LEEFT
MARY STUART/
„mm or scots",
NOG
Negentien
jaar
harde gevangenschap voor anderhalfjaar
intens geluk
ioningin
en
vouw
TUSSEN
SCHEMERUUR EN
MIDDERNACHT
tfijn einde zal mijn begin zijn
Schots.
Ipgericht 1 maart 1860 Vrijdag 8 november 1963 Zesde blad no. 31106
beurde, een koperen plaat aange
bracht.
Het is in hoge mate sinister ais
men zich verbeeldt wat die avond
daar gebeurd moet zUn. Toen hl)
onder de dolken van xUn vijanden
viel. deze charmante minstreel, om
hulp roepend, en wetend dat die
hulp alleen nog van haar, Mary
Stuart, kon komen Ze kwam naar
beneden, van de wenteltrap die
naar haar vertrek leidde. Ze was
zwanger en Darnley, die mede in
het komplot zat, hield haar vast.
Ze kon niet ontsnappen. En ze kon
door
Anthony v. Kampen
illustraties
Reint de Jonge
ten te verbeelden. Hoe re hier vffaty
liep, beminde, conspireerde, intrigeer
de. plannen maakte, en haar Schotten
bestuurde. In haar privé-vertrek heb
ik haar laatste brief gelezen, die ze
in de nacht (2 uur) schreef aan haar
schoonvader, de Koning van Frank
rijk. De nacht van de 8ste februari
1587. Een rustige brief van iemand
die weet dat het einde gekomen 1*
Bij het aanbreken van de dag zott
haar hoofd vallen, ©ie brief is groots
en van een werkelijk koninklijk allu
re.
Mary's, hoofd or.der beulshanden
viel.
Twee huizen
TERUG in het dorp zien we een
oud huis met kleine ramen.
Het is het huis, waar die
nacht, haar laatste, de beul uit Lon
den vertoefde. Zijn status was van
onvoldoende importantie om op
kasteel Fotheringny te overnachten.
De kamer, waarin hij sliep, is be
kend. Een klein vertrek, uitzicht ge
vend op de weg. De muur en het
röam zijn omrankt met groen. Het is
haast poëtisch. Maar wie weet wat
hier is gebeurd, laat alle gedachten
aan poëzie snel vaten.
Een dag later rijden we Jedburgh,
hoofdstad van het graafschap Rox
burghshire. binnen. Men is daar niet
ver van de Schotse grens. In een tuin
staat Queen Mary's huis. Een vier
kant, sobei bouwsel waarin ze Both-
well, eerst haar minnaar, daarna
haar echtgenoot, bezocht. Hij. Both-
well, was haar grote liefde, en ter-
wille van hém heeft ze zich keer
op keei on-koninkïijk laten gaan. Ze
bezocht hem hier toen hij ernstig
ziek lag.
„Jedburgh sprak er schande
van", vertelt ons iemand die met
ons meegaat. „Welke vrouw be
zoekt zo openlijk, zo onbe
schaamd, haar minnaar? En ze
w as de koningin!"
En dat is dan het derde oor
deel (en het tweede vonnis) bin
nen enkele dagen over Mary
Stuart. Queen of Scots.
Holyrood
bouwsels van het middeleeuwse
Schotland, vergingen snel haar jeugd
en schoonheid. Ze werd zwaarlijvig,
de slanke koningin, en ging lijden
tan reuma. Maar haar geest bleef
ongebroken en ze wachtte op het
wonder. Dat nooit zou komen
Ze moet al die jaren aan hèm ge
dacht hebben, die haar hart bezat:
Bothwell. Maar er was geen Bothwell
meer om haar te bevrijden. Hij zat
eveneens gevangen, in een kerker in
een Deens kasteel. Vastgeketend aan
een paal, als een wild dier. Hij stierf
in ketens, gelijk de wens was van
zijn vijanden. Hij n.oest sterven ..till
the flesh rotted from the bones'* De
dood was hem eindelijk genadig. Hij
stierf volslagen krankzinnig.
En zij? Zij borduurde. En Ir, haar
borduursels, ir. de patronen, weefde
ze haai geheimschrift Op die manier
behield ze contact met de buitenwe
reld, met haar vrienden. Enkele ma
len werd gepoogd haar te bevrijden.
Zonder succes.
Een van baar laatste borduur
sels luidt: ,,dans mon fin sera
iron commencement". (..mUn
Afschuwelijk einde
HET EINDE Is afschuwelijk. Op
de binnenplaats van kasteel
Fotheringav staat het scha
vot opgesteld. Daar zal het gebeuren.
Het volk heeft zich reeds verzameld.
Het is Engels volk. dus haat het
haar. de katholieke heks, die dan ein
delijk vernietigd za« worden. Waakt
die nacht ook koningin Elisabeth van
Engeland? Men weet het niet. Mis
schien sliep ze slecht -
Mary Stuart vraagt die laatst®'
nacht om een biechtvader. Het wordt
haar niet toegestaan. Men wil haar
een predikant zenden, maar ze wei
gert deze te ontvangen. Ze is als ka
tholiek geboren en wenst als katho
liek te sterven.
Ze verschijnt 'op de binnenplaat»
en is, volgens de beschrijvingen uit
die tijd, niet ontroerd. Ze bestiigt
het schavot en helpt de beul de zil
veren ketting van hei Agnus Dei van
haar hals te nemen. Ze schijnt haast
te hebben, ze wenst da» het snel voor
bij is.
De beulsknechten doén haar de roW
de handschoenen s jn De wind waait
haar kleed open en men ziet een
glimp van haar ruod-zijden onder-
kleding. Ze staat et onbevreesd en
kijkt in het 'rond. Daar is haar we
reld, een wereld die ze zo intens lief
heeft gehad. Dacht ze aan haar negen
tien jaren gevangenschap of aan het
anderhalve jaar geluk?
MAAR ook na dat huis In Jed
burgh blijft haar figuur duis
ter voor me, onwezenlijk. Te
ver af. Te onbereikbaar. Mary Stuart
bljjft wat ze is, sinds de dagen dat
we op school algemene geschiedenis
leerden. Doch dan komt Edinburgh,
en ik spreek met verscheidene Schot
ten over Fotheringav, over Jedburgh
en over Mary Stuart. En er zijn géén
vonnissen meer.
leven nu wel mooi maken en ro
mantiseren, mijnheer, maar ze
was dóór en dóór slecht. Ze
deugde niet. Trouwens, waf kun
je verwachten van iemand als
haar een Frenchwoman
een „Franse". Ze miste iedere
waardigheid, ze leefde er maar
op los. Misschien was ze inder
daad mooi en misschien een gro
te minnares. Maar ze was géén
koningin. Dat was Elisabeth, de
Engelse koningin. En die had ge
lijk dat ze haar, die andere, ver
nietigde."
Binnen tien minuten twee oorde
len. waarvan één ccn vonnis, over
Mary Stuart, koningin van Schot
land. Twee oordelen van twee vrou
wen.
Die ene steen, die ik van alle kan
ten heb bekeken, zei me weinig Een
paar merels ritselden door het hoge
gras er om heen. Een kleine rivier
stroomde voorbij. Hij stroomde daar
ook al. toen die nacht in 1587. haar.
In de namiddag van de tweede dag
neemt men mij mee r.aar kasteel Ho
lyrood, Edinburgh's „House of
Kings" Edinburgh is zonder Holy
rood ondenkbaar, want hier speelde
zich een indrukwekkend brok Schot
se geschiedenis af. En dat brok heet
voor een niet onbelangrijk deel: Ma
ry Stuart. Ze woonde hier zes jaar,
sprak daar met haar aarts-rivaal John
Knox, die haar, de katholieke konin
gin, als protestant, bitter haatte, en
tal van redevoeringen besloot met de
uitroep: „Verbrand de heks!". Hier
trouwde ze voor de tweede maal. met
Darnley. Hier ook voor de derde
maal, met haar grote liefde Bothwell.
Hier, binnen deze enorm dikke mu
ren. hier, in de schaduwen van wen
teltrappen, hier, in Holyrood. had ze
hem lief. Anderhalf jaar geluk. De
prijs was hoog: negentien jaar gevan
genschap. Om tenslotte onthoofd te
worden.
Koperen plaat
IK zie haar vei trekken. Haar
slaapkamer met het brede, hoge
bed, omsloten door wijnrode ta
pijten. Haar salon. Haar privé-kamer.
Ik zie de kamer waar de moord op
David Rizzio. haar Italiaanse vriend
en secretaris, plaatsvond. Op de vloer
is, op de plaats waar de moord ge-
REIZEND van midden-Engeland naar Schotland, pas-
Iseerden ivij een kleine, bijna vergeten plaats. Een
dorp, genaamd Fotheringay. Behalve Schotten en
JgIsen interesseert zich geen sterveling in de wereld
\xi Fotheringay. Mij interesseerde liet wel: ik wist dat
jft bijna vier eeuwen geleden, Mary Stuart, koningin
Schotland, op vijfenveertigjarige leeftijd werd out-
Md. In kasteel Fotheringay. En om dat kasteel te zien,
mi zich de finale van het drama „Mary Stuart"
iedde, reisden we via Northumberland.
AN en bejaarde vrouw, eige-
4 naresvan een kruidenierswm-
l&keltji annex postkantoor,
K ik /aar net kasteel stond.
Sntwoodde dat er geen kasteel
k was. Alleen nog één enkele
Op en stukje papier tekende
Ti', hoeve moesten gaan om die
Aden. 'oen vroeg ze waaróm we
Bteen \lden.
JjjZe glnlachte bij het verne
Br vat de reden. Interesseert
mkh Ai voor haar, mijnheer?"
2ontword de bevestigend. „Dat
Wlintereant". zei ze, „het was
pi famstische vrouw, met een
K»of ha. Ik geloof niet dat je
ftnwcrdig "nog veel van zulke
f \etaantreft. Ze was in ie-
opzht groot en groots. Ik
zestn boeken over haar le
ft. emlk ervan heb ik zeker
ïttmaa gelezen. Ik zal ze blij
ft lezt, tot mijn dood toe. Ik
fa get schoner liefdesverhaal,
mnhec"
tn muten later waren we ach-
Ieen >oerderij, even buiten het
Dg/rouw van de eigenaar liep
onsnee om de steen te wijzen.
Jeekne een ernstige, zeer intcl-
m vrouw, die ogenblikkelijk
eepvaarom ik die laatste, aller-
te een van kasteel Fotheringay
a 8 ïn. Toen w»' erbij stonden,
It r trachtte tt verbeelden welk
ItUïlijk dtarna z.'ch hier. op de-
Plas, had afgespeeld, vroeg ze
Ij iWcnk niet dat ik me vergis,
ilei-g dat er een flinke dosis
t in die vraag verborgen
u dan befeng in haar?"
...De laatste steen van bet kasteel Fotheringay, waar Mary Stuart werd onthoofd
if
Haar....! ze bedoelde Mary Stuart.
Wederom antwoordde ik bevesti
gend.
Het commentaar volgde even
snel als scherp: „Men kan haar
...het buis waar de beat logeerde
De beul zegt iet» tot haar en zb
buigt het hoofd Eo dan zet het al*
lerlaatste drama In. De executie mis*
lukt namelijk De eerste bijlslag mist,
Mary Stuart kreunt Ei volgt snel eea
tweede slag. die dt» nek wel treft;
Maar pas de derde slag scheidt het
hoofd van de romp
Iedereen.verstijft van öfgrfjzen al»
de beul het hoofd grijpt om het de
toeschouwers te tonen, zoals de Wet
dat wil Hij houdt namelijk alleen
maar een pruik haai vast. terwijl het
hoofd zelf over het schavot wegrolt.
Een afzichtelijk beeld, dat zij. die het
aanschouwden nooit tneer zullen zijn
vergeten.
HET EINDE, dat doet denken
aan een gruwelijke tekening
van Holbein. In alle beschrij-:
vingen leest men echter dat ze on
bevreesd was Het is denkbaar, om
dat ze tenslotte heel haar leven In dB
schaduw van scherp;echter en scha*
vot doorbracht. Ze moet geweten
hebben dat dit eens zou komen, ooTa
In de uren van geluk, vol exta
se. met Bothwell. de uren met Riz
zio. haar Italiaanse maitre de plalsir,
in.de uren met haar „vier Mary's",
de vier hofdames oie tri Holyrood om
haar heen waren er In de uren dat
John Knox haai vanai de kansel ver
vloekte.
Een drama van grootse allure,
dat noni< vergeten zal worden.
En zeker niet door de Schot
ten. die iiaar In hun hart bewa
ren en baar liefhebben. Omdat
ti) het symbool bleef van een
eigen, vrfl Schotland. Omdat
i U in wezen Schotland was.
Ja. Mary Staart wat Schot
land en fk denk dat ie al» zo
danig alleen te begrijpen la En
•Is zodanig zal ze blijven voort
leven in het hart van leder»
Schotse man. Iedere Schotse
vrouw, en elk Schot» kind.
Hoorde fk bet gord, dat de
man die me door dr zalen en ver- 4
trekken var» Gc.hrood begeleid*
de, nadat hij no over haar had 1
verteld, fluisterde) .Requiem ae-
ternam don» ei», Domino" „Heer
geef haar do eeuwige rast"?
Ja. to wa» een vrouw en Ce*
gelijk een ttfds cmschUUsck Zo
«va» fn teder opzicht. Schotland.
Mijn eind» «al mgn begin riftj
Win vandaar dkvr Schotland
reisl «Indl deze dt.ru Mary Sta-
art zelf' geborduurde OXfiltJift
baar vriend niet redden. Het dra
ma. En pas het begin van een dra
ma. Een tragedie van liefde, haat,
magie, moord, overspel, oorlog en
uiteindelijke vernietiging.
Ik zie portretten van haar: een lief
gezicht, omlijst door blonde krullen.
Soms ernstig, soms wat ironisch
glimlachend. Het gezicht van een
vrouw die wist. Heeft ze alles ge
weten? Heeft ze alles voorvoeld?
Huur via dolorosa
TOEN ze gevangen werd genomen,
begon haar eindeloze periode van
wachten in kastelen waarin men
haar onderbracht. Negentien jaar
lang. Daar. in die kille, duistere
einde zal mijn begin zijn"). Ze
heeft gelijk gekregen. Na haar
dood bleef ze voortleven en ze
leeft nog voort. Er is In Schot
land geen einde voor Mary Stuart,
over *vie men nooit spreekt als
over „Koningin Mary", maar
altijd over „Mary. Queen of
Scots".
Als een ballade
EEN LEVEN «Is een ballade Er
zijn portretten van haaf. waarin
men de lieftalige Mary Stuart
herkent. Maar er zijn ook andere,
waarop haar ogen me doen denken
aan heksenogen. Té wijs. té wetend,
té hard. Het ene vedelt iets van het
deel van haar leven dat doet denken
aan een middeleeuws poème d'amour
Het andere aan verraad, intrigue,
moord. Ja. óók aari moord. Heeft ze
haar tweede man. Darnley. die ze
haatte met alle haat die ze bezat ten
dat moet verbijsterend veel zijn ge
weest) vermoord? In elk Reval heeft
ze de hand in het spel gehad Men
weel het niet en zal het ook nooit
meer weten.
Kon deze vrouw moorden, met een
gezicht zo melancholiek, zo lyrisch,
zo vol droeve nostalgie? Men leest
het in geen der biografieën, drama's,
romans en essays die aan haar wilde,
turbulente leven zijn gewijd. Men
kan slechts fantaseren en vermoeden,
maar niet meer.
Was ze intrigante was ze engel,
was ze misdadigster? Misschien dat
ze van al dezen iets h«d Zeker Is dat
ze een echte vrouw was. Die Iedere
prijs wenste te betalen voor dat wat
haar hart haar ingaf. Er^ die tot het
uiterste ging.
Twee brieven
HOE ze al» vrouw was voor
een man. weten we evenmin.
Maar ik la» in die dagen In
Edinburgh een brief van Bothwell,
die aan vrienden schreef toen hij als
een beest aan een paal gebonden zat:
.There is no man here that does not
wish himself In my place". („Er I»
geen man hlei die met in mijn posi
tie zou willen verkeren") En dat lijkt
veelzeggend «enoea
Ronddofand dooi kasteel Hotyiood
waar d» avond zijn schaduwen die
per en zwaarder dooi de smalle ramen
lm Villa, tub (isdit tektn itiu>