George Sand geliefde van Frederic Chopin ouderwets kamperen is toch leuker in KAMER en TUIN I UIT en j THUIS Twaalf beroemde vrouwen (I) <TTloedsrlijk& overpeinzing Zaterdag 7 juli 1962 Pagina 2 Napoleon I was nog maar pas keizer van Frankrijk, toen (op 5 juli 1804) in Parijs een meisje werd geboren, Amantine Lucile Aurore Dupin geheten. Haar vader, een keizerlijk officier, was een man. die het leven wist te ge nieten. In een der kleine Parijse theaters had hij kennis gemaakt met een actrice. Deze actrice werd zijn vrouw en de moeder van de kleine Amantine Lucile Aurore. Een verbazingwekkend feit is het, dat in de aderen van de jongge borene vorstelijk bloed stroomde. Hoe kwam dat? De Saksische ko ning August de Sterke had een na tuurlijke zoon, Maurits van Sak sen geheten. Deze Maurits werd een beroemd officier. Welnu, Amantine's grootmoeder van va derszijde was een dochter van Maurits van Saksen, zodat koning August de Sterke een directe voor zaat (overgrootvader) van Aman tine (die zich later George Sand noemde» was. En het lijkt wel, of de kracht, de moed en de eigen gereidheid, die haar koninklijke voorvader eigen waren, in George Sand herboren waren. Haar prille Jeugd sleet George Sand onder de hoede van haar grootmoeder en moeder in 't kas teel Nohant. Zij bleek zeer begaafd en kende reeds op zeer jeugdige leeftijd Latijn en Grieks. Haar WIE bladert in het dikke boek der wereldge schiedenis, stuit op welhaast elke bladzijde op de namen van beroemde man nen. Een aantal vorsten, staatslieden, veldheren, ge leerden en kunstenaars van het „sterke geslacht" met be roemde namen kunnen wij allen opnoemen. De namen van beroemde vrouwen zijn in het algemeen minder be kend. Toch zijn er vele be roemde vrouwen, alom op aarde en in alle tijden, ge weest. Het is aan het leven en werken van een dozijn ha- rer, dat deze artikelen zijn gewijd. Een bescheiden blijk van hulde aan die twaalf „beroemde vrouwen" en te vens een compliment aan het adres van alle vrouwen. Zo groots als Paul de Ribeir het een paar eeuwen geleden deed hij schreef een boek over de „Triomf en Helden daden van Achthonderd Vrouwen"! doen wij het niet. Wij laten slechts een twaalftal beroemde vrouwen, een twaalftal van de Groot sten onder de Groten, de re vue passeren. De keuze was verre van gemakkelijk, want toen wij ons gingen verdiepen in het onderwerp ,3eroemde Vrouwen" en gingen snuffe len in bibliotheken en oude folianten, bleek ons eerst recht hoe groot het aantal beroemde vrouwen is! Met enige schroom hebben wij ons derhalve gezet tot het schrijven dezer artikelen. En al lezende en schrijvende nam die schroom toe. Waar lijk, toen wij begonnen, wis ten wy niet, dat er zóveel liefde, tragiek, werklust, be kwaamheid, monselijkheid en bijzondere prestaties schuilen in de levens van beroemde vrouwen. WU zijn erkentelijk voor de oc ïbaring ervan en wij hopen, dat lezeressen en ook, ja, vooi de lezers van deze artikelen na lezing even crkenteh'k zullen zijn als "rij. In 1833, op negenentwintigjarige leeftijd, ontmoette zij op een feest de beroemde dichter Alfred de Musset. Groter contrast dan tus sen de energieke, sigaren rokende George Sand en de verfijnde Mus set is nauwelijks denkbaar. Toch gingen zij hartstochtelijk veel van elkaar houden. Parijs was over die verhouding niet erg te spreken. Daarom gingen George Sand en Alfred de Musset naar Venetië. Deze Italiaanse reis maakte op George Sand 'n diepe indruk. Haar herinneringen legde zij vast in tal van boeken, vooral in het in 1834 verschenen werk Lettres d'un voyageur". In haar verhouding tot de Musset kwamen zowel haar gril ligheid als haar hartstocht sterk tot uiting. Na een jaar verliet zij Alfred, doch toen hij heel ernstig ziek werd en de artsen voor zijn leven vreesden, zat George Sand weer aan zijn ziekbed. De Musset stierf niet Later publiceerde Geor ge Sand een geruchtmakend boek, getiteld „Elle et Lui", hetwelk voor de Musset weinig vleieind was, zo dat Musset's broeder zich geroepen voelde, op zijn beurt een boek te publiceren, getiteld „Lui et Elle". Het was een weinig verkwikkelij ke pennestrijd, die niettemin in het Parijs van die tijd met grote belangstelling werd gevolgd. Een reeks romans volgde. „Le Secrétaire Intime", Jacques, „Les Maitres Mosaïstes", en andere, eigenlijk te veel om op te noemen. In die boeken brak de fanatieke welsprekendheid van de schrijfster zich baan. Zij waren blijken van haar geëxalteerde aard en van haar verlangen naar idealen, een verlangen, dat soms sterk deed denken aan neiging tot de utopie. Vooral na 1837 bracht zij in naar romans wijsgerige overwegingen en overdenkingen naar voren. Ook verwerkte zij er economische en maatschappelijke problemen in. In die jaren maakte zij kennis met tal van verlichten geesten, zoals Heinrich Heine, Michel de Bourges, Honoré de Balzac en Sainte-Beuve. Een vage en mystieke inslag heb ben bijvoorbeeld haar romans „Spiridon" en „Les Sept Cordes de la Lyre". Maatschappelijke denk beelden liggen besloten in „Hora ce", „Consuelo", „Le Compagnon du Tour de France" en andere. Later schreef zij bovendien zeden romans en een aantal „romans- champètres". Politieke belangstelling had Geor- orge Sand eveneens. Dit blijkt tij dens de juni-revolutie van 1848, toen zij een aantal publikaties re digeerde voor de minister van Bin nenlandse Zaken Ledru-Rollin en geregeld in contact stond met poli tici van zeer vooruitstrevende, ja, van radicale mentaliteit. Nadat de rust in Parijs was teruggekeerd, wierp zij zich weer met de haar eigen hartstochtelijkheid op haar litteraire werk. Een vrij groot aantal toneelstukken verscheen van haar hand. „Le Marquis de Ville- mer" verwierf zelfs een groot en blyvend succes. Toch verwaarloos de zij het roman- en novelle-gen re niet. In haar laatste levensja ren (zij stierf in 1876) publiceer de zij vrij veel in dit genre. Haar autobiografie „Histoire de ma vie" verdient ook thans nog gelezen te worden. Chopin-intermezzo George Sand verwierf door haar boeken bekendheid, maar veel bekender dan haar litterair oeuvre werd haar vriendschap met de be roemde componist Frédérich Cho pin, de romantische „muziektove- naar", die zo veel nocturnes en polonaises schiep. Aanvankelijk vond Chopin George Sand een wei nig aangename vrouw, maar gaan deweg kwam hij in de ban van haar even krachtige als boeiende persoonlijkheid. Hun eerste idylle speelde zich af op Majorca, waar zij door het uitvallen van de boot verbinding met Barcelona als het ware gevangen zaten. Tien jaren lang duurde hun verhouding, die eigenlijk niet vrijwillig begonnen was. Eenmaal vroeg George Sand aan Chopin, muziek voor haar hondje te componeren. Zo groot was haar invloed* op de hooghartige componist (die tegen de groten der aarde wel eens onheus, ja, onwel willend optrad), dat hij gehoor zaam aan haar wens voldeed en de „VALSE du Petit Chien" (opus 641 componeerde. Chopin, die leed aan tuberculo se, stierf in 1848. In 1847 was het tussen hem en George Sand tot een breuk gekomen, doch toen Chopin stervende was besteeg de begaaf de vrouw de trappen van de wo ning van hem, die zij zo vaak „een onuitstaanbare patiënt" had ge noemd. Zij had hem immers beloofd dat hij in haar armen zou mogen sterven! De toegang tot de sterf kamer werd George Sand echter ontzegd, zodat Chopin's hartewens niet in vervulling kon gaan. Cho pin's grote liefde voor George Sand heeft veel bijgedragen tot haar faam en is een der redenen, waar om zij een blijvende plaats kon verwerven in de kring van 's we relds beroemdste vrouwen. George Sand behoort door haar omvangrijk oeuvre en haar soepe le, zuivere stijl tot de grote auteurs der negentiende eeuw. Zij kon uit stekend vertellen. Zij kon de roer selen en gevoelens van ziel en hart bijzonder goed ontleden. Zij kon de natuur heeriyk beschrijven. Vaak echter liet zij zich meesleuren door haar wilde, soms zelfs bizarre fan tasie. Haar personages zijn dien tengevolge wel eens te weinig „echt" en al te zeer personifica ties van George Sand's denkbeel den. Die personages praten te veel! Op zedelijk gebied waagde George Sand zich soms aan gevaarlijke so fisterij. Doch is het wonder, dat een zo begaafde en hartstochtelij ke vrouw wel eens te veel Waarde toekende aan de „schone harts tocht", waarin „zoveel echte waar heid" zou schuilen? Wij vergeven het haar gaarne en zijn haar dankbaar voor het vele mooie en goede, dat zij ons nagelaten heeft. Het eerste mooie weekeinde van het seizoen bracht ons in alle sta ten van verrukking. Wij stopten de tent in de bagageruimte, onszelf op de banken en tuften naar een uit hoek van Nederland, die nog niet door Reichstoeristen was ontdekt. hoopten wij. Toen wij op het kampeerterrein arriveerden, bleek het wel vol te zijn en wij hoorden er alle talen van Europa behalve Nederlands. Nu Ja, dat waren wij al gewend, dus trokken we ons er niet veel van aan en gingen uitpakken. De witte tent, gewekt uit de zeer lange win terslaap werd opengevouwen en wij herkenden de vetvlekken, de zwarte vegen, de kreukels en onvolmaakt heden met een warm gevoel van voldoening. Hoeveel stormen, hittegolven, wolkbreuken en landschappen had hij al ondergaan? Al was hij niet bepaald wit meer te noemen: hij was ons zomerhuis, onze vrijetijds- kameraad, 'n vriend en lotgenoot. Overigens viel hij we) een beetje uit de toon tussen de roze, groene en blauwe paleisjes, die wij op de "grasmat zagen pronken. In onze argeloosheid meenden wij vroeger dat kamperen betekende: buiten zitten, buiten koken, buiten wonen. Alleen voor de nacht én als het bij hoge uitzondering een héél klein beetje regent kruip je onder het katoenen dak. Daar is het niet warm, maar betrekkelijk droog. Je zit er niet gemakkelijk maar wel leuk. Je eet van metalen bordjes, je kookt op één benzine pitje, hetgeen improvisatievermo gen en combinatietechniek vereist, je slaapt gevijven op een rijtje en je hebt moedwillig de luxe afgezwo ren, uit louter sportiviteit en omdat Je wel eens iets anders wilt. Maar zo kampeert tegenwoordig niemand meer. Stel je voor. leeshonger was bijzonder groot. Zij onderscheidde zich in die jaren voorts door een mystieke inslag en door fanatieke godsdienstigheid. Later zou deze omslaan in twijfel op het gebied van de religie. Toen het meisje dertien jaar oud was, besloten de beide vrouwen om haar op de kloosterschool der En gelse Augustinessen in Parijs haar opvoeding te laten voltooien. En zo ging het kind dus naar Parijs. Maar met de nonnen wilde het niet vlotten! Amantine's eigengereid heid en zelfstandige geest waren reeds een heel eind ontloken. Drie soorten leerlingen hebben wij, schreef een der nonnen, de „dui velinnen", de „dommen" en de „vromen". Zonder twijfel is het meisje Dupin haantje de voorste in het kamp der „duivelinnen"! Stellig heeft George Sand het de nonnen niet gemakkelijk gemaakt, stellig ook waren zo wel de nonnen als George Sand erg blij, toen het kind terugging naar Nohant. August de Sterke (van wie men zegt, dat hij met de blote vuist een stier in bedwang kon houden!) spookte in de ade ren van Amantine. Dit bleek op nieuw, toen haar stiefbroeder Hip- polyte aanbood om haar te leren paardrijden. Een kolfje naar Aman tine's hand, want nu kon zij zich uitleven in snelle ritten en gewaag de sprongen, nu kon zij haar ener gie en lust tot daden botvieren. Toen begon zij ook mannenkleren te dragen en sigaren te roken, als zij met Hippolyte en diens vrien den een partij biljart speelde. De ze drie gewoonten hoe onvrouwe lijk ook heeft zij haar leven lang niet prijsgegeven. Toch voelde zij zich nog niet vrij en zelfstandig genoeg. Daarom besloot zij in het huwelijk te tre den. Haar man de kolonel Ca- simir Dudevant was veel ouder dan zij. George Sand alias Aman tine Dupin telde toen 18 jaren. De tamelijk bejaarde hoofdofficier was niet de man, die Amantine blijvend kon boeien. Zij had het dient gezegd een losse hand met geld en iedere dag weer kreeg zij van haar man reprimandes over haar verkwistendheid. Niettemin schonk zij de kolonel Dudevant twee kin deren, Maurice en Solange. On danks haar moederschap bleef zij verlangen naar meer vrijheid! Eens kwam zij in de schrijftafel van haar man een verzegeld pak je tegen. Amantine opende het. Wat vond zij? Een lange reeks verwensingen aan haar adres. Toen achtte zij de maat vol en verliet zij de echtelijke woning. Zij besloot om schrijfster te wor den en betrok enige kamers op de vijfde etage van een armoedig huis aan de Quai Saint-Michel. Zij stak zich in mannelijke kledij. Van dat ogenblik af was zo'n mannelijke „uitrusting" haar geliefde kleding. Litterair succes Ongetwijfeld had George Sand talent en was haar schrijf vaardigheid groot. In 1831 verliet zij haar man. In dat zelfde jaar verscheen haar eerste roman „Rose et Blanche", die zij samen met Jules Sandeau schreef. Die eer steling werd een groot succes! Kort nadien begon zij alleen te produ ceren. doch de herinnering aan Jules Sandeau liet zij voortleven in haar pseudoniem „George Sand". Onder deze naam bleef zij bekend, zozeer zelfs, dat (ook heaen ten dage» betrekkelijk weinigen haar meisjesnaam kennen. In 1932 ver schenen van haar hand „Indiana" en „Valentine", in 1833 „Lélia". Haar naam als schrijfster was toen gevestigd. Er zijn tegenwoordig allerlei mooie plantschalenin vele vor men, in vele maten en in vele kleuren. De zaadhandel of de bloemist-winkelier kan u er zeker aan helpen en de laatste heeft ook de planten in voor raad om ze te vullen. Men moet er in ieder geval goede bloe- mistengrond voor hebben: ge wone tuingrond kan men er be slist niet voor gebruiken. Zelf kan men zo'n schaal ook wel beplanten, doch u moet er reke ning mee houden dat niet alle mogelijke soorten bij elkaar in één schaal gezet kunnen wor den. De planten zullen ongeveer dezelfde eisen moeten stellen; dus geen planten bij elkaar, waarvan de één volle zon moet hebben en de ander er niet te gen kan of de een geen warmte kan hebben en de andere een warme en vochtige atmosfeer nodig heeft. Bij voorkeur worden er groenblijvende planten in ge poot; dus geen bloeiende en groenblijvende. Later zal men dan steeds een gat krijgen, om dat de meeste bloeiende planten niet als blijvertjes beschouwd kunnen worden. Over het alge meen komen dus de sierblad- planten er voor in aanmerking. Men kan er vele soorten voor gebruiken: vele hebben bijzon der mooi gekeurd blad en men behoeft het dus heus niet alleen in het groene blad van de ficus te zoeken. Op de achtergrond links groeit de grevillea of zilvereik, een mooi kamerplant die des noods 's zomers met pot en al Plantschaal. in de tuin kan staan, doch in de schaal gepoot gaat dat niet. Ze moet veel water hebben en sproeien is ook nuttig. Rechts op de achtergrond ziet u een soort Darcaena staan, een kleu rige bladplant, die tegenwoordig ook wel Cordyline genoemd wordt. Verder heeft men er nog een crassula in gepoot, een plant die niet veel water en ook niet veel warmte nodig heeft en een klimopplantje, dat onder vrijwel alle omstandigheden groeit. Een enkel bont plantje kan er nog meer fleur aan geven. Alles met elkaar kan er dus een mooi ge heel van gemaakt worden. G. KROMDIJK. Rijdende huizen compleet met gasfornuis, kleerkasten en mot- teballen zijn er Immers te kust en te keur. Wie er tegenop ziet zo'n loodzwaar huis achter zich aan te slepen kan zich een tent, met een binnentent, aanschaffen. Met voor ieder een aparte slaapkamer. Met een kleedkamer, een woonruimte, een keukenhoek, een bagagedepot. Er zijn al tenten met een garage. Alleen het gereedschapsschuurtje ontbreekt nog, maar eerstdaags verwachten wij op dit gebied een geniale uitvinding. Al is onze kampeeruitrusting dan uit de tijd, zij heeft één voordeel: de hele tent, compleet met luifel staat binnen een kwartier muur vast op de grond verankerd. Het uitpakken van de spullen duurt geen tien minuten. Een half uur na onze aankomst op het terrein za ten wij knus om een wankel tafeltje en dronken hete koffie. En keken Wij keken geïnteresseerd naar de mensen, die voor ons arriveerden, maar nog altijd worstelden met hun lila paleisje en die zeker nog twee uur nodig zouden hebben eer alles stond en lag en praalde in on voorstelbare luxe. Toen de koffie op was, gingen wij wandelen. Wij inspecteerden de omgeving, probeerden de klimbo- men, onderzochten geheimzinnige plekjes, ontdekten talloze wonderen, deden boodschappen in het dorp, kwamen vrolijk en hongerig terug in het kamp. De luxe-buren hadden het zowaar klaargespeeld hun ingewik kelde bungalow overeind te krijgen, zelfs de omvangrijke keuken was keurig ingericht. Drie gaspitten, twaalf vakjes en laatjes, tientallen busjes en trommeltjes. Een koelkastje. Een opvouwbare strijkplank. Intussen stak ik de benzinebran der aan en zette de aardappelen op. De zoons gingen voetballen met vader, Marian rende met Joep het bos in. Maar de buren schenen uit geput door hun bouwactiviteiten en lagen amechtig in luie stoelen met teakhouten armleuningen. Terwijl wij aten werd ook daar gekookt. Drie, vier pannen stonden te pruttelen; het complete servies verscheen op de glanzende tafel; er waren zelfs messenleggers en ser vetten. De buren wierpen van tijd tot tijd minachtende blikken op ons primitieve gedoe en waren kenne lijk geschokt toen wij soep uit emaille kroesjes gingen eten. Er dreven een paar dennenaal- den in, die aan de bouillon een bij zonder buiten-aroma schonken, heel anders dan de plasticsmaak van de zogenaamde kampeerservie- zen. Na de maaltijd waren de vaten in vijf minuten gewassen en had den wij weer de tijd aan onszelf. Wij deden waar wij zin in hadden: stoeien, klimmen, wandelen, zwem men. De buren waren een uur doende met de vuile vaten en gin gen toen weer liggen. Want luxueus kamperen is uiterst vermoeiend. Dat inzicht verzoende ons met de oude, witte tent. Voor ons hoeft het allemaal niet: de mooie folders met leuke acces soires, koeltassen en opvouwbare douches, inklapbare keukens en uit slaande bankstellen. Voor ons is het onmisbaarste Juist genoeg. Als je het hele jaar op een elek trisch fornuis hebt gekookt, is zo'n éénpitter een verademing. Als Je elke dag onder een warme douche hebt gestaan is het ijskoude pompwater een verrukking. Als je een heel jaar met servie zen, dekschalen en broodroosters in de weer bent geweest, doet het je hart zo goed om soep uit een kroesje te lepelen en de blote pan nen op tafel te zetten. Want in je vrije tijd wil je im mers dat alles anders is? THEA BECKMAN. ii|iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiii Het zal U ook wel eens g beurd zijn dat U.een brief i te schrijven, V was net lekk 1 op dreef, en toen kwam er i eens oponthoud. Er kwam b zoek, of er kwam een kind h\i lend binnen, omdat het zich zeerd had en toen dat verholpi was moest U voor het eten gat zorgen en de brief bleef on-1 liggen. De volgende dag begi I U een nieuwe alinea met i nieuwe datum en U ging gewot weer verder, waar U geblevt was. Dat is op zch zelf helema niet zo'n vermeldenswaardij v gebeurtenis. v Een dergelijke brief stoi echter van de week in het Zet 0 dingsblad van de Nederlanlc Hervormde Kerk en hij kwa uit een plaats, waarvan de na® de laatste weken vele malen ij v de voorpagina van de krat heeft gestaan. En die ik var wege die onderbroken brief ji ook eens wil noemen in dit kt r lommetje op een van de laati i pagina's. Teminaboean. Op Nieuw-Gn nea. En de brief is geschrevi door een daar werkende ve B pleegster. Zij vertelt wat Teminaboeih voor een dorpje is: heel klei\ix maar ook heel aardig en gezt B lig. Er wonen een twintig g\ zinnen plus acht vrijgezelle 0 met tien jeeps en bromfietsi u en één scooter. Ziedaar o b Europeanen en hun vervoerg Er loopt een rivier dwars doo\ - heen en de inheemsen wonè aan weerskanten daarvan. I ongeveer dus als bij ons in Le den de „Hoge" en de „Laj Zijde", maar dan in miniatuij en in 't warm! Zij vertelt ve\ der hoe moeilijk begaanbaar o wegen zijn. Hoe iedereen lenig knieën krijgt door het lopè langs de rotsachtige paadjes ej hoe de Papoea's zichzelf en hii kleren wassen in de rivier. Eii hoe het leven reilt en zeilt i - Ket piepkleine ziekenhuisji „twee tamelijk bouwvallige huii h jes op palen, afgeladen nu bedden, zodat we nu 10 pi tiënten kunnen opnemen", a - iets meer, want kleine kindere gaan samen, en ook de moeden die niet van hun zieke kindera willen scheiden, moeten gehei bergd worden. Dat ziekenhuis! staat vlak bij de brug, tussel -i de beide oevers. En dan breekt de brief ineeiï J af! Nieuwe alinea nieuwe dó, tuin en de schrijfster gaat ge woon weer verder, waar ze ge bleven was. Plotseling bezoek? Een of an dere kleine stoornis? a Nou ja „kleine stoornis! Het vervolg iverd n.l. geschreveï j- in Biak en het oponthoud b( r stond uit para-landingen, mi litaire versterkingpatrouilliI activiteit, gevechten, doden e|v gewonden, en voor de Eurcf,^ peanen evacuatie! Binnen eel uur één koffer pakken en wen Met achterlating uiteraard va\ de meeste bezittingen. n Dan lezen we nog, dat som n mige vrouwen met hun kinderen n naar Nederland gaan en da s anderen liever blijven afwacty ten op Biak. En de zuster zeli (van wie de naam niet genoem-v wordt): Ik hoop, dat ik tervL\ kan, maar daar ziet het nié k naar uit. Verder is het, wat mi V betreft, geen probleem; uooln een verpleegster is overal en diUc reet werk. Morgen begin ik fezejï" alweer. De toekomst is natuun heel onzeker, maar alles, speen.h zich af in grote rust en nuchter|v heid. t\ Wat de komende dagen wee b; voor berichten uit Nieuw-Gui D nea op de voorpagina zullei11 komen, weet ik niet; de ivoor den „rust" en „nuchterheid" zul B len er wel weer in voorkomen, té In dit achteraf hoekje van d krant wil ik in ieder geval di Si verhaal, dat zo echt van binnei uit komt, eens doorgeven. Vl 't Verhaal van een onbekendl verpleegster, die halverwege een J gezellige brief ophoudt, om «{J alle kalmte in een uur tijds haal boeltje te pakken, en dan m g. een „wel even kritieke tochl a naar Biak" de draad weer op neemt. Niet om ons wijs te maJd ken, dat er geen zorgen en moei'. lijkheden zijn, maar om te zegh gen: „Voor mij is 't niet zo'n g probleem, wat ik nu verder moeii s; want er is werk in overvloeiv en daar begin ik morgen meteen maar mee". 1 I c Hermine G. a

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 10