricks (die ook de teksten schreef)
en de Ceylonese Yolande Bavan die
veel met kopstem zingt, zy worden
begeleid door een trio van de so
praansaxofonist Pony Poindexter.
Het is een merkwaardige plaat,
waarvan het in elk geval de moeite
waard is om er kennis van te ne
men. Swingin" till the girls come
home vinden wy het aardigste num
mer door de knappe scat-improvi
saties van beide heren
Lightnin' Hopkins en Sonny
Terry.
Last Night Blues (Fontana 688
301 ZL l.p.).
Rocky mountain Got to
move your baby So sorry to
leave you Take a trip with
me Last night blues
Lightnin's Stroke Hard to
love a woman Conservation
blues.
De naam van Sonny Terry zal de
meeste lezers meer zeggen dan die
van Lightnin' Hopkins. Sonny heeft
nog samengewerkt met de beroem
de Huddie Led better. beter bekend
onder zyn by naam Leadbelly. en
Blind Boy Fuller. De laatste jaren
heeft hij vooral Brownie McGhee
gezelschap gehouden, met wie hij
opnamen heeft gemaakt die tot de
beste in het genre primitieve blues
behoren. Maar ook met Ligthnin'
Hopkins vormt de mondorgelvir
tuoos een formidabel duo. Men kan
niet anders zeggen dan dat de sa
menwerking met de onstuimige,
harteiyke Terry de in zichzelf ge
keerde. wantrouwende Hopkins al
leen maar goed heeft gedaan. Hij
uit zich ongeremder; en zyn na-
tuuriyke melancholie constrasteert
niet met Terry's uitbundigheid,
maar wordt er eerder door verzacht
De acht country- en city-blues op
deze plaat zyn allemaal originals,
waarin Hopkins hoofdzakeiyk zingt
over trieste ervlringcn, waaraan
nogal eens een vrouw debet is. ter-
wyi Terry zeer illustratieve klank
effecten aan zyn mondorgel ont
lokt. Zeer somber is .Last night
blues". Het indrukwekkende ..Con
versation blues", waarin we ook
Sonny Terry als zanger horen,
ademt de geest van de gospel, welke
minder vreemd is aan de wereldse
blues dan menigeen denkt Totaal
indruk: een van de beste blues
platen die we in lange tyd hebben
gehoord
Sid McCoy e.a.
Sunday Morning (Vee-J ay LP
—5016 l.p.).
All Things are possible It
will show in your face Jesus
remembers Will te circle be
unbroken At my Mother's
kneeSomewhere to lay my
head Uncloudy day That
day on Calvary Speak out like
a man Farther along A
woman's love Amazing grace.
Een Amerikaans concern van
melkfabrieken vroeg in 1958 aan
Sid Mc-Coy, of hij producer wilde
worden van een radioshow, die op
zondag moest worden uitgezonden
en waaraan voornamelijk gospel-
singers zouden meewerken Sid
stemde toe en ..Sunday Morning"
werd een byzonder populair, weke-
lyks terugkerend programma, dat
drie jaar lang door 64 stations
uitgezonden. De plaats „Sun*
Morning" laat ons vier van de g»
pelgroepen horen, die meer dü
eens in Sids show zyn opgetreden
The Har .ionizing Four, The Sm:
Silvertones, The Staple Singers
The Highway QC's. The Staple Si'-
gers, die hier nu eindelyk ook»
bekendheid gaan krygen die zij i'
lang verdienen, zyn vertegenwoff-
digd met Will the circle be unto
ken en That day on Calvary,
hoogtepunt is ook Jesus rememlm
van The Swan Silvertones,
guoep die we nog niet kenden. 1'
naar de spiritual neigend en
welluidend is All things are pos*-'
van The Harmonizing Four. De?"
zongen nummers worden afge»
seld met vier gedichten, voorgan
gen door Sid McCoy.
Een bruidegom ui Napels
grote verwarring verooBte*
toen hij „nee" antwoordde#
een vraag of hy zyn bruid
echtgenote aanvaardde. Ni(C
korte onderbreking van
plechtigheid en een gesprek c'
de geestelijke werd het hu«-'
alsnog gesloten
Twee Oostduitse schooljong
die wegens hun slechte
werk door hun vaders
gestraft, zijn uit OostduiU
bied naar Beieren gevlucht.