EEN DICTATOR WORDT TEN VAL GEBRACHT ZOEKLICHT WIJ ZIJN IN GODS HAND Mussoliniaan 't eind van zijn krachtenin gevangenschap D OP 24 JULI 1943: OORLOG WAS CATASTROFE (TËÏDSCH WOORD VAN BEZINNING Zaterdag 6 oktober 1962 Pagina 1 (IV) „U hebt Italië een dictatuur opgedrongen, die historisch immoreel is. Gedurende jaren hebt u de drie belangrijkste ministeries in eigen hand gehouden. En wat hebt u gedaan? U hebt het moreel van de strijdkrachten vernietigd. Ge durende jaren hebt u onze persoonlijkheden ver stikt in deze begrafeniskleren. Gedurende jaren hebt u, wanneer tt iemand voor een belangrijke post uit verschilende kandidaten moest kiezen, Italië was onder MussolinEs leiding aan Duitsland» zijde in een oorlog geraakt, die het slechts kon verliezen. De binnenlandse moeilykheden waren steeds groter geworden. Wel was er werk voor iedereen, maar door •en onbedwingbare inflatie waren de reële lonen steeds achteruit gegaan. En deze economische druk werd geenszins vergoed door militaire succes sen. Integendeel. Van het begin af waren de Italiaanse militaire acties op catastrofes uitgelopen. Mussolini wilde aanvallen en gelooide slechts wat hij wilde geloven betreffende Italië's mi litaire -potentieelGunstige rap porten werden door hem met vreugde begroet, ongunstige legde hij met een snauw en een grauw naar de man, die het had uitgebracht, terzijde. Generaal Valle, ondersecretaris van het ministerie van Luchtmacht, had hem in 1940 gezegd, dat hij kon beschikken over 3.000 vliegtui gen, in feite waren er minder dan duizend. Generaal Pariani, ondersecretaris van het minis terie van Landmacht, beloofde dat 8 miljoen soldaten binnen enkele uren gemobiliseerd kon den worden; in werkelijkheid duurde het weken, voordat nog niet eens de helft van dat aan tal op de been kon worden ge bracht en dan nog slechts met rampzalige gevolgen voor de landbouio en de industrie. Maar Mussolini was vastbesloten het strijdperk te betreden, „omdat de fascistische ethiek dat eisten". Bovendien was hij ervan overtuigd, dat de oorlog spoedig voorbij zou zijn. Hij gaf zelfs geen opdracht de bouw van een enorme Italiaanse expositieruimte, die indruk op de wereld moest maken bij 'n tentoon stelling, die in 1942 gehouden zou worden, te staken. Zelfs met het geringe materiaal dat hem ter beschikking stond, was het voor Mussolini vrij eenvoudig geweest Frankrijk, dat reeds door de Duitsers vrijwel onder de voet was gelopen, de doodsteek te geven. Maar Frankrijk vroeg al een week na de oorlogsverklaring om een wapenstilstand. Vervolgens was er de expeditie naar Egypte in 1941, die op een mislukking uitliep. Na een vlotte opmars in vier dagen rukten zes infanteriedivisies 80 kilometer op bleef het Italiaanse leger bij Sidi Barrani gedurende drie maanden staan. Alsof dit niet genoeg was, besloot de Duce bovendien nog Grieken land aan te vallen, als een tegen zet voor Hitiers niet tevoren aan gekondigde bezetting van Roeme nië. De Italiaanse aanval liep uit op een catastrofe, zoals de generale staf trouwens had voorspeld. De Duitsers moesten te hulp snellen en eisten nog een slag voor Musso lini's trots dat de Italiaanse troepen onderworpen zouden zijn aan de strategische bevelen van het Duitse opperbevel. De Duitse aan val op Griekenland was, uiteraard, succesvol. Op 27 april 1941 mar cheerden de Duitsers Athene bin nen. In de pan gehakt Op 10 december ^941 werden maarschalk Graziani's vier divisies bij Sidi Barana door het 10de Brit se leger in de pan gehakt. Ontel bare Italianen geraakten in krijgs gevangenschap. Volgens een rap port van het Britse hoofdkwartier werden „ongeveer 2 hectare officie ren" en >.80 hectare onder-officie ren en soldaten" gevangen geno men. Duitslands oorlogsverklaring zonder uitzondering de slechtste gekozen". De stem van graaf Dino Grandi, lid van Mussolini's Grote Raad, beefde van emotie, van nauwelijks ingehouden verontwaardiging, toen hij op de 24ste juli 1943 op een bijeenkomst van de raad eindelijk onder woorden bracht wat het Italiaan se volk reeds lange tijd slechts had durven den ken of fluisteren. zich met de logheid van een oli fant, elke stap scheen hem inspan ning te kosten. Zijn kortgeknipte haar was sneeuwwit geworden. „Op de een of andere manier", zo zei een vrouw, die hem tegen het ein de van die zomer zag", leek hjj niet echt meer. Het was alsof je naar een karikatuur keek, of zelfs naar een lijk...." En inderdaad twij felde een van Mussolini's lijfartsen eraan of hij nog lang te leven had. Ook in Italië zelf werd de toe stand steeds nijpender. Mussolini's populariteit, die reeds ernstige klappen had ondervonden, maar zich desondanks steeds had ge- De Grote Raad neemt een resolutie aan, die neerkomt op Mussolini's ontslag, maar de dictator meent de beslis sing met een schouderop halen te kunnen afdoen. De volgende dag wordt hg ge arresteerd. Maar Mussolini beseft dat niet eens haar meestal spoedig weer aan de kant. Niet zo echter Clara Petacci. Claretta was een vrouw naar Mussolini's smaak. Zij was een aardig meisje met groene ogen en lange rechte benen. Haar stem was hees. Zij was smakeloos en slordig gekleed. Zij was goedgeefs, hyste risch. ijdel, sentimenteel en onge lofelijk dom. Maar haar devotie voor Mussolini was volledig en op recht. Verschillende keren probeer de de Duce van haar af te komen. Maar steeds weer bezweek hij voor haar smeekbeden. Intussen had Mussolini's verhou ding met Claretta ernstige evolgen. Dat hij een „donnaiulo" was, a la, dat kon men hem vergeven, maar het feit, dat hij zich op een minna res en haar familie concentreerde, was een schandaal, dat de Duce meer kwaad deed dan het verliezen van vijftien veldslagen, zoals een belangrijk politieofficier het uit drukte. De familie Petacci, zo zei Angelo Cerica, een generaal van de cara binieri, bemoeit zich overal mee, geeft politieke protectie, dreigt van boven en intrigeert van beneden af. De meest gehate van de Petacci- aan Rusland in 1942 bezorgde Mus solini grijze haren. Hjj stond erop 200.000 Italiaanse soldaten naar het Oostfront te sturen, ofschoon Ber lijn duidelijk had laten blyken daar niet bijster op gesteld te zjjn. De slechte behandeling, die de Italianen in Rusland onder Duits bevel kregen, zou spoedig de reeds wankelende militaire alliantie tus sen Italië en Duitsland nog meer verzwakken. Intussen miste de wanhopige toe stand zijn uitwerking op Mussolini niet. Na de zomer van 1942 ver scheen hij nog maar weinig in pu bliek en als hij dat al deed, keken de Italianen naar hem met 'n soort van geschokte sympathie. Wel duw de hij nog steeds zijn massieve kaak naar voren, wel sperde hij zijn ogen nog steeds zo ver mogelijk open, teneinde op zijn gelaat, die grimmige uitdrukking te krijgen, waarmee hij graag werd gefoto grafeerd. Maar de mimiek kon niet verhul len, dat Mussolini aan het einde van zijn krachten was. Hij bewoog handhaafd, begon zwaar te lijden onder een buitenechtelijke verhou ding met Clara Petacci. Dat Mussolini buiten het huwelijk om talrijke minnaressen had was in Italië een publiek geheim. Ook waren geruchten hierover in het buitenland doorgedrongen. Maar Mussolini's polygame instelling werd hem in Italië niet bijzonder kwaad genomen. Zelfs zijn vrouw Rachele had er vrede mee. Benito was nu eenmaal een „donnaiulo", een vrouwenjager, maar daarnaast was hij voor haar een goed echt genoot en voor de kinderen een liefderijke vader. Clara Petacci Intussen was Mussolini's houding ten opzichte van vrouwen kenmer kend voor zijn aard. Hij hield er een merkwaardige smaak op na. Als minnaar was hij ruw en egois- tisch. Als hij in een bijzonder goede stemming was, fluisterde hij zijn minnares-van-het-ogenblik een paar lieve woordjes toe. Soms zelfs pakte hij zyn viool om haar een gepassioneerde muzikale hulde te brengen. Maar daarna zette hij Mussolini en Hitier toeren in een open auto tijdens een officieel bezoek van de Duce aan Berlijn. clan was Claretta's broer Marcello, die van zijn positie gebruik maakte om een fortuin te verdienen. En Mussolini was onvoorzichtig genoeg de verdenking dat hij Marcello hierbij hielp niet onmiddellijk de kop in te drukken. Hij ging rustig voort met het benoemen van Pe- tacci-protegés op invloedrijke pos ten. Er was trouwens niemand, die hem op de onheilspellende gevolgen van zijn vriendschap met Claretta durfde te wijzen, zelfs Ciano, Mus solini's schoonzoon niet. Mussolini handelde onder deze omstandigheden als een soort half god, die zich over hetgeen er over hem gezegd werd, niet in het minst bekommerde. Hg bleef vertrouwen op zijn populariteit bij het Ita liaanse volk en was zich er geen ogenblik van bewust, dat hij reeds lang niet meer het idool was dat bij zijn publiek een potje kon bre ken. Het is dan ook niet verwonder lijk, dat hij de geruchten over de vele komplotten die tegen hem wer den gesmeed, met een schouderop halen afdeed. Zelfs deed hij geen moeite om eventuele samenzweer ders op te laten sporen. Het feit, dat er zo ontzettend veel komplot ten waren en de samenzweerders zeer verschillende doeleinden na streefden de ene wilde een te rugkeer naar de monarchie, de an dere hoopte op een republikeins be stuur. terwijl een niet onaanzienlijk aantal samenzweerders zich een communistische dictatuur ten doel hadden gesteld is er waarschijn lijk de oorzaak van geweest, dat het nog tot 24 juli 1943 zou duren, totdat de Duce werd afgezet. Vonnis geveld In 1943 was de militaire toestand voor Italië ernstig verscherpt nadat op de 23ste januari van dat jaar het Britse leger Tripoli had bezet en op de 10de juli de geallieerden op Sicilië waren geland en van daaruit snelle vorderingen in Ita lië zelf begonnen te maken. Velen, onder wie ook koning Victor Em manuel, waren van mening, dat Italië als natie nog slechts kon worden gereed door een spoedige wapenstilstand. Dat dit alleen kon worden bereikt door Mussolini en consorten af te zetten was duide lijk. Toen op 24 juli Mussolini's Grote Raad bijeenkwam, was Mussolini's vonnis dan ook in feite reeds gevel Aan het einde van de langdurige vergadering, waarin Mussolini zich op een ontstellend onbeholpen wij ze en zonder ook nog maar iets van zijn vroegere welsprekendheid ver dedigde, werd een door graaf Dino Grandi opgestelde resolutie aange nomen, die in feite op het ontslag van Mussolini neerkwam. Het merkwaardige is, dat Grandi de dag tevoren de ontwerpresolu tie aan Mussolini had voorgelezen in de gigantische Salo del Mappo- mondo in het Palazzo Venezia. Mussolini had Grandi staande ach ter zijn enorme bureau ontvan gen. Terwijl Grandi de resolutie voorlas en er een korte toelichting aan toevoegde, bekeek Mussolini hem met een hooghartige, verach tende uitdrukking op zijn gelaat. Daarna zei hij slechts: „U kunt gaan. Wij zien elkaar in de Grote Raad". Hij twijfelde er blijkbaar niet aan. dat de resolutie zou wor den verworpen. Meest gelatte man Op 25 juli begaf Mussolini zich, onwetend van het feit, dat reeds alle voorbereidingen voor zijn ar restatie waren getroffen, naar de koning. Daar gaf hij een korte uiteenzetting van de gebeurtenissen in de Grote Raad, maar. zo zei hij, deze waren van geen enkel be lang. Hg zou bewgzen, dat de tegen hem genomen resolutie onwettig was. De koning liet hem echter nauwelijks uitpraten. De stemming in de Grote Raad was, zo zei hij, vernietigend voor Mussolini's be leid. „Op dit ogenblik bent u de meest gehate man in het land.', zo zei hij. „Ik ben nog uw enige vriend. Daarom zeg ik u, dat u niet bevreesd voor uw veiligheid behoeft te zijn". Mussolini sprak geen woord zelfs niet toen Victor Emmanuel zei, dat maarschalk Badoglio naar alle waarschgnigkheid zyn opvolger zou zijn. Plotseling viel hy neer in een stoel. Alle kleur was van zgn ge zicht verdwenen. De koning ver klaarde, dat Badoglio het volle ver trouwen van het leger en ook van de politie had. „Ook van de politie", herhaalde Mussolini, alsof de bete kenis van deze woorden niet tot hem was door gedrongen. Toen fluisterde hg, nauweiyks hoorbaar, drie keer achtereen: „Dan is alles voorby" en zgn stem verheffend: „Als uwe majesteit gelijk heeft, dan moet ik u mijn ontslag aanbieden". „Ja. En ik moet u vertellen, dat ik uw ontslag-aanvrage als hoofd van de regering onvoorwaardeigk aanvaard". Buiten werd Mussolini opgewacht door kapitein Vigneri van de cara binieri. „Duce", zei hy, „wg hebben ge hoord. dat u in gevaar verkeert. Ik heb de opdracht u te bescher men". „Dat is niet nodig", zei Mussolini, „ik heb mijn eigen lijfwacht." „Mijn opdracht is," drong Vigneri aan, „dat ik u moet begeleiden". Mussolini gaf toe. „Als dat uw orders zijn, is het in orde. In dat geval kunt u beter met my in myn auto meegaan". „Nee, Duce", zei de kapitein, „u moet met my meekomen". „Maar dat is belachelijk. Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt". „Het is mijn opdracht, Duce", Vigneri wees naar een gereed staande ambulancewagen. Mussoli ni protesteerde niet meer en stapte in, gevolgd door twee politie-offi- cieren in burger, die met machine pistolen gewapend waren. De deu ren werden met een klap gesloten. Mussolini was gevangen genomen. Maar dat besefte hg pas veel la ter EEN iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii OP DE BOEKENMARKT Steven Membrechl. „Het ein de komt vanzelf". Contact. Amsterdam 1962. Romans van en over jonge men sen dat is een vruchtbaar gewas tegenwoordig. Of de kwaliteit aan de kwantiteit gelyk is, is een twee de. De kwaliteit van het schrijven op zichzelf, als vakwerk, is over het algemeen goed. De jonge en jong ste schryvers van deze tyd kun nen uitstekend met de pen over weg. Zij schrgven met grote vry- moedigheid en zekerheid alles op wat zy menen ervaren, bedacht, gevoeld en ondervonden te hebben. Zij weten met technische vaardig heid te werken met reeds cliché geworden begrippen uit de psychia trie en deinzen geen ogenblik terug voor het blootleggen van de eigen vermeende zwakheden en misdadig heden. Zy kunnen zichzelf niet akelig genoeg presenteren, om zo te zeggen. Zy generen zich voor niets, natuurlijk niet. Zy kunnen er toch immers niets aan doen dat ze zo zyn als ze denken? Zij hebben toch in hun jeugd hun agressie en hun angstcomplexen al meegekregen? En kijk nu ook eens wat misera bele oudertjes ze gehad hebben. In „Het Einde komt vanzelf" is de hoofdfiguur. Walt de Graaf, in een kinderhuis opgevoed. Het staat vast dat kinderhuizen uit den bo ze zijn en dus weet Walt zich als student geen hemelse raad. Hij is van katholieke huize. Zijn vriend José pleegt zelfmoord door uit het raam van Walt's kamer te sprin gen, want hij had een opdringeri ge. bedillerige moeder. De moeder var. zyn vriendin Caro speelt de it hoekje in de krant is er om er even in te wippen. Om een ogenblik elkaar te zeggen: wy zyn in Gods hand. Ik hoop niet dat u reageert als die mevrouw, die een zeereis maakte. Het begon hevig te stormen en het werd bar nood weer. Zy stevende naar de ka pitein: „Wat denkt u, zou er ge vaar zijn?" „Mevrouw", ant woordde de gezagvoerder, „alle voorzorgsmaatregelen hebben wg genomen. Verder moeten wg zelf heen naar het herboren pa- radys. wg behoeven de onder gang niet te vrezen. Die onder gang bigkt schgnbaar te zgn. Het is nameigk een pascha, een pasen, een doorgang. mee geloven, mee bidden en mee loven. Waag de sprong en zwem mee. In al onze strgd en ziekte wil de bgbel troost geven die stand houdt, zelfs in de dood, zodat wy niet vertwgfeld geraken. „Alle maatregelen zgn genomen, wg zgn in Gods hand". Ook wanneer Je in een mui geraakt. Spartel dan niet tegen, integen deel, geef je over. Door het diep tepunt wordt je dan heengezo- •iet overgeven. Wy zyn in Gods hand". „O", riep ze uit, „dan yn we verloren"! Wg zgn in Gods hand.. lat bleek voor deze dame dus 'n verzachtende uitdrukking voor de onafwendbare ondergang te zijn. Waar halen, bgvoorbeeld onze zieke lezers, de kracht van daan om het ziek-zgn te dra gen en de toekomst wat die ook zijn zal met goede moed te gemoet te zien? Wat ons troost is dat God werkeigk als een vader voor ons zorgt. Hg laat ons niet dood lopen. Hg zet ons over het dode punt heen. ja, Hg trekt ons door de dood Menigeen uit onze lezerskring moet een moeiigke weg gaan. Zy willen ook langs dit pad gaan, door leed, dood en oor deel heen, gelyk het volk Israël uit het land van de doodsangst, Egypte, trok naar het beloofde Land. Geloof is niet een goede stem ming, noch een innerigk gevoel; veeleer is het luisteren naar Gods openbaring in Christus, de gekruisigde. Ik kan dit nu wel schrgven, maar het is een zaak als bijv. het zwemmen: Je moet er niet enkel over horen ver tellen, maar de sport zelf beoefe nen. Dat is dan: met de kerk gen en een eind verder op in zee uitgeworpen, en dan hebt je kracht overgehouden om verder te zwemmen. Door tegenslagen worden wg snel gedeprimeerd. Maar God draagt door de züi- ging heen: in de mui de mul uit! Hebt u dat wel eens ervaren? Getuig er dan van jegens an deren. Zwemt u mee? Welke mui ons ook wacht? wg zgn in Gods hand. Dan zgn wg niet verloren, maar dan worden wg juist be houden H. J. A. HAAN. Remonstrants predikant te Leiden. Mussolini en zijn mannen in Libië: de militaire zaken gingen toen nog goed. helt nacht piano, omdat de mof fen haar man meegenomen hebben. De directeur van het studentente huis is een man met „een aange boren gebrek aan zelfvertrouwen". Nee, aan die volwassenen hebben de stakkers totaal niets gehad. De ongelukkige eenzame twintig jarigen moeten nu alles maar zelf opknap pen. Zij hebben neuroses en leven van voor die neuroses. Zg praten over schuldgevoelens en over de derde wereldoorlog die komen zal. Hun vrienden niet zgzelf roken marihuana en worden dan nog meer breedsprakig dan zy van nature al zijn. Allen doen aan kunst, drinken, vermoorden bgna hun genoten, pesten elkaar of er ger uit verveling, want zij zyn voortdurend op de jacht naar „con tact"; „whatever that may be" in hun ogen. Dit alles wordt haar- fyn uit de doeken gedaan, want schrgven kunnen deze jonge schrij vers, zoals ik al zei. De inwendige monologen zijn dan ook heel lang en de zintuigeigke waarnemingen grenzen aan het ongelooflijke: geu ren van haarwater op tientallen meters afstand; boter die in ge roosterd brood dringt „kruipt weg voor de tong" van degene die het opeet, straten aan zee zgn zachter dar. die van de steden landinwaarts, op het strand lopen meisjes bg wie de bloesjes uit de badbroekjes glip pen door de geluiden, die ze ma ken, de zeelucht ze zich onwrik baar op gezichten vast, iemand heeft een gevoel alsof er glazen citroensap in hem worden uit gestort. He»- vreemde is, dat al deze zo subtiel opgetekende aandoeningen de lezer geen enkele emotie geven. Inderdaad krggt men de indruk, die op blz. 22 beschreven staat: „Hg praatte zoveel en toch waren het geen echte woorden De auteur praat maar en praat maar over zgn Walt en zyn Caro en vraagt zich niet af of deze individuen eigen- hjk wel de moeite waard zgn om er zoveel werk aan te verspillen. Want volgens mg is het zO, dat de ellende allemaal voortkomt uit het feit, dat deze jonge mensen een leven willen leiden, waar zg dankzy hun middelmatige aanleg niet toe in staat zijn. Zy zien zichzelf te groot en te ultzonderigk ten opzichte van hun gehate en verachte medemensen of zoals de psychiatrie het uitdrukt: zy hebben een te groot ego. Zo doende zijn de mensen in de ver drukking gekomen. Mini ter Kuile-Scholten. „Eliza danst". Leopolds Uit geversmij. Den Haag, 1962. Schuldgevoelens, onaangepast heid alweer. Doch hier op een heel wat lager plan behandeld dan in het hierboven besproken boek. Eigenigk worden deze begrippen er met de haren bggesleept. Auge „Die jongen is een en al oog en hg kgkt in een andere wereld, had zgn moeder altgd ge zegd en daarom had ze hem Auge gedoopt". Nu, die moeder had wel geigk, want als vgfenveertigja- rige leraar in de kunstgeschiedenis, staat deze Auge op een avond in een tuin waar hg niet hoort en gluurt door een raam waarachter een buurdame haar ziel uitstort in een dans der eenzaamheid. „Als in trance begon hg zelf acht.r het venster mee te wiegen". Wat er van dat meewiegen komt, begrg- pen wy. Auge en de dansende Eli za vinden in elkaar de liefde met oen hoofdletter. Helaas, by Auge's wettige vrouw Bertha, „die nooit iets zou begrypen van zijn ruste loos zoekende geest", blijkt de ver houding tussen de witte en de rode bloedlichaampjes ernstig in de war en dus moet de liefde maar weer in de doofpot. Nog een laatste keer gluurt Auge terluiks door het zij raam en ziet hoe er by Eliza „een rgpheid een bezonnenheid in haar manier van dansen kwam. die er vroeger aan ontbroken had" Maar gauw naast Courths-Mahler en consorten zetten. CLARA EGGINK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 15