OOST EN WEST GROEIEN NAAR ELKAAR TOE ZOEKLICHT De staartmezen houwen hun nesten met spinr agdraad ir DE 12.000.000 IS VOL \onn is knooppunt I Ibricht n ep Twee definities KIJKJES IN DE NATUUR EEN OP DE BOEKENMARKT WOORD BEZINNING iterdag 12 oktober 1963 Pagina 1 "A (Van onze reisredacteur W. L. Brugsma) M VI. slot) ?n n de conversatie met Russische en Poolse diplomaten duiken woorden „Berlijn" en „Duits vredesverdrag" nauwelijks meer ,u|. Men moet er al naar vragen en meestal ontmoet die vraag Z i schouderophalen. Het lijkt alsof de Sowjctrussische diplo ic tie er zich sinds Cuba bij heeft neergelegd, dat een Westelijke ni ;enning van de Duitse splitsing er voorlopig niet in zit en dat ocerop rekent dat het Westen, sinds de Berlijnse muur, er zich neerlegt dat die splitsing voorlopig niet ongedaan kan wor- •j i gemaakt. Iet parool luidt: geen concessies en geen avonturen. En in- ;jj Idels wordt de dringend noodzakelijke normalisering van de e st-West-betrekkingen over een andere boeg gegooid: die van ontwapening of liever gezegd de beperking van de bcwapc- g. Als men de oorzaken van de spanning niet weg kan en, moet men er de gevolgen van begrenzen. at de Sowjet-Unie uiteraard w ontgaat, is dat de Westduitsers in sleutelpositie zitten om ver- T stappen naar ontwapening de dwars te zetten. Want waar ook begint controleposten l verrassingsaanvallen, militai- Itdunning. kernwapenvrye zo- steeds stuit men op het dat de spanningsgrens tussen de militaire machten dwars door Duitsland loopt. En dat de Duit sers de neiging hebben om alle as pecten van het Oost-West-conflict op de Duitse splitsing te betrekken. De Russen slaan daarom met in nige belangstelling gade hoe de Amerikanen soms proberen Bonn de knie op de borst te zetten. En Ontspanning op het strand van de Moskwa (Foto: Eddy Posthuma de Boer) zij moedigen de regering-Kennedy daarby aan met mededelingen als deze: ..Krupp-directeur Berthold Beitz heeft ons verzekerd dat het Frans-Duitse verdrag volstrekt niet tegen de Sowjet-Unie is gericht maar ten doel heeft de Amerikaan se invloed van het Europese vaste land te verdryven. Als dat eenmaal gebeurd is. kan er een Russisch - Frans-Duits akkoord worden geslo ten". Het griezelige is, dat het on mogelijk is. dat Beitz zoiets gezegd heeft. Het opwekkende is. dat de Russen het verder vertellen: het is een argument temeer om aan te nemen dat zij geïnteresseerd zUn in de enige realistische ontspan ningsmogelijkheid. de toenadering der grootsten. Wat de Sowjet-Unie blijft verba zen is. dat de Amerikanen West- Duitsland aan een zo grote portie macht hebben geholpen, dat Wash- ingtons eigen handelingsvrijheid inzake Amerika's nationale belan gen erdoor is beknot. Zij lachen zuurzoet als men hen erop opmerk zaam maakt, dat de Duitsers dit aan Stalin te danken hebben. Want het was de (echte of vermeendei dreiging van stalinistische agressie, en niet Adenauer of Erhard, die de Bondsrepubliek achtereenvol gens aan economische, militaire en dus politieke macht heeft geholpen. Inmiddels zit iedereen er mee. Maar van Sowjetrussische zijde zegt men: tegemoetkomen aan Westduitse wensen zou de bestaan de toestand verstoren. En wie wil weten hoe Chroesjtsjow erover denkt., moet zijn antwoord herlezen op de Chinese beschuldiging, dat hy voor het Westen zou hebben gecapituleerd: „Wie mocht menen, dat onze ontspanningspolitiek erop gericht is ook maar een jota van de bestaande machtsverhoudingen ten nadele van de Sowjet-Unie te wyzigen. is niet goed by zyn hoofd". Men kan het erop houden, dat hy dit méént. Wel wil de Sow jet-Unie ontspanning, maar niet 'ten koste van afbrokkeling van haar macht. Dan gaat zy net zo ,hef door met het elkander aanky- ken om te zien wie er het eerst met de ogen knippert. In het verre Cuba was dat Moskou. Dichterbij huis zal dat niet zo gemakkelijk gaan. Moskou zal pogen Bonn zoveel mogelijk te isoleren door de Ronds republiek voor te stellen als een hardnekkige ezel. die zich te weer stelt tegen het uitbreken van het duizendjarig vredesrijk. Het is te hopen, dat het Kremlin gaat in zien. dat er een veelbelovender weg is: de Duitsers duidelijk maken, dat hun nationale belang ook in ontspanning is gelegen en dat de Duitse hereniging 'n stap-voor-stap proces is, dat pas voltooid kan wor den wanneer Oost en West niet langer als tegenstanders maar als concurrenten tegenover elkaar staan. Om dat proces op gang te bren gen. heeft de Sowjet-Unie een machtig middel: het ten val bren gen van het stalinistisch monstrum Ulbricht. Gemakkelyk is dat niet. want in Oost-Duitsland ontbreekt het nationale element dat een Ti to. een Gomoelka en zelfs een Ka- dar produceerde. „En toch", zei een Oosteuropese diplomaat mij. „zal het er eens van moeten ko men. Alleen, het. Is weer een stap die slechts in een voortschrijdende ontspanning gedaan kan worden". Zo lykt het alsof ook de ont spanningspolitiek nog in een vi cieuze cirkel ronddraait. En toch. ondanks het feit. dat niemand weet wat. na de gedeeltelijke stopzetting der kernproeven, de tweede stap zal zyn, is het een duidelijke winst dat er over „stappen" wordt ge dacht De tijd van de „pakket-voor stellen". die wederzijds aanvaard bare aan onaanvaardbare plannen aan elkaar koppelden en die op ta fel werden geworpen met de mede deling ..Alles of niets", is voorbij. Er wordt voorzichtig gezocht naar wezenlijke mogelijkheden. „De Russen", zei de Britse za kenman in hotel Moskwa. en hij smeerde nog een lepel ca via ar op zijn boterham, „zyn aan het ver burgerlijken. Geleidelijk aan wor den zy net als wij. De wereld revolutie kan hun gestolen worden: zij willen consumeren. Zy willen geld verdienen en het kunnen uit geven aan televisie, auto .ijskast, haardroger en elektrische blikope ners". „De verzinsels over de verande ring van de Sowjet-Unie in een „overdaadsmaatschappy" en het verlies van haar revolutionaire ka rakter". zo schrijft Melnlkow In een Russisch blad. „komen voort uit de vrees voor de kracht en het succes van het marxisme-leninls- me en uit de wens om het te on- dermynen". Ergens tussen die twee definities ligt het antwoord op de v: Oost en West tot een wezenlyke modus vivendi kunnen geraken. De tendens, dat de twee syste men naar elkaar toegroeien, kan alleen nog door verwoede commu nisten en anti-communisten wor den ontkend. De klemmende kwes tie is slechts hoeveel tijd dat pro ces zal eisen. Dat hangt namelijk af van de snelheid.' waarmee de ontspanning tussen Oost en West voort zal schrijden. Wordt de co ëxistentie een feit. dan valt de bui tenlandse dreiging weg waarmee de Sowjetrussische regering haar bur gers nog kan aansporen tot vol hardende inspanning. Dan breekt de periode aan van groeiende gelijksoortigheid der systemen, van het begin van ideologische co-exis tentie. Verburgelijken de Russen? (Foto: Eddy Posthuma de Boer) die de nestperiode natuuriyk al lang achter de rug hebben en nu met pa en ma uit zyn, hoewel ze heel best op eigen benen kunnen staan en aan eigen pootjes kunnen hangen. 'B D. H. Lawrence. De oude Adam en zyn Nieuwe Eva. (Vertaling) Contact Am sterdam 1963. H. Lawrence (1885—1930) is dertig jaar dood. maar zijn als schrijver duikt voortdu in de letterkunde op. Aange- dat toch onmogelijk kan zyn men nog steeds bloost over openhartige opmerkingen be nde de seksualiteit wat een na Henri Miller en consorten iet dat wel wezen omdat deze ver de grote gave heeft beze- Ijdeloos te zijn, ondanks zijn ematiek. Wat deze problema- petreft, simpel gezegd zou men kunnen samenvatten in de gaafheid tegenover hersens I. In de verhalen die hier ver- icl d zijn, treft ons die nauwe- meer. In het eerste „De oude enz", een typisch Lawren- se geschiedenis, is die nog het - t aanwezig. Het gaat hier over .A|chtpaar dat werkelijk van el- houdt. maar dat het gevoel elkaar niet te kunnen berei- Ik geloof niet dat iemand heden nog opwindt over zulk masi-subtiliteit. Daar staat ■over dat het een van Lawren- wakke verhalen is. „Een geur Chrysanten" en „De Blinde" ntegen hebben de gloedwarme atiek van het fundamentele A van de mens. Zulke verba ebben niets aan kracht ver- vertalingen door twee ver- |G inde vertalers gemaakt, laten ets te wensen over. In het van „De witte Kous" b.v. is vertaald door vlug en ani- -G h door vrolyk. Deze verta- l zijn wel niet apert fout, 'e er had hier een betere en re gevonden kunnen worden, verder is de zin beginnend 'ly keek wel fout. Zo „draad witte zyde" iets la- !r staat „a string of white De andere vertaler vergalop- Uzich ook herhaaldelijk. Hij b.v. niet wat raspberries zijn 103) en spreekt dientengevol- »r zoiets raars als „aardbeien- Heere Heeresma. Een dagje naar het Strand. Contact Amsterdam 1962. e kleine roman is geschreven dracht van O. K. en W. zoals )rin vermeld wordt en het zou jrmakelijk zijn, gezien het re- ne<ft, indien dit ministerie de schrijver Heeresma inder- had opgedragen een roman te ri over een dagje naar het Ik neem aan dat dat niet en dat de auteur vrij is ge in zyn keuze. Heeresma heeft der gepubliceerd en wel een verhalen getiteld „Bevind Zoals dat onder de schrijvers van heden veel ~it, beschikt Heeresma over talent. Persoonlijkheid is ik niet te ontzeggen, hoewel idergebracht kan worden in ip van de absurden en van iwelgrappenmakers. Deze geschiedenis is absurd en gruwelijk. Het zijn de belevenissen van een jonge man Bernard, die de drank niet kan laten staan. Op een dag gaat hy uit wandelen, naar dat strand, met een kind van vrien den genaamd Carl en Medusa. Het kind zelf heet Walijne. Wie er de bet is aan dat kind is niet dui delijk, behalve dan dat het in elk geval Carl niet is. Om de zaak goed sinister te maken motregent het de hele dag en loopt het arme kind ook nog in beugels. Een gaaf kind zou, gezien de omstandighe den. al erg genoeg geweest zyn. Bernard heeft de gewoonte sarcas tische waarheden rond te slinge ren tegen iedereen die hy tegen het lijf loopt. Hij gebruikt die als een situatie hem te benauwd wordt. Deze Bernard is overigens een uit stekend portret van een bepaald soort drinker. Natuurgetrouw is de overwinning van de dorst op zyn genegenheid voor het kind. Aan het eind strompelt deze Bernard zat uit een kuil op het strand. Het kind is hij helemaal kwijt en wij horen ook niet waar het gebleven is. zodat het ons vrijstaat ons de griezeligste voorstellingen te ma ken van het lot van dit meisje. Zo als ik al gezegd heb. zeer goed ge schreven. maar wat moet men er mee? Huilen of lachen of wat? H. Voordewind. ('ommissa- risomnibus. Bakker/Daa- men. Den Haag 1963. Kom. dacht ik met deze omni bus in de hand. ik moet toch eens kennismaken met die commissaris van politie die ons. schrijvers, met plm. 570 duizend exemplaren het brood uit de mond stoot. Ten on rechte, was myn conclusie, want altijd maar weer lieden die zich afzonderen met vrouwen in perce len en dan beroofd worden, telkens weer ongeveer eendere diefstallen, vechtpartijen, chantage e.d.. ver teld in de trant van het authen tieke procesverbaal, worden ook vervelend. CLARA EGGINK Spinragdraden naar een ligusterhaag en van deze rrrt! regelrecht naar een hoge la riksboom. Overal schijnen ze iets van hun gading te vinden, want onophoudelijk seinen ze met vro lijke korte roeptoontjes van de één naar de ander. Waar ik het vandaan heb, of wie 't me heeft verteld, weet ik niet meer, maar ik ken de volgende uitspraak: „Er bestaat geen lelijk weer! Er bestaat alleen maar mooi weer en minder mooi weer!" De optimist, die dit meteorologisch credo neerschreef of uit sprak, had vast en zeker nog nooit een weekeinde bijgewoond, als wij, Nederlanders eind september hebben moeten door maken. Doormaken, doorworstelen, dag aan dag door betraande (jOOT SjOlikö V9D 00T Zöö ruiten moeten kijken naar een gordijn van regen of naar een gordijn, dat op komst was. Iedere dag een paar tropische slag buien met, als intermezzo, miezerige motregens. Trillingen Maar laten we over het weer zwijgen, laten we ons West- europese klimaat doodzwij gen, misschien helpt. dat. Tijdens die zwijgperiode hebben we dan ruimschoots gelegenheid, in alle stilte terug te denken aan alles, wat we in de afgelopen zomer heb ben genoten. Er zijn er onder de lezers vast wel. die zich dat heerlijke duinhel- linkje herinneren, waar ze zo zor geloos lagen te knipogen tegen de zon, die bron van zo veel goeds. Nu. met. een druipende wereld om u heen, kunt u zich ternauwernood IE iet Uzult net als ik wel eens van die momenten kennen waarop U een beetje me delijden met uzelf hebt, omdat U juist in deze tijd op aarde leeft. Soms kan onze nuchtere, zakelijke tijd je zo vervelen, dat je zou wensen te hebben geleefd in een romantische periode van ridders en troubadours. Of de spanningen van de koude ooi-log hebben je zo moe gemaakt, dat je verlangt naar een wereld, waarin de mensen onze dwaas heden overwonnen en op har monische wijze met elkaar heb ben leren omgaan Zijn we te laat of zijn we juist te vroeg geboren? Of misschien toch nog net op tyd? Dat laatste heb ik dezer dagen tegen mezelf gezegd, toen ik in de kranten las, dat de 12 mil- VAN reerd? O. natuurlijk, er zit een enorm vrolijke kant aan, dat we met zo velen op zo'n kleine op pervlakte kunnen leven Het be wijst., dat we de kindersterfte en vele ziekten aardig hebben we ten te bedwingen. Dat. we een industrie-apparaat hebben weten op te bouwen, waardoor het mo- geliik is veel meer monden te voeden dan onze natuurlijke bodemgesteldheid kan toelaten. Er zit bijna iets paradijselijks in wanneer in Kruiningen of in Grootegast van de week die anonieme 12 miljoenste Neder lander geboren is. En de kerk, heeft die er ook nog iets mee te maken? Men dunkt in meerdere opzichten. Allereerst staat de kerk voor de niet gemakkelijke taak er zorg voor te dragen, dat er huizen van gemeenschap, inkeer en ge bed zullen zijn in onze nieuwe stadswijken. Daarnaast staat ze voor de nog veel grotere op dracht om ook de 12 miljoenste bewoner van ons land te be reiken met de boodschap van het Evangelie van Jezus Chris tus. Want met fabrieken, hui zen, wegen en ontspanningsoor den is het menselijk leven nog niet compleet.. De vraag waar het juist bij de toename van joenste Nederlander weid ver wacht. Gelukkig zo dacht ik, dat ik nu nog leef. Dat we nog maar met 12 miljoen mensen zijn op gepakt in dit lage landje, waai de meesten van ons zelfs ge doemd zijn beneden de zeespie gel te leven. Stelt U zich eens voor. dat het er nu al 20 miljoen waren geweest, zodat we tegen het eind van deze eeuw de 25 miljoenste reeds moesten ver welkomen! Gelukkig maar. dat de bevolkingsexplosie deze af metingen nog niet aangenomen heeft; dat wij nog net op tijd geboren zijn! Intussen heeft het wel zin om even te mediteren bij het feit. dat er weer een miljoen Neder landers volgemaakt is. Allerlei vragen komen bij je op: zijn we eigenlijk wel op zo'n enorme groei van de bevolking geprepa- die door de statistiek berekende getallen: 12 miljoen Nederlan ders in 1963 en 20 miljoen voor het eind van de 20ste eeuw. Alleen, zo vraag je je met enige schrik af, kunnen we wel voluit blij zijn met deze gesta dige groei? Zal er straks, wan neer dit jochie groot geworden is. werk voor hem zijn. zodat hii zelf een gezin zal kunnen stich ten? En zal er een plaats zijn, waar hij met zyn gezin zal kun nen wonen of zal hij. als hij in 1987 wil gaan trouwen, ook nog met inwoning moeten beginnen? Zal het dan voor hem nog mogelijk zijn om met zijn wagentje de stad te ontvluchten en ergens de rust en de stilte te vinden, waar de mens niet zon der kan? Wat wordt onze over heid met al zijn organen voor een complex van vragen gesteld, onze bevolking om gaat. is deze leren we te leven, niet alleen voor onszelf, maar voor de ander onze naaste, onze broeder? En bij alle vreugde van het mensdom, dat steeds maar groeit, zal het voor de kerken ook een taak zijn om al die mil joenen Nederlanders te helpen bij de vraag: hoe leven wij als mensen op dit kleine stukje wereld? Waar liggen onze ver antwoordelijkheden. in ons ge zin. op ons werk, in de maat schappij Opdat we met al die miljoenen er toch iets van verstaan, dat we schepselen van God zijn en niet zomaar een gewenste iof ongewenste?) explosie van men sen. P. KLOEK. Ned. Herv. pred. Leiden. voorstallen, hoe u toen languit op uw rug in het warmgestoofde zand lag met om u heen de ritselende helmbundels. waarvan de punten fijne figuren veegden over het glad- gewaaide duin. En als u zich even oprichtte, zag u in de verte de gol ving van de duinhellingen, grijs en blauwig groen van de duindoorn. Over alles heen het helle zomer se licht en door alles heenklinkend het verre zingen van de golven in hun rusteloos, eindeloos zwoegen langs de vloedlijn. Ondanks de wa termisère aan de andere kant van uw tuinramen, ziet u dit alles scherp voor u. Misschien denkt u wel: „hoe zou het er nu wel zijn, op die duinhellingen, tussen helm en duindoorn? Wel, die duindoornstruiken staan zwart, en glimmend in de stromen de regen en ze beginnen zich te sieren met gele bessen. Tiissen de venijnig gepriemde planten schooieren de kraaien rond, op zoek naar die bessen, waarvoor ze een bepaalde voorkeur hebben. In slaap gevallen Het is ook mogelijk, dat u terug denkt aan een zonnige holle weg, ergens op de Veluwe, in Brabant, in Zuid-Limburg, het doet er niet toe, waar, want je vindt ze op veel plaatsen in ons land, die mooie rustige rulle zandpaden, slin gerend onder langs een begroeide helling. Was het niet onder een breed uitgegroeide en zoetgeurende vogel kers, dat u in slaap bent gevallen, met de bedrijvigheid van zoemen de insekten en het gekwieter van allerlei vogelgoedje om en boven u? Was het ook niet toen, dat u 't le ven nog niet zo kwaad vond Die vogelkers moest u nu eens kunnen zien! Aan zijn dunne, fyn- bestipte takken hangen trossen roodzwarte bessen, maar ze moeten ook nog de onvermoeibare regen torsen. Aan al die zomerse heerlijkhe den denkt u misschien op dit ogen blik en u vindt het wel erg moei lijk, in deze oktoberdagen het goeie humeur te bewaren. Of terug te vinden! Zo gaat het mij ook. Maar terwijl ik zon beetje op m'n penhouder zit te bijten en me eigenlijk zit te verbijten, omdat ik er niet op uit kan gaan. wordt mijn aandacht getrokken door een serie vogelgeluidjes, die door het gerumoer van de herfstwind en het druppelgetik heenklinken. Dat moeten mezen zyn! En zo is het. Onverwacht is een troepje staartmezen verschenen in de bo men en struiken van onze tuin. Speciaal staartmezen doen dat graag, ln troepjes een bepaald rayon afwerken, waarby ze al zoe kend. hamerend en peuterend in de boomstammen, de hele buurt af speuren. Met korte rukjes vliegen ze daar bij van de ene tuin naar de andere, van een uitgebloeide zonnebloem Het is een aardige bezigheid, op deze geluidjes af te gaan en te letten op de lichte trillin gen van de bladeren, om te ontdek ken. waar ze zitten en hoe groot het troepje is. Dan verbaast men er zich over, dat het er soms wel tien, twaalf kunnen zyn. allemaal lang gestaarte vogeltjes, die op ech te mezenmanier, licht als een veertje, aan de takken hangen te bengelen. Er hangt er nu juist één voor mijn raam en zo'n schik heb ik in het diertje, dat. ik bijna vergeet, hoe allermiserabelst het regent. Zo'n staartmees heeft als hoofd kleuren wit en bruinachtig beige, het eerste op de kop en aan de buikzijde, het beige op vleugels en staart. In het witte kopje prikt een donker oog en dit heeft, hem waarschijnlijk de bijnaam „doods- kopje" bezorgd, een bedenksel uit de boeken, dat gelukkig als naam nooit wordt gebruikt. In het najaar houden de mezen ervan, in familieverband rond te trekken. Dus dan heb ik hier bui ten mijn raam zeker ook een ouderpaar en een stel jonge vogels. Hebt u wel eens het nest van een staartmezenpaar gezien? Dat behoort werkelijk tot de curiositeiten wat nestbouw betreft! Het is 'n heel luchtig en zeer licht bouwsel van dun korstmos, een grijze vlossige substantie, die als het ware tegen de schors van een boom zit geplakt. Letterlijk geplakt, want, voor de bevestiging van deze bouwstof gebruiken de vogels spinrag dra den! Deze draden zijn iets kleverigs of hakerig en dus als verbindingsma teriaal zeer geschikt. Je moet er maar op komen! Zonder naald en toch met draden manipuleren! Het merkwaardige komt echter, als dit „licht en dicht" geval als woonruimte moet dienst doen. Waar blijven de broedende mezen met hun zeer lange staart? „Geen zorgen! die staart wordt naar boven „omgeklapt"! Een staart is immers zeer beweegbaar naar alle kanten! Maar als in zo'n nest dan behalve ouders ook nog een heel stel jonge langstaarten hun plaats moeten hebben? Wordt die ruimte dan niet veel te benauwd? Als het zo ver is. steken de staarten soms door het luchtige mosnest heen, als breipennen door een kluwen! Geduld nat moest n eens kunnen zien! Daarvoor moet u echter ge duld hebben tot volgend jaar mei. Geduld en geluk, om zo'n klein natuurwonder zelf te ontdek ken. Maar we zitten pas In oktober. We zijn september uitgespoeld en het weer iso nee, daar zouden we immers over zwijgen! Zodat ik maar nil zeggen't weer is minder mooi dan toen het wat beter was.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 7