KONINGSKWESTIE IS NIET BESLISSEND ZOEKLICHT In een Haags klooster worden nog steeds ikonen geschilderd PARAAT Spanje en va Franco is alleen geïnteresseerd jj in wat zijn regime zal opvolgen Zuster Joanna zet een traditie voort LEIDSCH DAGBLAD NAAR EEUWENOUDE RITUS WOORD VAN BEZINNING I eel kleuren Zaterdag 15 december 1962 Pagina 1 f l Euroi (Van onze reisredacteur, W. L. Brugsma) In de Heldenvallei, protserig burgeroorlog, zal Franco, naar den. Inmiddels is het met het doelwit van de zondag suitstap- gigantische betonnen kruis valt dus korten zij zich de tijd met monument voor de Spaanse men zegt, eens begraven wor- nabijgelegen Escoriaal het jes der Madrilenen. Onder het er voorlopig nog weinig te zien: het eten van warme worstjes. EEN OP DE BOEKENMARKT Helia Haasse. „De Meermin". Querido. Amsterdam 1962 Elisabeth de JongKeesing. „De blinde Spinners". Querido Amsterdam 1962. Margaretha Ferguson. „Onmogelijke Mensen". De Arbeiderspers Amster dam 1962. Drie forse, interessante, sociale romans en alle drie door vrouwen ge schreven. Drie boeken van wat wü vroeger „mannelijke kracht" pleegden te noemen; een kracht die wü, gezien het gejammer en het zelfbeklag waar de gemiddelde mannelijke auteur zich aan te buiten gaat op het ogenblik, maar anders moeten gaan betitelen. Deze kracht van bouw en uitdruk kingswijze is overigens de enige overeenkomst tussen deze drie romans, behalve dan de meer oppervlakkige overeenkomst, dat alle drie zich bezig houden met de nasleep van de tweede wereldoorlog en met de verwording van het socialisme. Hedendaagse gegevens dus. Van de drie schrijfsters is Hella Haasse de meest vrouwelijke in haar conceptie en de meest poëti sche. Het gaat bij haar niet zozeer om een maatschappelijk bestel, zo als bij Elisabeth de Jong en» voor al bij Margaretha Ferguson, als wel om de menselijke eenzaamheid ondanks de gemeenschapszin, die ons zo aangepreekt is. Haar „De Meermin" is in wezen een huwe lijksroman, hoewel de ontmoetin gen van Sera Doornstam en de vele flash-backs in de ruimten om de familie Doornstam heen voldoende uitzicht bieden op de bestaansfor- maties van heden en hun worte ling Waar zü naar zoekt, is naar een onderzeese verbinding de symboliek, die Hella Haasse eigen is, is die van de elementen water en wind tussen de individuen. Zij is ook de meest romantische in haar geloof in een uiteindelijk heil Zij ziet het onderlinge gebrek aan contact als een gebrek aan uitzicht, een niet weten van of niet realise ren van de „ragfijne draden", die de mens onbewust verbinden met zün medemens. Slechts op het zeld zame moment, dat de mens zo lu cide is. dat hij zich die mystieke band bewust is, is hem geluk be schoren Wonderlijk is hoe Hella Haasse haar poëtische visie weet te integreren in de simpelste hui selijkheid. In ,.De Blinde Spinners" van Eli sabeth de Jong-Keesing vormt het zoeken naar onderling contact en begrip eveneens een voorname fac tor, maai bij haar is het meer het verband met het lot als heerser. Haar roman is realistischer dan die van Hella Haasse en haar pro blematiek is positief socialer. Zij bestrijkt ook een groter terrein in de tija. Haar „Blinde Spinners" vangt aan in de tijd van Troelstra en van het idealistische socialis me Haar opzet is die van de klas sieke generatie-roman, waarin de figuren als het ware doorleven tot hun kindskinderen. De roman Is zeer knap van compositie en mo dern in dien zin, dat de schrijfster Madrid Er zijn mensen die op de Spaanse muren schrijven: „Wij willen geen imbeciele koning". Er zijn Spaanse aristocraten die eens per jaar van hun landgoederen naar Estoril in Portugal reizen om er de naamdag te vieren van de pretendent, Don Juan de Bourbon Bat- tenberg. Voor de rest blijft het Spaanse volk gemelijk onbewogen over de vraag of het koninkrijk Spanje ooit een koning zal krijgen. Een deel heeft benauwde herinneringen aan de wanorde van de republiek en zegt gelaten: „Beter wat dan niets". Een ander deel denkt aan de schandelijke toestanden onder de zieke monarchie, die eraan voorafging, en ziet hoewel het Franco veracht in Don Juan geen verbetering. Tegenover deze lauwheid heeft de pretendent inderdaad niet veel anders te stellen dan een aan trekkelijke persoonlijkheid, die het in de geïllustreerde bladen zeker goed doet. De forse veertiger zeilt graag in ruw weer en geniet een opvallend goede gezondheid. Die gezondheid heeft hem trouwens tot pretendent gemaakt. Zijn oudste broer, Don Alfonso, leed aan de Bourbonse haemophüe en bloedde dood na een auto-ongeluk. De tweede in lijn. Don Jaime, deed afstand omdat hij doofstom is. En infante Margarita, een van Don Juans dochters uit zijn huwelijk met een verre nicht, u blind ge boren. Maar Don Juans fysieke krach! is geen waarborg voor een duidelijk omlijnd politiek alternatief. Op de vraar- waarom hy van Estoril naar Madrid wil verhuizen, antwoordt hij voornamelijk, dat het helemaal niet vaststaat dat de monarchie een verouderd systeem Is dat het in Spanje niet meer zal doen. Dat lijkt een zwak argument. De monarchie is een uitstekend systeem voor gemakkelijk regeerba- re lanaen met een sterke eenheid, zoals Groot-Brittannië, de Scandi navische landen en Nederland, die vermoedelijk ook bloeiende repu blieken zouden zijn. Maar Spanje is geen gemakkelijk regeerbaar land- de regionale en klasse-con flicten zouden er op het hoofd van de koning neerkomen. Vooral wan neer hij er zich zoveel mee zou be- moeier als Don Juan zich voorstelt te doen in het land, dat inderdaad geen democratische tradities kent. Aan het negatieve aigument dat Don Juan de enige reële kandidaat is voor het vacuum dat na Franco's dood zou ontstaan, wordt trouwens vermoedelijk teveel waarde gehecht. Het gangbaarste verwijt tegen Franco is. dat hij niet voor zijn opvolging heeft gezorgd, dat de eik geen plantje in zijn schaduw heeft geduld. Men gaat daaraan twijfelen als men ziet, dat de sereniteit waarmee Franco het opvolgingsprobleem be schouwt. zoveel groter is dan die van Dc Gaulle, die er een grond wet voor aan zijn laars lapte. Het klinkt paradoxaal, maar men moet aannemen dat het de caudillo, hoofd van een personalistische re gime. weinig kan schelen w i e hem opvolgt, zo lang hij maar weet wat hem opvolgt. Dat laatste is duidelijker: Fran co is geen groot ideoloog, maar een bekwaam fragmatisch staatsman. En hü heeft een praktische evolu tie toegelaten op sociaal-econo misch terrein, die politiek naar be hoeven kan worden afgeremd en ingeperkt door een star, maar be trouwbaar machtsapparaat. Als Franco onvoorzien snel zou komen te overlijden, is er nog geen vuiltje aan dc lucht: een „junta" onder leiding van zijn „vice-koning", de kapitein-generaal Munos Grandes, zou de macht overnemen, revolu tionaire schokken tegengaan, maar de sociaal-economische evolutie moeten gedogen. Continuïteit Omdat het Franco niet volstrekt duidelijk kan zijn in welke rich ting de onvermijdelijke Spaanse evolutie zal verlopen «want politiek gesproken gelooft hü, maar weet h\j niet» is hij, met de gepreoccu- peercheid van de officier voor orde en rust, vooral uit op de continuïteit van de staatsmacht. En met de praktische voorzichtigheid van zijn geboortestreek Galicië, die Hitier al razend maakte, weigert hü zich voor oe lange termijn vast te leg gen op de persoon van zün opvol ger en op de toekomstige structuur van Spanje. Hij zal zoals de En- gelser. zeggen zijn bruggen pas overtrekken als hij ze tegenkomt. En wie hem nu verwijt, dat hij geen historische keuze durft te ma ken. moge bedenken dat de afkeer daarvan hem ook heeft weerhou den in de wereldoorlog Spanje aan Hitiers kant in de strijd te werpen. In afwachting van het keuze moment heeft de caudillo inmiddels een hele reeks alternatieven achter de hand. Om Don Juan niet alleen in het brandpunt der monarchisti sche sentimenten te houden, pous seert hij diens zoon. Juan Carlos, als officieel kandidaat voor de Spaanse troon. Om Juan Carlos niet te zeker van zijn zaak te ma ken. zegt hij „hoogheid" tegen een zoon var. Don Jaime. Om de gewis heid van leder koningschap te doen wankelen, heeft hij de consti tutionele mogelijkheid van een re- genlschapsraad. En om iedere his torische aanspraak op de troon te kunnen uitsluiten, bepaalt de Spaanse grondwet dat Iedere Span jaard koning kan worden en dat de koning gekozen moet worden. Duivels behagen Het is voor de monarchisten en het persoonlük voorwerp hunner verering Don Juan een zeer frustrerende situatie en het lükt alsof Franco er een duivels behagen in schept hun onzekerheid te ver groten door steeds voedsel aan nieuwe speculaties te geven. De laatste was. dat Don Juan over enkele weken tot regent zou wordei benoemd. Hij zou dan de troonbestijging van zijn zoon Juan Carlos in 1965 moeten voorbereiden. Een vervelende taak. want Don Juan wenst zelf die troon te be stijgen. En toch kan men voelen voor de gedachte, dat het in hun eiger. belang is dat Spanje geen koning krügt voordat Spanje èn de koning ei voor gereed zijn. Franco mag de marxistische ideo logie afwijzen, hU heeft een mar xistisch instinct, dat hem leert dat niet personen maar historische, eco nomische en sociale processen de politieke evolutie van een land be palen. Hoe men de Spaanse pro blematiek ook keert of wendt, op die academische en empirische zekerheid komt men met eentonige regelmaat terug. De Spaanse mun ten mogen van Don Francisco Franco Bahamontes zeggen dat hij bij dc gratie Gods caudillo van Spanje' is. Of hij dat gelooft of niet, zijn daden bewüzen dat prak tische overwegingen de geëxalteerde visie van Spanjes en zijn eigen missie steeds verder verdringen en dat hij, de spaarzame puritein uit Galicie, de op machtscontinuiteit bedachte officier, geen voortijdig pompeus monarchistisch avontuur zal riskeren. DE tijd, dat monniken bij het licht van kaarsen ikonen schil derden, is nog niet voorbij. Niet alleen in de SowjetUnie en Griekenland, maar ook in Nederland leeft deze oeroude reli gieuze traditie voort. In een Nederlands Grieks-orthodox kloos ter in Den Haag worden door de vijftigjarige zuster Joanna op dezefde manier ikonen geschilderd als in de Middeleeuwen. Voor deze op hout geschilderde afbeeldingen uit de bijbel, vaak ook van heiligen en martelaren, bestaat een grote belangstelling. Er zijn echter nog slechts weinig orthodoxe kloosters op de wereld, waar ikonen worden geschilderd volgens een eeuwenoude gods dienstige ritus, die werd beschreven in de schildersboeken van Athos. Talent in dienst van de kerk Zuster Joanna, dochter van een burgemeester, kwam pas op latere leeftüd en door toeval in aanraking met de Grieks-orthodoxe kerk. Vlak na de tweede wereldoorlog woonde zij op aanraden van kennissen een dienst in de orthodoxe kerk bij en werd ei zo door gegrepen, dat zij haar privé-leven opgaf en tot het pas in Den Haag opgerichte kloos ter van deze kerk toetrad. De eer ste na-oorlogse jaren waren voor het klooster bijzonder moeilijk. Men kon slecht aan ikonen komen, die eigenlijk onontbeerlijk waren voor de kapel, die bij het klooster hoor de De abt wist. dat zuster Joanna in het tekenen begaafd was en zelfs bü de allerdaagse gebeurtenissen, die zij van de levens van haar su- jetteiheeft opgetekend, welhaast feilloos heeft gezien wat belang- rük is voor juist die gestalte. Door deze keuze krijgt haar boek ce diepte, die het uitzondert van de portretteerkunst, die men dikwüls voor realisme aanziet. Margarethe vertegenwoordigt de skepsis in deze drievrouwschap. Haar roman „Onmogelüke Men sen" heeft de intellectuele inslag van bijvoorbeeld Aldous Huxley in zijn „Point Couter Point". Haar toon doet soms in sarcasme niet onder voor die van deze Engelse schrüver in zijn jeugd. Ook dit is een sociale roman, een groepsbeeld met achtergrond, maar de nadruk op de tendens is sterker. Zonder pardon verwüst Margaretha Fer guson' alle humanistische ethiek (Jorefine» en alle hedendaagse so cialistische wereldverbeteraars (Jel- le Kuipers) naar de hoek der egoïste zelfzoekers. Met grote pre ciesheid legt zü de vinger op hun al of niet opzettelijke huichelach tigheid. Niet opzettelijk bij Jozefi- ne wei in Jelle Kuipers. Tegenover de groep van aanhangers in hun beknoptheid toen subtiel gete kend de mensen die leven in de warme gemeenschappelijke doe zel die de waarneming vernauwt", staan dc eenlingen Arthur en Alex. Op een bepaalde manier ook de misiukte ingenieur Erik van Dam en het jonge meisje Julia. De Alex-figuur kan men beschouwen als het symbool van de jeugd; de jeugd r.amelü die voor geen com promissen vatbaar is. De wat oude re Arthur is de man, die het niet opgeeft ook al weet hij. dat hij een verlorer strüd voert: de romanti cus. De cursief gedrukte moraal aan het slot van dit heldere boek laat in zün sarcasme aan duidelükheid niets rc wensen over zo min als het slot van „Point Couter Point". Men moet dit laatste boek er ma. eens op nalezen. CLARA EGGINK. Niemand onzer ziet dit woord „paraat" staan, of hij denkt aan een krijgs macht. Bereid, gereed om iets te doen, vastbesloten betekent het letterlijk. Parate troepen kun nen onmiddellük optreden. Ze behoeven niet eerst opgeroepen, uitgerust, gereedgemaakt te worden. Alleen vervoer is vol doende, naar het bedreigde punt. In vroegere tijden was zo iets slechts nu en dan r.odig. In onze eeuw staan de troepen dag en nacht, jaar in jaar uit paraat. Wij zyn er helemaal aan ge wend geraakt. Wü weten niet beter of het hoort zo. Dit is natuurlük een kwalüke zaak. Want het betekent dan toch maar: Wij leven hier een bedreigd bestaan, dag en nacht, jaar in jaar uit. De mens voelt zich bedreigt in Oost en West. Daartoe nu is de mens niet ge schapen. Dit kan niet de zin vai zijn bestaan wezen. En dit is hel ook niet. De Schepper van hemel en aarde heeft met Zijn schepsel „mens" heel andere dingen voor gehad. Aan deee Zijn voornemens is Hij trouw gebleven. Geen ogenblik van eeuwigheid her heeft Hij daar aan ook maar het geringste ver anderd. Wij hebben dit niet afgelezen uil het verloop van het wereld gebeuren of uit kranten-versla gen. Wü hebben dit ook niet ge vonden in de schoonheid der na tuur Nog minder in de ver meende grootheid van de mens, de kracht van zijn geest of de diepsten van zijn innerlük. Frank en vrü kunnen wü dit getuigen vanuit hetgeen de Schepper van hemel en aarde Zelf daarover gezegd heeft. Zün sterke en definitieve Woord in deze is: Jezus, de Messias van Israël. In Hem sprak de Schep per van hemel en aarde. In Hem kwam God zelf om de mens uit zün bedreigde bestaan te verlossen. Eén voor allen. Dat is dc inhoud van het Evangelie. Maar niet allen weten het. Wel velen, maar niet allen. Z als Hü stond voor allen, zo zün met Hem verbonden er nu de velen uit alle geslachten, vol ken, talen en natiën. Een groot en machtig leger, een zeer bij zondere wereldmacht. Anders dan alle andere wereldmachten nl. wel in deze wereld maar niet van deze wereld. Zoals Hij er was voor allen, zo is deze wereldmacht er voor alle andere wereldmachten. Want deze ve len zün tezamen dc Kerk en de Kerk is Zijn lichaam. In en door hen is Hij Zelf aanwezig in alle tijden en op alle plaatsen. Evenmin als Hij er was voor Zichzelf, maar voor allen, zo is ook de Kerk er niet voor zich zelf maar voor allen. Dit is zo zeils indien de velen gereduceerd zouden zijn tot weinigen, zoals de Schepper van hemel en aarde in Jezus zelfs terugging tot Eén. Het kost ons. individualisten van de twintigste eeuw de groot ste moeite ons in deze lots-ver- bondenheid te schikken. Dit vereist inmiddels een grote paraatheid van de wereldmacht die Kerk heet. Want de verlos sing van de mens uit zün be dreigde bestaan is nu nog wel een verborgen zaak, alleen be kend bij degene, die gelooft. Maar straks zal het een openba re zaak worden, bekend bij al len. ook bü degenen, die niet ge loven. Dat zal gebeuren, wan neer de Verlosser wederkomt; nu niet meer als degene, die al le wereldschuld dragen moet maar als de zegevierende Ko ning „en gü, weest gelük aan mensen, die op hun heer wachten, wanneer hij van de bruiloft wederkomt, om hem als hij komt en klopt, terstond to kunnen opendoen. Zalig die slaven, die de heer bij zyn komst wakende zal aantreffen". (Lukas 12:35 tot 48). Wakende, paraat d.w.z. bereid, gereed om iets te doen, vastbe sloten. De wereldmacht, die Kerk heet, moet een paraat le ger zijn. Niet zonder reden heeft Jezus deze order uitgegeven. Want. van nature is de mens, ook de chris tenmens, teveel in beslag geno men door andere zaken. De pa raatheid laat dikwüls veel te wensen over. Luther zegt bü dit bijbel gedeelte, dat dit louter boete- prediking is. Wü moeten als christenen voor God en onze niet-gelovige medemens beken nen. dat 't bü ons niet is wat 't wezen moest. Wü blüven op de grote vragen, die deze tijd stelt het adaequate antwoord vaak schuldig. De ouders blüven hun het adequate antwoord vaak schuldig. Ja, als het aan ons christenen lag. zou de verlossing van de mens uit zün bedreigd bestaan nimmer openbaar wor den. Maar gelukkig is het zelfs var. de staat van onze pa raatheid niet afhankelijk maar enkel en alleen van de Koning die komt. Gods zaak gaat door. Zijn voornemen aangaande de mens volvoert Hü- U wordt ge roepen te geloven, uw hart te ontsluiten niet te vrezen maar te vertrouwen op Jlem. Aan de deur der wereldtijden klopt nog eens de Bruidegom „op. ontwaakt, de nacht is om Nu de zon. de langverbeide rüzen gaat. schort op uw kleed, maakt u voor de dag gereed!" Ds. H. J. van Achterberg hervormd predikant te Leiden. als Jong meisje op de tekenacade mie in Den Haag had gestudeerd. Hij zocht dan ook naar mogelük- heden om haar talent verder te ontwikkelen en het ten dienste van de kerk te stellen. In deze zelfde tyd kwamen een aantal uit Joegoslavië gevluchte RussLsche nonnen naar Frankryk. Onder hen bevond zich moedertje Flaviana, een ikonenschilderes. De aartsbisschop van Brussel Wladyko Joan had aan deze 42 zusters een seminarium in het bü Parijs gele gen dorpje Fourquese ter beschik king gesteld, zodat zij daar weer een nieuw klooster konden stichten. De meeste nonnen waren afkom stig uit het vroeger op de Pools- Russische grens gelegen klooster van dc Heilige Moeder Gods van Lesna. In dit klooster had moe dertje Flaviana het schilderen van ikonen geleerd. Zü bleek al spoedig bereid zuster Joanna de ikonen- schilderstechniek en de daaraan verbonden ritus bij te brengen. Bü- na 10 jaar heeft zuster Joanna er over gedaan om deze techniek enigszins meester te worden. Zij reisde hiervoor ieder jaar enige maanden naar het Franse Lesna- k loost er. Geloofssyin holen Het merkwaardige is. dat de iko nen in de orthodoxe kerk niet worden beschouwd als kunstwerken, maar als symbo len van het geloof en om dit tot uitdrukking te brengen wordt er van dt schilder of schilderes een heel andere vaardigheid gevraagd, dan die welke nodig zou zün voor het schilderen van war meer alge mene voorstellingen. Volgens oude legenden zou de eerste ikoon door Christus zelf zijn gemaakt voor de zieke koning Abgar van Edessa, die toen hü dit geschenk ontving da delijk genas. De tweede ikoon. zo wordt aangenomen, werd geschil derd door de apostel Lucas, die Ma ria afbeeldde. Toch duurde het nog een paar honderd jaar. voordat de ikonenschilderkunst zich begon te ontplooien in de kloosters van de kleine christengemeenten. In de zesde eeuw was er voor het eerst sprake van een ikoner.centrum, nl. het Cathariklooster op de Simai, waar door verschillende monniken, die van de bisschop een speciale wijding hadden ontvangen, ikonen werdei geschilderd. Vrüwel gelijk tijdig ontwikkelde zich naast het ikonencentrum op de Sinai een nieuw centrum, nl. in Constantino- pel aar het hof van keizerin Theo dora, de echtgenote van Justianus. Constantinopel is eenuwenlang het centrum van de ikonenschilder kunst geweest, totdat öe Turken, die herhaaldelijk pogingen hadden ge- daar de stad te veroveren, haar voorgoed in handen kregen. In al lerijl werd het centrum toen ver plaatst naar het klooster op de berg Athos in Griekenland. Hier be gon men vrü spoedig met het ge ven van zoveel mogelijk richtlünen voor dc ikonenschilders, waardoor aan de vrüe expressie een einde werd gemaakt. De richtlünen werden in een schildersboek samengevat, dat tel kens aangevuld kon worden. Het is bekend, dat in de Middeleeuwen ieder orthodox klooster over dit boek beschikte, maar op het ogen blik zyn nog slecht enkele exem plaren in grote bibliotheken en kostbare boekenverzamelingen van particulieren aanwezig Het uitge ven van deze schildersboeken is be slissend geweest voor de verdere ontwikkeling van de ikonenschil- der unsl. Zoals gezegd, werd aan de vrüe expressie een einde ge maakt. omdat men wilde voorko men dat de ikonen tot „kunst" zou den vervallen in plaats van een symbool te zün van de kerk en het geloof. Ir» dez« schildersboeken is precies voorgetekend hoe iedere ikoon, of het nu de opwekking van Lazarus of dt geboorte van Christus is, er moet uitzien. Jn Rusland nam de ikonenschil derkunst vrü spoedig, nadat het land tot het christendom was bekeerd, een grote vlucht. Reeds in 1100 werd in Kiëf een schilders school gevormd door monniken, die een reputatie tot ver buiten de grenzen hadden. Een van hen was vadertje Alympy, die een van Rus- lands grootste heiligen werd. Over zün leven bestaan byna net zoveel legenden als over de Heilige Nico- laas. In Griekenland is merkwaardig genoeg eigenlük nooit sprake van echte schildersscholen geweest, heowel er op Athos en in de kloos ter van Daphni, Hosios Lukas en Mistra bijzonder veel ikonen zün geschilderd. Hel klooster van de Nederlands Grieks-orthodoxe kerk in Den Haag heeft in de loop der jaren een grote bibliotheek weten aan te leggen, waarin zoveel mogelijk boeken over de ikonen bijeen gebracht zijn. Jammer genoeg kon het klooster tot dusver nog niet aan een schilders- boek van Athos komen, omdat deze exemplaren zeldzaam en bijzonder kostbaar zyn. De Leidse hoogleraar, prof. dr. P. Hendrix, die wel over dit boek beschikt is zo vriendelyk dit exemplaar regelmatig aan het kloos ter uit te lenen, zodat zuster Joanna het kan bestuderen als zij het voor het schilderen van een ikoon nodig heeft. Aan de ikonenschilders wordt slechts weinig fantasie overgelaten, want in het schildersboek van Athos staat nauwkeurig beschreven waar de diverse figuren moeten staan en welke achtergrond erbü hoort, zelfs de kleuren zün hierin vastgesteld. Niet zonder bedoeling werden al deze regels opgesteld, want ieoer fragment moet een sym bool zyn van een onderdeel van de kerk of het geloof. Een mens treft men slechts zel den op een ikoon aan, hij is altyd aan blauwe mantel of een blauwe stola te herknennen. Engelen hebben op een ikoon groe ne gewaden aan en martelaren worden met een rode cape afge beeld, dit terwijl Moeder Maria nooit anders dan met een purperen mantel wordt geschilderd. Zo is iedere kleur een symbool; groen de schepping, purper het goddelük we zen en goud de gloed des geestcs. Zuster Joanna is van mening, dat een werkelük goede ikoon eigenlijk alleen maar tot stand kan komen als bü het schilderen veel gebeden is. De verf waarmee zuster Joanna ikonen schildert komt uit het Lesnaklooster bij Parijs en wordt aangemengd met eigeel en azijn. Het bladgoud daarentegen komt van een klooster in Engeland. Het schilderen van ikonen neemt enkele weken in beslag, telkens moeten lange rustpauzen worden gemaakt om de verf voorzichtig te laten drogen. Gemiddeld duurt het een jaar voordat een ikoon hele maal gereed is. maar er kunnen meerdere exemplaren worden ge maakt. De schilderstechniek van ikonen wijkt volledig af van de traditionele. Bij hel schilderen van landschap pen, portretten en stillevens wor den eerst de lichte kleuren opgezet en daarna pas de donkere, bü het schilderen van ikonen doet men dit juist andersom eerst worden ri® donkere kleuren en daarna pas de lichtere gebruikt. Diepe liefde In dc kring van Grieks-orthodoxe gelovigen heeft zuster Joanna zich een grote bekendheid weten te ver werven. Niet alleen voor de kerk in Den Haag, maar ook voor die van Amsterdam en Brussel schilderde zjj. evenals voo- particulieren, tal rijke ikonen. Het zün er intussen meer dan 100 geworden, grote en kleine, maar allemaal geschilderd met diepe liefde voor haar werk, dat haar nLuwe levensbestemming is geworden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 15