TJONGE, WAT ZIJN WIJ GEEMANCIPEERD Nieuwe mode staat nauwelijks rondingen toe I UIT en I THUIS Met melk meer mans I* MENU VAN DE WEEK beauty products Parfumerie Suringar Veel lopen is gezond voor kinderen ELEKTRONISCH KINDERMEISJE <:Tkloederlyk& overpeinzing Edet- toppunt van zachtheid Moderne mensen kiezen Edet laterdag 15 september 1962 Pagina 3 „Llgne gamin" doopte de jonge, Nederlandse couturier Frank Govers een heel jeug dig, opgewekte en een beetje uitdagende modestijl voor de komende herfst en winter. Dit jongensachtige hoedje van geranium-rood velours- vilt kan zowel op loshangend als op opgestoken haar wor den gedragen. Heel belang rijk in ons land met regen en wind: het hoedje zit stevig op het hoofd en is dus ook bijzonder geschikt voor de sportieve jonge vrouw. Soms, als ik mün dochter bezig zie met haar poppen, dekentjes en serviesjes, bekruipt mij een vreemd gevoel van onbehagen. Want wat voor toekomst heeft zo'n kind? Nu is het nog spel zij kan er mee ophouden, wanneer het haar ver veelt. Zij kan de kopjes, jurkjes en dekens in een hoek smijten en er weken lang niet naar omkijken, wanneer de scheppingsdrang vaar dig over haar wordt en zij plotse ling nog slechts belangstelling heeft voor boetseerklei, verfdoos of de timmerkist. Maar de tijd, dat het allemaal „moeten" wordt is niet zo ver meer over twaalf, vijftien jaar vraagt niemand meer: Wat wil je nu eens gaan doen? Dan staat zij, blozend en gelukkig, voor de amb tenaar van de burgelijke stand, dan zegt zij„Ja" en met dat simpele woordje wordt zij voor de rest van haar leven aan een be paald beroep geketend. Dan is zij, eens en voorgoed/ huisvrouw. Dat is geen beroep, zegt de mi nister fronsend. En het probleem dat u gaat aansnijden, bestaat he lemaal niet. Officieel althans niet. Niettemin worstelen duizenden vrouwen in Nederland ermee. Want is het eigenlijk niet won derlijk en ongerijmd? Door „ja" te zeggen, word je huisvrouw, onge acht je talenten, opleiding, per soonlijke voorkeur. De lagere scholen zijn weer begonnen en voor veel kleintjes zijn voor het eerst de schooldeu ren opengegaan. Voor hen, maar ook voor de ouderen is een goede voeding van het grootste belang en melk speelt daarbij een grote rol. Per dag hebben ze zeker ^ter nodig. We kunnen op allerlei manieren zorgen, dat ze dit binnen krijgen: een glas melk. een bord pap, smake lijke toetjes, vruchtenmelk of yoghurt in vele variaties. Londen, september 1962 Wie dit najaar wil mee doen met de mode, zal haar best moeten doen langer en dunner te lijken, want zo wil Parijs het. Langer ondanks laaggehakte pumps en dun ner zonder vermagerings kuur. Want het ideale sil- houett van de nieuwe mode wordt in de eerste plaats bepaald door de modelijn, de coupe, de details. En het nadeel is, dat deze lijn eigenlijk alleen goed tot zijn recht komt op een fi guur, dat noch mager, noch mollig is. De mageren onder ons zullen nog magerder lijken in een kledingstuk naar de nieuwe coupe en de dik kerdjes zullen haar rondingen niet kunnen verbergen. Bovendien staat de mode amper rondingen toe: ze vervaagt de buste en de heupen, ze vraagt een holle maag, slanke schouders en hals, smalle polsen, mooie lange benen en rimpelloze voeten, die er (zelfs aan het eind van een drukke dag) uitzien of ze juist een rustkuur van een week hebben ondergaan. Lang niet iedereen kan bogen op dergelijke schoonheden en ze zijn noch met een dieet, nog met pap te verkrijgen. Want van het groot ste belang zijn in de mode 1962-'63 niet zozeer het lichaamsgewicht en de omvang, dan wel de proporties van het geheel, in drie dimensies. Misschien zult u merken, dat u voor dit of dat karakteristieke mo del te veel van het goede bezit of dat u voor de typisch langgerekte lijn te mager bent. Maar dat is nog geen reden om niet aan de nieuwe mode mee te doen. zondag: eierkaassneetje, fricadellen, gemengde sla van tomaten, komkommer, paprika, aardappelen. vanille-ijs met peren en warme chocoladesaus.» MAANDAG: eieren met kerryragoüt, postelein, aardappelen, karnemelkvla met ro- kaas, Dinsdag stamppot rauwe andijvie met kaas, n gevulde beschuitbollen, woensdag: tomatensoep met kaas, bloemkool, saucijsjes, aardappelen donderdag: aardappelkoekjes mot kaas. gesmoorde kussa, blinde vink, Perzikfantasie. gebakken cantarellen, tomatensla rijs of kaasommelet, sla, rijst, pruimenyoghurt. zaterdag: tomaten, kaasragoüt met maca roni. koffievla. Eierkaassneetje Maak van 4 eieren roerei op de gewone manier. Roer 50 gram ge raspte kaas erdoor en wat fijnge hakte bieslook en peterselie. Op smaak afmaken en geroosterde snee tjes brood ermee bedekken. Perzikfantasie Reken per persoon een halve per zik. Het velletje eraf halen en de vrucht van de pit ontdoen. Leg de perzik met de bolle kant naar bo ven op een schaaltje en giet er cho coladevla uit een flesje overheen. Schenk om de perzik een rand van gezoete yoghurt. Aardappelkoekjes aardappelen, overgebleven >ed fijn. Mer Maak de aardappelen, die van de vorige dag overgebleven zijn met een vork goed fijn. Meng er 1 ei, fijngehakte peterselie, gerapte oude kaas en kruiden door. Maak er met melk 'n stevige goed samenhangen de massa van. Hiervan balletjes vor men, deze platdrukken en in de koe- kepan in hete boter aan weerszij den bruin en knappend bakken, bee Dit lieve kapseltje is voor deze herfst ontworpen door de Pa- rijse coiffeur Jacques Dessange. Hij vindt het draagbaar, prak tisch en jeugdig. Het haar hoeft niet langer te zijn dan 15 cm bovenop het hoofd. Advertentie Verkrijgbaar bij: BREESÏRAAT 108 - LEIDEN TELEFOON 23401 Wanneer uw zelfkennis u zegt, dat u er deze winter niet lang en rank zult kunnen uitzien, dan zal uw goede smaak een keus kunnen doen uit talloze aantrekkelijke details, die ook een kenmerk van de hui dige mode zijn. Daar is ijvoorbeeld de lange, niet tè brede halssjaal: Pierre Cardin voegt er een bij een slankmakend pakje met lang jasje en werkt hem af met een brede rand vos (1). De lange, slanke mouw is een ander modedetail en de hoed met grote struisveerpompon past in de pomponrage van deze winter. De bontsjaal in cie halsopening is niet nieuw, maar blijft heel aan trekkelijk. Saint Laurent legt een beversjaal in de kraagloze halsope ning van een boerenjaktuniek (2) van beige stof, gedragen bij een beverbruine rok. De hoog opgewerkte mantelkraag is heel flatteus en behaaglijk en doet de figuur wat langer schijnen (3, een Heim-model). De grote bontpompon boven op een hoofddeksel heeft hetzelfde ef fect (4. Dior). De capuchon is deze winter wel heel erg in trek. Een heel geslaagde variatie op dit thema is een model van Nina Ricci (5) met aangebouw de schouderkraag en een bontrand, die het gezicht omlijst. Een derge lijke capuchon schijnt eveneens het figuur te rekken, maar het is geen model voor iemand met te mollige schouders of te zware buste. Ricci's capuchon hoort bij een tailleurtje van grijze tweed en het bont is Australisch opossum. Kinderen moeten zoveel mogelijk lopen om te voorkomen dat zy op jeugdige leeftijd trombose van de kransslagader krygen. Deze waarschuwing heeft de arts van de GG en GD van Eastbourne, Kenneth Vickery, in het blad „Huisarts" tot de ouders gericht. Volgens hem krijgen de kinderen te weinig lichamelijk beweging. Hij kantte zich met kracht tegen de wijdverbreide gewoonte om de kin deren maar overal met de auto naar toe te brengen. Kinderen moeten niet gereden wor den maar zelf lopen naar school, bioscoop, tandarts en partijtjes, al dus Kenneth Vickery. „Niet onder voeding, maar zwaarlijvigheid is het gevaar, dat de huidige mens bedreigt. Onvoldoende lichamelijke oefening is „een van de belangrijke oorzaken voor het ontstaan van trombose van de kransslagader en daarom", aldus Vickery, „ga niet in op het gezeur van uw kinderen om ergens naar toe gebracht te wor den en jaag ze weg van het televi sietoestel". De Westduitse radio-industrie maakt reclame voor het „elektro nische kindermeisje". Inderdaad brengt een kortgeleden op de markt gebrachte „babysittermicrofoon" ieder geluid uit de kinderkamer over en bespaart de huisvrouw vele onnodige „controletochtjes". Het ap apparaat kan op elke radiotoestel met pick-up-aansluiting worden aangesloten en bestaat behalve uit de microfoon uit een regelbare transistorvoorversterker, die door een drie-volts staaf batterijtje wordt gevoed. Op deze manier wordt moe der of zij nu aan het koken of stof zuigen is of misschien naar de te levisie kijkt op de hoogte gehouden van de grote en kleine noden van haar kinderen. Zonder moeite kan zy toezicht houden op de kleintjes en in dringende gevallen ingrijpen tenminste, als zij in verband met klachten van de medebewoners aan het begin van de avond de radio niet heeft afgezet. De ambtenaar van de burge lijke stand vraagt niet naar een diploma huishoudschool voordat hij je ln de echt verbindt. Hij informeert niet naar je be kwaamheden inzake sokken stop pen, ramen zemen, koken en op voeden. Hij schrijft onaandoen lijk je naam in een register en van dat moment af sta je te boek als „huisvrouw". En heel de wereld verwacht dat je dat niet-bestaande beroep waardig zult vervullen. Terwijl je zonder vakdiploma geen washandje mag verkopen, geen boek mag uitlenen, geen za kenbrief mag schrijven, geen bosje bloemen bijeen mag binden, geen zoompje mag stikken, „moet" je als huisvrouw alles kunnen, alles weten, alles doen en je omgeving neemt priori aan, dat het je zal lukken. Al heb je je jeugd doorgebracht tussen wetboeken en mag je je meester-in-ae-rechten noemen, al heb je met eindeloos geduld vloei stoffen van het ene reageerbuisje in het andere gegoten, al heb je je jaren lang beziggehouden met het verschil tussen debet en cre dit: dat alles is plotseling niet be langrijk meer. Je hebt „ja" gezegd en nu mag je je vakkennis van voor het hu welijk vergeten. Want wat heb je aan wetboeken, wanneer te zijner tijd zoonlief met mazelen thuis komt, wat begin je met scheikun dige formules, wanneer dochtertje om een nieuwe jurk zanikt? Met een grootboek kun je geen schoonmaak houden, met een rijbe wijs kun je geen cake bakken, met een diploma handelscorresponden tie schil je geen aardappelen. Weg met de kostbare opleiding; de toenmalige examenkoorts heb je vergeefs gezweten, je bent nu huis vrouw, je wordt nu moeder en al kun je nog zo goed pottenbakken, de koekepan gaat voor. Als ik naar myn dochter kyk, wie hetzelfde lot boven het intel ligente hoofdje hangt, vraag ik my af, wat er zou gebeuren wanneer wij de mannen nu eens in een der gelijke zotte situatie zouden bren gen. Wanneer er plotseling een onge schreven wet van kracht werd, die van elke huwende man onverbid delijk eiste: „Van dit moment af ben je timmerman. Wat, heb je economie gestudeerd, ben je eigenlijk correspondent of kruidenier of geoloog? Niets mee te maken. Je hebt „Ja" gezegd, dus ben je timmerman. Géén aanleg voor timmeren? Wat een onzin, dat doet er immers niets toe. De vrouw, die je zoéven een ring aan de vinger schoof, heeft ook geen talent voor het beroep van huisvrouw, maar daar liggen hamers, beitels, spijkers en schroevedraaiers, ga nu je gang maar. Je ként het niet? Koop dan maar een paar vakboeken of ga advies vragen aan de schoonvader. Je vrouw, die gisteren nog teletypiste was, moet vandaag ook achter het fornuis cn de stofzuiger; wil hij het dan beter hebben? Geen sprake van. Je wist het van tevoren: wie trouwt wordt automatisch timmer man. En als je een hekel hebt aan timmeren, had je maar niet moe ten trouwen, o zo! Daar staat hij dan, de prille bruidegom. Hy moet vergeten wat lisconto betekent, hoe je „hoog achtend" in het Zweeds vertaalt, hoe diep je moet boren eer je op een zoutlaag stuit, wat de trek kracht van gelegeerd koper is, wel ke temperatuur de droogoven moet bereiken, of in welke tijd van het jaar de appelbomen gesnoeid mogen worden. Tot zijn dood toe „moet" hij planken schaven, gaten boren, spij kers slaan. De maatschappij, met begerenswaardige carrières, met al le interessante nieuwigheden, smijt de deur voor zijn neus dicht. Zou hij het nemen, denkt u? Natuurlijk niet. Hij zou de hem toegewezen hamer opnemen en de onrechtvaardige maatschappij aan diggels slaan. Hij zou beitel en boor wegsmijten, uit het raam van de verplichte werkplaats klimmen en brullend vcan ongetemde werk kracht terugkeren naar zijn eigen lijke beroep. Hij zou ja, hij zou zonder meer een revolutie ontketenen. Maar wij vrouwen moeten wél. Wij vinden het heel gewoon dat ons beroep, waarvoor wij lang niet allen in de wieg zijn gelegd, wordt aangeboden. Wij grijpen lachend naar de stofzuiger, de koffiemolen en de spons; wij vermelden trots op elk formulier dat ons wordt toege zonden ons beroep: huisvrouw. Zonder met bezems te gaan slaan, zonder de aanvechting te kragen uit het keukenraam te klimmen, zonder brullen en revolutie. Tjonge, tjonge, wat ztfn wU ge ëmancipeerd! THEA BECKMAN Edet toiletpapier, het zachtste dat er is! Het beste ook. Gemaakt voor moderne mensen, die gesteld zijn op goede persoonlijke verzorging. Men sen die hygiëne belangrijk vinden. Zo kiezen zij hun toiletartikelen, zo wensen zij ook Edet toiletpapier. Edet uit Zweden, voor moderne Nederlanders die weten hoe het hoort Edet, m wit, rose, geel of groen, bevat ca. 350 vel per rot - bijna 3 x zoveel als een rol gewoon toiletpapier. Edet King Size (alleen in wit) bevat ca. 500 vel per rol - bijna 4 x zoveel als een rol gewoon toiletpapier. Ik heb er van de week een soort verre verwant bij gekregen. Toch is er niemand in onze fa miliekring getrouwd, er is ook geen baby geboren, er is zelfs niemand verloofd. Nee, het is alleen maar, dat mijn dochter er sinds enkele dagen een hospita op no houdt. Dat is dus een wildvreemde mevrouw, woonachtig in een wildvreemde stad. (Nee, nee, niet in Leiden! Want als je zowat op de stoep van de Leidse Univer siteit woont, ga je uiteraard el ders studeren!). Die wildvreemde mevrouw, daar ginds in een buitenwijk, bereik je door een nogal haveloze, don kere trap op te klimmen, waar op diverse huisdeuren uitkomen en waar de etensgeurtjes han gen van een stuk of acht gezin nen, een trap zonder kraak, smaak of heerlijkheid; alleen maar een apparaat om boven te komen. Die mevrouw biedt huisvesting aan enkele studenten en op dat ene vrijgekomen kamertje staan nu enkele mij vertrouwde meu belen: een bureautje, een stoel tje, een paar platen aan de wand. Dat hebben we er alle maal op een avond heen ge bracht, toen de dochter die op kamers zou gaan wonen, nog met vakantie was. Het moest in ijltempo de trap worden opge dragen, want we hadden weinig tijd en we hebben het zomaar lukraak in de kamer gezet, de koffers leeggemaakt en de pot jes en pannetjes in een hoekje geschoven. Ja dat was een onthullende bezigheid: te be denken wat het strikte mini mum aan gerief is, dat een mens alleen nodig heeft. Het is echt niet zoveel meer dan een ketel tje, een steelpannetje (zonder deksel) een pannetje mét deksel en een koekepannetje. Verder thee- en koffiegerei. En natuur lijk: een blikopener! Goed - daar stond 't dan alle maal en het leek net een pak huis. Bah wat zou het onge zellig zijn om daar zo in te komen! Maar nu weet U nog niet hoe die vreemde mevrouw ineens een een stukje familie is geworden in mijn gevoel. Dat zit zo: in die rommelige toestand ging ik hardop denken: „Nou ja 't moet maar zo! ze vindt het dan wel. Maar dat kastje daar zal ze wel aan die andere murr willen zetten; dan komt er ineens orde en ruimte in de chaos". En toen van de week de toe komstige bewoonster in hoogst eigen persoon op de kamer aan kwam, toen bleek het helemaal geen rommel meer te zijn. 't Kastje stond al op de goede plaats en de kamer bood zowaar al een enigszins gezellige en ver trouwde aanblik. „Hee", zei mijn dochter, „kijk nou eens! Ik voel me geloof ik al een beetje thuis!". En de wildvreemde mevrouw verklaarde: Och ja ik hoorde U zeggen, dat kastjeen toen dacht ik, laat ik maar vast Dat ivas nu een kleine atten tie, een door een enkel opgevan gen woord net aanvoelen, wat zo'n kind op dat geioichtige en trotse, maar toch wel een béétje griezelige moment nodig heeft, wanneer ze voor 't eerst haar studentenkamer betreedt. En door die vriendelijke geste was die mevrduw ineens niet meer wildvreemd, maar ergens héél in de verte een klein stukje fa milie: de hospita van mijn dochter. Laat dit verhaaltje een be scheiden hulde mogen zijn aan alle Leidse hospita's, die deze weken ook weer hun vleugelen zullen uitspreiden over de pas aangekomen èn de ouderejaars studenten, die o natuurlijk!, volstrekt zelfstandig zijn en he lemaal op eigen benen kunnen staan (en dat moet ook daar niet van!), maar aan wie zo'n klein vleugje vriendelijke zorg toch stellig welbesteed is. Nu we zelf een hospita Jn de familie" hebben, kunnen we er over mee praten. Hermine G.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 15