OOST EN WEST GROEIEN
NAAR ELKAAR TOE
ZOEKLICHT
De staartmezen houwen hun
nesten met spinr
agdraad
ir
DE 12.000.000 IS VOL
\onn is knooppunt
I Ibricht n ep
Twee definities
KIJKJES IN DE NATUUR
EEN
OP DE BOEKENMARKT
WOORD
BEZINNING
iterdag 12 oktober 1963
Pagina 1
"A
(Van onze reisredacteur W. L. Brugsma)
M VI. slot)
?n n de conversatie met Russische en Poolse diplomaten duiken
woorden „Berlijn" en „Duits vredesverdrag" nauwelijks meer
,u|. Men moet er al naar vragen en meestal ontmoet die vraag
Z i schouderophalen. Het lijkt alsof de Sowjctrussische diplo
ic tie er zich sinds Cuba bij heeft neergelegd, dat een Westelijke
ni ;enning van de Duitse splitsing er voorlopig niet in zit en dat
ocerop rekent dat het Westen, sinds de Berlijnse muur, er zich
neerlegt dat die splitsing voorlopig niet ongedaan kan wor-
•j i gemaakt.
Iet parool luidt: geen concessies en geen avonturen. En in-
;jj Idels wordt de dringend noodzakelijke normalisering van de
e st-West-betrekkingen over een andere boeg gegooid: die van
ontwapening of liever gezegd de beperking van de bcwapc-
g. Als men de oorzaken van de spanning niet weg kan
en, moet men er de gevolgen van begrenzen.
at de Sowjet-Unie uiteraard
w ontgaat, is dat de Westduitsers
in sleutelpositie zitten om ver-
T stappen naar ontwapening de
dwars te zetten. Want waar
ook begint controleposten
l verrassingsaanvallen, militai-
Itdunning. kernwapenvrye zo-
steeds stuit men op het
dat de spanningsgrens tussen
de militaire machten dwars door
Duitsland loopt. En dat de Duit
sers de neiging hebben om alle as
pecten van het Oost-West-conflict
op de Duitse splitsing te betrekken.
De Russen slaan daarom met in
nige belangstelling gade hoe de
Amerikanen soms proberen Bonn
de knie op de borst te zetten. En
Ontspanning op het strand van
de Moskwa
(Foto: Eddy Posthuma de Boer)
zij moedigen de regering-Kennedy
daarby aan met mededelingen als
deze: ..Krupp-directeur Berthold
Beitz heeft ons verzekerd dat het
Frans-Duitse verdrag volstrekt niet
tegen de Sowjet-Unie is gericht
maar ten doel heeft de Amerikaan
se invloed van het Europese vaste
land te verdryven. Als dat eenmaal
gebeurd is. kan er een Russisch -
Frans-Duits akkoord worden geslo
ten". Het griezelige is, dat het on
mogelijk is. dat Beitz zoiets gezegd
heeft. Het opwekkende is. dat de
Russen het verder vertellen: het is
een argument temeer om aan te
nemen dat zij geïnteresseerd zUn
in de enige realistische ontspan
ningsmogelijkheid. de toenadering
der grootsten.
Wat de Sowjet-Unie blijft verba
zen is. dat de Amerikanen West-
Duitsland aan een zo grote portie
macht hebben geholpen, dat Wash-
ingtons eigen handelingsvrijheid
inzake Amerika's nationale belan
gen erdoor is beknot. Zij lachen
zuurzoet als men hen erop opmerk
zaam maakt, dat de Duitsers dit
aan Stalin te danken hebben. Want
het was de (echte of vermeendei
dreiging van stalinistische agressie,
en niet Adenauer of Erhard, die
de Bondsrepubliek achtereenvol
gens aan economische, militaire en
dus politieke macht heeft geholpen.
Inmiddels zit iedereen er mee.
Maar van Sowjetrussische zijde
zegt men: tegemoetkomen aan
Westduitse wensen zou de bestaan
de toestand verstoren. En wie wil
weten hoe Chroesjtsjow erover
denkt., moet zijn antwoord herlezen
op de Chinese beschuldiging, dat
hy voor het Westen zou hebben
gecapituleerd: „Wie mocht menen,
dat onze ontspanningspolitiek erop
gericht is ook maar een jota van
de bestaande machtsverhoudingen
ten nadele van de Sowjet-Unie te
wyzigen. is niet goed by zyn
hoofd". Men kan het erop houden,
dat hy dit méént. Wel wil de Sow
jet-Unie ontspanning, maar niet
'ten koste van afbrokkeling van
haar macht. Dan gaat zy net zo
,hef door met het elkander aanky-
ken om te zien wie er het eerst
met de ogen knippert. In het verre
Cuba was dat Moskou. Dichterbij
huis zal dat niet zo gemakkelijk
gaan.
Moskou zal pogen Bonn zoveel
mogelijk te isoleren door de Ronds
republiek voor te stellen als een
hardnekkige ezel. die zich te weer
stelt tegen het uitbreken van het
duizendjarig vredesrijk. Het is te
hopen, dat het Kremlin gaat in
zien. dat er een veelbelovender weg
is: de Duitsers duidelijk maken,
dat hun nationale belang ook in
ontspanning is gelegen en dat de
Duitse hereniging 'n stap-voor-stap
proces is, dat pas voltooid kan wor
den wanneer Oost en West niet
langer als tegenstanders maar als
concurrenten tegenover elkaar
staan.
Om dat proces op gang te bren
gen. heeft de Sowjet-Unie een
machtig middel: het ten val bren
gen van het stalinistisch monstrum
Ulbricht. Gemakkelyk is dat niet.
want in Oost-Duitsland ontbreekt
het nationale element dat een Ti
to. een Gomoelka en zelfs een Ka-
dar produceerde. „En toch", zei
een Oosteuropese diplomaat mij.
„zal het er eens van moeten ko
men. Alleen, het. Is weer een stap
die slechts in een voortschrijdende
ontspanning gedaan kan worden".
Zo lykt het alsof ook de ont
spanningspolitiek nog in een vi
cieuze cirkel ronddraait. En toch.
ondanks het feit. dat niemand weet
wat. na de gedeeltelijke stopzetting
der kernproeven, de tweede stap zal
zyn, is het een duidelijke winst
dat er over „stappen" wordt ge
dacht De tijd van de „pakket-voor
stellen". die wederzijds aanvaard
bare aan onaanvaardbare plannen
aan elkaar koppelden en die op ta
fel werden geworpen met de mede
deling ..Alles of niets", is voorbij.
Er wordt voorzichtig gezocht naar
wezenlijke mogelijkheden.
„De Russen", zei de Britse za
kenman in hotel Moskwa. en hij
smeerde nog een lepel ca via ar op
zijn boterham, „zyn aan het ver
burgerlijken. Geleidelijk aan wor
den zy net als wij. De wereld
revolutie kan hun gestolen worden:
zij willen consumeren. Zy willen
geld verdienen en het kunnen uit
geven aan televisie, auto .ijskast,
haardroger en elektrische blikope
ners".
„De verzinsels over de verande
ring van de Sowjet-Unie in een
„overdaadsmaatschappy" en het
verlies van haar revolutionaire ka
rakter". zo schrijft Melnlkow In
een Russisch blad. „komen voort
uit de vrees voor de kracht en het
succes van het marxisme-leninls-
me en uit de wens om het te on-
dermynen".
Ergens tussen die twee definities
ligt het antwoord op de v:
Oost en West tot een wezenlyke
modus vivendi kunnen geraken.
De tendens, dat de twee syste
men naar elkaar toegroeien, kan
alleen nog door verwoede commu
nisten en anti-communisten wor
den ontkend. De klemmende kwes
tie is slechts hoeveel tijd dat pro
ces zal eisen. Dat hangt namelijk
af van de snelheid.' waarmee de
ontspanning tussen Oost en West
voort zal schrijden. Wordt de co
ëxistentie een feit. dan valt de bui
tenlandse dreiging weg waarmee de
Sowjetrussische regering haar bur
gers nog kan aansporen tot vol
hardende inspanning. Dan breekt
de periode aan van groeiende
gelijksoortigheid der systemen, van
het begin van ideologische co-exis
tentie.
Verburgelijken de Russen?
(Foto: Eddy Posthuma de Boer)
die de nestperiode natuuriyk al
lang achter de rug hebben en nu
met pa en ma uit zyn, hoewel ze
heel best op eigen benen kunnen
staan en aan eigen pootjes kunnen
hangen.
'B
D. H. Lawrence. De oude
Adam en zyn Nieuwe Eva.
(Vertaling) Contact Am
sterdam 1963.
H. Lawrence (1885—1930) is
dertig jaar dood. maar zijn
als schrijver duikt voortdu
in de letterkunde op. Aange-
dat toch onmogelijk kan zyn
men nog steeds bloost over
openhartige opmerkingen be
nde de seksualiteit wat een
na Henri Miller en consorten
iet dat wel wezen omdat deze
ver de grote gave heeft beze-
Ijdeloos te zijn, ondanks zijn
ematiek. Wat deze problema-
petreft, simpel gezegd zou men
kunnen samenvatten in de
gaafheid tegenover hersens
I. In de verhalen die hier ver-
icl d zijn, treft ons die nauwe-
meer. In het eerste „De oude
enz", een typisch Lawren-
se geschiedenis, is die nog het
- t aanwezig. Het gaat hier over
.A|chtpaar dat werkelijk van el-
houdt. maar dat het gevoel
elkaar niet te kunnen berei-
Ik geloof niet dat iemand
heden nog opwindt over zulk
masi-subtiliteit. Daar staat
■over dat het een van Lawren-
wakke verhalen is. „Een geur
Chrysanten" en „De Blinde"
ntegen hebben de gloedwarme
atiek van het fundamentele
A van de mens. Zulke verba
ebben niets aan kracht ver-
vertalingen door twee ver-
|G inde vertalers gemaakt, laten
ets te wensen over. In het
van „De witte Kous" b.v. is
vertaald door vlug en ani-
-G h door vrolyk. Deze verta-
l zijn wel niet apert fout,
'e er had hier een betere en
re gevonden kunnen worden,
verder is de zin beginnend
'ly keek wel fout. Zo
„draad witte zyde" iets la-
!r staat „a string of white
De andere vertaler vergalop-
Uzich ook herhaaldelijk. Hij
b.v. niet wat raspberries zijn
103) en spreekt dientengevol-
»r zoiets raars als „aardbeien-
Heere Heeresma. Een
dagje naar het Strand.
Contact Amsterdam 1962.
e kleine roman is geschreven
dracht van O. K. en W. zoals
)rin vermeld wordt en het zou
jrmakelijk zijn, gezien het re-
ne<ft, indien dit ministerie de
schrijver Heeresma inder-
had opgedragen een roman te
ri over een dagje naar het
Ik neem aan dat dat niet
en dat de auteur vrij is ge
in zyn keuze. Heeresma heeft
der gepubliceerd en wel een
verhalen getiteld „Bevind
Zoals dat onder de
schrijvers van heden veel
~it, beschikt Heeresma over
talent. Persoonlijkheid is
ik niet te ontzeggen, hoewel
idergebracht kan worden in
ip van de absurden en van
iwelgrappenmakers.
Deze geschiedenis is absurd en
gruwelijk. Het zijn de belevenissen
van een jonge man Bernard, die de
drank niet kan laten staan. Op een
dag gaat hy uit wandelen, naar
dat strand, met een kind van vrien
den genaamd Carl en Medusa. Het
kind zelf heet Walijne. Wie er de
bet is aan dat kind is niet dui
delijk, behalve dan dat het in elk
geval Carl niet is. Om de zaak
goed sinister te maken motregent
het de hele dag en loopt het arme
kind ook nog in beugels. Een gaaf
kind zou, gezien de omstandighe
den. al erg genoeg geweest zyn.
Bernard heeft de gewoonte sarcas
tische waarheden rond te slinge
ren tegen iedereen die hy tegen
het lijf loopt. Hij gebruikt die als
een situatie hem te benauwd wordt.
Deze Bernard is overigens een uit
stekend portret van een bepaald
soort drinker. Natuurgetrouw is de
overwinning van de dorst op zyn
genegenheid voor het kind. Aan
het eind strompelt deze Bernard
zat uit een kuil op het strand. Het
kind is hij helemaal kwijt en wij
horen ook niet waar het gebleven
is. zodat het ons vrijstaat ons de
griezeligste voorstellingen te ma
ken van het lot van dit meisje. Zo
als ik al gezegd heb. zeer goed ge
schreven. maar wat moet men er
mee? Huilen of lachen of wat?
H. Voordewind. ('ommissa-
risomnibus. Bakker/Daa-
men. Den Haag 1963.
Kom. dacht ik met deze omni
bus in de hand. ik moet toch eens
kennismaken met die commissaris
van politie die ons. schrijvers, met
plm. 570 duizend exemplaren het
brood uit de mond stoot. Ten on
rechte, was myn conclusie, want
altijd maar weer lieden die zich
afzonderen met vrouwen in perce
len en dan beroofd worden, telkens
weer ongeveer eendere diefstallen,
vechtpartijen, chantage e.d.. ver
teld in de trant van het authen
tieke procesverbaal, worden ook
vervelend.
CLARA EGGINK
Spinragdraden
naar een ligusterhaag en van deze
rrrt! regelrecht naar een hoge la
riksboom. Overal schijnen ze iets
van hun gading te vinden, want
onophoudelijk seinen ze met vro
lijke korte roeptoontjes van de één
naar de ander.
Waar ik het vandaan heb, of wie 't me heeft verteld, weet ik
niet meer, maar ik ken de volgende uitspraak: „Er bestaat geen
lelijk weer! Er bestaat alleen maar mooi weer en minder mooi
weer!"
De optimist, die dit meteorologisch credo neerschreef of uit
sprak, had vast en zeker nog nooit een weekeinde bijgewoond,
als wij, Nederlanders eind september hebben moeten door
maken. Doormaken, doorworstelen, dag aan dag door betraande (jOOT SjOlikö V9D 00T Zöö
ruiten moeten kijken naar een gordijn van regen of naar een
gordijn, dat op komst was. Iedere dag een paar tropische slag
buien met, als intermezzo, miezerige motregens.
Trillingen
Maar laten we over het weer
zwijgen, laten we ons West-
europese klimaat doodzwij
gen, misschien helpt. dat. Tijdens
die zwijgperiode hebben we dan
ruimschoots gelegenheid, in alle
stilte terug te denken aan alles,
wat we in de afgelopen zomer heb
ben genoten.
Er zijn er onder de lezers vast
wel. die zich dat heerlijke duinhel-
linkje herinneren, waar ze zo zor
geloos lagen te knipogen tegen de
zon, die bron van zo veel goeds.
Nu. met. een druipende wereld om
u heen, kunt u zich ternauwernood
IE
iet
Uzult net als ik wel eens
van die momenten kennen
waarop U een beetje me
delijden met uzelf hebt, omdat
U juist in deze tijd op aarde
leeft. Soms kan onze nuchtere,
zakelijke tijd je zo vervelen, dat
je zou wensen te hebben geleefd
in een romantische periode van
ridders en troubadours. Of de
spanningen van de koude ooi-log
hebben je zo moe gemaakt, dat
je verlangt naar een wereld,
waarin de mensen onze dwaas
heden overwonnen en op har
monische wijze met elkaar heb
ben leren omgaan Zijn we te
laat of zijn we juist te vroeg
geboren? Of misschien toch nog
net op tyd?
Dat laatste heb ik dezer dagen
tegen mezelf gezegd, toen ik in
de kranten las, dat de 12 mil-
VAN
reerd? O. natuurlijk, er zit een
enorm vrolijke kant aan, dat we
met zo velen op zo'n kleine op
pervlakte kunnen leven Het be
wijst., dat we de kindersterfte en
vele ziekten aardig hebben we
ten te bedwingen. Dat. we een
industrie-apparaat hebben weten
op te bouwen, waardoor het mo-
geliik is veel meer monden te
voeden dan onze natuurlijke
bodemgesteldheid kan toelaten.
Er zit bijna iets paradijselijks in
wanneer in Kruiningen of in
Grootegast van de week die
anonieme 12 miljoenste Neder
lander geboren is.
En de kerk, heeft die er ook
nog iets mee te maken? Men
dunkt in meerdere opzichten.
Allereerst staat de kerk voor de
niet gemakkelijke taak er zorg
voor te dragen, dat er huizen
van gemeenschap, inkeer en ge
bed zullen zijn in onze nieuwe
stadswijken. Daarnaast staat ze
voor de nog veel grotere op
dracht om ook de 12 miljoenste
bewoner van ons land te be
reiken met de boodschap van
het Evangelie van Jezus Chris
tus. Want met fabrieken, hui
zen, wegen en ontspanningsoor
den is het menselijk leven nog
niet compleet.. De vraag waar
het juist bij de toename van
joenste Nederlander weid ver
wacht. Gelukkig zo dacht ik, dat
ik nu nog leef. Dat we nog maar
met 12 miljoen mensen zijn op
gepakt in dit lage landje, waai
de meesten van ons zelfs ge
doemd zijn beneden de zeespie
gel te leven. Stelt U zich eens
voor. dat het er nu al 20 miljoen
waren geweest, zodat we tegen
het eind van deze eeuw de 25
miljoenste reeds moesten ver
welkomen! Gelukkig maar. dat
de bevolkingsexplosie deze af
metingen nog niet aangenomen
heeft; dat wij nog net op tijd
geboren zijn!
Intussen heeft het wel zin om
even te mediteren bij het feit.
dat er weer een miljoen Neder
landers volgemaakt is. Allerlei
vragen komen bij je op: zijn we
eigenlijk wel op zo'n enorme
groei van de bevolking geprepa-
die door de statistiek berekende
getallen: 12 miljoen Nederlan
ders in 1963 en 20 miljoen voor
het eind van de 20ste eeuw.
Alleen, zo vraag je je met
enige schrik af, kunnen we wel
voluit blij zijn met deze gesta
dige groei? Zal er straks, wan
neer dit jochie groot geworden
is. werk voor hem zijn. zodat hii
zelf een gezin zal kunnen stich
ten? En zal er een plaats zijn,
waar hij met zyn gezin zal kun
nen wonen of zal hij. als hij in
1987 wil gaan trouwen, ook nog
met inwoning moeten beginnen?
Zal het dan voor hem nog
mogelijk zijn om met zijn
wagentje de stad te ontvluchten
en ergens de rust en de stilte te
vinden, waar de mens niet zon
der kan? Wat wordt onze over
heid met al zijn organen voor
een complex van vragen gesteld,
onze bevolking om gaat. is deze
leren we te leven, niet alleen
voor onszelf, maar voor de ander
onze naaste, onze broeder?
En bij alle vreugde van het
mensdom, dat steeds maar
groeit, zal het voor de kerken
ook een taak zijn om al die mil
joenen Nederlanders te helpen
bij de vraag: hoe leven wij als
mensen op dit kleine stukje
wereld? Waar liggen onze ver
antwoordelijkheden. in ons ge
zin. op ons werk, in de maat
schappij
Opdat we met al die miljoenen
er toch iets van verstaan, dat
we schepselen van God zijn en
niet zomaar een gewenste iof
ongewenste?) explosie van men
sen.
P. KLOEK.
Ned. Herv. pred. Leiden.
voorstallen, hoe u toen languit op
uw rug in het warmgestoofde zand
lag met om u heen de ritselende
helmbundels. waarvan de punten
fijne figuren veegden over het glad-
gewaaide duin. En als u zich even
oprichtte, zag u in de verte de gol
ving van de duinhellingen, grijs en
blauwig groen van de duindoorn.
Over alles heen het helle zomer
se licht en door alles heenklinkend
het verre zingen van de golven in
hun rusteloos, eindeloos zwoegen
langs de vloedlijn. Ondanks de wa
termisère aan de andere kant van
uw tuinramen, ziet u dit alles
scherp voor u. Misschien denkt u
wel: „hoe zou het er nu wel zijn,
op die duinhellingen, tussen helm
en duindoorn?
Wel, die duindoornstruiken staan
zwart, en glimmend in de stromen
de regen en ze beginnen zich te
sieren met gele bessen. Tiissen de
venijnig gepriemde planten
schooieren de kraaien rond, op zoek
naar die bessen, waarvoor ze een
bepaalde voorkeur hebben.
In slaap gevallen
Het is ook mogelijk, dat u terug
denkt aan een zonnige holle
weg, ergens op de Veluwe, in
Brabant, in Zuid-Limburg, het doet
er niet toe, waar, want je vindt ze
op veel plaatsen in ons land, die
mooie rustige rulle zandpaden, slin
gerend onder langs een begroeide
helling.
Was het niet onder een breed
uitgegroeide en zoetgeurende vogel
kers, dat u in slaap bent gevallen,
met de bedrijvigheid van zoemen
de insekten en het gekwieter van
allerlei vogelgoedje om en boven u?
Was het ook niet toen, dat u 't le
ven nog niet zo kwaad vond
Die vogelkers moest u nu eens
kunnen zien! Aan zijn dunne, fyn-
bestipte takken hangen trossen
roodzwarte bessen, maar ze moeten
ook nog de onvermoeibare regen
torsen.
Aan al die zomerse heerlijkhe
den denkt u misschien op dit ogen
blik en u vindt het wel erg moei
lijk, in deze oktoberdagen het goeie
humeur te bewaren. Of terug te
vinden! Zo gaat het mij ook.
Maar terwijl ik zon beetje
op m'n penhouder zit te bijten en
me eigenlijk zit te verbijten, omdat
ik er niet op uit kan gaan. wordt
mijn aandacht getrokken door een
serie vogelgeluidjes, die door het
gerumoer van de herfstwind en het
druppelgetik heenklinken.
Dat moeten mezen zyn! En zo
is het. Onverwacht is een troepje
staartmezen verschenen in de bo
men en struiken van onze tuin.
Speciaal staartmezen doen dat
graag, ln troepjes een bepaald
rayon afwerken, waarby ze al zoe
kend. hamerend en peuterend in de
boomstammen, de hele buurt af
speuren.
Met korte rukjes vliegen ze daar
bij van de ene tuin naar de andere,
van een uitgebloeide zonnebloem
Het is een aardige bezigheid, op
deze geluidjes af te gaan en
te letten op de lichte trillin
gen van de bladeren, om te ontdek
ken. waar ze zitten en hoe groot
het troepje is. Dan verbaast men
er zich over, dat het er soms wel
tien, twaalf kunnen zyn. allemaal
lang gestaarte vogeltjes, die op ech
te mezenmanier, licht als een
veertje, aan de takken hangen te
bengelen.
Er hangt er nu juist één voor
mijn raam en zo'n schik heb ik in
het diertje, dat. ik bijna vergeet,
hoe allermiserabelst het regent.
Zo'n staartmees heeft als hoofd
kleuren wit en bruinachtig beige,
het eerste op de kop en aan de
buikzijde, het beige op vleugels en
staart. In het witte kopje prikt
een donker oog en dit heeft, hem
waarschijnlijk de bijnaam „doods-
kopje" bezorgd, een bedenksel uit
de boeken, dat gelukkig als naam
nooit wordt gebruikt.
In het najaar houden de mezen
ervan, in familieverband rond te
trekken. Dus dan heb ik hier bui
ten mijn raam zeker ook een
ouderpaar en een stel jonge vogels.
Hebt u wel eens het nest van
een staartmezenpaar gezien?
Dat behoort werkelijk tot de
curiositeiten wat nestbouw betreft!
Het is 'n heel luchtig en zeer licht
bouwsel van dun korstmos, een
grijze vlossige substantie, die als
het ware tegen de schors van een
boom zit geplakt. Letterlijk geplakt,
want, voor de bevestiging van deze
bouwstof gebruiken de vogels
spinrag dra den!
Deze draden zijn iets kleverigs of
hakerig en dus als verbindingsma
teriaal zeer geschikt. Je moet er
maar op komen! Zonder naald en
toch met draden manipuleren!
Het merkwaardige komt echter,
als dit „licht en dicht" geval als
woonruimte moet dienst doen.
Waar blijven de broedende mezen
met hun zeer lange staart?
„Geen zorgen! die staart wordt
naar boven „omgeklapt"! Een
staart is immers zeer beweegbaar
naar alle kanten! Maar als in zo'n
nest dan behalve ouders ook nog
een heel stel jonge langstaarten
hun plaats moeten hebben?
Wordt die ruimte dan niet veel te
benauwd?
Als het zo ver is. steken de
staarten soms door het luchtige
mosnest heen, als breipennen door
een kluwen!
Geduld
nat moest n eens kunnen zien!
Daarvoor moet u echter ge
duld hebben tot volgend jaar
mei. Geduld en geluk, om zo'n
klein natuurwonder zelf te ontdek
ken.
Maar we zitten pas In oktober.
We zijn september uitgespoeld en
het weer iso nee, daar zouden
we immers over zwijgen! Zodat ik
maar nil zeggen't weer is
minder mooi dan toen het wat
beter was.