VAN ONZE HEIDEVLAKTE NAAR DE OEVERS VAN DE NUL we Prettig bridge alleen mogelijk door snel met OPEN vizier w* Kom er ACHT-er 4 1 4 A1 teletype: over rodio Hoogoven-toer noo markant hoogtepw Het leven vernieuwt zich steeds door Sjouke van der Zee Kom er ACHT-er Zaterdag 12 januari 1963 Pagina 4 KIJKJES IN DE NATUUR Een van mUn vorige artikelen had een diersoort tot onderwerp, die in die dagen al hoog en breed de winterrust was ingegaan en dus van het natuurtoneel was verdwenen. Dat was naar aanleiding van de horzels, die kwelgeesten van ons vee, onze paarden, herten, reeën tot zelfs de rendieren In Alaska toe. Mijn argument was, dat de rust van vele dieren (en laat ik de bomen en planten er maar benoemen) een tijdelyke periode is in hun bestaan. Hun leven gaat in het verborgene door. het doosje, die ik als mestkevers aan u mag voorstellen. Schrikt u nu niet van dat woord „mest", heus, de diertjes zijn zo schoon als een hardgepantserde glanzende kever maar kan zijn. Maar voor de in- llllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllillllllilllllllllllllllllllllllllllillllllllH llllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll^ standhouding van zijn keverge slacht is de mestkever nu eenmaal aangewezen op de mest van ver schillende dieren. Wie dus op zoek is naar deze diertjes kan niet beter doen dan eens naar een heideveld te gaan, waar schapen grazen. En als u deze voorhistorische diersoort niet meer in uw omgeving hebt, dan zijn er altijd nog wel konijnen, die er hun lichtbruine bolletjes hebben achtergelaten. Op een landweg zorgt een haas er wel eens voor, en als ook deze mc gelijkheid ontbreekt, hebben we onze koeien nog in het weiland. Ook liet paard wil nog wel mee helpen, om het geslacht „geotrupes" aan materiaal te helpen. Winterslapende zoogdieren, zo als hamsters en egels, dui ken onder in een hol of een bladerenbed ln een diepe greppel; hagedissen, slangen, kikkers en sa lamanders, zij alle trekken zich on dergronds terug en pas het voorjaar Is in staat, ze tot nieuw leven te wekken. Met de Insekten gaat het iets an ders. Die overwinteren in 't alge meen als eieren, als larven of als poppen, hoewel we toch ook wel de muggen kennen als overblijvers, en ook de vlinders. Van een wespen koningin, beter gezegd een wespen- moer, weten we, dat zij een van de weinige overlevenden is van het hele talrijke wespenvolk. Het geel bruine Hjfje gekromd, het kopje naar dc poten gebogen, zo zit ze in haar schuilhoek en brengt bewe gingloos de voor haar onvruchtbare wintermaanden door. Met de hommelmoer is het al eender, want ook zij moet tot het voorjaar wachten, om met de stich ting van een nieuw volk te begin nen. En wat die eitjes, die larven en poppen aangaat, ook zij hou den hun lampje brandende ge durende de ongunstige tijd, al is dat lampje by insekteneieren en pop pen wel een heel klein „pitje". Maar ze leven en dat is de hoofdzaak ook voor de larven, die in oude boom stammen en in de aarde hun sterk vertraagde leventje weten gaande te houden. Zo biedt elk jaar hetzelfde pa troon: in het voorjaar een opbloei, die in de zomer haar hoogtepunt bereikt. De herfst geeft de eerste waarschuwing, zet het sein op on veilig. en dan ebt het leven lang zaam terug naar de winter, die dat leven onder zijn grote mantel ver bergt, het behoedt, maanden ach tereen. Dit nu waren ongeveer mijn ge dachten en mijn conclusie was: waarom zou ik in de donkere dagen voor en na de jaar wisseling ook niet eens een diersoort bespreken, die in die periode slechts als eitje of als larve bestaat? Ik heb namelijk een doosje op mijn tafel staan, waarin ik sinds de afgelopen zomer een paar kevers bewaar. Ze zijn glanzend zwart van boven, maar hun onderkant heeft de kleur van ijzer, zoals dat blauw- violet of groen uit het vuur wordt gehaald. Hun dekschilden zijn fijn ge groefd. de diertjes zijn hoog ge welfd, hebben de grootte van een meikever. Nederlandse kevers zijn niet by- zonder groot. Wij zijn al erg trots op ons vliegend hert en ook onze heldenboktor mag er wezen, maar vergeleken by hun tropische soort genoten zijn het maar kwajongens. Zo heb ik in een andere doos, ook op mijn tafel, een tweetal kevers uit Nigeria, een hij en een zy, waarvan het mannetje liefst 8 cm meet! Gelukkig zijn ze dood, dus heb ik geen zorg voor hun dage lijks brood. Ditzelfde geldt ook voor mijn Nederlandertjes in Onze bridgerubriek baseerd moeten zijn op door de NBB gegeven richtlijnen alsmede op een grondige kennis van de spel regels. Vóórdat deze ideale situatie bereikt is, dreigt subjectieve of he lemaal géén interpretatie door de wedstrijdleiders. H. W. Filarski. Bridgevraag dezer week: Noord gever, allen kwetsbaar. (Zuid): Sch A 7 3, Ha. H B 8 5, Ru. 4, KI. A B 7 5 2. Biedverloop: noord één har ten oost past wat moet zuid bieden? Antwoord elders op deze pagina. Moeilijker t,Een rustig spel Er was cr eens lang ge leden, een deftige bridgeclub ln Engeland waarvan de leden zéér hoge opvattingen huldig den betreffende de welvoege- lijkheid bij het bridgespel. "Bridge is a silent game" (bridge is een rustig spel) en "bridge is a game for gentle men" (bridge is een spel voor heren) stond er te lezen op aankondigingen tegen de mu ren zachte waarschuwingen aan hen, die zouden willen trachten de mystieke sfeer de zer club door overdreven stem verheffing of kwalijk gedrag, te vertroebelen. De club, die ook maatschap pelijk grote invloed kon doen gelden, gaf zelfs een bepaling uit, dat het bij het bridgespel verboden was tijdens het bieden met enig bod een bepaalde kaart aan de partner kenbaar te ma ken. Dit was een maatregel die diende ter wering van slechte Amerikaanse invloedenwaarbij met een slemconventie soms nauwkeurig bekend werd, welke azen en heren partner in han den had. De principes der Engelse gentle men hebben zich in de rumoerige, moderne wereld niet kunnen hand haven. De techniek wierp zich de laatste twintig jaren niet alleen op de vervolmaking van bedrijfsmetho- den. gebruiksvoorwerpen, enz., enz, ook het bridgespel werd aan uitvoe rige technische beschouwingen on derworpen. Speelt men heden ten dage byv. tegen sterke Italiaanse of Franse wedstrijdspelers, dan kan het gebeuren dat die tegenstanders al in de eerste biedronden nauw keurige inlichtingen uitgewisseld hebben over de aanwezige azen en heren. Maar ook in minder select milieu ls de biedtechniek zó vooruit ge gaan, dat menig bridgepaar vrU goed de kaartverdeling en het aan tal punten der gezamenlyke strijd krachten doorgrond heeft en dus vaak met vrij grote nauwkeurig heid een goed eindcontract kan be palen. Helaas heeft de vervolmaking van de bridgetechniek tot gevolg ge had, dat er wellicht méér biedsys- temen en conventies bestaan, dan bv. automerken. Dit heeft weer tot gevolg, dat het steeds moeilijker wordt om te weten, wat de tegen partij precies speelt en soms, in het bijzonder in de z.g. parenwed strijden waarbij men vaak negen of meer verschillende paren op een middag of avond ontmoet, is die wetenschap praktisch onmogelijk. Het is immers ondenkbaar, dat men voor twee of drie spelletjes die men tegen een ander paar gaat spelen, het gehele biedsysteem van de tegenparty gaat bestuderen: als men daartoe zou overgaan, zou men gauw terechtkomen in een andere inrichting dan een bridgeclub. Wil men bridge echter plezierig bedryven, dan moet men het (óók volgens de officiële spelregels) spe len) spelen met open vizier. Dat wil zeggen, dat men er met de partner geen geheime afspraken op mag nahouden en dat alles wat men doet in principe óók aan de tegen partij bekend kan zyn. Daar het „uitleggen" van bied- systemen een bijna onmogelijke taak is geworden, heeft de Ned. Bridge Bond voor de hoogste klas sen thans het gebruik van een „systeemkaart" voorgeschreven. Op die kaart moeten de belangrijkste bied- en speelconventies duidelijk aangegeven staan, zodat de tegen partij in één oogopslag kan zien wit uw conventionele klaver- of sansatoutbod, enz., betekenen. Het is in principe niet toegestaan van het aangekondigde systeem af te wijken, als de partner daarvan op de hoogte is; toegestaan blijven af wijkingen die voor de partner even verrassend zijn als voor de tegen- parten en óók blyft het toege staan om fouten tegen het systeem te maken! Taak En als de tegenpartij nu toch iets biedt of doet, dat afwijkt van de systeemkaart? Hier ligt een taak voor de wedstrijdleiders, die verre van eenvoudig kan zijn. Nu de NBB al A heeft gezegd, zal ook B moe ten volgen dat wil zeggen, dat men het korps der gediplomeerde wedstrijdleiders óók rijp moet ma ken voor een oordeel, over wat mag en wat niet mag volgens de getoon de systeemkaart. Dit oordeel zal ge- Antwoord op bridgevraag de zer week: In vroegere bied- systemen werd met een der gelijk spel drie harten gebo den (forcing) waarmee de partner echter weinig op schoot, daar hij de algemene kracht van het zuidspel wel iswaar vernam doch niet, waarin de zuidspeler zijn kracht had. Twee mogelijke noordspelen zijn: (a) Sch. 6 4. Ha. A V 10 9 7 5. Ru. A B 6 3, KI. 4. (b) Sch. H 6 2, Ha. A V 10 9 2, Ru. H V 8, KI. 8 3. Samen met het vry zwakke spel (a), kunnen NZ zes harten neerleggen. Echter, samen met het sterkere spel (b) is vijf harten het maxi mum wat NZ by goed tegen spel kunnen bereiken. Zuids beste bod is te be ginnen met drie klaveren waarna er met spel (a) goe de kansen zijn op 6 harten te komen; met spel (b) echter zal het via drie klaveren drie Sansatout vier har ten, by een manchebod blijven. Volgens de vroegere biedsystemen (zuid één har ten noord drie harten), tast men met beide noord- spellen in het duister wat te doen. Vandaar, dat we deze kevers meest vinden op plaatsen, waar mest, droog en hard, voorradig is. Het kan niet anders, of u moet ze op uw vakantietocht in de zomer wel eens zijn tegen gekomen. Het is wel mogelijk, dat u ze op een zo meravond over uw hoofd hebt ho ren brommen, terwyl u op een kampeerplekje van de stilte zat te genieten (dat was dat zeldzame ter- reintje zonder radio en zonder tele visie, weet u nog?). Is we zo'n mestkever aandach tig bekijken, het liefst met een loep, valt ons op, dat het dier beschikt over een 6-tal goed ontwikkelde poten, die duidelijk kammen hebben, uitspringende tanden, waardoor ze er uitzien als graafwerktuigen. Dit is geen toeval, natuurlyk niet. In de natuur heb ben zulke duidelijk gevormde poten altyd betekenis. Een mestkever is nl. een graver, een mijnwerker, die in de aarde gangen maakt. Het mannetje, zowel als het wijfje, doet aan aie gravery mee. Nu hangt het van de soort af, welke werkwyze wordt gevolgd, en die werkwijzen zijn onderling zeer verschillend. Er zijn mestkevers die, als in een gangetje een ei is gelegd, die gang volstoppen met stukjes mest. Andere weer maken van de mest ronde pillen, die ze met veel moeite en onverdroten volhoudend, naar hun gang rollen. De bedoeling van dat mestryden? De mest is het voedsel voor het kleine larfje, als dit uit het eitje komt Bovendien geeft de ontbindende stof hem warmte en beschutting. Al etende van zyn voorraad, groeit het kleintje, tot het na een serie vervellingen tot een flinke lar ve is geworden, die in juni onge veer verpopt. In augustus komt uit de pop een volwassen mestkever, die van moeder natuur weer diezelfde belangstelling voor mest heeft mee gekregen. Het ouderpaar kan ook overwinteren. Dit gebeurt in een soortgelijke gang als zij maakten voor het broed, eveneens volgestopt met voedsel. Erby dient vermeld, dat mestke vers ongevaarlyk zijn. Ze doen geen kwaad, ze bijten ons niet, steken niet, prikken niet, ze vlie gen in de lange zomeravond wat rond, ploffen ergens neer en krui pen traag over de grond. Traag, maar hardnekkig in die ene rich ting. die zy alleen willen. Ik heb er eens twee achter elkaar aan zien wandelen. Telkens, als ik de achterste een slag omdraaide, beende hij in een boog weer terug en zocht koppig het spoor van de eerste. Ik dacht: „Dit is een paar, die zijn het eens geworden", maar om zekerheid te hebben dat hij het werkelijk meende, heb ik hem met steentjes en grasjes steeds weer van zijn vrijerspad proberen af te krij gen. Geen kans! Met de onverzette lijkheid van een olifant duwde hij alle obstakels op zij en volgde zijn staalblauwe wederhelft. Toen heb ik ze. vlak bij een mooi stukje var- kensmest, m'n zegen gegeven. Want wat voor kwaad doen diertjes, die het grootste deel van hun bestaan in dienst stellen van het bemesten, het vruchtbaar maken van de aar de? eens In een dierentuin komt, waar ook aan de in sekten een plaats is inge ruimd, moet niet verzuimen, in het insectarium te zoeken naar de tro pische en subtropische mestkevers, bijvoorbeeld die uit Noord-Afrika. Dat zijn kanjers, die met mestpil- len als stuiters aan het exerceren zijn. Het zijn waarschijnlyk de na zaten van de mestkevers, de scara- beeën, die in de tijd der Egyptische farao's als heilige dieren werden vereerd en beschermd De Egypte naar moet in de eeuwige kringloop van zijn kever, de scarabeus, de es sentie hebben gezien van het steeds zich vernieuwende leven, dat hy om zich heen zag, ook in het mensen bestaan, ook in het licht, dat iedere dag weer werd geboren uit de duis ternis van de nacht. Vandaar, dat de scarabeus, de heilige pillenkever, gebruikt werd als model voor de ge liefde amuletten, die aan levenden zowel als aan doden werden meege geven. - ei wel, van de schapendropjes op de hei naar de oevers van de Nyl, dat is nog eens een sprong! En nog ben ik over de heilige kever lang niet uitverteld. Maar ik kan u een goede raad geven: ziet u het pocketboek „Egyp te" van Kurt Lange in handen te krijgen. De kennismaking met dat boeiende werkje zal geen teleurstel ling voor u worden. De moderne verreschrijvers gebruiken een 5-eenheden-code, waarin iedere letter enz. bestaat uit 5 stróomvoeren- de E3 danwel stroomlozen elementen (32 combinaties). Aangezien bij een verminking al enige letter tekens onderweg zijn, is de zender voorzien van een elektronisch geheugen, dat de drie laatst gezonden tekens vasthoudt. Daaruit wor den de nodige tekens herhaald; na akkoord be vinding wordt de zending hervat. De ontvangende I TOR vertaalt de 7-eenhedervin 5-een heden-tekens, die naar de teletyper worden gevoerd. Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningei vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Byvoegsel. Onze schaakrubriek Het schaakjaar 1963 is vooral voor Nederland veel belovend begonnen. Het vijfen twintigste Hoogoventoernooi waarvan de strijd op dit mo ment al in volle gang is, heeft een bezetting zoals nimmer te voren. Onder de deelnemers bevinden zich de befaamde Russen Averbach en Bronstein en vooral van de laatste ver wacht men veel. Onlangs is van deze geniale schaker een biografie versche nen en de Nederlandse scha kers kunnen hem nu in levende lijve in actie zien. Dit toernooi zal voor Nederland wel het hoogtepunt van het schaaksei zoen vormen. Hoogtepunt van 1963 zal onge- twyfeld zyn de tweekamp tussen Botwinnik en Petrosjan, resp. ti telhouder en uitdager, om het we reldkampioenschap. In zijn beste vorm is Botwinnik ongetwijfeld een sterker speler dan Petrosjan. Maar de jaren, die in het voordeel van de uitdager zyn, zullen zonder twy- fel tellen Het jaar 1963 beginnen wy met een aantal problemen, waarvan het aantal zetten, benodigd voor de op lossing, de cijfer* van het nieuwe jaar vormen. I Wit: Kb3, Pd8, pion c7. Zwart: Ka5, Tbl, Te2, Pf4, pionnen a6, b6, b2, d5, d3, e3, f2 Wit geeft mat in 9 zetten. III a b cd f g Wit: Kc2, Pa4, pion d4. Zwart: Ka2, Lal, pionnen a3 15. Wit geeft mat in 6 zetten. IV a b c d e f g WM Wit: Kei, Pc4, Thl. Zwart: Kcl, pion c2. Wit geeft mat in 1 zet. 1. extra fles melk in rek links 2. slang rechter pomp 3. geboomte extra 4. rechter voorwiel auto is groter 5. auto-embleem is anders 6. neus automobilist 7. portier auto 8. trottoirrand rechts is anders Wit: Kf3, pion h7. Zwart: Khl, pion h3. Wit geeft mat in 3 zetten. Oplossingen: I. Wel heel eenzijdig, nl. 1. II. 1. c8P, Kb5 (anders mat Pb7 en Pa7); 2. Pa7t, Kc5; 3.! Kd4; 4. Pc6t, Ke4; 5. Pd6t, A Pe5t, Kg3; 7. Pf5t, Kh2; 8. 1 Khl; 9. Pg 3 mat. III. 1. Pb6, Lb 2; 2. Pxd5,1 3. Pb 4, a2; 4. Pc6, onv.; 5. en 6e mat. (op 2Lel; 3. Kal; 4. Kxcl, c2; 5. d5 en 6e IV. 1. h8T, Kgl; 2. Txh3,1 3. Thl mat. 1Kh2; 2. Kf2, Khl Txh3 mat. 1h2; 3. Te8, Kgl; 3. mat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1963 | | pagina 18