TONI BOLTINI LEVENDE KALENDER KON NIET TOT TIEN TELLEN! De mensen ZULLEN wetendat ik er ben „IEDER JAAR GROTER CIRCUS" 5? (LEIDSCH DAGBLAD Soms zijn mijn plakkers wel eens te enthousiastP WOORD VAN BEZINNING HET KOMT AAN OP HET SLOT! Excessen van het menselijke brein (II) Merkwaardig geheugen i oor data en muziek I iterdag 13 april 1963 Pagina 1 onze A'damse correspondent) Een honderdtal meters van e Amersfoortsestraatweg in oesterberg, verscholen in het staat een café-restaurant campingbedrijf. Om acht ur 's avonds is het daar druk. )m tien uur zijn er alleen maar taanplaatsen. „El Paradiso" is en goudmijn", zegt men in de uurt. De eigenaar van het tablissement kan het niet ont- ennen. Die eigenaar is Toni loltini, van beroep: circus- irecteur. Omdat hij de afge- winter een terrein moest ebben voor de stalling van zijn en dieren, kocht hij een erlopen campingbedrijf in loesterberg. En terwijl iedere /inter als het circus stil ligt cent wordt verdiend, is Paradiso" ongewild een bedrijf geworden, om- lat er honderden mensen zijn, [ie hun koffie of biertje liever in een café, dat zich op of andere wijze onder- van een normaal ïoreca-bedrijf. Ze zeggen, dat Toni Boltini gek is ils hij ooit nog weer met een circus stap gaat. Hij kan het geld ïm- veel gemakkelijker achter de verdienen? Maar ,.ze", dat de burgers en zij zullen nooit waarom iemand, die zijn even lang in woonwagens op ker- nissen en circussen heeft gewoond, liet meeleven als zovelen, in een mis met stromend water en een ■aste baan met een vrije zaterdag. „Drie Jaar geleden verdiende ik in tomerseizoen ruim een miljoen Ik had mijn leven lang geen land meer uit hoeven steken, maar loen het voorjaar kwam wilde ik loch weer met het circus op stap. een groter circus. Dat kostte veel geld, dat ik de tournee begon f. 100.000,— schuld". Winterkwartier Hij vertelt ons niet, wat hij vorig laar heeft verdiend en wat hij op ogenblik vlak voor het nieuwe nog aan geld of schuld Maar een feit is, dat hy eige naar is van ,,E1 Paradiso" met 3 na. grond, waarop hij een loods van 155 meter lang heeft staan. Waar drie andere grote lood sen in aanbouw zijn. Waar de fun damenten zijn gelegd voor een ma nege voor roofdierendressuur en een manege voor het publiek, dat wil paardrijden. Het wordt het nieuwe winterkwartier van het circus. Op het voorterrein staan 50 Mercedes- Trachtwagens, vers beschilderd met de rood witte circuskleuren. Op het ach ter ter rein wachten 33 van de RET in Rotterdam overgenomen autobussen om het volgend jaar het wagenpark van het circus opnieuw aan te vullen. Er lopen 35 arbeiders rond om het circus reisvaardig te maken. Er zijn 50 man opgeroepen om in dienst te komen en uit 6 Europese landen zijn in totaal ruim 60 artiesten onderweg. Het zou ons niet verbazen als Toni Boltini geen cent meer over heeft .als hij op 17 april op het Ma lieveld in Den Haag de premiere geeft van zijn nieuwe circuspro gramma. Het is zelfs niet onwaar schijnlijk. dat zijn boekhouding rood zal staan. Maar, als altijd is hij trvan overtuigd, dat ook dit seizoen oed voor hem zal worden, want Toni Boltini heeft zo zijn eigen middelen om het publiek in zijn tent te trekken. Op ieders lippen „Ik ben, geloof ik. in de ogen van sommigen een lastige kerel. Het >ijt me oprecht, als ik moeil-ykhe- en veroorzaak, want dat ligt nooit ln mijn bedoeling. Ik wil alleen, dat myn circus kan blijven bestaan. Dat kan alleen, als er veel publiek komt. todat we de enorm hoge onkosten kunnen worden bestreden. In de eerste plaats moet ik na tuurlijk zorgen voor een goed pro gramma, maar daarmee ben je er met. Het Duitse circus Williams, reisde in 1961 door Nederland met een prachtig circusprogramma, maar het maakte toch slechte za ken. Naast dat goede programma heb je namelijk reclame nodig. De mensen moeten weten, dat Circus Boltini er is en de mensen zullen hat weten. Als je weinig reclame maakt, kun je beter niets doen. Als jk in Amsterdam kom trek ik 12.000 uit voor propaganda, dan *erk ik met vliegtuigen en helikop ters en dan wil ik dat als iemand 's morgens naar zijn werk gaat, hij he naam Boltini minstens 50 keer °P zijn weg ontmoet. De naam Bol tini moet op ieders lippen liggen. Soms zijn mijn plakploegen wel eens te enthousiast en dan wordt er teplakt op plaatsen waar het niet mag, dat vind ik altijd erg jammer. Er zyn gemeenten, waar het plak ken van affiches streng verboden is. '°ri5 laar was de verordening in «otteraam zo gewijzigd, dat er geen ?edrukte affiches mochten worden ftplakt. Maar nergens stond, dat hit ook betrekking had op beschil derde borden. Ik heb onmiddellijk honderden borden laten beschilde- mn en die langs de hoofdstraten jhtgezet. Niemand kon er iets aan hoen en ik had een prachtige re- dame". 55 vallen en opstaan, want het Circus Boltini mist de achtergrond van kapitaal en traditie, die gevestigde ondernemingen als Krone, Knie, Althoff en Strassburger hebben. Concurrentie Er wordt in de komende maan den een harde concurrentiestrijd verwacht in de circuswereld. Het seizoen wordt geopend door Toni Boltini, vervolgens komt het Duitse Circus Sarrasani. begin juni begint de Nederlandse tournee van het Cir cus Krone, in de zomermaanden hervatten de dames Strassburger de traditie van het Scheveningse circus en de thans ln Zuid-Amerika rugkeert als de Duitse ondernemin gen weer zijn verdwenen. „Het is toch eigenlek te gek, dat wij als enig nog reizend Nederlands circus geen plaats kunnen vinden in eigen land. Het reizende bedrijf van de Strassburgers bestaat niet meer, het Circus Van Bever ligt voorgoed stil. alleen ik heb nog volgehouden. Belli is in feite geen Nederlands circus". Me Aangifte „In Hilversum hebben we ook eens een prachtige reclame gehad. Ik werd daar op een ochtend gewekt door de politie, die mij verweet, dat er geplakt was op verboden plaat sen. Ik was verbaasd: heel Hilver sum ging schuil onder mijn affiches. Ik ben onmiddellijk naar het po litiebureau gegaan en heb aangifte gedaan van de verdwijning van en kele duizenden affiches, die uit één van de wagens waren verdwenen. Tja. daar zat de politie wel even mee. want de dader was niet te vin den. De mensen denken soms. dat ik gekke dingen uithaal om in de krant te komen, maar het circus is nu eenmaal vol leven en er gebeurt altijd wat. w moet zoveel reclame maken, want ik kan alleen rendabel werken als ik een volle tent heb. Als er maar 2000 mensen komen kijken moet er dik geld bij. Voor mijn dieren, artiesten en personeel moet ik al een paar duizend gulden per dag neertellen. Als ik ergens twee dagen sta kost het aansluiten van een telefoon f. 100. net zoveel als voor iemand, die 10 jaar abonnee blijft, maar ik betaal in de volgende plaats weer f. 100. Als ik mijn wagens van de ene plaats naar de andere per trein vervoer kost dat ongeveer f. 60 per kilometer. Ik rijd dus over de weg. maar dat komt toch altijd nog op f. 20 per kilometer. Dat wagenpark heeft enorm veel te lijden en moet iedere twee jaar worden vernieuwd. Dat kost tonnen geld. Een grote cir custent als de mijne kost f. 80.000, Als cr midden in een grote stad een circuswagen klem zit en het hele verkeer wordt ontwricht komt het in de krant, maar ik heb er echt niet om gevraagd. Soms vind ik het zelfs vervelend. De publiciteit rond het incident met de beer, die Ria Kuykcn beet. had beter achterwege kunnen blijven, maar er was een fotograaf bij en ik kan van iemand toch niet eisen, dat hij foto's ver scheurt, die over de hele wereld konden worden verkocht? Enorme kosten Toni Boltini meent, dat als zijn reclame door sommigen hinderlijk wordt gevonden, dit een gevolg is van het feit. dat op de exploitatie van een circus in ons land zulke zware financiële lasten rusten. „Ik maar daarvoor heb je nog geen zit- inrichting. Zo'n tent gaat twee jaar mee. Dan is er het staangeld, dat in sommige gemeenten f. 450 per dag beddraagt en vooruit moet worden voldaan. Bij het bespreken van een staanplaats, dat al maanden tevo ren moet gebeuren moeten waar borgsommen worden gestort en als je alles hebt gehad zyn er nog de omzetbelasting, de sociale lasten en de vermakelijkheidsbelasting". HU begrijpt het niet. Toni Boltini. HU mag dan wel zo langzamerhand een groot circus hebben opgebouwd, zijn gemeenschap is toch altijd nog piepklein en weerloos tegenover die grote burgergemeenschap. die hij nu al jaren achtereen 20 procent van zijn netto opbrengst als verma kelijkheidsbelasting moet afstaan. HU begrijpt niet, dat hy in ruil voor die kapitale bedragen niet meer be grip krijgt voor de moeilijkheden, waarmee zUn rondtrekkend amuse- mentsbedrUf evenals trouwens ieder ander circus te kampen heeft. Harde jeugd Toni Boltini is geen geboren cir cusman. Hy heeft van zichzelf een circusman gemaakt. Zyn grootvader was artiest en verdiende zyn brood met goochelen. Zyn vrouw verge zelde hem overal en zo gebeurde het, dat de vader van Toni in 1892 het levenslicht aanschouwde in de kleedkamer van het Gebouw van Kunsten e«i Wetenschappen in Den Haag. Hy heeft echter kunsten noch wetenschappen gediend. Va der Boltini (de artiestennaam is af geleid van de naam Bolten» was sterk als een paard en zo kwam hü op de kermis terecht als „sterkste man van Nederland". Hy tilde zeven man tegelijk van de grond HU kreeg trouwens ook zeven kinderen en zoals voor zovele kinderen van kermisreizigers in de vooroorlogse jaren, was de kermis geen specl- maar werkterrein. Zij werden veel zijdige artiesten in het linnen varieté-theatertje van Boltini. Toni en zyn broers en zusters hebben een onbeschrijfelyk harde jeugd gehad. Het was, vooral in de crisis jaren dan ook een harde tyd. Zij werden geconfronteerd met vaak ellendige toestanden. Wat Toni zelf betreft: als gevolg van wat zijn kinderogen hebben gezien, heeft hU later by voorbeeld nooit een druppel alcohol gedronken. Werken hebben ze geleerd, de Boltini-kinderen, werken als karre- paarden. Na de oorlog nam Toni, nauwelijks 20 jaar oud, het heft in handen. HU bouwde uit het kermis- bedrijfje een circusje, dat onafhan- kclijk van de kermissen voorstellin gen gaf. Het circusje werd een klein circus, vervolgens een echt circus, cn tenslotte een onderneming, die een vaste plaats heeft gekregen in de rij der grote Europese circussen. Het is een lange weg geweest met De laatste bladzUden van een boek zijn dikwijls van bijzonder belang. De schryver heeft dan de kans om hetgeen hij zeggen wil nog eens met nadruk te for muleren. Niet zelden brengt de laatste bladzijde van een boek een verandering teweeg, die al het voorgaande in een ander licht stelt. Het genre van de de- tectieve munt hierin uit. De ge beurtenissen worden pas begrij pelijk vanuit de opheldering, die aan het slot van het boek wordt gegeven. Vestdijk en Simenon, om enkele voorbeelden te geven, hebben romans geschreven waarin dit gebeurt. Bij menige film is het niet anders. Het slot maakt het voorgaande doorzich tig. dan zy hadden gehoopt en ver wacht. De intocht van Jeruza lem was groots en feestelijk ge weest. Het koninkryk. waarover hun meester zo dikwijls gespro ken had zou nu zeker worden verwerkelijkt. Maar dan volgt de onaanvaardbare anticlimax. „Koning der Joden" is het op schrift boven Zijn hoofd, als Hij hangt aan het kruis. Zij zijn nog slechts de volgelingen van een man, wiens zending ogenschijn- weldigd door datgene, waarvan zij getuigen waren. Vrouwen zijn naar het graf gegaan en vinden het leeg, in de hoek van de grafkamer liggen de wind selen. Christus is opgestaan uit de dood. Het kruis en de dood was het laatste niet. Hy is an ders dan een ander. Hangend aan het kruis riep Christus „Mijn God, nnjn God, waarom hebt Gij mij verla ten?" Op de Paasmorgen komt het antwoord van God op deze vraag. God schrijft met eigen hand het slothoofdstuk achter het leven van Jezus van Naza reth. Dan komt alles in een an der licht te staan De evange listen en Paulus zyn daarvan de getuige. „Indien er geen opstan- Bij de evangeliën is het niet anders. De evangelisten schre ven enkele tientallen jaren na dat de gebeurtenissen, die zij vermeldden, verstreken waren. Zij schreven vanuit de schok kende ervaring, die in het slot hoofdstuk van de evangeliën wordt verhaald. Het is daarom veelzeggend dat na zo een lange tijd de verhandeling over het geen toen gebeurde er niet min der op is geworden. Integendeel, de verwarring en ontzetting zelfs, spreekt nog duidelijker uit het verslag van de gebeurtenis sen van die bewuste morgen. In de dagen, die aan deze och tend voorafgingen, waren er dingen gebeurd, die de discipelen van Jezus grote teleurstelling en verdriet hadden gebracht Het was zo geheel anders gegaan lijk mislukt was. Al hun ver wachtingen zyn stukgeslagen. Zij kunnen voor hun Meester slechts doen wat mensen in hun machteloosheid doen voor een dode: met zorg een graf zoeken en zijn lichaam zalven. In de dood is Hij niet anders dan een ander. Maar dan volgt het slothoofd stuk, dan komt die vroege mor gen „toen vrees en grote blijd schap" hen beving. Wy doen er goed aan to onthouden, dat de evangelisten niet de geschiedenis van de Paasmorgen weergeven als iets vanzelfsprekends. Hier spreekt niets vanzelf, want God spreekt. Menselijk gesproken ge beuren er ongerijmde dingen. Er ls geen preciese eenstemmig heid in de berichten van de evangelisten, weer zijn zij over- ding der doden is, dan is ook Christus niet opgewekt. En in dien Christus niet is opgewekt, dan is immers onze prediking zonder inhoud cn zonder inhoud is ons geloof". Wij mogen op staan uit neerslachtigheid, uit schuld, uit de dood. de God van de bijbel is de God der opstan ding. Dit is aangevangen in Christus. In hem vangt het nieuwe leven aan dat God schept. Dat is het slothoofdstuk van het evangelie en dit is ge schreven. zegt Johannes „opdat gij gelooft, dat Jezus is de Chris tus. de Zoon van God, en opdat gii. gelovende, het leven hebt in Zijn naam". J A. EEKHOF. Herv. Studentenpredikant te Leiden. verblijvende Harry Belli heeft een nieuwe speeltent van 40 meter doorsnee laten maken, wat er op duidt, dat ook hy als groot circus op reis wil gaan. Het is teveel, vindt Toni Boltini, maar hy heeft zyn tournee zo uit gestippeld, dat hy in Belgische ste den speelt als de andere circussen in Nederland komen, en eerst te- mug Natuurlyk heeft Toni een duide- lyke mening over zyn concurrenten „Ik wil niet bestrijden, dat Circus Krone het grootste bedryf in Euro pa is. Het heeft ook een mooi. duur programma. De Krone's hebben vroeger gouden tyden gekend en zyn schatryk, geen wonder dat je dan grote risico's kunt nemen. Maar als ik ooit over dezelfde mo gelijkheden kryg te beschikken als zy, maakte ik toch een ander cir cus. Ik vina het teveel show en weinig echt circus. Puur circus, dat was vroeger de zaak van Karei Strassburger. Circus Mullens had ook de juiste sfeer en wat ik denk van Circus Sarrasani, dat naar Ne derland komt? Directeur Fritz Mey zal heus wel met een goed program ma uit de bus komen, maar hy blijft een namaak-Sarrasani. Het is immers niet de beroemde onderne ming van destijds? Hans Stosch Sarrasani zei altyd: als Sarrasani komt zal de grote Sarrasani komen. Als ik die naam hoor dan zie lk dat circus weer voor me: 24 olifan ten, 200 paarden, een complete stam Indianen, grote groepen Chinezen, cowboys en wat al niet en een enorme tent met twee grote orkes ten. En wat komt er nu? O. mis schien best een aardig circus, maar een belediging voor die grote Hans Stosch Weet u, dat de naam Boltini na myn dood door niemand meer mag worden gevoerd? Ik heb het laten beschrijven. Alles wat hier staat ls uit myn handen voortgekomen, alles wat men over Boltini zegt en denkt is een gevolg van wat lk heb gedaan, zo wil lk ook de geschie denis ingaan. Niemand zal ooit mijn naam mogen misbruiken". (Bijzondere medewerking) N een Nederlands blindengesticht leefde dertig jaar geleden een jongeman, wiens voornaam Jan was. Nog maar vier maanden oud had hij een ontsteking aan zijn ogen gekregen. Enkele weken later was de wereld om hem heen voorgoed in het duister gehuld. Jan was blind geworden en de knapste oog artsen ter wereld zouden daaraan niets hebben kunnen veran- anderen. deriyk met welk een gemak de jonge man willekeurig gekozen ge deelten of passages weergeeft uit liederen, die hy slechts eens of maar enkele keren heeft gehoord. Zonder de minste aarzeling gaat hy van de ene stem op de andere over en begint de weergave op het punt, dat wordt verlangd. Op zesjarige leeftyd werd Jan in een gesticht opgenomen, waar geduldige onderwijze ressen hem al datgene trachtten by te brengen, wat kinderen in de eer ste klas van de lagere school piegen te leren. Natuurlijk viel dat niet mee, want een blind kind is bij het leren sterk gehandicapt in vergelij king met zyn normale leeftijdgeno ten. Maar het vreemde was dat Jan zelfs in vergelijking met zijn blinde klasgenoten een slecht figuur s.'reg. Hij behoorde van zyn eerste school dag af tot de dommen cn in de elf jaar. dat hy school ging, verander de daar niets aan. Het gevolg was dat Jan in die elf jaar het niet ver der bracht dan tot de derde klas. „Hij kan nog niet tot tien tellen", zei een van zijn onderwijzers van hem. Omdat nog meer onderwijs toch maar aan hem verspild zou zijn geweest, zocht de gestichtsiei- ding een eenvoudig oaantje voor hem: Jan mocht voortaan de hand pers draaien in de kleine drukkery van het gesticht. Toen de blinde jongeman enige maanden aan dé handpers stond, bleek al gauw waarom hij het er in de schoolbanken zo slecht had afgebracht. Jan interes seerde zich niet voor net onderwys. Zyn belangstelling ging niet uit naar spellingsregels naar rekensom men of naar rijtjes aardrijksicun- dige plaatsnamen, maar uitsluitend naar data en naar muziek. Vooral voor data interesseerde hij zich sterk. Het verplegend personeel en de verpleegden uit het gesticht had den dat al gauw in de gaten en lie ten geen gelegenheid voorbijgaan Jans geheugen voor data op de proef te stellen. Zonder zich een ogenblik te bedenken wist hij het juiste antwoord te geven op vragen als deze: „Op welke datum viel Pa sen 1918?'' - „en Pinksteren 1940?" - „En Hemelvaart 1912?" Alle christelijke en rooms-katholieke feestdagen had hy onwrikbaar in zyn hoofd. Maar dat was nog niet alles lang niet! Jan was .11 staat direct met onfeilbare zekerheid en nauw keurigheid de weekdag te noemen die by een bepaalde willekeurig ge kozen datum behoorde. Van elke patiënt uit het gesticht wist hij dag, maand en jaar van zijn komst. Eveneens herinnerde hij zich tot op een kwartier nauwkeurig de mo menten. waarop verplegend perso neel of patiënten hun verblijf in het gesticht hadden verwisseld voor een andere woonplaats, een tijclely- ke of eeuwige. Jan had eveneens de reputatie precies te kunnen aan geven wat voor weer het op bepaal de, willekeurig gekozen dagen was geweest. Zyn opgaven klopten ge heel met die van de weerkundige dienst Het duurde niet lang, of de di recteur van het geslicht vond Jan zo'n merkwaardig verschijnsel, dat hy zich in verbinding stelde met het psychologische laboratorium van de Ryksuniversiteit ta Utrecht. Toen men daar proeven met Jan ging doen, bleek eerst goed welk een geheugenwonder deze tweeën- twintigjarige jongeman was. Hoeveel vrijdagen had fe bruari 1920?" vroeg men Jan. Prompt kwam het juiste antwoord: „Vier", en de proefpersoon liet er meteen op vol gen: „Ze vielen op 6, 13, 20 en 27 februari". Dat klopte en de volgen de vraag luidde: „Op welke datum viel de elfde zondag na Pinksteren in het jaar 1917?" Antwoord: „4 augustus", ook goed. „Hoeveel zon- dagen waren er in 1924 na Pink steren?". Zonder aarzeling kwam weer het juiste antwoord: „Achten twintig." Na dit soort vragen volgden er enigszins andere, bijvoorbeeld: „Als Pasen nu eens op 10 mei viel, wan neer zou het dan de eerste zondag van de Advent zijn?" Het onmid dellijk daarop gegeven antwoord luidde: „29 november". Vraag „Hoeveel zondagen na Pinksteren waren er dan?" Antwoord: „Maar 21!" Vraag: „Als Pasen nu eens viel op 25 februari, wanneer zou dan de eerste zondag van de Advent zijn?" Antwoord: „Op 1 of 2 december, dat ligt er aan of het een schrikkeljaar is of niet. Dan waren er 32 zonda gen na Pinksteren, want Pinkste ren zou dan vallen op 14 of 15 april". Deze antwoorden kwamen telkens vlugger dan zij konden worden ge noteerd. Vraag: „Als Sacraments dag valt op 4 april wat nooit kan wanneer is het dan As woensdag?" Het in vier seconden gegeven antwoord luidde: „Op 19 of 20 december van het vorige jaar; dat hangt er van af. of het een schrikkeljaar is of niet." Op de vraag, hoe hij dat had gevonden, heette het telkens: „Dat weet ik zo!" Maar Jan beschikte over meer capaciteiten. Zonder ooit muziek te hebben geleerd, had hy een vier stemmig kerkelyk gezang gecompo neerd. Stem voor stem had hy ge heel uit het hoofd gecomponeerd, eerst de eerste tenor cn toen ach tereenvolgens de drie andere stem men. Volgens bevoegde musici was het wel geen meesterwerk gewor den. maar het mag er, zo meenden zy. gerust zyn. Een ander staaltje van zijn won- deroaarlyk goed muzikaal ge heugen was het volgende: Iemand speelde hem eens een me- nuetje voor uit een der kwartetten van Beethoven. Jan had het nooit tevoren gehoord en vond liet heel mooi. Vyf of zes maanden later werd er gevraagd wat voor muziek stuk hy nu eens zou willen horen en hy gaf ten antwoord: „Dat din getje van Beethoven". Daar men zijn bedoeling niet direct begreep floot Jan, die het bedoelde stuk intussen niet meer had gehoord, de gehele melodie van het begin tot het eind. zonder een enkele fout te maken. Het ls overigens verwon- Dat by zyn muzikale herinne ringen ook zyn liefde voor da ta om de hoek kwam kyken is begrijpelijk. Zo wist hy by voor beeld precies te zeggen, wat in de kapel van het gesticht was gezon gen op Driekoningen 1925, Pinkste ren 1924, le en 2e kerstdag 1922, Drievuldigheidszondag 1925, enz. Hy kende trouwens alle gezangen en liederen, alle stukken, die op de piano, de viool of door de harmo nie gedurende zyn verblyf in het gesticht waren gespeeld, uit het hoofd. Jan bezat ln hoge mate de gave van een absoluut gehoor. Daaron der wordt verstaan: het vermogen by het horen van een door het ene of andere muziekinstrument gege ven toon onmiddellyk de hoogte ic, d. fis, enz.» te kunnen aangeven. Toen oij het onderzoek te Utrecht eens stemvorken werden gebruikt, waarby de hoogte van de toon door het verschuiven van loopgewichten kon worden bepaald, bleken aan- vankelyk de opvattingen van Jan en die van de proefnemer niet over een te stemmen. Het was echter niet mogelyk de jongeman er van te overtuigen, dat hy zich vergiste. Hy hield hardnekkig vol, dat niet hy, maar de proefnemer ernaast was. Totdat deze laatste eindelijk bemerkte, dat hy de loopgewichten niet op de goede plaats had vast geschroefd en Jan wel degelyk ge- lyk had. Eens neuriede iemand In zyn tegenwoordigheid enkele maten in a-majeur van een Ave Maria, dat in a-mineur was geschreven. Ogen- blikkelyk reageerde hy erop: „U zingt een passage uit het Ave Ma ria van Van Schaick, maar u zingt het een halve toon hoger dan het is geschreven". Was het te verwonde ren. dat Jans omgeving zyn muzi kaal geheugen nog merkwaardiger vond dan zyn geheugen voor data? De psychologen, die Jan aan zeer uitgebreide proefne mingen onderwierpen, waren aanvankelyk geneigd te menen, dat hy behalve een wonderbaarlyk ge heugen toch ook wel een buitenge wone vaardigheid in het rekenen moest bezitten. Dit was echter niet het geval. In rekenen bleek hy he lemaal geen kei te zyn. Toen men hem vroeg, het juiste aantal dagen te noemen tussen twee data, die men hem opgaf (byvoorbeeld 8 maart en 3 mei, of 5 februari cn 7 januari) duurde het vele minuten voor het antwoord kwam. dat bo vendien niet altyd juist was. Heel eenvoudige rekenkundige vraag stukjes. by voorbeeld doodgewone optellingen, aftrekkingen en verme nigvuldigingen brachten hem in grote verlegenheid. U hoorde het trouwens al: met zyn opzienbarend geheugen had Jan het op de lagere school niet verder gebracht dan tot de derde klas. In de praktyk bleek hy alleen maar geschikt voor het draaien van de handpers. De ondei - wyzer. die eens van hem gezegd had. dat hy niet tot tien kon tellen, had zo al niet in letterlijke dan toch in figuurlyke zin gelyk. Voor eenvoudig kantoorwerk zou het grootste Nederlandse geheugenwon der van de 20ste eeuw niet hebben gedeugd. Hy zou er onherstelbare brokken hebben gemaakt, zelfs by het rekenen!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 9