Waar o waar luister je naar in het nieuwe jaar? Gokje gewaagd met Edwin Rutten NA COLTRANE KOMT ROLLINS ONDERWIJZERSSTUDENTEN Zaterdag 19 januari 1963 jwy AAR o waar luisteren f'r wij. tieners en twinti gers. in 1963 naar? Naar Pat Boone. Clif{ Richard. Johnny Lion en Ria Valk? Of naar Edwin Rutten. Hans van Deventer. Gerard Cox en Jacques Brei? LATEN we eerlijk zijn. de teenagermuziek de muziek dus waarvan veronder steld wordt dat vooral de jeugd er naar luistert heeft geen beste naam. Dat ligt niet aan de muziek. Dat ligt aan de tie ner die aan liedjes van discuta bel niveau de voorkeur geeft. En dit ondermaatse niveau Is de finish geworden voor zan gertjes. zangeresjes en mana gers die om het hardst rennen om een flinke brok populariteit (en geldelijk gewin) in de wacht te slepen. Want het lijkt wel. of de sterk gegroeide so ciale status van de tiener be slissend is geworden voor de lichte-muziekmarkt. Cf EG niet. dat wij. tieners en twintigersgeen keus hebben. Wij zelf hebben onze keus moedwillig beperkt. Wij hebben ons oor ingesteld op een simpel ritme (dat je zo lek ker mee kunt stampen), op een simpel melodietje (dat je vlot kunt nafluiten) en op een sim pel tekstje (waarnaar je des noods niet hoeft te luisteren). En de platenfabrikanten heb ben voor een groot deel hun beleid op onze smaak ingesteld. Ze leveren dat simpele ritme plus melodietjes plus rijmpje. Y\Z AAR luisteren wij. tie- ners en twintigers, in het nieuwe jaar naar? Weer naar al die gloednieuwetop hits. die bij nadere beschou wing zo oud als Rome zijn? Of nu eens naar iets werkelijk nieuws, iets anders, iets beters? XYYANT de keus is heus niet zo beperkt als be paalde muziekbladen en radio- jeugdprogram ma's ons willen doen geloven. Er zijn heus wel platen in omloop waarop een wat gevarieerder rit me staat, een oorspronkelijker melodietjeeen spitsere tekst. Muziek ook die qua sfeer past in het milieu van jongeren. Jazz en chansons, óók van eigen bodem. J? R is een tijd geweest, dat grammofoonplaten met Nederlandse moderne) jazz zeldzaam waren. Ook daarin schijnt een kentering te zijn ge komen. En het peil vanonze vaderlandse jazz. in brede krin gen nog steeds te sterk onder schat. geeft daar zeker wel aanleiding toe. De op de zwar te schijf ..vereeuwigde" pres taties van Frans van Bergen. Jan Morks. de combo van Pim Jacobs. The Diamond Five en Hans van Leeuwen hebben dit wel bewezen. Onze Nederland se jazz kan wedijveren met veel van wat uit Amerika wordt ge ïmporteerd. Maar blijkens de omzetten is niet iedere jazzdiscofiel van doordrongen. .Misschien krijgt na de rock 'n roll en twist de bossa nova een kansje" zouden we met een variatie op een vers regeltje van de zingende on derwijzer Hans van Deventer willen zeggen. Bossa nova is jazz, licht voetige en speelse jazz, die niet alleen de benen in be weging brengt, maar ook het oor gespitst houdt. Zeker als twee voortreffelijke musici als tenorsaxofonist Stan Getz (rechts op dé fotoen gita rist Charlie Byrd (links) er zich mee bezig houden. Sa- men met Keter Betts (bas), Gene Byrd (bas en gifaar) en de drummers Buddy Dep- penschmidt en Bill Reichen- bach hebben zij een lang speelplaat gemaakt met ze ven jazzsamba's (Verve MGVV 9024). De eerstejaarsstudent in de psychologie Edwin Rutten (20) is niet alleen in Neder land. maar zelfs in Europa uniek. Hij is de enige jazz- zanger van dit continent, de enige althans die het verder heeft gebracht dan lokale be kendheid. En dit laatste heeft hij te danken aan de grammo foonplatenmaatschappij. die een jaar geleden wèl een gokje durfde te wagen met een toen volslagen onbekende Amster damse lyceïst. die zich aan diende als jazzvocalist. Dat gokje werd de e.p „Swin ging Swayers". Het plaatje was aanvankelijk geen commercieel succes. Niettemin verhoogde de maatschappij een der kleinste in ons goéde vaderland, maar éen met durf de inzet onder het morto ..Takin' a chance on Edwin" Dat was ook de titel van de lang speelplaat, die merkwaardig genoeg wel in korte it\jd bekendheid kreeg. Niet alleen in Nederland, niet al leen in Europa, ook in het jazz- land by ujtstek, Amerika, toonde men interesse voor Edwins presta ties. Inmiddels is Edwin in Stockholm en Helsinki opgetreden. Tournees naar Duitsland en Polen staan op het programma. En er zyn zelfs onderhandelingen gaande over een optreden voor de Amerikaanse te levisie! En wat Nederland betreft: de ra dioluisteraar heeft hem al geregeld kunnen horen zingen by de orkes ten van Dolf van der Linden en de Sk.vmasters en in zijn eigen 20- minuten-programma „Edwin Rot ten zingt voor u". Op de plaat ..Takin' a chance on Edwin" wordt de twintigjarige zan ger begeleid door de ..Gold Coast Combo", die hij vier jaar geleden met twee mede-lyceisten en een jonge titudent in de wiskunde heeft opgericht. De combo voor dea^ gelegenheid versterkt met. trompet tist Frank Hartvelt en gitarisé Peter Eckberg bestaat pianist Rogier van Otterloo (de zoon van de dirigent van het Residentie* Orkestbassist René Holdert ea drummer Costa Tchaoussoglou. Op de plaat staan allemaal num* mers die Edwin zelf heeft mog( uitkiezen. Takin' a chance. Blues thoughts. What is this thing, Ho- high the moon. Violets for youv furs. It's allright with me. Broad* way. Sophisticated lady. Take th# A Train, You go to my head ea Softly as in a morning sunrise stuk voor stuk volwassen jazzinter» pretaties, fyn gezongen en fijn ge* speeld (Delta DL 501). Studenten en onderwijzers hebben elkaar gevonden in de SGI. de Studenten Grammo foonplaten Industrie, sinds ruim een jaar geassocieerd met His Master's Voice. Musice rende maar toch vooral wel zingende studenten en onder wijzers die hetzelfde willen het brengen van lichte muziek die toch wel enig gewicht in de artistieke schaal legt. Nu is willen nog niet hetzelfde als kunnen. Niet alles wat de stu denten brengen, is even goed. Dat geldt trouwens niet alleen voor grammofoonplaten, zoals we in 1962 wel hebben ge merkt. De prestaties op de SGI-plaat lopen .evenzeer uiteen als de stu dieprestaties. En wat de eerste betrefter zijn er die het nooit zullen leren en er zijn er die het niet hoeven te leren. Tot de laatste categorie behoort de stu dent Jaap Fischer, het parade paardje van de SGI. Fischer heeft een serie kostelijke liedjes gemaakt die hun weerga niet hebben in de vaderlandse lichte- muziekliteratuur. Er zyn al drie e.p.'s van hem uitgebracht en een vierde staat op stapel. Naar ons gevoel is zijn eerste e.p met onder andere ..Het ei". „Het kerkhof" en „Om je geld", alle drie even cynisch als geniaal, en het rijmtechnisch geraffineerde „Cipier" nog steeds de beste. Op zyn tweede e.p. heeft dat cynisme plaats maakt voor een verkwikkende ironie en op z'n derde („Eendje". „Sprookje", ..Suzanne") heeft het vriendelyke en poëtische zelfs de overhand. Het is dus wel duidelyk. dat Fischer als liedjes zanger zich in een bepaalde rich ting heeft ontwikkeld. We zijn er dan ook benieuwd naar wat er op zijn vierde plaatje zal komen te staan. Jaap Fischer is een nationale vermaardheid geworden. Te recht. En dat had voor de SGI zo z'n (financiële) voordelen. Volgende week zaterdag treedt de Amerikaanse tenorsaxofonist Sonny Rollins met zyn kwartet in Neder land op. 's Avonds in het Scheve- ningse Kurhaus en 's nachts in het Amsterdams Concertgebouw. Het is wel toevallig dat Rollins juist komt nu we hier pas John Coltrane heb ben gehad, wiens leermeester hy eens was. Die tijd is overigens voor bij. Coltrane heeft zyn vroegere leermeester geëvenaard zo niet overtroffen. Over dit laatste zijn de „insiders" het echter nog niet eens. Ondanks de Coltrane-rage van de laatste tyd blyft een groot deel van de jazzexperts van mening, dat Rol lins de grootste hedendaagse tenor saxofonist is. Hoe dan ook, Rollins Is een Jazz musicus van het eerste plan. en een wiens stijlopvatting om misver standen te vermyden hemels breed verschilt van die van Col trane. Rolli-s is een hoogst oor spronkelijke, zeer expressieve tenor saxofonist. die steeds op zoek is naar nieuwe uitdrukkingsmogelijkheden. Zo is de bossa nova-..mode" voor hem aanleiding geweest om nog meer Latyns-Amerikaanse ritmen in de ja. te introduceren. En be ter dan zijn collega-jazzmusici is hy erin geslaagd een „fusie" te be werkstelligen. Misschien laat Rollins aan staande zaterdag in Den Haag en Amsterdam de resultaten van zijn Latijns-Amerikaanse ver kenningen (en ontdekkingen! horen. Zo niet, dan kan men zich nog altijd troosten met zijn nieuwste langspeelplaat „What's i new?" (RCA - LPM 2572), waar op Rollins, de zuidelijke percus sionist Candido en de gitarist Jim Hall voor veel vuurwerk zor gen in vijf temperamentvolle, opzwepende nummers. In twee daarvan, het uitbundige „Don't stop the carnaval" en Brown- skin girl", hebben zij zich zelfs de medewerking ojr^ckerd vc. een koortje. Een plezierige boeiende plaat, deze nieuwe Rol- lins-l.p. Maar voor andere SGI-artiesten zo z'n nadelen. Als aller belang stelling zich op één persoon richt, ziet men anderen over het hoofd. Anderen zoals Wim Land man. Antoon de Candt (de jongste SGI-spruit)Gerard Cox en Hans van Deventer. Maar we merkten reeds op. dat niet alles wat de SGI heeft uitge bracht even goed is. Uitgesproken slecht is zelfs het nieuwste SGI- plaatje met zes liedjes van de „Vlaamse poëet" Antoon de Candt. Zyn ..Vlaamse poëzie" bestaat uit het fluisteren van bij elkaar ge rijmelde trefwoorden. En zyn „hu mor", wel, die wordt het best ge ïllustreerd door het volgende liedje: Er waren eens zeven zusters die woonden in Berlijn Zy aten uit sluitend soda en dronken alleen azijn Maar toen tijdens de oorlog een grote schaarste ontstond en men in geen enkele winkel azijn of soda meer vond Toen zetten de zeven zusters onder het leven een streep en gingen onder luid ge zang gezevenen om., zeep. Op de studentikoze humor van Wim Landman, overigens een klas se beter dan onee Vlaming, raakt men trouwens na enige tijd ook wel uitgeluisterd. Anders liggen de zaken echter bij de onderwijzers Gerard Cox (22) en Hans van Deventer (28). Beiden zijn wat teveel in de schaduw van Fischer gebleven. Beiden hebben ontegenzeglijk talent. Cox is in de eerste plaats poëtisch. Van Deventer satirisch en ironisch. Gerard Cox uit Rotterdam heeft een e.p. en een single op zijn naam staan. Vooral de e.p geeft een uit stekende indruk van zyn kwalitei ten en. zwakke kanten. Niet op zyn best is hij namelyk. als hi) grappig wil zijn „Ganzenhoedster of dramatisch doet („Mignonne"). Zijn kracht ligt in de „kleine poë zie" en op dit gebied overtreft hy zelfs de zo bejubelde Jules de Corte ..Watervlinder" bijvoorbeeld is in al zijn beknoptheid een mees- terlyk werkje, met een gave dich- terlyke tekst en een speelse melo die die daar volkomen bij aansluit. Ook „Spinnetje" is een heerlyk poëtisch liedje. Iets minder, maar niettemin van klasse zyn ..Schut ting" en „Als ik zeg". Hans van Deventer, van wie eveneens een e.p. en een single zyn uitgebracht, heeft behalve spitse teksten ook originele melodietjes met verrassende wendingen, waarbij komt dat hij een goede stem heeft en uitstekend gitaar speelt. Hij heeft minder raffinement dan Fi scher (ja. natuurlijk), maar was ei geen Fischer geweest, dan had hi een goede kans gemaakt het para depaardje van de SGI te worden Wie uitge-Fischerd is. doet er goer aan eens te luisteren naar Van De venters liedjes „Het feest". „He retourtje" en „Bombazijn", waari aij goedaardig de spot drijft me resp. een overheidsdienaar die wore gepensioneerd de reïncarnatie ei een meisje dat een goed huwelyl wil doen. Af en toe is Hans vai Deventer ook dichterlijk en op by zonder geslaagde wijze is hy dat in „Het gebed". De SGI heeft ook verscheidene studentencabarets op de plaat gezet. Onder meer het Leidsch Studenten Cabaret op de langspeelplaat „Sim- pe sampe sompe" en de e.p. „Laat je zoontje studeren". Jammer is, dat „Simpe sampe sompe" niet zo best is opgenomende muzikale be geleiding is vaak te luid. waardoor de tekst moeilijk is te volgen Er staan overigens enkele voortreffe lijke cabaretliedjes op. zoals „De aardappeleters". „Leven in de brou werij". „Spelletjesland" en „Sprook jes". Voorwaar „studieprestaties" waarvan heel Leiden wel kennis mag nemen. Een succesplaat is ook de grote l.p. „Van Leyden tot Lei den" geworden, een Leidse dans- plaat waarnaar het ook goed luisteren is, vooral als Hans Swelheim. Paul van Vliet en Ma rijke Philips „Marjolijne"zin gen. En actueel is sinds septem ber ook weer het fraaie lied „De EDWIN RUTTEN nachtsadist" geworden. Van Leyden tot Leiden ij een waar dige plaat om op deze plaats voorlopigvan de SGI te schei den. Jaap Fischer (8GI 005, 007, 7 EPH 2004) Antoon de Candt (SGI 7 EPH 2012) Wim Landman SGI 102 Hans van Deventer (SGI 104. 7 EPH 2006) Gerard Cox (SGI 105. 7 EPH 2010) Simpe sampe sompe (SGI 015) Laat je zoontje studeren (SG I. 7 EPH 2005) Van Leyden tot Leiden (SGI HCLP 127) GERARD COX zingt poëtische liedjes.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 9