dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen liefde uit een rein hart, uit een goed geweten en een ongeveinsd geloof Van ons allen KONINGIN WILHELMINA EN LEIDEN Leidsch Dagblad II Tim. 3 I „Onze plicht verstaanM „De handen ineen „Niet achterblijven op de weg Het is een zeer zware opgave gebleken. Oranje keerde weer in een chaos waarin slechts één vast punt te onderkennen viel: eensgezinde fanatieke liefde voor het Vorstenhuis. Materieel uitgeplunderd, geestelijk ontwricht, lichamelijk uitgemergeld, economisch aan de grond en politiek onmondig: het trieste beeld van bevrijd Nederland. Met vaste hand stuurde Koningin Wilhelmina het schip door de moeilijke branding van de vrijheidsroes. „Wij aanvaarden met vertrouwen onze taak. Ons jongste verleden heeft bewezen wat wij kunnen. God zal ons helpen". Eenvoud en zorg Eenvoud en zorg voor de na bestaanden van de verzetsslacht- offers kenmerkten het leven van Koningin Wilhelmina in de eer ste naoorlogse jaren, benevens een zeer intensieve persoonlijke belangstelling voor de tragische ontwikkelingen in de Aziatische Rijksdelen. De geschiedenis van deze jaren ligt nog te dicht achter ons, om er een objectief oordeel over mogelijk te maken, de conse quenties te zien van de ontwik keling der gebeurtenissen en de wijzigingen op maatschappelijk niveau. Enkele bijzondere gebeurtenis sen mogen ook ditmaal echter niet onvermeld blijven, zoals de geboorte van Prinses Marijke, die jubel in Nederland bracht ondanks de sluier die korte tijd later over deze vreugde viel, voorts de nationale ramp die ons land trof in februari 1953, toen Wilhelmina (reeds Prinses der Nederlanden) ondanks een zeer grote vermoeidheid haar groot medeleven telkens weer toonde, en haar gastvrouwschap voor enkele prominenten van de vrij heidsstrijd der geallieerden, zo als Churchill en Smuts, beiden tot eredoctor van Leiden gepro moveerd zoals zijzelf en haar dochter dat werden in 1925 en 1930. Krachten nemen af Allengs werd het echter in brede kring bekend, dat Koningin Wilhelmina vooral in de oorlogs jaren en de eerste jaren daarna een lichamelijk hoge tol had moeten betalen voor haar zeer zware en zichzelf niet ontziende arbeid, de onvermoeidheid w aar mede zij het „van allen" ziin tot volk, zo volledig dat zij, die in te jonge jeugd het Koningschap te dragen kreeg om dit zonder regentschap van haar moeder te kunnen doen. een regentschap van haar dochter aanvaarden moest toen de lasten van de ouderdom te zwaar werden om de scepter met vaste hand te voeren. een tijd die vraagt om sterke mensen In een ontroerende massa bijeenkomst in het Amsterdamse Stadion richtte Koningin Wil helmina op 31 augustus 1948 het vaardigheid, groot waren het verstand, de bezieling en het moederlijk hart van Juliana, de moeder van de Vader des Vader lands. Ik kan mijn dochter geen betere wens medegeven, dan dat zij, geheel als kind van haar eigen tijd, bezieling moge putten uit deze lichtende gestalte, voor wie, als voor zovele Nederlan ders van vroegere en latere tijd geldt: Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop beëin- Het „Leve de Koningin" werd voor Juliana het eerst ge roepen door haar moeder op het balkon van het Paleis op de Dam na de tekening van de abdicatie-oorkonde. 1910 huiselijk geluk een werkelijkheid had gemaakt. Reeds in 1944 klonk in een toespraak voor Radio Oranje voor het eerst de waarschuwing, dat ztf te kampen had met ver moeidheidsverschijnselen, welke geen onrust behoefden te baren maar toch rust nodig maakten. Direct na de bevrijding van ons land werd Koningin Wilhel mina getroffen door een zware longontsteking, die ernstige zorg zorg wel degelijk rechtvaardigde. Drie generaties Oranje. Deze foto werd gemaakt bij het staatsiebanket dat werd ge geven ter gelegenheid van het meerderjarig worden van Prinses Beatrix op 31 januari 1956. Weer was nadien een langdurige periode van betrekkelijke rust noodzakelijk. Schok ging door ons volk Hoewel algemeen het besef leefde, dat zij teveel van haar krachten had gevergd, en dat de ouderdom begon mee te spreken in de mate van haar activiteit, kwam het eind 1947 toch nog als een schok voor ons volk, toen bekend werd dat zij slechts in een regentschap van Prinses Juliana de volstrekte rust zou kunnen vinden welke haar ge zondheid voorschreef. Er mocht diepe dankbaarheid in ons volk leven, dat zo vertrouwde, be kwame en geliefde handen be reid werden gevonden, de lasten van de Kroon van haar over te nemen, niettemin was er droef heid door het besef, dat achter dit regentschap toch zeker een naderend einde van het Koning schap schuil ging. Drie maanden duurde dit eer ste regentschap, maar slechts enkele maanden nadat Koningin Wilhelmina haar taak weer op zich had genomen, zweeg Neder land opnieuw getroffen rond de radio: Een bewogen Koninklijke stem maakte bekend, dat ander maal de last van de Kroon te zwaar werd, en dat slechts een nadrukkelijke wens van Prinses Juliana een tweede regentschap zou doen ingaan in plaats van een nieuw Koningschap in jonge handen. Een tweede regentschap, dat duren zou tot de feesten bij het gouden regeringsjubileum, een hervat Koningschap voor enkele dagen nadien, en dan een over dracht van de Koninklijke waar digheid en taak voorgoed. Eenheid, eenheid, eenheid te gen de stormen des tijds was haar waarschuwing aan ons volk. Tassen twee regentschappen Als een afscheid klonk reeds toen die stem van een Vorstin, die haar leven wijdde aan ons woord tot de aanwezigen en tot de millioenen landgenoten hier en elders ter wereld. Haar blik wendend naar de naaste toekomst, de Troons bestijging door Koningin Juli ana, besloot Koningin Wilhel mina met de volgende woorden: „Het is voor mij als moeder een aangrijpend ogenblik, nu mijn kind een stap zet als deze. Zy aanvaardt haar taak in een moeilijke en ingewikkelde tijd, een tijd die vraagt om sterke mensen. Als vanzelf rijst nu voor mij op het beeld van onze Stam moeder, wier naam zij draagt. Groot was he* geloof, groot wa ren de taaie volharding en offer- I Tim. I 5 Ook de abdicatie van Koningin Wilhelmina wos een blijk van haar wijsheid en haar voortdurend streven de beslissingen, waar toe lij als constitutioneel Vorstin bevoegd was, zo zorgvuldig mogelijk tot heil van het volk te doen komen. De moeilijkheden van dat moment, van die jaren rond 1948, zowel hier te lande als overzee en internationaal waren van ongekende zwaarte. Het was geen zelfzucht die haar deed gaan, geen eigen-belang. Toen zij rust vroeg, was het omdat zij eerst het besluit genomen had af te treden. Als Koningin kon zij, wilde zij geen rust vragen. Als Prinses vroeg zij die rust. En zij ging niet heen omdat zij rust behoefde, maar omdat zij moe was, zo moe dat zij niet meer de verantwoordelijkheid durfde dragen, een verantwoordelijkheid die vooral in deze jaren zo loodzwaar woog. Niet meer durfde dragen. Geenszins uit angst, er onder te zullen bezwijken, maar uit angst voor het heil van hen, waarop die verantwoordelijkheid was gericht: het Nederlandse volk, Nederland, het Huis van Oranje, de monarchie. Uniek Koningschap Het is voor het eerst in de ge schiedenis van ons land. dat een Oranje als Prinses in ons mid- Koningin Wilhel mina en Prins Hendrik roerden op 31 jan. 1930 op het plein van de Leidse Academie begroet door prof dr. M. v. Wijk. de rector magnificus en prof. dr. J. Huizinga geheel rechts) die als promotor optrad van Prinses Ju liana aan wie op die dag het ere doctoraat in de letteren en wijs begeerte werd verleend. landse Vorst of Vorstin de Kroon aanvaardde zonder de rouw voor een overleden vorst, en de Troon weer verliet zonder rouw in het hart van Holland. Dit niettegen staande de uitzonderlijk lange (voor ons land langste) periode dat zij de Koninklijke waardig heid droeg. Rast. doen. maar de rust van te doen wat het hart ingeeft. Gewone mensen kunnen die rust vinden, indien zij geestelijk sterk genoeg zijn. Die rust kun nen zij vinden ook wanneer eén groot deel van hun kracht en tijd wordt gevraagd voor werk. voor taakvervulling. Aan een Vorst of Vorstin is dat niet ge geven. beslissing te nemen or iets te doen naar eigen inzicht, dan ligt dit veelal zo voor de hand, dat die beslissing of die daad zijn voorgeschreven uit een soort morele constitutie. Tegenover de vreugde van eigen verantwoor delijkheid staat dan echter meestal de zwaarte dier verant woordelijkheid, die aan de Vorst wordt gelaten omdat anderen digd, ik heb het geloof behou den Militaire Willemsorde Op 4 september 1948 werd de acte van Troonsafstand gete- tekend. Op 6 september 1948 werd Koningin Juliana beëdigd en ingehuldigd. Een van haar eerste regeringsdaden was. Prin ses Wilhelmina het Grootkruis van de Militaire Willemsorde te verlenen, dat haar enige tüd later voor het front van de troe pen werd uitgereikt. Het was voor de eerste maal in de ge schiedenis dat zulks met deze onderscheiding geschiedde. Tallozen zullen hebben ge vreesd, dat het beroep van Koningin Juliana op het Neder landse volk in haar eerste pro clamatie om Prinses Wilhelmina der Nederlanden rust te gunnen na haar abdicatie, te laat kwam. De plichtsbetrachting van deze grote Oranje kennende vreesden zij. dat zij eerst besloten had tot abdicatie, toen een snel einde van alle krachten onvermijdelijk scheen. De wijsheid van Koningin Wilhelmina bleek haar echter behoed te hebben voor die fout. de liefde voor ons volk bleek haar te hebben behoed voor een te lang doorzetten van een taak die te zwaar werd. en haar grote geesteskracht, die veelal de lichaamsweerstand sterkt, heeft haar gegeven, wat zij zozeer heeft verdiend, meer wellicht dan enig ander Nederlander: rust. Niet een rust van het niets Zelfs onder vrije mensen Zelfs in een democratische wereld, waarin de waarde van de mens, het recht van de mens en de vrijheid van de mens voorop staan, is de eerste onder de mensen, de Koning, beroofd van het recht te doen. wat het hart ingeeft. De Koning is sym bool. een enkele keer slechts meer dan een meningloos orna ment. En waar de gelegenheid wordt gegeven meer te zijn, een De eerste regerings daad van Koningin Juliana was het toe kennen van de Mili taire Willemsorde aan Prinses Wilhel mina. Een maand later, op 7 oktober 1948. gaf zij haar moeder de ridder slag tijdens een plechtigheid in Sonsbeek. De handtekening van Prin ses Wilhelmina, zoals zij te kende na haar abdicatie. deze, Juist door haar zwaarte, niet dragen mogen of durven. Vooral tot de jongeren Zij heeft in de Jaren na haar abdicatie zeer veel gedaan, maar dit alles was in de rust van hart en geest, dat zyzelve de keuze had uit het vele. dat in een ont redderde maatschappij zich op richtend uit de ellende van decennia vol beproevingen, te doen viel. Vooral tot de Jongeren heeft zU zich in de afgelopen jaren gericht, belangstelling tonend voor hun problemen, in het bij zonder tegen de achtergrond van hun religieuze grondslag. Zelfs in deze jaren, dat zij ver schoond was van de Koninklijke partij loosheid ook op dit gebied, heeft zij een sterker uitdragen van persoonlijke godsdienstige inzichten gepaard aan een wel haast unieke bereidheid, anderec Inzicht te respecteren en au serieux te nemen. Met een verheugend besef van de dankbaarheid, die wij Prinses Wilhelmina verschuldigd zijn voor haar weldaden als Koningin, heeft het Nederlandse volk haar de gevraagde rust gegund. Thans is deze rust tot een eeuwige rust geworden, ge schonken door Hem, Wiens zegen zij zo dikwijls heeft ge vraagd voor en verkregen op haar werk voor ons, waardoor zij met Zijn hulp steeds „van ons allen" kon zijn P. BOK. den kwam, als gekroond Staats hoofd ons diende, en als Prinses voorgoed uit onze levende ge meenschap heenging. Het was voor het eerst, dat een Neder- De eeuwenoude hechte betrekkingen tussen het Oranjehuis ener zijds en de Sleutelstad en haar roemruchte Universiteit anderzijds, zijn door de veelvuldige bezoeken, welke H.M. Koningin Wilhelmina tijdens haar vijftigjarige regering aan Leiden heeft gebracht, in aanzienlijke mate versterkt en verdiept. Het eerste officiële contact, dat Koningin Wilhelmina met Leiden had. dateert van 21 juni 1905. toen zij, vergezeld van Z.K.H. Prins Hendrik, de maskeradefeesten bijwoonde, welke georganiseerd waren ter gelegenheid van het 66ste lustrum der Leidse Academie. Zaterdag 31 maart 1906 vertoefde het Koninklijke Paar andermaal in Leiden, ditmaal ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Kweekschool voor Zeevaart. Op woensdag 24 januari 1914 ont ving het bestuur van de Leidse IJsclub bericht, dat H.M., vergezeld door H.K.H. de Groothertogin van Luxemburg, voornemens was des middags de wedstrijden in schoonrijden voor paren bij te wonen. Drie dagen later betrad H.M. nabij de Vink wederom Leids grondgebied, doch alleen om zelf de schaatsen onder te bin den en in de richting Valkenburg weg te rijden. Op woensdag 22 december 1915 bracht Koningin Wilhelmina een onofficieel bezoek aan de nieuwbouw van de N V. Textielfabrieken Gebr. Van Wijk Co. Dan duurt het acht jaar voordat de Leidse burgerij de Lands vrouwe weer in haar midden mag begroeten. Op 13 april 1923 brengen de Koningin en de Prins een bezoek aan de Zendingsschool te Oegstgeest in verband met het 125-jarig bestaan van het Ned. Zendingsgenootschap en aan „De Lakenhal". Op 3 oktober 1924 was het Koninklijk Paar wederom in Lelden in verband met het feit, dat de stad voor 350 jaar werd ontzet. Enkele maanden daarna maandag 9 februari 1925 werd aan Koningin Wilhelmina in de Pieterskerk het ere-doctoraat in de rechten aangeboden. Op 31 januari 1930 was het Koninklijk Paar aanwezig in de Senaatskamer der Universiteit, waar de studie van H.K.H. Prinses Juliana haar afsluiting en bekroning vond in de toekenning van het ere-doctoraat in de letteren en wijsbegeerte. Op 6 januari 1933 volgt dan wederom een bezoek aan de Academie, ditmaal ter bijwoning van een plechtigheid, waarin herdacht werd, dat het 400 jaar geleden was, dat de stichter van deze Universiteit, Prins Willem van Oranje, werd geboren. Deze bezoeken ter ge legenheid van academische hoogtijdagen werden afgewisseld door een bezoek op 14 februari 1929 (Stadhuisbrand), op 19 september 1935 (Vebo-tentoonstelling). 9 september 1945 (dahliatentoonstel ling), 17 september 1945 (heropening Leidse Universiteit) en ten slotte op 8 februari 1946 (eerste Diesviering na de bevrijding). Reeds kort na haar troonsafstand zien wy Prinses Wilhelmina weer in de Sleutelstad: 29 oktober 1948 woonde zij een intieme plechtigheid bij in het groot-auditorium der Universiteit, waar een door haar geschonken wandtapijt werd onthuld. Op 27 september 1954 was zij wederom in Leiden, waar zij op de binnenplaats van het Stadhuis een door haar aan Leiden geschonken beeldje ont hulde. Enkele malen heeft zij tenslotte incognito, o.a. op de ver jaardag van haar in Leiden studerende kleindochter, een bezoek aan onze stad gebracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 6