ZORREG
yj i' -?>
DAT JE D'R RIJ KOMT
f Een dagje in het zomerkamp
in zoet
water
Zeekadetten
FOTO'S W. DIJKMAN
B-2'S
f I
WATER
ERNST
KEIHARD
MET VAN PRAAG
AAN DE KAAG
Zaterdag 27 juli 1963
Ml-1
y^y -y :f y, -
zeven uur staan ze op. „De eerste
ochtend zijn ze om zes uur al aan
het rommelen, de volgdende och
tend moet je hen om zeven uur toch
wel porren en de laatste dagen moet
je die knapen wel met vijf paarden
uit hun bed trekken". Na ontbijt en
baksgewys «appèl» is men om 9
uur aan de Boomhoek om 's mid
dags tegen 5 uur weer terug te zijn
in het Marine Opleidingskamp,
waar de kadetten slapen. De rest
van de middag en de avond wor
den doorgebracht met sportwed
strijden en filmvoorstellingen.
Al zeilende en zwemmende is het
intussen vier uur geworden, tijd om
op de basis aan te koersen. Vaardig
wordt er gemeerd en afgetuigd.
Jongens van 16. 17 jaar geven jon
gens van 14 en 15 aanwijzingen.
..De fokkeschoot losmaken!" „Jan.
wat sta je weer rond te donderen,
doe ook eens wat." „Het grootzeil
ook!" „Kluns!"
een zeekadet
in officieel tenue
„Zorreg dat je d'r by komt!"
zingt een Amsterdamse kadet. Bij
de Marine? Bij voorbeeld. Maar ook
bij de koopvaardij, de binnenvaart,
kustvaart of visserij. Het ZKK
maakt wat dat betreft geen verschil
en kan het ook niet maken met het
geld dat het van de Marine en van
de koopvaardij èn van het departe
ment van Waterstaat krijgt. Ja. dat
Is wel waar. het Zeekadetkorps
wordt zwaar gesubsidieerd. „Maar
het rendement is dan ook verbluf
fend", aldus de heer Lemaire. „van
het aantal jongens dat jaarlijks de
organisatie verlaat, ongeveer 150,
gaat meer dan de helft naar zee!"
F. KOFFIJBERG.
WIJ VALLEN met de neus
in de boter. En in de
boterhammen en huzarenslaat-
jes, door de koks van het Ma
rine Opleidingskamp Hilver
sum in zulke grote hoeveelhe
den klaargemaakt, dat een
vrachtwagen moest worden
gecharterd om al dat eten naar
de Boomhoek te vervoeren. De
Boomhoek is een vredig uit
ziende „marinebasis" aan de
Loosdrechtse Plassen, tijdelijk
bezet door 277 zeekadetten, die
na een ochtend van zeilen,
zwemmen en roeien maar één
ding liever willen dan eten:
vreten!
..De eerste dagen moet er al
tijd een aantal jongens naar de
ziekenboegvertelt marine
officier W. C. Lemaire. die de
leiding heeft van het veertiende
zomerkamp van het Zeekadet
korps (Z.K.K.) Nederland.
..Het eerste jaar dat dit gebeur
de. wisten we ons geen raad en
haalden we er gauw een dokter
bij. Maar nu rekenen wij er ge
woon op: sommige jongens eten
hier veel meer dan thuis en
krijgen dan last van hun maag.
En ze denken dat u net zoveel
honger heeft als zij voegt hij
er lachend aan toe. wijzend op
het afgeladen plateau en de
volle scheepsmok koffie die
voor ons worden neergezet.
Luitenant-ter-zee eerste klasse
der speciale diensten Lemaire (44».
algemeen secretaris ven het ZKK
(een burgerlijke functie) en inspec
teur by het ZKK (in opdracht van
de Koninklijke Marine» maakt zyn
negende en laatste zomerkamp van
het korps mee. Hij krijgt een an
dere functie. „Ik heb die kampen
altijd heerlijk gevonden. Maar het
is wel goed, dat een ander het eens
voor het zeggen krijgt", merkt hy
laconiek op. Jk begin nu in herha
lingen te vervallen, er is jong bloed
nodig, er moet doorstroming zijn
"Na een korte stilte: „Maar
ik vind het toch wel een beetje
jammer".
Hjj staat op en zet de scheepsroe
per waarmee hy vrijwel voortdu
rend rondloopt, aan zijn mond: „Er
is nog een heleboel kou we melk!"
En het goede voorbeeld gevend
schenkt hij zichzelf een mok melk
in. „Sommige lui denken, dat het
Zeekadetkorps een propaganda-
clubje van de Marine is", zegt hij
tussen twee slokken door. „Het is
een normale jeugdvereniging, een
zuiver particuliere instelling. in
194-9 op initiatief van burgers op
gericht en volledig gebaseerd op
de liefhebberij. Jawel, de manier
waarop de knullen worden aange
pakt is militair getint, maar de or
ganisatie zelf is niet-militair".
Toch verschilt het Zeekadetkorps
in één belangrijk opzicht van an
dere jeugdverenigingen. Het heeft
een gericht doel. „Wij eisen van de
leden, dat zij later naar zee willen
gaan. Niet dat zij zullen gaan. maar
dat zy het willen op het moment
dat zij lid worden. Jongens die bij
ons' willen komen om alleen maar
gezellig te roeien en te zeilen, daar
zeggen we tegen: ga maar naar de
Borden en mokken worden weg
gehaald: de lunchtijd is voorbij. Op
enige corveeërs na reppen de jon
gens zich naar de steigers, waar zij
de B-2's van de Marine geleend, in
ijltempo model optuigen. Omdat er
geen zuchtje wind staat, mogen zij
vrij zeilen. Anders zijn er 's mid
dags roei-, zeil- en zwemwedstrij
den met als inzet een wisselbeker.
Belangrijker echter dan die wis
selbeker vinden de kadetten de
blauwe wimpel, die dat korps voor
een jaar mee naar huis mag nemen
dat zich het best gedraagt. Het
korps dus dat uitblinkt in orde. net
heid. kameraadschap en discipline.
Vooral de discipline „de basis
van elk boordleven". aldus de heer
Lemaire telt zwaar. Niet zonder
reden leren de kadetten marcheren
en exerceren, niet voor niets heeft
aan het eind van de
middag worden de sloepen vlot
afgetuigd. Een hele dag op en
aan) het water zit er dan weer
op
er wordt flink gegeten
wijzend op twee sloepen met ka
detten uit de hoofdstad, „ze zijn
keihard voor elkaar." En hij
vertelt van de Amsterdamse
onderofficierdie er zo op ge
brand was, dat zijn korps de
blauwe wimpel zou winnen. Een
van de voonoaarden daarvoor
is: volslagen rust in de slaap-
barak om tien uur 's avonds. Om
tien minuten voor tien had hij
een bakpan in zijn hand geno
men en gezegd: „Jullie mogen
nog tien minuten zoveel kletsen
als je joilt. als het om tien uur
maar doodstil is. Wie dan z'n
mond nog opendoet, krijgt een
klap op z'n kop". De heer Le
maire grinnikend: „De volgende
dag zag ik een jongen op het
appèl met zó'n buil op zijn
hoofd. Daar heb ik toen toch
maar gauw een stokje voor ge
stoken."
De Amsterdammers zwaaien als
we langsvaren. De meesten hebben
zich al ontdaan van hun baaien
broek en „witje" en duiken het wa
ter in. We kijken jaloers toe, want
boven water is het benauwend
warm.
Elke dag zyn de kadetten aan en
op het water: 's ochtends vry zei
len, 's middags wedstrijden. Om
j
t
j
John Lobo tijdens het eind van zijn „show hij laat zich tussen zijn bandleden vallen.
0
nil
dit
be:
aa
vei
to
Kampcommandant W. C. Lemaire
zeeverkenners. Onze slagzin is dan
ook: Het Zeekadetkorps wijst de
jeugd de weg naar zee".
Het korps is geen gezelligheids-
vereniging, al kan het er soms heel
genoeglijk zijn. Voor de kadetten.
jongens van 13 tot 18 jaar, geldt de
ernst meer dan het spel. de ernst
van het zich voorbereiden op een
zelfgekozen taak. Elke zaterdag ko
men zij bUeen in een oude mijnen
veger of patrouilleboot, een afdan
kertje van de Marine dat in negen
van de tien gevallen niet meer kan
varen.
In die „dryvende clubhuizen"
elke afdeling heeft er een leren
de kadetten splitsen en knopen,
krijgen ze les in eenvoudige navi
gatie en machinekennis, worden ze
vertrouwd gemaakt met de vaarre-
glementen en leren ze roeien en
zeilen. Plaatselijke korpsen zijn er
in Gouda. Maassluis. Amsterdam
Schiedam. IJmuiden, Arnhem,
Den Haag. Groningen. Rotterdam
en Den Helder. Al die korpsen zyn
sterk vertegenwoordigd in het
zomerkamp aan de Loosdrechtse
Plassen dat tien dagen duurt en de
deelnemers niet meer dan vijf rik
sen kost.
elk korps naast een dagelijks be
stuur (van burgers) een comman
dant. officieren en onderofficieren.
„Soms zijn ze roomser dan de
paus", zegt de heer Lemaire
lachend, „en dan moet ik weieens
afremmen. Dan zeg ik tegen de lei
ders: exerceer en marcheer thuis
maar. het zomerkamp is in de eer
ste plaats een ontspanningskamp."
De boten zijn opgetuigd. De vloot,
dertig sloepen in totaal, vaart uit.
Zijn ze eenmaal midden op de plas
sen. dan lijken de B-2's vanuit de
verte wel vissersbootjes op de gar-
nalenvangst. Heel langzaam drijven
ze voort. Met een motorvlet hebben
wij ze al gauw ingehaald.
„De Amsterdammers zijn ech
te rabauwen"zet de kampcom
mandant op goedmoedige toon,
Conn ij van Solingen, de
Suzie Wong bij de Chinese
draakjes, was het enige
zangeresje dat blijk gaf van
talent. Zij is dan ook al ge
contracteerd.
sen, dan was die jazzband er
niet aan te pas gekomen. De
grote favonet van vooral de vele
meisjes was John Lobo uit Lei
den. die met zijn Rhythm
Chums liet zien hoe je je in kor
te tijd zo .snel mogelijk kunt uit
putten. Hy fluisterde, gilde en
schreeuwde, schuifelde, danste
en sprong om zich tenslotte tus
sen zijn bandleden te laten val
len. Het publiek kreeg er niet
genoeg van. En onder de visnet
ten. antieke scheepslantaarns en
gekleurde ballonnetjes stroomde
het zweet even rijkelijk als het
bier (een gulden per glaasje).
John zong zelfs vijf nummers in
plaats van de voorgeschreven
drie. Maar toen Jaap van Praag
zei: „Dit moet toch echt wel het
einde zijn", werd hy uitgefloten.
Een merkwaardig optreden
was ook dat van The Golden
Dragons, twee Chinese en drie
Nederlandse jongens in oosterse
pakjes, die verder een blauw
ogige, 'roodharige Suzie Wong
buiten mededinging) hadden
meegebracht en een jongeman
die werd aangekondigd als „de
Chinees-Nederlandse Vince Tay
lor" (Vince Taylor is zoals be
kend de Franse Elvis Presley).
Onder het zorglijk toeziend oog
van een oudere Chinees klapten
de draakjes in de handen en
strekten zij de benen, alles keu
rig in de maat. Alleen vergaten
zij. dat de muziek het belang
rijkste was. Zij eindigden op de
laatste plaats, onder meer over
troefd door drie jongetjes van 12
jaar (The Hurricanes) en Mar-
ja en haar Noise-Makers (twee
de prys)
Drie uur nadat we door het
raam waren binnengeklommen,
stapten we door de deur naar
buiten. Het was wel amusant ge
weest. maar ook wel erg lawaai
ig, druk en benauwend. En we
hadden een beetje spijt van deze
zonnige zondagmiddag, toen wy
in onze zak de drie biljetjes
vonden die we bij onze aankomst
in Warmond hadden gekre
gen
(Foto's: LD/Holvast)
0
0
0
0
0
0
0
f
0
0
0
0
0
0
0
0
Hoe warm het was en
hoe lawaaiig en vooral hoe
ontzettend druk tijdens de
finale van Jaap van Praags
Kaagconcours, de laatstgeborene
onder de vaderlandse muziek-
toernooien. Nadat ons in War
mond drie keer een biljetje in
de handen was gestopt waarop
werd aangeraden een boottocht
over de Kager Plassen te maken,
arriveerden we bij Meerrust
what's in a name? waar het
muziekfeest nèt was begonnen.
„Het lukt jullie nooit binnen te
komen", deelde een Bovema-
official ons pessimistisch mee,
wijzend op de rij teenagers die
bij de deur slag leverde om een
staanplaats je.
Binnen we kwamen er toch.
door een raam werd slag ge
leverd door de orkestjes en vo
calisten die de voorselecties had
den overleefd. De slagen kwa
men het hardst aan op de gita
ren, die ver in de meerderheid
waren. Van de zeven bands wa
ren er zes gitaarcombo's. Boven
dien begeleidden twee zingende
vriendinnetjes zich op de gitaar
evenals een jonge crooner die
\an zichzelf zei: „Ik lijk op de
Sjah van Perzië".
Jammer voor de gitaar, maar
het enige orkestje waarin hij
ontbrak, ging met de eerste prijs
strijken: The Earls Town Jazz
Society. De enige jazzband in de
finale won het concours, dat in
de eerste plaats was bedoeld als
een lichtere tegenhanger van
het jazzconcours dat Jaaps broer
Max elk jaar in Loosdrecht or
ganiseert. Dit zegt wel iets van
het peil van de lichte muziek
die aan de Kaag ten gehore is
gebracht.
Had overigens niet de jury
maar het publiek mogen beslis-