e/f de kat ^ofenaaróZOOiA een paar i Opgericht 1 maart 1860 Derde blad no. 31044 Dinsdag 27 augustus 1963 parijs rekent op een koude winter, dat bete- kent warme stoffen, veel bont. hoge kragen en laarzen in allerlei afmetingen. Hoeden heb ben vaak een aangebouwde oorsjaal of zelfs oorkleppen. U hoeft het niet zo bont te maken als Esterel die zijn in kostbaar avondtoilet ge klede mannequin slobkousen tot de knie laat dragen, maar wel kunt u dankbaar gebruik ma ken van de mogelijkheden die de mode u biedt om zonder koude voeten en oren onze Hollandse winter door te komen. En Parijs zegt het hem na. Als U een paar laar zen hebt bemachtigd, kunnen we u niet beloven dat U een reus kunt verslaan, maar wel zult U hoogst modieus zyn en dat is voor een vrouw toch al heel mooi. U kunt als U daar prijs op stelt onbekommerd door moerassige gebieden dwalen en voor een winter met metershoge sneeuw zün de lieslaarzen, waar Parijs zo dol op is, ook heerlijk. Links een wollen pak van Yves St.-Laurent van grcve, dikke en zachte tweed. Daarover worden lange pijplaarzen gedragen. De gelaarsde dame rechts draagt een exclusieve creatie van Pierre Cardin. Het is een mantel van rood-oranje-bruine mohair zonder mouwen, waar bij een paar laarzen van zacht leer horen. Rechts een Scarlet O'Hara-avondjapon van Jacques Esterel. Hij gebruikte hiervoor rode kant en schreef zijn mannequin pijpekrullen voor. Een bloem van kant wordt onderaan de rechtermouw gedragen. Voor een paar slobkousen «onder» gebruikte Esterel lichtblauwe suède. Boven: Mare Bohan maakte voor het huis Dior dit namiddagpakje van mosterdgele wol. Het geheel is strak en eenvoudig gehouden. Deze strakke lijn wordt gebroken door de brede, sjaalvormige kraag, die in een lange flap over de schouder eindigt. Daarboven een avondensemble uit de collectie van Nina Ricci, dat ze ..Moskou" heeft genoemd. Het is qemaakt van rode. blauwe en zilveren brocaat en be staat uit een slank vallende jurk met een diep uitge sneden rug en een kort jasje met een naar achteren wijkende rug. De sjaalvormige kraag is van nerts en het bijpassende hoedje bestaat uit zwarte veren. Carven ontwierp deze „trappeur" van Ameri kaans marter, waarvan ook de kraag werd ge maakt. Bij deze muts ho ren oorbeschermers van velours te worden gedra gen. Aan het lint van boven naar beneden: Een wyde mantel van chartreuse-groene, zachte stof van Yves St.- Laurent. Een staand kraagje en drie grote knopen zijn de blikvangers. Uit de collectie van het ontwerpers-echtpaar Simonet- ta-Fabiani komt dit mantelpak van roestrode wol. Het jasje heeft een wijkende kraag. De sluiting bestaat uit een strik. Opvallend zijn de twee hoogopgezette zakken. Een harembroek inspireerde Mare Bohan (Dior) tot dit huiselijke ensemble van glanzende groene stof. De broek is van roze satijn en de ceintuur is rijkelijk versierd met pailletten. „Ambre" is een beige wollen tailleur van Jeanne Lan- vin, die onmiddellijk opvalt door de grote, wijde bontkraag De turban heeft dezelfde kleur als het pakje. De jonge Italiaanse ontwerper Roberto Capucci, die zich ook in Parijs heeft gevestigd, maakte dit namiddag- japonnetje van zachtroze crêpe. Het lijfje is opvallend ..gekreukeld". De hoge kraag, de manchetten en het bij passende hoedje zijn van handgebreide wol in een con trasterende kleur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 5