Marius Constant demonstreert aleatoire muziek IN KAMER en TUIN i Kom er ACHT-er Als reactie tegen nieuiv academisme zomerse stilte voi de Olympische stori MUZIEKFESTIVAL AIX EN PROVENCE j .99 Kom er ACHT-e Zaterdag 24 augustus 1963 Pagina 2 (Van onze correspondent te Parijs) SINDS een jaar of wat worden tijdens de zomermaanden in Aix de ..colleges" van ene .universiteit voor muzikaal hu manisme" georganiseerd, een iet wat pompeuze naam voor een reeks lezingen, concerten, demonstraties en cursussen, waarover componist André Jolivet en zijn voortvarende vrouw de scepter zwaaien en die in een enigszins duistere los-vast-verkering aan het eigenlijke festival gekoppeld is. Het instituut dat zijn voor drachten in een der collegezalen van de faculteit geeft en waar voor Jolivet meestal wel componisten, musicologen, critici, die toch voor 't Festival in Aix vertoeven, weet te strikken, kan men beschouwen als een soort tegenwicht voor of complement op de officiële programma's (die. gelijk bekend, van avant-gardisme nu niet bepaald uit het lood plegen te hangen) en waardoor, tijdens de feesten, de moderne muze zich de mond dus toch niet conse quent en permanent ziet gesnoerd. Marius Constant (r). tijdens een radio-debat, vorig jaar. met wijlen de Franse compo nist Francis Poulenc. Doorbreking van het pantser In dit muzikaal-humanistische raam nu heeft de jonge componist Marius Constant een met eigen werken geïllustreerde voordracht gehouden over de „aleatoire mu ziek",, die de laatste tyd nogal veel van zich doet spreken. Het adjectief „aleatoire" is van huls uit een juri disch begrip dat betrekking heeft op het toeval en op onvoorziene om standigheden. Een toeval dat som mige componisten nu ook weer een leidende rol in hun muziek wil la ten spelen met het doel. door mid del van het element van de im provisatie. het starre en verstik kende pantser van het .seriële sys teem". dat het ganse compositiepro- Met taludbeplanting kan men veel moois maken. Als het huls er zich voor leent, kan men een zeer gevarieerde beplanting aan brengen. Over het algemeen moet men met een verhoging van de grond werken, doch dan dient met de ondergrond eerst goed diep los te maken. Breng er dus niet zo de aan te voeren grond overeen; in dat geval zal er weinig van terecht komen. Men moet voor goede grond zor gen goed; bemeste en hum vis rijke tuingrond en dan kan men later door de bovengrond nog wat oude meet spitten. Gebruik er in geen geval verse stalmest voor; kompost kan men er ook prima voor gebruiken. Alleen in dien de grond voldoende humus- rljk ls. kan men ook heel goede resultaten bereiken met de be kende tuin- en gazonkorrelmest- soorten. Per tien vierkante me ter heeft men dan ongeveer driehonderd gram nodig en dan kan men later nog eens een lichte overbemesting geven. Zo langzamerhand kan men dan de grondbewerking in orde maken en eens nagaan welke planten er besteld moeten worden. Als men die bestelling zo vroeg mogelijk opgeeft, zal men alles in oktober ontvangen en kunnen ze op de voor hen bestemde plaats gepoot worden. Men moet het voornamelijk in l&agblijvende beplanting zoeken, doch enkele opgaande en groen- blijvende conifeertjes kunnen ook gepoot worden; zij geven le ven in de winterse tuin. Verder moet men het zoveel mogelijk bi] vaste planten zoeken; vooral groenblijvende heeft men ervoor nodig en die zijn er voldoende. Op de achtergrond kunnen sta- chys gepoot worden; vooral de soort met grijs blad zal prima voldoen en ook van Santolina met grijs blad zal men veel ple zier hebben. In het groen kan men op een schaduwplekje de Pachysandra terminal is poten en er zijn ook wel enkele groen blijvende varens te vinden Op de voorgrond kunnen vele soor ten groenblijvende en kussen- vormende soorten gepoot wor den. Men kan die vooral vinden in het geslacht Saxifraga en ook de aubrietia's blijven betrekke lijk groen. Anjers kunnen ook in allerlei soorten en kleuren ge poot worden. G. KROMDIJK ces steeds sterker beheerst, te door breken. De ..aleatoire" stroming mag men dus als een reactie omschrijven op het cerebrale van de dodecafonis- tische of seriële compositiemethode, die hard op weg was in een nieuw en steriel academisme van jeugdige schoolvossen vast te lopen. Het z|jn trouwens de belangrijkste voor trekkers uit dit kamp. als Pierre Boulez of Karlheinz Stockhausen, die dat gevaar het eerst hebben on derkend om in die aleatoire rich ting een uitweg te zoeken, zo niet te vinden. Voor die noodzaak voelde onder tussen Marius Constant zich zeker niet gesteld, omdat hij nooit tot de „seriëlen" heeft behoord. Als leer ling van Enesco in zijn vroegere vaderstad Boekarest en later van Tony Aubln en Darius Milhaud in Parijs waarheen hij, als afstamme ling van Franse „kolonisatoren", na de oorlog uitweek, was Marius Con stant, die 38 jaar is, in grote lijnen de tonale beginselen van zijn leer meesters immers wel trouw geble ven, zonder daarom Integendeel het experiment op vele gebieden te schuwen. Hij is zo de eerste com ponist in Frankrijk geweest, die de „concrete middelen' van ingeblikt lawaai en geruis met een onthul lend effect, met het klassieke in strumentarium combineerde ten be hoeve van zijn radioballet „Le Joueur de flüte", waarvoor hy in 1952 de Italia-priJs verwierf. En ook in andere werken als de Préludes voor orkest, die in opdracht van de Unesco werden geschreven en in dertijd door Leonard Bernstein in Parijs ten doop zijn gehouden, gaf hy blijk van zijn exploratleve tem perament en van zijn duidelijke streven buiten de vertrouwde en platgelopen paden te treden. Zijn huidige belangstelling voor de aleatoire muziek duidt evenmin op een bekering tot het dodecafo- nisme waarvan hy zich, by tyd en wyie, overigens ook wel heeft bediend maar werd hem eerder ingegeven door de overtuiging dat in het algemeen de improvisatie en het dobbelspel met het toeval een waarde vertegenwoordigt, die ten onrechte in de Westerse muziek al veel te lang verwaarloosd is. Een waarde of element, welke hy niet temin als componist tot op zekere, hoogte In de hand wil blyven hou den en ondergeschikt bedoelt te maken aan een opzet of een plan dat door hem voor een nauwom- schreven doel ontworpen werd. Improvisatie binnen tijd en vorm IN dét licht nu moet men het laatste oeuvre zien en horen dat Marius Constant compo neerde op, of beter rond het uit voerige en fantasmagorische proza gedicht van de voorloper van het surrealisme Lautreamont, "Les chants de Maldoror", (waarop vorig Jaar Maurice Jarre ook al een bal let voor Roland Petit geschreven had) en dat onlangs op het muziek festival van Straatsburg zyn we reldpremière beleefde. Voor dat werk had Marius Constant tevoren een aantal motleven en thema's ge noteerd, die voor hem de muzikale reacties op Lautreamonts gedicht, dat bevolkt is met vreemde mon sters en reuzenlnsecten, vormden, en die hy de musici van zyn orkest voorlegde als basis voor hun collec tieve of individuele Improvisaties. Een danser-dirigent-choreograaf In de persoon van Jacques Cha- zot gaf op een wat verbreed po dium, met gestyleerde gebaren, de inzetten en de andere onontbeer- ïyke aanwyzingen aan om zo, uit naam van de componist en als diens gedelegeerde, die improvisatie dus toch binnen een zekere raam van tyd en vorm te kunnen houden. Spontane registratie j ET spreekt vanzelf dat de re sultaten van zo'n opzet staan of vallen met de fantasie, de gevoeligheid en de Intelligentie van de orkestmusici, en in dit geval leek constant het niet slecht getroffen te hebben, terwyi door toedoen van zyn eigen bydragen als thematisch materiaal, een zekere eenheid en een zelfs onmiskenbaar intiem ver band tussen muziek en tekst niette min bleef bestaan. Men kan zich echter Indenken dat in de aleatoire richting nog veel wydere perspectieven zouden kun nen worden geopend indien men, met dit doel musici tezamen bracht die b.v. In de Jazz, him improvisa torische talenten aan zekere coden H' Kunt U de acht afwykingen in de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit By voegsel. van discipline hadden leren ver binden, want ook hier moet de vrij- heid uiteraard toch aan bepaalde regels blijven onderworpen. Wat Marius Constant echter zelf als improvisator waard is bewees hy tenslotte met de vertoning van een korte documentaire over de grote Engelse schilder Henry Moore tydens de oorlog in Londen, welke film de componist onmiddeliyk aan het orgel had begeleid om zo de schok, die door de aangrypende beelden werd veroorzaakt, spontaan te kunnen registreren. Zelden ik beeld en muziek zo harmonl verenigd gezien en gehoord. Wanneer Marius Constant i deze fascinerende documentaire bewys te meer voor de vruchtbi held der „aleatoire beginsel heeft willen leveren, dan is h(j die opzet zeker geslaagd. Op vo waarde dat dan alle musici uit overeenkomstig en ryk reser van gevoelige ontvankeiykheld rap en adequaat formulering* mogen beschikken. INNSBRUCK: (Van onze speciale verslaggever) Innsbruck, De berg kijkt zwijgend toe. Als postpaketjes- autobusladin gen vol zo worden aan zijn voet de toeristen in Innsbruck uit gestrooid. Af en toe hult de berg zich in nevels, die als rook slierten om zijn hellingen krullen, soms rolt de donder door zijn dalen en slingert hij bliksemschichten naar de vermetelen, die zich bij nacht en slagregens in zijn rijk wagen en met levens gevaar de hellingen op en af kruipen, maar meestal kijkt hij in serene rust toe. Zijn tijd als Olympus, als residentie voor de Olympische winterspelen is nog niet gekomen. Er is nog maar weinig belangstelling voor de dingen, die hun schaduw vooruit werpen. In Innsbruck: de Olympische Winter spelen, die woensdag 29 januari 1964 hier beginnen. Het ijspaleis het grootste ter wereld, nu nog in aanbouw het Olym pische Dorp, de enorme springschans het is alles al te zien, maar men wordt er niet heet of koud van. Er is een kille adem voor nodig om deze nu nog dode dingen tot leven te wekken: de adem van de winter. Daaraan wenst niemand, die nu in Inns bruck komt, te worden herinnerd! Stille nerkers Innsbruck gonst wel, maar dus niet van Olympische drukte en de bewoners van het stadje zelf praten er weinig over. De etalages, de tal loze souvenirwinkeltjes staan echt nog niet in het teken van de vyf ringen. In de gehele stad waait nog geen Olympische vlag. Dat ls alle maal van later zorg. Toch wordt er, achter de schermen, hard aan de voorbereidingen gewerkt. In het hoofdkwartier van de Olympische corrrmtsRle in één van de flats, die straks als olym pisch dorp dienst zullen doen worstelt men zich gestaag door de rijstebrijberg van problemen, die de organisatie van dit gigantische sportevenement nu eenmaal met zich meebrengt. Voorzitter van dit organisatiecomité is dr. Heinrich Drimmel. de Bundesmlnlster voor onderwijs, doch wy nemen aan, dat hij zyn departement in Wenen maar zo af en toe verwisselt voor de presidentezetel in Innsbruck en de dagelijkse gang van zaken over laat aan de vice-president dr. Alois Luger, de burgemeester van Inns bruck en aan de secretaris van het comité prof. Friedl Wolfgang. „Hochbetrieb" heerst ook op het bureau perszaken, dat vlak bij het station zetelt, waar regelmatig de bulletins worden samengesteld, wel ke de gehele wereld op de hoogte houden \an de stand van zaken. 40.000 in de omgeving alle bezet zyn is men echt wel een dagje ver der. De particulieren, die men kent van de bordjes „Zimmer Frei", zyn zelfs nog niet ingeschakeld. Dus geen paniek. Men rekent straks in Innsbruck op zo'n 40 50 000 toeschouwers per dag en wellicht hebben deze aantallen de verwarring teweeg ge bracht. Doch het gros van deze toe schouwers zal bestaan uit „dagjes mensen" uit Ooetenryk zelf en uit De springschans van Berg- Isel. waarvan de vermetelen weer als vogels de lucht in zul len gaan. Aan de voet het am fitheater en daarachter Inns bruck. Duitsland, Zwitserland en Italië, die even de olympische sfeer komen opsnuiven en dan 's nachts weer naar hun woonsteden terugkeren. Tydens de Olympische Winterspe len zullen tal van extra treinen naar Innsbruck lopen. Men rekent daarnaast ook op een intensief ver keer door de lucht. Innsbruck heeft een kleine luchthaven (zoiets als Rotterdam) doch men ls hard aan het werk om de capaciteit te ver dubbelen. Niet om de grote toe stellen hier te laten landen. Er komt een pendeldienst met Mün- chen. waar de passagiers zullen overstappen in kleinere toestellen, welke hen naar Innsbruck zullen brengen. Dit brengt ons meteen op de vraag of men een auto moet meenemen of thuis laten. Een po sitief antwoord krijgen we niiet, er wordt ons wel verteld, dat de Oo6- Het Olympisch dorp. u» straks de deelnemers aan Olympische Winterspelen. onderkomen zullen vinden, reeks van hoge flatgebouw Laster Hoe het gerucht in de wereld ls gekomen weet men niet, maar in tal van landen verkeert men in de waan, dat er in Innsbruck tydens de Winterspelen geen bed meer te vinden is. Men spreekt hier zelfs van „lasterpraatjes", die elke grond van waarheid missen. Het organi satie-comité heeft een aantal bed den afgenomen, doch voordat de 10.000 bedden in Innsbruck en de tenrykers zelf veel parkeerruii in beslag zullen nemen. Uitverkocht De „primus in terp ar es" c Olympische Wintersporten ls het yshockey. Dit ls ook de i tak van sport waarvoor in In bruck nu al net bordje „ultr kocht" hangt. Dat wil zeggen: kaarten zyn de wereld ingeetu en by reisbureaus en luchtvsi maatschappyen kan men lnfon ren of er nog zyn. Op de tw« plaats wat populariteit bet staat het skiën: springen, lom, afdaling, enz. enz. De ski-# nementen zullen ook duizenden schouwers trekken. De grote sprt schans van Berg-Isel groot sprongbreedte 91 meter is kin Amfitheatergewys zyn hiervoor r bunes gebouwd en hier zal ook openingsceremonie plaats vind Aan het „parcours" van Seefeldt' zo geliefd by de wintersporterr wordt gebouwd door twee hond» man van het leger. De sluiting de Olympische Spelen is op 8 bruari in het ysstadion. (Wordt vervolf 1. man in winkel draagt een da* 2. hond heeft geen belletje om 3. hoed gewonde man anders 4. 2 skistokken op rechter afficb* 5. 2 rasters in winkel i.p.v. 1 6. prys in etalage 800 7. slot in winkeldeur 8. voorby ganger heeft 2 knopeo mouw

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 8