Meesterwerken der smeedkunst door de eeuwen heen in Parijs ZOEKLICH Kom er ACHT-er 1 [IN KAMER EN TUIN Aardige ontdekkingen op tal van plaatsen ERFENIS VAN GROTE KUNSTENAARS Edel-monumentnul Hoge vlucht Kom er ACHT-er EEN OP DE BOEKENMARK Zaterdag oktober 1963 Pagina 2 WEES EEM GOED TV.KIJKER Kruip met in het toestel illy Oe beste afstand vanoogtot ridbuisis de afstand die gelijk tb tot 8 x de hoogte v h.Scher die het leven gaat beheersen Kijk niet ineen totaal donkere kamecdit is slecht voorde ogen Laat tijdens de u;t_ zendingen een lamp mde kamer branden Kijk dagelijks niet langerdan hoogstens 1 tot 2 uur.tDitterbe, scherming van de ogen en de geest) Stel het toestei af aan de hand van het testbeeld dat voor eike ui tzen. ding verschijnt. Zorg er voordat het beeld de kjiste scherpte heeft an. ders rakende ogen onnodig vermoeid. Sol niet met de 7 knoppen daHs nief goed voor Uw toestel iBLIJFDE TELEVISIE OE BAAS I Tl De Tuilerieën Degene, die zich op zijn wandelingen do or Parijs zou laten leiden door de sporen, achtergelaten door de meester-smeden van de hoofdstad, zou ongetwijfeld vaak zeer aardige ontdekkingen doen. Ik zou hem aanraden eerst naar het museum van Cluny te gaan. Dit rijke museum wordt door de meeste bezoekers van Parijs vergeten en toch bevat het in zijn volkomen ongeschonden middeleeuwse kader, de prachtigste meesterwerken van de Fran~ se smeedkunst: koffers van smeedijzer, versieringen van oude deuren, waaronder die van de Notre Dame. welke dateren uit de dertiende eeuw. een verzameling ontstellend ingewikkelde sloten, sleutels, waarvan men nauwelijks kan geloven dat ze gesmeed zijn. zo fijn zijn hun inkepingen: gedeelten van hekwerken met hun fijne arabesken Maar ln Partjs vindt men ook majestueuze hekwerken, prachtige voorbeelden van de edele kunst der meestersmeden. Zo zyn er b.v. de omheiningen van de Tuilerieën. Er zyn twee mensen nodig om elk der beide poorthelften te kunnen be wegen. 's Avonds sluiten deze poor ten zich knarsend over het geheim van de tuin en de fantomen der geschiedenis komen er ronddwalen door de brede lanen Het hekwerk van het Pare Mon- ceau; de vier indrukwekkende poor ten aan de vier hoofdingangen van het park zijn ontworpen door Da- ▼ioud. Deze koninklijke omheining verborg ln de 18e eeuw de arcadi sche geneugten van Philippe van Orléans "n Prachtig traliewerk uit de tijd van Lodewljk de Zestiende be- •chermt het Paleis van Justitie. In 4e ondergaande zon werpt het zijn gchaduw tot op de stenen treden De omheining van het Pare de l*Elysée, z'n magnifieke poort, waar op de gallische haan trots zijn vleu gels uitspreidt. Deze poort wordt glieen geopend voor eregasten. ZIJ sluit zich over de Franse staatsge heimen Maar naast deze monu mentale werken, die ln alle gidsen genoemd staan, bestaan er andere, minder groot, welke men slechts ontdekt wanneer men geduldig door de oude gedeelten van de stad fla neert. Op deze wijze kan men heden ten dage op no 2 van de Rue de Va lence nog een winkel „Vins et Li queurs" zien met zUn antieke hek werk waarboven het uithangbord „A l'Agneau Pascal" prijkt. Ile St-Louis, dat wel het meest authentieke geheel van de grote eeuw biedt, bewaart zeer schilder achtige voorbeelden van smeed kunst, o.a. op no 18 in de Rue des Deux Points, het traliewerk dat het restaurant „Au Franc Pinot" om geeft. Over de gehele lengte van de gevel lopen wijnranken van smeed ijzer en op het wapenschild in het midden glinstert ^n vorstelijke druiventrost in de morgenzon In de Rue St.-Louis en ile, op no 61, no digt een charmante Amor, schrij lings op een tonnetje gezeten, de voorbijgangers uit. binnen te treden in de herberg „Le Petit Bacchus". In dezelfde stijl, maar in zeer stich telijke geest, ziet men op no 22 van de Rue des Bourdonnais een schild van smeedijzer „A l'enfant Jésus". In de Rue des Blancs Manteaux, het Quartier du Maris, wordt de aandacht van de wandelaar getrok ken door het martiale wapenschild „A l'Homme Armé". Een koene ridder stoutmoedig op een vuur mond gezeten. Het huis op no 16 in de Rue Volta, een andere oude straat van Parijs, wordt bewaakt door 'n gouden leeuw, die 'n gewel dige' slang verplettert. Dit zijn en kele voorbeelden van smeedkunst, waarmee de oude wijken van Parijs u verrassen. In het begin van de 17e eeuw scheen de kunst van het smeden In ongenade te zijn gevallen. De vuren In de smederijen doofden uit en de meestersmeden, voorheen zo welva rend, wachtten op een klant. Het was Vlollet, le Due die de smede rijen nieuw leven Inblies. Voor zijn was Vlollet le Due die de smede- werk nodig. Wat hU vond, waren oude handwerkslieden, die eerst leerlingen moesten vormen om zo ateliers op te richten welke In staat waren, de opdrachten van Violet le Due uit te voeren. Zo leefde de 1. glas voorgrond leger 2. ober by tafeltje links meer haar 3 meer blaadjes aan plant op hoofd van dame 4. schoenen ober op voorgrond 5. tz weg op tafelkleed rechts 6. een man meer op de achtergrond 7. ober rechts zonder strikdasje 8. menu op menukaart ober links achter Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Bijvoegsel. Rue St. Louis en l'Ille traditie weer op en werd zij ge handhaafd tot het begin van de 20e eeuw, by uitstek het tydperk van de metaalbewerking. In de loop van deze eeuw worden enorme construc ties gerealiseerd, welke ook de smeedkunst veroorloofde 'n zeer hoge vlucht te nemen. Zeker, de techniek van het smeden heeft een belangryke ontwikkeling ondergaan. Toen in het begin van de 19e eeuw, mechanisch getrokken Uzer aan onze smeden ter beschikking werd gesteld, opende dit voor hen vol komen nieuwe mogeiykheden. Enkele jaren geleden werd er in het Paviljoen de Marsan. in het Louvre, een tentoonstelling georga niseerd ter ere van deze wederop bloei der smeedkunst. Onder de ten toongestelde werkstukken trokken die van Meester Poillerat ontegen-' zegiyk de meeste aandachtcon soles gedragen door voetstukken in de vorm van kleine zuiltjes, lampen in de vorm van obelisken en vooral die tafel waarvan het onderstel ver sierd is met hertekoppen, welke door kenners beschouwd wordt als één der meesterwerken van de Euro pese smeedkunst. Meester Poillerat heeft zeer vaak zyn opvattingen verkondigd over de moderne smeedkunst: „De uitvoe ring van een werk", heeft hy ge zegd, „begint tegenwoordig in het teken-atelier, dat met zyn personeel van specialisten een even grote rol speelt als de smederü". De eerste conceptie is, volgens Meester Poil lerat „byna altyd het werk van een architect of van een gespecialiseerde decorateur, byna nooit van de handwerksman zelf". Wanneer wij de oude voorbeelden van smeed kunst raadplegen, zoals ze sinds de 16e eeuw ten behoeve der smeden op schrift gesteld zyn, dan zien we dat deze gemaakt zyn door archi tecten als Jean Marot, die het ont werp tekende van het hekwerk van Chateau de Maisons, en door déco rateurs als Androuet du Cerceau. De tyd ontbreekt om de ateliers van alle grote smeden van Parijs te bezoeken. Laten we even binnen kijken in het atelier van Abel Bataillard, in de Rue Germain Pilon op de Butte Montmartre. Hier wacht ons de verrassing de enige vrouwelyke smid van Frankrijk te vinden, madame Claire. Uit dit ate lier kwamen de werkstukken, welke noodzakeiyk waren voor de restau ratie van het smeedwerk op Place Stanislas te Nancy, het werk van Jean Lamour, zoals ook voor de restauratie van de kerk en het pa leis van Jacques Coeur te Bourges. Iedere grote stad in Frankrijk heeft zyn meestersmeden gekend, wier werk de trots is van enkele musea, van kathedralen en oude hotels, met smeedyzeren balkon- en trapleuningversieringen. Grote ar chitecten hebben tegenwoordig met deze traditie gebroken, terwjjl ook décorateurs vaak 'n beroep doen op de smeden voor de inrichting van moderne ryke appartementen. Elisabeth Bckius. „Een on bekende. NUgh en Van Ditmar. 's-Gravenhage. z.j. In het taalgebruik verouderen met de jaren kleinigheden. Wan neer men daarop let. kan men een boek in een bepaalde tydsperiode onderbrengen. Zo'n veranderde kleinigheid van de laatste decennia is b.v. het vervangen van de werk woorden halen, grypen en nemen door ..pakken". Ik maak deze op merking in verband met Elisabeth Bekius. omdat ik daaruit opmaak dat deze schryfster, die debuteert met „Een Onbekende", dus betrek- keiyk jong moet zyn. En op die conclusie leg ik de nadruk, omdat de visie van deze roman zo ouder wets is. Indien een kleinigheid als hierboven beschreven de lezer niet de weg wees. zou men kunnen den ken te doen te hebben met een tyd- genote van Ina Boudier-Bakker b.v. Deze ouderwetsheid* wordt in de hand gewerkt door uiteriyke at tributen. die niet meer in deze tyd passen zoals „De oude vrouw" (eer ste hoofdstuk), die alleen in een zeer groot huis woont en daar op het moment dat het haar goed dunkt. wel een stuk van wil verhu ren. Zou de schryfster werkeiyk nooit van een CBH gehoord hebben? En een dienstmeisje dat de telefoon aanneemt voor „Mama- dou". die zelf uitstekend ter been is? Maar het meest ouderwets zyn de Jonge mensen in deze roman, die hun ziel uit hun lichaam praten en nog eens praten over de subtiele aandoeningen der ware liefde. Geen erotiek dus, maar de liefde van zielsverwanten. In verband met dat eindeloze gepraat verbaast men er zich over dat de voornaam ste figuur, Henriet, „een onbeken de" wordt genoemd, wy krygen haar zó van binnen en van buiter» uitgeplozen, dat er werkeiyk niet veel onbekend aan haar blijft, wy vinden deze Henriet op haar een zame tocht-van-de-jeugd by haar tydeiyke stopplaatsen in de vorm van enkele mannen en vrouwen. Wat de mannen betreft: haar eer ste halte is haar Jeugdliefde André van wie zy niet genoeg houdt. Dan is er de jonge psychiater Eduard, die haar op straat oppikt als zy loopt te kwynen om Hugo van wie zy te veel houdt en tenslotte nog tegenover de vreemde Flor, die zy alweer toevallig ln de duinen ontmoet. En altyd maar op zoek naar „het hogere" zoals wy dat in de jaren twintig en dertig spottend noemden. Haar vriendin Lou wt een licht op Henriets studenten en voor de beide oude vrouwen zy een byfiguur. Het geheel erg Ships-that-pass-in-the-nig rig aan. De constructie van het vert dat plaatsen van de hoofdfig tegenover verschillende karak en het uitwerken van de resulta van die ontmoetingen, is ki werk. Deze Henriet is, haars danks, ten opzichte van haar vri den een fatale vrouw, maar dient haar volgens de schryfj vergeven te worden, aangezien uit het berokkende harteleed haar slachtoffers toch aen geef ïyke groei ontstaat. Tenslotte is niet helemaal duldeiyk waai Hugo kans ziet in deze diepzinr Henriet alle gepraat te overwini en haar ten stadhuize te voer En dat moet hem toch gelukt z want by de aanvang van het b ontmoeten wy Henriet en Hugo reeds lang verbonden echtpaar het hele verleden van Henriet, k als het ware aan het rollen, orm zy het nodig heeft gevonden haar vroegere vrienden een verhi kaartje te sturen als zy terucki in de stad van haar Jeugd Op zi zelf al een eigenaardige handel die te denken geeft. Frank Daen. „Het A woord is al gegeven". J. Kok. Kampen 1962. Dit is een roman waarby n de aloude opmerking moet plaats dat er met goede bedoelingen i geen goed boek geschreven wor Zeker, de biecht van de zakenm Frans de Jonghe heeft veel men ïyks. Er komen soms goede pasi ges in voor de pogrom in 1st! boel b.v. maar de dialogen het optreden van de verschillen figuren zyn toch te onhandig c geschreven om door oprec! gemeendheid gered te kunnen wi den. Zo kan ook een verianf naar geloof niet waar gemai worden door een paar oppervlak ge vlagen. Jammer is bepaald 1 slot. Ik ben helemaal niet gest< op de steevaste goede afloop, mi in dit speciale geval zou die eens natuuriyk zyn geweest. 1 bericht over het vliegtuigongé maakt nu Frans' hele innerll worsteling ongedaan en geeft het wantrouwige gevoel, dat auteur het toch niet zo goed doeld heeft. CLARA EGGE Chaenomelis is beter bekend als sierkweepeer of als Pyrus japonica. Onder deze oude naam komt hy ook nog veel voor. Deze struik kan men als leiheester aanplanten; vooral tegen een gevel op het zuiden en oosten zal hy prima tot zyn recht ko men. Dan moet men eerst lat werk aan de muur vastmaken, want de heester klimt niet. Men moet hem dus daarby helpen en de lange takken langs en tegen de latjes opleiden. Op den duur zullen enkele takken te ver van de muur afgroeien en dan moet men die terug snoeien. Dat kan men het beste direct na de bloei doen. Dan kan men het beste zien welke takken gemist kun nen worden en tot hoe ver ze terug gesnoeid moeten worden Dat snoeien mag men in geen geval in het hartje van de win ter doen. Het kale hout zit dan al vol bloemknoppen en die zou den dan allemaal of grotendeels verloren gaan. Als men besluit een struik tegen de gevel te po ten. dient men voor een ruim plantgat te zorgen, dat niet al leen voldoende diep. doch vooral ook breed genoeg moet zitn. De wortels moeten direct alle kan ten kunnen uitgroeien. Zo vlak by de fundering is meestal geen beste grond beschikbaar; het is allemaal zand en puin en die dient men dus te verwijderen Goed bemeste tuingrond wordt er voor in de plaats gebracht De chaenomelis kan men ook als struik poten; als sierheester kan men er in een niet te kleine tuin veel plezier van hebben. Ze hebben een onderlinge afstand van een paar meter nodig. Er zyn diverse soorten: vooral de rode is mooi, doch de zalmtin- ten bloeien enorm riik. Roze bloeit wat minder ryk. doch daar staat tegenover dat de bloemen wat groter ziin en de groei is prima. Na de bloei vor men zich de grote appelachtige vruchten, die echter voor de consumptie niet geschikt zyn. O. KROMDIJK. Chaenomelis of sierkweepeer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 10