R I A GROOTSTE LEUGENAAR HET MOET SLAGEN ARMSTRONG 40 JAAR GELEDEN STUDENTENZANG ZONDER BIER j Jongste J Q ff j uitgevers in ons land en Organisator Leids jazzconcert: KRIS-KRAS TE PAS EN TE ONPAS Zaterdag 2 februari 1963 De jongste uitgevers van ons land wonen in 's-Gravenzande. Het zijn Johan C. Lissenberg (21) en zijn verloofde Ria Hórter (19), die dezer dagen hun offi ciële erkenning als uitgeversmaatschappij hebben ontvangen. Het zijn ernstige en hardwerkende jongelui, deze twee. En ernstig waren ze al, toen ze elkaar ont moetten als zeer jonge gymnasiasten in een historische vereniging. Ze hebben daarna de kennismaking voortgezet en niet om geschiedkundige redenen Maar al gauw zaten ze op een avond toch samen gebogen over een dikke histori sche pil, een boek over het Huis Oranje-Nassau. En die avond, samen aan de huiskamertafel, is de grondslag gelegd voor een onderneming, die deze maand met diploma s, getuigschriften, beginkapitaal en erkenning zijn beslag heeft gekregen: Johan en Ria zijn directeur en directrice van de uitgeverij .Europese biblio theek" te 's-Gravenzande. Want het boek over de Oranje Nassaus meldde dat op 6 oktober 1559 in Dillenburg Willem de Rijke overleed. „Hé, zeiden de twee vorsers tegen elkaar, „wie en wat was dat?" Het bleek ner gens volledig te vinden en zo ontstond door hun speurwerk een volledig beeld van deze Nas- sautelg. Eersteli "P In 1959, op 6 oktober om pre cies te zijn 400 jaar na zijn sterfdag verscheen het boek „Wilhelm von Nassau", geschre ven en uitgegeven door Ria Hörter en Johan Lissenberg, op gedragen aan Prinses Beatrix. Het kostte 15 gulden en onder vond overal waardering. Zelfs organiseerden de onder nemende jongelui een grootse herdenkingssamenkomst in de kerk van Dillenburg; ze waren toen 16 en 18 jaar Smaak te pakken Het was gebeurd, Ria en Jo han hadden de smaak te pak ken, en gingen zich bewust toe leggen op het uitgeven van his torische werken, boeken op Europees geschiedkundig gebied en Europese literatuur. Het tweede boek, dat ook bij de ge- interesseerden vooral in het buitenland grote aandacht trok was „Philipp Melanchton", de grote vriend van Maarten Luther. Vijfhonderd exemplaren verschenen er van en het is uit verkocht. Ze gingen verder. Vlaardin- gers gemeentesecretaris C. Post- ma schreef „Prins Frederik der Nederlanden" (17971881dat in 1962 bij de Europese Biblio theek verscheen en de boeken wereld begon de 's-Gravenzand- se ondernemertjes te kennen. In die tijd werkten ze beiden voor het boekhandels- en uitgevers diploma, deden twee jaren prak tijk bij boekhandel en uitgeverij en vonden een financiering voor een beginkapitaal. Zo doen ze het niet. hun boeken weggeven LEIDSCH DAGBLA D ){L Kabinetje Nu draaien ze „echt", daar in het kleine kabinetje bij vader en moeder Hörter thuis, waar twee bureautjes, een grote kast, en een enorme administratie een plekje moeten vinden. Binnenkort begint de uitgave van vijf delen van „Holland in vroeger tijd", ook geschreven door C. Postma in een luxe grote pocketvorm, een „veredelde pa per-back". zoals Johan het noemt en komt een bijzonder belangwekkende bundel artike len en interviews van J. W. Jon- gedijk „Geestelijke leiders van ons volk" op de markt. Ten slot- te staat een bundel van zestig goede verhalen uit de 19 Euro pese landen, getiteld „Jong Europa", op stapel. Daarvoor heeft Johan zelf het omslag ontworpen, zoals de twee uitgevers met lef en durf alles tot nu toe zelf hebben gedaan; het inpakken, verzenden, reizen langs de boekhandels, contact met auteurs een uitgeverij waarvoor de naam van een aan middelbare scholieren welbe kende rederijkersclub bepaald geldt: „In liefde bloeiende". Een oase in de woestenij die Leiden de laatste jaren als jazz-stad is: vanavond een jazzconcert in de Stadsge hoorzaal. En niet zomaar een optreden van een handjevol enthousiaste amateurs met slechts plaatselijke bekend heid, maar een concert door prominente musici met als „kasmagneten" Rita Reys en Pim Jacobs. „Er is hier nooit wat te doen!" verzucht de Leid se jeugd her haaldelijk. Dat er vanavond wél wat is te doen. is te danken aan het bestuur van de pas (her)- opgerichte Leidse Jazzclub, dat het heeft aangedurfd deze „kost bare" avond te organiseren. Voorzitter Dick Kuil (20 jaar. over dag laborant, studeert 's avonds) ls optimistisch. „We hoeven maar 750 kaarten (a raison van twee gulden) te verkopen en we springen er uit". En wat be dachtzamer: „Het is natuurlijk wel een risico. Want als het niet lukt. moeten we het tekort uit onze eigen zak aanvullen Maar het moet slagen!" De studenten van Eton staan tot afgrijzen van da. Britse ar beidsinspectie in pandjesjas en hun traditionele gestreepte broek achter de draaibank wan neer zij les in handenarbeid krij gen. Volgens een, blad voor in dustriële veiligheid liepen in 1961 bijna 13.000 Britse jongeren arbeidsongevallen op de voor naamste oorzaak lag in het dra gen van kleding die voor hun werkzaamheden ongeschikt was. De studenten in Eton moeten nog veel leren, De Parijse politie heeft de ba lans opgemaakt van de schade die een 13-jarige jongen veroor zaakte door in een auto met een snelheid van soms wel hon derd kilometer per uur door de straten van de Franse hoofd stad te gieren. Dertig personen auto's en een autobus werden zwaar beschadigd. Gewonden vielen er gelukkig niet. De jon gen heeft na zijn wilde rit ver klaard. dat hij had willen laten zien dat hij kan rijden. Men schijnt er echter nog niet van overtuigd te zijn. Moskou bezit thans ook zün won derkind: de zesjarige Tatjana Fedkina, die reeds werken van Tsjaikowski en Grieg. walsen van Chopin en zelfs het bekende pianoconcert van Haydn speelt. Tatjana. die uit een muzikale fa milie komt, componeert ook maar een van haar zes zusters tekent de muziek voor haar op. Een schooljongen van 16 jaar uit Israël, die een week lang zonder voedsel en water in een roeiboot op de Middellandse Zee heeft rondgedreven, is behouden in zijn land teruggekeerd. Hij was op visvangst gegaan maar in 'n zware storm terechtgekomen Pas na zeven martelende dagen was zyn bootje op de Libanese kust aangespoeld. De Leidse Jazzclub (die overigens geen enkele binding heeft met de jazzclub die de Sleutelstad vroe ger heeft bezeten) is vorig jaar september in het leven geroepen en telt thans honderd leden. Eens in de twee, drie weken is er een bijeenkomst. waarop jazzken ners als Pete Felleman en Cees van Oyem lezingen houden en platen worden gedraaid. Naast ..luisteravonden" organiseert de club sinds kort ook dans avonden. ..Dat. bleek nodig, om dat het andei's commercieel niet meer verantwoord was", merkt vice-voorzitter Herman Gorter (in juni eindexamen Rembrand t- lyceum) zakelijk op. Het kwam namelijk nogal eens voor. dat ieder bestuurslid tien gulden op tafel moest leggen om de kosten te dekken. Overigens zal er een heel wat flin ker gat in hun clubkas worden geslagen, als er vanavond geen 750 jazz fans komen opdagen. Maar het hele bestuur is opti mistisch. Het moet .slagen, zegt de voorzitter. Het zal slagen, zeg gen de anderen. We zullen zien. Vanavond. Een zekere meneer Walter Lewis uit Williamsport (in Amerika, waar anders) is uit geroepen tot 's werelds groot ste leugenaar. En door mensen die het weten kunnen, de leden namelijk van de leugenaarsclub van Burlington in de staat Wisconsin. Met de volgende leugen werd Lewis kampioen: ..De droogte was dit jaar zo erg. dat ik. toen mijn kanarievogel wilde drin ken. de bron uit de grond moest trekken en door een wringer halen" Twee andere leugens kregen een eervolle vermelding. Een man uit Zuid-Dakota vertelde over de waterkrachtinstallaties aan de Missouri: ..We hadden deze zomer zoveel regen, dat het elektrische licht enkele da gen lang een dof verschijnsel vertoonde wegens 't vele vuile water dat door de turbines stroomde". Een leugenaar uit Nevada kwam met een verhaal over de Grand Canyon in Arizona. De Grand Canyon was zo vaak door toeristen gefotografeerd, vertelde hij. dat de rotsachtige wanden slijtages begonnen te vertonen. 's Avonds door Bonn wan delend horen we in de buurt van universiteit gezang. Het komt uit een studententehuis. Door de grote ramen kan men de vrouwelijke en mannelijke studenten zien en de druk ge barende dirigent. Hier geen gekleurde petten op de hoof den, bierglazen op de tafels en degens aan de wanden. Trouwens, dit gezang heelt niets uitstaande met het gejoel, dat de leden van de traditionele studentencorpora onder het ge not van al teveel glazen bier aanheffen en waarover de Bon ner burgers, die in de buurt van de oude corpora-huizen, wel een lijvig boekje zouden kunnen opendoen ze worden maar al te vaak uit hun slaap gehouden. Maar in de zaal waar nu zo aan dachtig wordt gezongen, wordt morgenavond misschien gemusi ceerd. overmorgenavond een dis cussie gevoerd of naar een voor dracht geluisterd en een andere keer op de klanken van een jazz band gedanst. We zijn aangeland bü een mo dern studententehuis en de koor zang is een onderdeel van het pro gramma waarmee de „tutor" zijn bijdrage wil leveren in de ontwikke ling en ontspanning van de studen ten. De tutor, een soort voogd, dringt zich niet op aan de studenten. De bewoners van het studententehuis zijn niet verplicht aan zijn pro gramma deel te nemen. Dat zij het meestal toch doen, is het bewijs dat het experiment waarmee in 1956 werd begonnen, is geslaagd. De dertig tutoren waarmee men zes jaar geleden begon nu zün het er ongeveer tweehonderd hadden aanvankelijk een moeilijke taak. Vele studenten vonden zo'n voogd volmaakt overbodig. En nu nog wil menige student zo snel mo gelijk met zijn studie klaar zün en hecht hü weinig waarde aan alge mene ontwikkeling. Voor ontspan ning heeft hij weinig tijd. Geldge brek en scepsis spelen hierbij na tuurlijk ook een rol. Vaak moeten dus eerst het wan trouwen en de onverschilligheid van de bewoners van een studen tentehuis worden overwonnen. Van de züde der professoren ge nieten de tutoren thans algehele erkenning en steun. Het „Duitse Studen'enwerk" heeft vorig jaar na een strijd van vele jaren het succes kunnen boeken, dat de Westduitse rectoren-conferentie unaniem be sloot de tutoren te aanvaarden, „omdat zij er voor kunnen zorgen, dat in de studententehuizen, die een deel zijn van het academische le ven, ook inderdaad een academi sche geest heerst. De studenten tehuizen hebben een taak te ver vullen. ook op het vlak van ont wikkeling. zij mogen de studenten niet isoleren van de samenleving. Dit geldt met name voor de tehui zen. die met overheidsmiddelen zijn gefinancierd. King Oliver's Creole Jazzband. Louis Armstrong: 1923 (Ri verside RLP 12-122 l.p.). Chimes blues Just gone Canal Street blues Mandy Lee blues Weather bird rag Dippermouth blues Froggie Moore Snake rag Mabel's dream Southern stomps Riverside blues. De titel van deze plaat, „Louis Armstrong: 1923", is enigszins misleidend, het is bekend dat de grote betekenis van deze jazz- reus vooral in het verleden ligt, dat hij het creatiefst is geweest in de vooroorlogse jaren, maar deze opnamen dateren nog van vóór de tijd dat hij eerste trom pettist werd bij Fletcher Hen derson om vervolgens zijn fa meuze Hot Five te groepen. Veertig jaar geleden moest de toen 22 jarige Armstrong nog ge noegen nemen met de vrij onder geschikte rol van tweede cornettist in de Creole Jazzband van King Oliver. En daar in de oude New Orleans-jazz solo's schaars waren het accent lag op de orkestrale po lyfonie horen we op deze l.p. vrijwel voortdurend de Creole Jazz band in haar geheel. Natuurlyk, Satchmo speelt mee. maar hij do mineert niet, zoals later wel het ge val was bij zijn Hot Five. Er is slechts één uitzondering: de ..Chimes blues". Met de solo die Louis Armstrong daarin speelt, is trouwens iets bijzonders aan de hand; het is namelük zijn eerste op de plaat opgenomen solo en we herkennen er reeds het brede vi- braat, de soepele klank en het rui me volume van de latere meester in. Maar voor de rest gaat zyn spel volkomen op in de ietwat ondoor zichtige klankkleur ihet zijn im mers bijzonder oude opnamen) van het gehele ensemble. Wie het uitsluitend om Armstrong is te doen, zal zich bij het beluis- LOUIS ARMSTRONG teren van deze plaats misschien be kocht voelen. Maar wie een wat bredere belangstelling heeft voor de jazz van het oude New Orleans, kunnen we de l.p. warm aanbeve len. Satchmo was niet alleenzalig makend, zeker niet in 1923. De com posities die de band van King Oli ver in dat jaar uitvoerde, worden hoewel opgenomen met de on volmaakte technische middelen uit die tijd nog altüd gerekend tot de belangrijkste voor de geschiede nis van de jazz. De Creole Jazzband speelt blues die van een veroverende onbevan genheid en frisheid zyn. De muziek is erg melodieus (het Italiaanse woord „cantabile" is hier op z'n plaats) en ligt makkelijk in het ge hoor zonder daarentegen ooit maar „goedkoop" te zijn. Kortom: trad- jazz van Superieure klasse Behalve Oliver en Satchmo horen we trombonist Honore Dutray. cla rinettist Johnny Dodds. pianiste Lil Hardin, banjolier Bill Johnson, drummer Baby Dodds en (in de laatste drie nummers» saxofonist Stomp Evans. Met name Johnny Dodds" sublieme by dragen zijn onze aandacht dubbel en dwars waard. Art Farmer en Benny Golson Meet the Jazztet (Funckler MGAR 9202 l.p.). Serenata It ain't necessa rily to Avalon I remember Clifford Blues march It's allright with me Park Avenue Petite Mox nix Easy living Killer Joe. We weten niet wat „vrouwelijke jazz" zou moeten beduiden, maar een feit is dat in de jazz „manne- lijke muziek" een vaststaande uit drukking is. Wel, als zij ergens van toepassing is, dan zeker op het jazz- sextet Jazztet, dat hard-bop van het zuiverste water speelt. En op een wijze die menige andere combo tot lering kan strekken. Het is vooral opmerkelyk. dat vier zulke voortreffelijke en tamelyk in dividualistisch ingestelde solisten als trompettist Farmer, tenorsaxo fonist Golson, trombonist Curtis Fuller en pianist McCoy Tyner die samen met bassist Addison Far mer en drummer Lex Humphries het Jazztet vormen zo'n verbluf fende homogeniteit hebben bereikt. Bij toerbeurt wordt er gesolieerd, waarbij de anderen de solist uitste kend steunen en aanvullen. De tal rijke solo's zijn gegoten in frisse evenwichtige arrangementen. Alleen de twee Golson-composities „Blues march" en „Killer Joe" doen een tikje gemaniëreerd aan. Zonder maniertjes en verfynd klinken daarentegen „Park Avenue Petite" met een fraaie solo van Farmer. ..Avalon" waarin de „vin gervlugge" Tyner schittert en „Easy living" met Golson op zijn best. De twee leiders van het Jazztet nemen trouwens de meeste solo's voor hun rekening. Maar de meeste indruk maakt toch nog trombonist Fuller met zijn grandioze solonummer „It's allright with me". Rosetta Howard en The Har lem Hamfats. This is the Blues (Brunswick 10354 e.p.i. Rosetta blues Let your li nen hang low If you're a vi per Worried mind blues. Niet in de boekjes zoeken naar de naam van Rosetta Howard, hoog stens wordt zy in een of andere dikke pil met een paar regeltjes ge noemd. Met The Harlem Hamfats behoort zy tot het „legioen der on bekenden", het legioen dat evenwel beslissend is geweest voor de ont wikkeling en verbreiding van de jazz in de dertiger jaren. Het feit dat Rosetta en de Hamfats in de Newyorkse neger wijk Harlem ope reerden terwijl Chicago de „Home of the Blues" was, zal er ook wel toe hebben bygedragen dat hun na men nimmer een bekende klank hebben gekregen. Ten onrechte! De man die deze e.p. de titel „This is the Blues" gaf, heeft scheeuwend gelijk. Dit zyn de authentieke blues, wars van alle commercie neergeschreven èn ver tolkt. Onverbloemde teksten, pittig gezongen door een vocaliste die qua stijl herinneringen oproept aan een collega wier naam wèl onvergete lijk is geworden: Billie Holiday. Ro setta hopelyk worden van haar nog meer opnamen uit stoffige ar chieven opgediept wordt meer dan verdienstelyk begeleid door Herbert Kid Morand tpt Odell Rand (cl.), Horace Malcolm ip Joe McCoy (g.»f Charles MrCoy (mandoline», Jack Lindsay (b.) en Fred Flynn (drs). Dave Brubeck kwartet. Countdown Time in Outer Space (..CBS" BPL 62013 l.p.) Countdown Eleven Four Why Phillis Someway my prince will come Castilian blues Castilian drums Fast life Waltz Limp Three's a crou d Danse duet Back to earth. Na Time Out en Time Further Out nu Countdown Time in Outer DAVE BRUBECK ..Hotels'' Space, de derde langspeelplaat waarop pianist Dave Brubeck expe rimenteert met maatsoorten die in de jazz ongebruikelijk zyn. Met voorgaande experimenten heeft Brubeck aanzienlyk succes gehad, getuige zijn „Take five" dat zelfs in de Amerikaanse Hitparade terecht kwam. Het laatste verklaart wel licht waarom we op deze l p. een nummer tegenkomen („Eleven four") dat verdacht veel lykt op „Take five". Het voordeel van Dave's experi menten is. dat zy gemakkelyk te volgen zyn. Hy maakt het zichzelf en zyn medewerkers, van wie saxo fonist Paul Desmond de belangrijk ste is, veel moeilyker dan zijn toe hoorders. Overigens doen die novi teiten in de jazzritmiek hoe knap op zichzelf ook soms wat gewron gen aan, zodat men de indruk krijgt dat de maatsoorten die Brubeck ge- oruikt niet zonder reden ongebrui kelijk in de jazz zijn. Maar daar staat tegenover dat hy soms verras send fraaie effecten ermee bereikt, zoals in „Fast life", „Waltz Limp", „Three's a crowd" en „Danse duet" vier poëtische kamerjazz-minia- tuurtjes die samen deel uitmaken van een ballet waaraan Brubeck al jaren schynt te werken. De plaat is opgedragen aan de Amerikaanse ruimtevaarder luite nant-kolonel John Glenn, Ach Ja, waarom niet? In de architectuur van de Duitse studententehuizen is in de loop der jaren veel wijziging gekomen. In de eerste jaren na de oorlog werden studententchuizen gebouwd, die zo veel mogelijk kleine kamertjes be vatten. De woningnood was enorm. Spoedig bleek echter dat deze ..stu dentenhotels" waarin jonge men sen in- en uitliepen zonder dat zij elkaar leerden kennen of notitie van elkaar namen, toch niet hele maal voldeden. Nergens is de „academische vrij heid" zo groot als in Duitsland. De student heeft nauwelijks plichten, er bestaat geen lesrooster als op de scholen, en van persoonlijk contact met de professoren is nauwelijks sprake, sedert het aantal studenten in de honderdduizenden loopt. Rond 250.000 jongeren studeren aan de Duitse wetenschappelijke hogescholen. Daarbij komen dan nog de technische hogescholen, de conservatoria, de kunstacademiën, de academiën voor mijn-, land en bosbouw en de vele vakscholen, die tot de catagorie der hogescholen behoren. Nauwelijks tien procent van alle studenten vond tot dusverre onder dak in een studententehuis. terwijl ruim 33 procent een dergelijke huis vesting wil. De woningnood onder de studenten is nog altijd zeer groot. Sedert 1961 bestaat dan ook het z.g. „studententehuizenplan van Dusseldorp". Daarmede wordt de bouw van studententehuizen, die plaats bieden aan 60 000 studenten beoogd. Veel aandacht wordt daar in geschonken aan de buitenlandse studenten, die in vele gevallen er de voorkeur aan geven in een tehuis temidden van Duitse studenten te wonen, dan in hun eentje op een gemeubileerde kamer tussen vreem de mensen. Adviesbureau Bij dergelyke grootscheepse bouw plannen is het gewenst en noodza kelijk, dat ook op de juiste wijze wordt gebouwd. Derhalve riep het „Duitse Studentenwerk" een advies bureau voor bouw- en huisvesting aangelegenheden in het leven. Het wees er bijvoorbeeld op. dat binnen de grote tehuizen, waarin soms tot duizend studenten onderdak vin den. echte „woningen" gebouwd moeten worden, waarin op een „ge zin lijkende gemeenschappen" kun nen worden gevormd. Anders gaat de student te gauw verloren In de massa. De eindeloos lange gangen, waarlangs, vooral in de tehuizen van oudere datum, de kamertjes als cellen naast elkaar liggen, dragen niet bij tot rust en concentratie. In tegendeel, vaak is ieder geluid door het gehele gebouw te horen. Dit adviesbureau heeft intussen via de Duitse ambassades vele ver zoeken om nadere inlichtingen ont vangen uit alle landen van Europa en vele werelddelen. Ook kwamen vele buitenlandse studiecommissies om de Duitse studententehuizen te bezichtigen. Terwyl de Duitse studentente huizen dus in zeker opzicht het bui tenland als voorbeeld dienen, heeft Duitsland het tutoren-systeem uit het buitenland overgenomen. Kaart van Nasser Een kweekschoolleerling uit het Fr.ese Joure heeft dit jaar een nieuwjaarskaart van president Nas ser van Egypte ontvangen. Ongeveer vyf jaar geleden heeft de toen 14-jarige H. de With brie ven gestuurd naar vele staatshoof den met het verzoek hem postzegels te zenden. Hy is namelyk een ver woed postzegelverzamelaar. Onder meer van Nasser heeft hij toen postzegels gekregen. Ook kreeg hij een gunstig antwoord van president Eisenhower. Nu, vyf jaar later, werd de kwe keling verrast met een kaart van Nasser met de beste wensen voor het nieuwe jaar. Het is een dubbele kaart met een Egyptische en een Engelse tekst. Op de achterzijde staat de nationale vlag van Egypte.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 9