„Bij loonvorming meer vrijheid aan georganiseerd bedrijfsleven" Surinames associatie met E.E.G. aanvaard Niet-confessioiiele werkgevers, „TEGEN" ill CAO's voor goedkeuring naar de Stichting van de Arbeid Ben Bella wint met de dag meer terrein Senaat stemt nu wel in met archiefwet S.E.R. ADVISEERT DE REGERING Regering kan pauze afkondigen Doorberekenen moet kunnen Surinamers in Senaat Congresgebouw in Den Haag NOTA VAN INDIA AAN CHINA Ben Khedda wordt vermoedelijk het kind van de rekening Russische jood vice-premier Opgericht 1 maart 1860 Woensdag 18 juli 1962 Derde blad no. 30706 De Sociaal Economische Raad spreekt in het thans vrijgegeven advies aan de regering als zijn oordeel uit, dat de loonontwikkeling afhankelijk is van een groot aantal factoren, die zo verschillend zijn, dat zij niet in één for- nule te vangen zijn. Derhalve meent de Raad, dat de gedetail- De verantwoordelijkheid voor de loonvorming moet volgens de S.E.R. die overigens een eigen verantwoordelijkheid van de overheid erkent zoveel mogelijk door het georganiseerde bedrijfsleven worden gedra gen. In het huidige systeem is dat niet voldoende tot zijn recht gekomen Wanneer echter de primaire verantwoordelijkheid voor de loonvor ming van de centrale overheid verschoven wordt naar het georganiseerd bedrijfsleven zal bewust rekening gehouden moeten worden met de mogelijkheden en de beperkingendie de economische ontwikkeling aan de concrete loonontwikkeling stélt, met inachtneming van algemeen aanvaarde doeleinden, zoals volledige werkgelegenheid, een stabiel prijs niveau en een evenwichtige betalingsbalans. gewijzigd. De Stichting zal in deze gedachtengang als toetsend orgaan de plaats innemen, die thans wordt ver vuld door het College van Ryksbe- middelaars. De Stichting zal, los van aanwijzin gen van de zijde van de overheid in haar beschouwingen moeten betrek ken de werkgelegenheid, de produk- tivitelt, c.q. de rentabiliteit, alsook .de eisen, die de coördinatie o.m. regionaal stelt. Alle C.A.O.'s die op bedrijfstaks- of ondernemingsniveau door partijen worden overeengekomen, dienen aan de Stichting te worden voorgelegd. De voorgelegde collectieve arbeids overeenkomsten zullen na een korte termijn te denken ware aan twee of drie weken rechtsgeldigheid die nen te verkrijgen, tenzij deze ter mijn een verlenging ondergaat, om dat of de Stichting van de Arbeid of het College van Rijksbemiddelaars het initiatief nemen voor het aan hangig maken van een toetsingspro cedure. Indien voor goedkeuring noch voor afkeuring van een voorgelegde C.A.O. een gekwalificeerde meerder heid bij de stichting van de arbeid blijkt te bestaan, beslist het College van Rijksbemiddelaars of een voor stel al dan niet kan worden aan vaard. Wijst het College het voorstel af, dan zal de Stichting van de Ar beid zulks aan partijen doorgeven, die opnieuw de onderhandelingen kunnen openen. Blijken partijen niet bereid te zijn zodanige wijzigingen in hun voorstel aan te brengen dat alsnog de goedkeuring van de Stich ting van de Arbeid kan worden ver kregen, dan kan de Stichting zich tot het College van Rijksbemiddelaars wenden met het verzoek een binden de loonregeling op te leggen. Dit zal eveneens worden gevraagd, indien partijen na afwijzing van een loon- voorstel door de stichting niet bereid blijken te zijn een herzien voorstel in te dienen. SER-rapporten De loonvorming door het georga niseerde bedrijfsleven zal volgens de mening van de Raad afgestemd moe ten worden op halfjaarlijkse econo mische rapporten van de Sociaal Economische Raad. Deze rapporten lullen zich niet beperken tot het loonaspect, maar ook beschouwingen over andere aspecten van de sociaal- economische ontwikkeling kunnen be vatten. waarbü vooral ook gebruik zal worden gemaakt van de ervaringen, die in de achterliggende perioden lijn opgedaan. De mogelijk© geachte totale loon kostenstijging zal moeten worden aangegeven, zo mogelijk voor een lan gere termijn, met het oog op meer- 1 jarige contracten. Deze aanduidin- Oi gen kunnen uitmonden in concrete stijginspercentages, in meer globale aanduidingen of in minimum en '•5 maximum cijfers. Aandacht zal vooral worden be steed aan het verloop van de natio- :4: nale produktiviteit, de prijsontwikke- irjling van uitvoer en invoer, alsmede beleventuele verschuivingen in de pro- m duktiefactoren. Ook algemene kosten- verhogingen, zoals huurcompensaties en hogere sociale verzekeringspremies rouden in het rapport van de S.E.R. moeten worden aangegeven. Over het rapport zou de regering haar oordeel kenbaar kunnen maken of het zou aanleiding kunnen geven tot overleg van de regering met de centrale werkgevers- en werknemers organisaties. Interne coördinatie Als het halfjaarlijkse S.E.R.-rap- port als algemeen uitgangspunt is aanvaard zal een zekere organisato rische binding tot stand moeten wor- den gebracht tussen dit uitgangspunt en de door partijen bij de concrete onderhandelingen in te nemen posi ties. De centrale organisaties aan werknemers- en werkgeverszijde zul len in dit opzicht een zeer wezenlij ke verantwoordelijkheid moeten aan vaarden. Zij zullen de taak op zich moeten nemen de bij hen aangeslo ten verenigingen door overleg er toe te brengen bij de loononderhande lingen rekening te houden met de algemene economische mogelijkhe den. Dit overleg, aangeduid als „inter ne coördinatie", dient plaats te vin den voordat met de onderhandelin gen over de verlenging van de C.A.O.'s of loonregelingen wordt begonnen. Hierdoor kan doeltref fender dan tot dusver het geval was een evenwicht tot stand wor den gebracht tussen de bijzondere aspecten, welke voor de afzonder lijke bedrijfstakken gelden, en de nationaal-economische moeilijkhe den. Bij het coördinerende overleg die nen de centrale organisaties duide lijk in het licht te stellen, welke consequenties bepaalde voorstellen zullen hebben voor de nationale economie, terwyl anderzijds de or ganisaties in de bedrijfstakken aannemelijk dienen te maken, dat hun voorstellen in de nationale ontwikkeling passen. De desbetreffende organisaties zul len zelf de wijze waarop de interne coördinatie tot stand zal worden ge bracht moeten regelen. Van de zijde van de drie werknemersvakcentralen is inmiddels een systeem van geza menlijke interne coördinatie uitge- Óm te voorkomen, dat een voor de komende periode aanvaardbaar ge achte stijging van het totale loonni veau, waarover wel eensgezindheid bestaat, zal worden overtroffen, acht de raad het noodzakelijk, dat over de mate van spreiding een zekere eenheid van opvattingen bestaat. In verband hiermede zou de toe te pas- Ben mate van loondifferentiatie tus sen de centrale organisaties van werk nemers en werkgevers moeten wor den besproken, voordat met de pro cedure van de interne coördinatie wordt begonnen. Naar Stichting D»1 Raad is van oordeel, dat aan de Stichting van de Arbeid de taak ral moeten worden opgedragen te be oordelen of een afgesloten C.A.O. al dan niet aan een onderzoek moet worden ontworpen en of deze al of niet dient te worden goedgekeurd of leerde loonvorming niet gebonden moet wor den aan algemeen geldende regels. De beoor deling en de waardering van die verschillende Eactoren kunnen in eerste aanleg het beste door de bedrijfsgenoten zelf geschieden, die daartoe een voldoende mate van bewegingsvrijheid moeten krijgen. stop" kunnen afkondigen, waarbij de looptijd van alle C.A.O.'s van rechts wege met een zekere periode kan wor den verlengd. Ook is het mogelijk, dat van overheidswege globale aan wijzingen worden gegeven omtrent de toelaatbare omvang van loonsverho gingen, met controle van het Colle ge van Rijksbemiddelaars, dat daar toe een algemene aanwijzing van de kant van de overheid ontvangt. Een dergelijk rechtstreeks ingrij pen van de overheid moet in het ka der van het nieuwe systeem van loon vorming als een uitzonderingssituatie worden beschouwd, aldus verklaarde de Raad met nadruk. Omtrent het tijdstip van beëindiging van de uit zonderingssituatie dient overleg tus sen de overheid en de S.E.R. plaats te vinden, waartoe beide het initiatief kunnen nemen. Daarnaast dient de overheid overleg met de S.E.R. maatrege len te kunnen nemen tegen bepaalde vormen van loonsafspraken, (bijv. re gelingen met een automatische aan passing van de lonen), die strijdig met het algemeen belang moeten worden geacht. Loonpauze 99 De overheid dient wanneer zy, on danks tot het bedrijfsleven gerichte waarschuwingen, een loonontwikke ling waarneemt, die naar haar me ning een gevaar vormt voor de ver wezenlijking van de fundamentele doelstellingen van het algemene eco nomische beleid, bevoegd te zijn een „loonpauze" af te kondigen, waarin bijvoorbeeld gedurende een maand de goedkeuring van C.A.O.'s wordt op geschort. Is het bedrijfsleven, na door de loonpauze en nader overleg met de overheid op basis van het S.E.R.-advies geconfronteerd te zijn met de ernst van de situatie, bereid zich daarby aan te passen, dan kan de loonpauze worden beëindigd en be hoeft niet verder dwingend te wor den opgetreden. Wil het bedrijfsleven zich, ondanks loonpauze en nader overleg, niet aan passen aan de opvatting van de over heid, dan zal de overheid een „loon- Beleid De Raad is van mening, dat het uitgangspunt van de in dit advies voorgestelde systemen van loonvor ming een wezenlijke verandering brengt in de relatie, die in het tot nu toe geldende stelsel van gediffe rentieerde loonvorming tussen loon- beleid en prijsbeleid werd gelegd. Waar de feitelijke loonvorming wordt bepaald door een veelheid van facto ren zal de produktiviteitsontwikkeling per bedrijfstak niet meer het voor naamste element van loonbepaling zijn. Alleen wanneer dit laatste wel het geval is, kan een stabiel blijven van de prijzen worden verlangd. De situatie kan zich evenwel voor doen, dat bepaalde bedrijfstakken tengevolge van een relatief grote af zetmogelijkheid en een relatief gerin ge produktiviteitsstijging een meer dan normale vraag naar arbeids krachten zullen uitoefenen. Om deze arbeid te kunnen aantrekken zullen relatief hoge Ionen moeten worden betaald. Deze lonen zullen in de prijs moeten kunnen worden doorberekend. Erkennende, dat relatieve prijsstij gingen en prijsdalingen onlosmakelijk zijn verbonden met de werking van het economische mechanisme, terwijl voorts de relatie met de prijs- en kos tenyerhouding met het buitenland niet uit het oog mag worden verlo ren, is de raad van mening, dat door de overheid een beleid moet worden gevoerd, dat een onverantwoorde op waartse ontwikkeling van het alge mene prijspeil voorkomt. Met het oog hierop dient de overheid primair de instrumenten van de monetaire en budgettaire politiek te hanteren. Ook dient op effectieve wijze gebruik te worden gemaakt van het mede dingingsbeleid. Voor het geval de prijsontwikkeling uit de hand dreigt te lopen heeft de overheid tenslotte de bevoegdheid tot ingrijpen op gond van de prijzenwet. In het kader van het door hem gevoerde prijsbeleid moet de minister van economische zaken zich tijdig een oordeel kunnen vormen over de mate, waarin de prijsontwikkeling wordt beinvloed door loonvoorstellen, die mede hun grond vinden in de om standigheid, dat de betrokken be drijfstak een zodanige marktpositie inneemt, dat hij op grond daarvan in staat is om overeengekomen loons verhogingen in de prijzen door te be rekenen. Om hieraan tegemoet te ko men dienen de betrokken werkgevers, Hoewel het advies van de Sociaal Economische Raad niet uit een meer derheids- en een minderheids-advies bestaat, blykt toch als een rode draad door het gehele advies een afwij kende en soms zelfs een afwijzende mening te lopen. Het is vrijwel uit sluitend de mening van „enige leden", onder welke omschrijving wel heel duidelijk blijkt te moeten worden ver staan de mening van het Centraal Sociaal Werkgeversverbond. Van die afwijkende mening heeft het C.S.W.V. op een persconferentie reeds kennis gegeven. De voorzitter van het C.S.W.V., ir. W. H. Kruijff, wees erop, dat het stemmental van hen, die niet met de meerderheid wensten mee te gaan, niet groot is. „Maar toch is het goed te weten, dat achter die „enige leden" alle niet- confessionele werkgevers staan", zo zei hy. Over de maatstaven en de coördi natie achtte de voorzitter van het C.S.W.V. de moeilijkheden niet on- overkomenlijk. De toetsing van de C.A.O.'s is echter een principieel punt voor het verbond. „Men kan nu wel de autonome Rijksbemiddelaars uit schakelen, maar als de zaken mis gaan, moeten ze toch weer van stal gehaald worden". Het C.S.W.V. voelt niet veel voor een loonbeleid, waarvan het hoege naamd nog niets weet. Als de ver antwoordelijkheid voor het loonbeleid bij de regering ligt, moet men de re gering het apparaat daartoe niet ont houden. Het C.S.W.V. wil de verhou ding tussen Stichting van de Arbeid en College van Rijksbemiddelaars la ten zoals die sinds 1945 was. Het College zal echter niet meer be schouwd kunnen worden als 'n .orgaan dat steeds een zeker overheidsbeleid ten aanzien van de loonvorming heeft uit te voeren. Het College volgt dezelf de uitgangspunten als het georgani seerde bedrijfsleven en het zal de op dracht daartoe eenmalig bij een al gemene aanwijzing van de minister dienen te ontvangen. Naarmate de coördinatie in eigen kring slaagt zul len de adviezen van de Stichting van de Arbeid in groter aantal unaniem en gunstig kunnen zijn, zodat het College deze zonder meer kan volgen. Zijn de ervaringen bevredigend dan kan na verloop van tijd worden over wogen de finale-beoordeling van alle CA.O.'s als regel aan de Stichting van de Arbeid toe te vertrouwen. Het is volgens het C.S.W.V. van het bedrijfsleven te veel gevergd om. met voorbijzien van eigen specifieke belangen geheel zelfstandig te bepa len, welke matiging in het proces van loonsverhogingen noodzakelijk is, in dien de omstandigheden van een ge spannen arbeidsmarkt b.v., moeilijk liggen. indien zy menen dat de voorgeno men loonsverhoging tot een prijsstij ging aanleiding moet geven, de mi nister en de stichting van de arbeid daarvan vóór of bij indiening van de loonvoorstellen in kennis te stellen. De minister kan hierin aanleiding vinden met de betrokken werkgevers overleg te plegen. Op korte termijn De raad is van mening dat de in voering van het door hem bepleite systeem niet moet wachten tot het tijdstip, waarop het uit 1945 dateren de buitengewoon besluit arbeidsver houdingen door een nieuw wettelijke regeling wordt vervangen. Met na druk wordt invoering op korte ter mijn bepleit. Een feitelijke invoering lijkt binnen het kader van het be staande wettelijke systeem te verwe zenlijken. Aan het College van Rijks- bemiddelaars zou een algemene aan wijzing kunnen worden gegeven, dat het alle CAO's die niet door de Stich ting van de Arbeid worden getoetst, dai: wel, na toetsing, door de Stich ting akkoord worden bevonden, goed dient te keuren. De Raad is van oor deel, dat in de CAO's vastgestelde lo nen normatief moeten zijn, zodat af wijking ervan voorshands aan goed keuring onderworpen blijft, evenals voorzieningen in een onderneming op het terrein van winstdeling en be zitsvorming. Ook op dit punt zou op den duur de verantwoordelijkheid bij het bedrijfsleven moeten komen. Het opleggen van bindende loon regelingen in bedrijven waarin geen CAO's tot stand (kunnen) komen zou volgens de huidige wetgeving door het College van Rijksbemidde laars kunnen geschieden, gehoord het advies van de Stichting. Loonsverhogingen in ondernemin gen, behorende tot bedrijfstakken, die niet in aanmerking komen voor een CAO of een bindende loonrege ling dienen in het door de Raad voorgestane systeem te worden goed gekeurd door de Stichting van de Arbeid. De raad is van mening dat de bij zondere aspecten van de loonvorming in de overheidssector (ambtenaren» tot een eigen systeem van loonbepa ling nopen. Wel wyst de Raad met nadruk op de noodzaak bij de uit werking van een dergelijk systeem de samenhang in acht te nemen tus sen de lonen van werknemers in dienst van de overheid en die van het particuliere bedrijfsleven. Advertentie Blos die laaiende vuurzuil dia opstijgt vanuit da aaag tot soms hoog in da kaaL Neem Rennies! Een afdoende reme die. Een of twee Rennies gewoon laten smelten op de tong. Nog vóór ze helemaal gesmolten zijn geven ze - met het speeksel naar de maag ge voerd - prompt baat. En afdoende! Met Rennies bij de hand nooit angst meer voor laaiende zuurbrand. De 88.500 ton metende tanker ,.Naess Champion'' tijdens een (Van onze parlementaire redacteur) ,,Ons bekruipt de vrees, dat minister Luns door zijn veelvuldige afwezigheid zal vervreemden van het Koninkrijk en Nederland", zei gisteravond in de Eerste Kamer prof. De Gaay Fortman (AR) die de minister van Buitenlandse Zaken gaarne tegenwoordig had gezien bij de behandeling van het ontwerp van Rijkswet tot associatie van Suriname bij de EEG. In de aanwezigheid van de vijf bij zondere gedelegeerden van de staten van Suriname, die de vorige week in de Tweede Kamer de behandeling van het ontwerp hebben bijgewoond, moest nu minister-president. De Quay als minister van Buitenlandse Zaken ad interim het voorstel ver dedigen tegen de stekelige aanvallen van de heren De Gaay Port man (AR) en Kapteijn (PvdA). Deze aanvallen golden vooral de procedurele aspecten van de associa tie en de voortzetting ervan als de toepassingsovereenkomst vervalt. Zy verhinderen niet, dat het ont werp van Rijkswet zonder hoofdelij ks stemming werd aangenomen. Onverkort Prof. De Quay handhaafde onver kort de toezeggingen, die minister Luns vorige week in de Tweede Ka mer had gedaan omtrent het opne men van Surinamers in koninkrijks delegaties naar internationale orga nisaties als de EEG en de Verenigde Naties. „Dan kunnen buitenlanders binnen de Chinese muur van het Statuut kijken", zoals de heer J. Lachmon (Verenigde Hindostaanse Partij) het gisteravond pakkend for muleerde. Het was de minister-president aan te zien, dat hij zich in de materie minder goed thuisvoelde dan minis ter Luns. Dat is niet verwonderlijk bij de specialistische vragen, die zo nu en dan gesteld werden. Wél was men het er unaniem over eens, dat de mogelijkheden van het Statuut, vooral op het stuk van eigen Suri naamse vertegenwoordiging naar EEG en andere internationale orga nisaties, volledig moeten worden uit gebuit. Eerste Kamer ook akkoord (Van onze parlementaire redacteur) Den Haag krijgt zijn congresge bouw. Na de Tweede Kamer heeft ook de Senaat goedkeuring gehecht aan het wetsontwerp om de ministers van Economische Zaken en van Financiën te machtigen namens de staat voor vijf miljoen gulden deel te nemen in hei aandelenkapitaal van de N.V., die het gebouw exploiteert en ten behoe ve van deze N.V. de betaling te ga randeren van rente en aflossing van leningen, die in totaal een bedrag van dertig miljoen gulden mogen be lopen. De Eerste Kamer aanvaard de het wetsontwerp gisteravond zon der hoofdelijke stemming. Het Congresgebouw van internatio nale allure, dat een grote congreszaal voor maximaal 2000 personen bevat, twee kleinere zalen met respectieve lijk ongeveer 500 en 400 plaatsen, en een aantal vergaderzalen van ver schillende grootte met in totaal ruim 600 plaatsen, is ontworpen door de architect J. J. P. Oud te Wassenaar. Een dergelijk gebouw is voor Den Haag dringend nodig. Het zal niet alleen voor het houden van congres sen en conferenties worden bestemd, maar ook voor culturele manifesta ties. Wat de associatie met de EEG be treft, was premier De Quay er, on danks de opmerkingen van de socia list Kapteyn, dat het allemaal anders en beter had gekund, van overtuigd dat de voortzetting van Surinames verbintenis in feite verzekerd is. Ook als Suriname een souvereine staat zou worden. Welsprekend Dat dit laatste niet impliceert, dat de historische banden met Nederland zouden worden verbroken, werd door de Surinaamse gedelegeerden met grote welsprekendheid benadrukt. Vooral de heer J. Pengel (Nationale Partij Suriname» beleed zijn geloof in de bestendigheid van de goede banden met Nederland op tempera mentvolle, oratorisch knappe wijze. Wellicht waren het diens gloedvolle, mee krachtige stem uitgesproken speeches, die de heer Kapteyn aan spoorden om ook zyn bijdrage aan het debat te larderen met forse toon en pittige gesticulatie. De heer Pengel vond tenminste, dat het er in het debat in de Eerste Kamer minder rustig aan toe ging dan vorige week bij het debat aan de overzijde van het Binnenhof. Dit in tegenstelling tot de mening, die hy zich over de Senaat had gevormd, als een „in vrede rustend college". De heer Pengel deelde de opvatting van de gevolmachtigd minister voor de Nederlandse Antillen, de heer Lampe, dat ook voor de Antillen as sociatie met de EEG moet worden gerealiseerd. Die van Suriname kan volgens hem al een bruggehoofd zijn met Latijns Amerika, een gedachte waarin de vice-premier Korthals hem wel wilde volgen, Drs. Korthals zag de mogelijkheid, dat Suriname als tussenschakel tussen Euromarkt en de Latijns-Amerikaanse vrijhan delszone fungeert. proefvaart van voren gefotogra feerd. Het schip werd gebouwd in Japan. India heeft er in een nota bij China op aangedrongen onmiddellijk stappen te nemen „om een eind te maken aan de onlangs gepleegde dreigende en uitdagende daden van de Chinese troepen tegen Indiase grensposten" in het gebied Ladak in Kasjmier. De nota is zaterdag aan de Chinese ambassadeur in Nieuw Delhi over handigd en gisteren gepubliceerd. In de afgelopen maanden hebben de Chinezen dertien nieuwe posten in Ladak opgericht, aldus de nota. Het Chinese protest van 10 juli, waarin India wordt beschuldigd van het vestigen van posten op Chinees gebied, wordt in de nota verworpen. O KERNPROEF ONDERDEEL VAN OEFENING Tijdens een oefening van rond 900 man van het Amerikaanse leger heeft men gisteren in de woestijn van Ne vada een kernontploffing teweegge bracht, zo meldt de Amerikaanse commissie voor kernenergie. De proef werd bovengronds genomen en de ontploffing was er maar een van ge ringe kracht. (Van onze Parijse correspondent) In de politieke wedloop met de premier van de Algerijnse regering, Ben Khedda, lijkt Ben Bella zijn voorsprong steeds verder te vergroten, zo is wel de algemene indruk in Parijs. En dat Ben Khedda zijn achter stand binnen de 25 dagen, die Algerije nog scheiden van de verkiezingen, alsnog zou kun nen inlopen, is dan ook niet zeer waarschijnlijk. De verdeeldheid van de Algerijnse nationalisten is nu praktisch een feit gewor den en elk der beide vleugels beheerst een deel van het land. In Tlemcen, waar Ben Bella zijn hoofdkwartier in een luxueus hotel heeft gevestigd, verenigen zich rond deze vicepremier en zijn al of niet officieel afgezette kolonels steeds meer figuren, die uit het andere kamp zijn overgelopen.. Na Ferhat Abbas, de voormalige premier der re- bellenregering, maakten gisteren drie (Van onze parlementaire redacteur) Het wetsontwerp, dat het archief wezen opnieuw wil regelen de vo rige wet dateert uit 1918 is gis teravond door de Eerste Kamer zon der hoofdelijke stemming aangeno men. Dit is het vermelden wel waard, omdat in juni 1960 de Eerste Kamer een wetsvoorstel, dat ook al een nieu- e regeling beoogde, heeft ver- orpen. Het gisteravond aanvaarde voorstel bevatte niet meer de stenen des aanstoots, die voor de Senaat twee jaar geleden de aanleiding voimden het toenmalige wetsontwerp af te wijzen. Staatssecretaris Schol ten heeft de moeilijkheden uit de weg geruimd door het ontwerp aan te passen aan de destijds door de se naat naar voren gebrachte wensen. Hij heeft er de bepaling in opgeno men. dat archiefbescheiden tijdelijk moeten kunnen worden afge staan voor fotoreproduktie. In de Tweede Kamer is hem verweten, dat hij op deze wijze de Eerste Kamer een recht van amendement heeft toegekend. Een recht, dat is voorbe houden voor de Tweede Kamer. Dit staatsrechtelijke trekje gaf nog aanleiding tot enige gedachtenwisse- ling, waaruit duidelijk naar voren kwam dat de senatoren helemaal niet zo geweldig gesteld zijn op het recht van amendement. Voor een te cre- eren conventie, dat de Eerste Kamer een wetsontwerp, dat zij heeft ver werpen, doch waaraan de Tweede Kamer voor de tweede keer haar goedkeuring heeft gehecht, verplicht zou moeten aannemen, voelden de afgevaardigden niets. Enkele ge dachten hieromtrent zijn destijds in de Tweede Kamer geuit door de he ren Burger en Oud. Het door deze heren bepleite „primaat" van de Tweede Kamer boven de Eerste vond felle bestrijding. „Dit blijkt niet uit de grondwet", zei mr. r-)llema (CHU) en prof Diepenhorst (AR) zei: „Er is geen sprake van primaat. Elke Ka mer heeft haar eigen taak. Beide Ka mers vullen elkaar aan." De heren Van Riel (WD) en Van Hulst (CHU) drongen nog aan op betere salarissen voor archivarissen en archief personeel, voor welk pro bleem staatssecretaris Scholten aan dacht toezegde. andere ministers in Algiers, Dahlah (Buitenlandse Zaken), Iazid (Voor lichting) en Ben Tobbal zich op om Ben Khedda, die pijnlijk veel op de kapitein van een zinkend schip be gint te lijken, te verlaten. Door het schisma worden uiteraard ook nog al wat praktische problemen opgeworpen. Eén van die problemen is de moeilijkheid om in Zwitserland bij de bank van de FLN de gelden op te nemen die daar vroeger, toen de politieke eendracht nog heerste, zijn gedeponeerd. Voor die operatie moeten namelijk door vier ministers handtekeningen worden geplaatst, ministers die nu echter over de twee rivaliserende kampen zijn verdeeld. Of momenteel in diep geheim de leiders der willaja's de militaire dis tricten, in aanwezigheid van Ben Bella al in vergadering bijeen zijn, was vanmorgen in Parijs nog niet be kend. Maar wat wel duidelijk lijkt, is, dat de militaire bevelvoerders zich in grote meerderheid achter Ben Bella zullen scharen, die vanaf hefc begin heeft geëist dat het FLN-par- lement bijeen zal worden geroepen om het geschil tussen de beide stro mingen te beslechten. Men ziet niet goed hoe Ben Khedda, wiens positie nu zienderogen afbrokkelt, zich tegen deze eis. die bovendien handig mefi democratische leuzen wordt versierd, nog heel lang zou kunnen blijven verzetten. Ook buiten Algerije, binnen het blok van de zes „Casablanca-landen" namelijk, lijkt men zich nu trouwens met het interne conflict van de Al gerijnse politiek actief te willen gaan bemoeien en de president van de re publiek Mali, Modiba Keita, moet zijn bondgenoten ai hebben opgeroe pen voor een conferentie om verdere stappen te overwegen. Stappen, waarvan men vrezen moet dat ze zullen leiden naar de verwijdering van Ben Khedda. die nu wel het kind van de rekening zal worden. Wenjamin Dimsjits is benoemd tot vice-premier en voorzitter van de commissie voor het economisch be leid, zo meldt het Russische persbu reau Tass. Wladimir Nowikow, die tot nu toe voorzitter van genoemde commissie T as. krygt een andere functie. De 52-jarige Dimsjits is lid van het centrale partijcomité en plaats vervangend lid van de Opperste Sow- jet. Hij was al eerste plaatsvervan gend voorzitter van de commissie voor het economisch beleid. Dimsjits is jood en geboortig uit de Krim. Hij heeft o.a. meegewerkt aan en toezicht uitgeoefend op de bouw van grote staalfabrieken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 5