Theatre de Poche in KAMER en TUIN „DE INSPECTEUR ee een schouwburg in zakformaat rr van JAN DE HARTOG door Amerikanen verfilmd ons^&~* - v Vocht warmte schimmel! Kleurencursus XII FILM BETER DAN BOEK Zaterdag, 30 juni 1962 Pagina 2 Zo heeft Brussel maar liefst drie zaktheaters of theatres de poche: het théatre de Quat'Sous, ofwel de driestuiversschouwburg, het théatre de rille St. Louis, zo genoemd naar het mooiste en meest aristocrati sche van de twee Pa rij se Seine- eilanden, en dan Is er het Théatre de Poche. Elf jaar geleden is het opgericht naar het voorbeeld van het gelijknamige zaaltje in Mont- parnasse. In 1950 begon men in een aparte- ment aan de Loulselaan zonder dat de initiatiefnemers er eigenlijk erg veel van verwachtten. Zij verbouw den gezamenlijk de ruimte tot een toneelzaaltje, zij tekenden affiches en zij bezochten de bevriende redac teuren van de Brusselse kranten. Er waren n.l. bij dat initiatief enige journalisten betrokken en een van hen, Roger Domani, voert thans nog de directie. Die eerste poging heeft direct succes gehad. Zowel bij de pers als bij het publiek. Dat Een enscenering van "Le mal court" door Audiberti in het Brusselse Théatre de Poche. Nauwelijks plaats voor vier personen. in een zaal, die kennelijk vroeger als tea-room of als dancing of zo iets is gebruikt. Aan de lange zijde daarvan heeft men, één meter boven de grond, een toneeltje van zes bij drie meter gebouwd. Twee schuin geplaatste wanden van board verbergen links het magazijn van decors en requi- sleten benevens de lichtinstallatie en rechts de kleedkamer voor het gehele gezelschap. Er zijn 200 plaat sen over 14 rangen verdeeld. De achterste rijen zijn wat hoger ge plaatst dan de voorste. Vier betonnen pilaren dragen het dak van het zaaltje. Twee staan er tussen de fauteuils, twee verdelen de toneelopening als was het een middenluik met kleine zijluiken. Men begrijpt dat de ensceneringen nooit al te kostbaar kunnen zijn. Het afgelopen Jaar zijn ze met veel vindingrijkheid verzorgd door een Jonge decorateur uit Dresden, Man- Voor het volgende seizoen staan o.a. „De huisbewaarder" door Ha rold Pinter, het „Huwelijk van de heer Mississipi" door Friedrich Dürenmatt, „Sprookjes van New York" door Don Leavy en „een klein ongelukje" door James Saun ders op het speelplan. Tot slot pleegt men een musical te spelen: volgend jaar „Waar is Charley", bewerking van de blykbaar onver woestbare „tante van Charley" en deze maand nog wordt het seizoen 1961/62 besloten met „The boy friend" van Sandy Wilson. Die Boy-friend verenigt achttien spe lers en speelsters op het kleine toneel en er is een „orkest" van twee man: een piano en slagwerk. Twintig krachten in totaal dus, behalve het technisch en admini stratief personeel, en dat in een zaaltje met 200 plaatsen, waarvan de prijzen variëren van 125 tot 60 franken, terwijl ze in abonnement nog lager zijn. Vandaar de eerste vraag van uw correspondent aan directeur Domani: „Wat kost één voorstelling u gemiddeld en hoe knoopt u de eindjes aan elkander? De enige kleedkamer voor alla spelers en speelstersafgescho ten in een hoek van de zaal. Een achterdoek moet op de mum- worden geschilderd want er is geen mogelijkheid iets op te hangen. Als gevolg van het ondiepe toneel moe ten acteurs en actrices ook altijd afgaan en opkomen aan dezelfde zijde, want zij kunnen niet achter het achterdoek omlopen. Toch zijn er nu in de elf afgelo pen jaren eigenlijk wonderen ver richt. Men is begonnen met het spelen van Iionesco, Audiberti en Genét. Men heeft die uiterste avant-garde wel af en toe verla ten, maar het afgelopen seizoen heeft men toch Brecht gebracht, namelijk „De uitzondering en de regel", Aristophanes (Lysistrata), Genét (Haute surveillance), de 21 .scènes de comedie" van Alain en daarnaast dan ook een blijspel van wat luchtiger gehalte en „De han den van Eurydice" door Pedro Block. De Boy-friend blijkt 13.000 franken (ongeveer '925 gulden) per dag te kosten, inclusief verlichting, zaal- huur en enscenering, en dat is zo'n beetje de prijs van iedere voorstel ling, welke het Théétre de Poche geeft, al zijn de meeste in exploi tatie wat goedkoper. De grote onder steuning blijkt echter van de Bel gische staat, de provincie Brabant en de gemeente Elzene (in het Waals: Ixelles) te komen: een jaarlijkse subsidie van een miljoen Belgische franken, dus van onge veer 72.000 gulden. Daarvoor moe ten dan acht toneelspeelsters en toneelspelers voor twaalf maanden onder contract worden gehouden en ongeveer 120 voorstellingen in Brussel worden gegeven. Veel kan daar dus nooit op wor den overgehouden. Toch kan het Théétre de Poche zichzelf bedrui pen, zij het met pijn en moeite. De zaal is als regel voor meer dan vijf tig procent bezet en er zijn onge veer 4000 abonnees, Brusselaars die een abonnement nemen op de zes voorstellingen. Bovendien wordt er in Luik en Charleroi gespeeld, ter wijl men ieder jaar op tournee gaat in het buitenland. Vorig Jaar is dat Duitsland geweest, het jaar daarvoor Polen. In september en oktober gaat men naar Mexico en naar Canada. Zo reilt en zeilt een flinke, enthousiaste toneeldirecteur met een klein gezelschap en een schouw burg in zakformaat in de boven stad van Brussel. Schouwburg in zakformaat misschien zal dat niet lang meer duren. Een bouw maatschappij is eigenaresse gewor den van het pand, waarin het Théatre de Poche thans is onder gebracht, en van enige percelen daarnaast. Daarin zal nu het is de grote Brusselse mode van thans een winkelpassage worden ge maakt en het huidige Théatre de Poche zal moeten verdwijnen. Maar er zal een nieuwe kleine zaal van 350 plaatsen komen, zoals het be hoort in rood eu goud, en met een toneel-accommodatie, waarvan men elf jaar geleden in dat appartement aan de Loulselaan nog niet had durven dromen. BU elke hobby bestaan pro bleempjes en problemen, welke de gemoederen van de beoefenaars dermate in beweging kunnen bren gen, dat *e gesprekstof leveren voor jaren. Denken we bij de fotografie aan de zwartwit-film. dan is daar bij ongetwijfeld de kwestie van de beruchte „korrel" producent nr. 1 geweest voor urenlange discussies en zelfs polemieken in amateur- en vaktijdschriften. Een der moderne thema's is te genwoordig het bewaren van kleu rendia's. Dit probleem begint al bij de moeilijkheid over de beslissing of men z'n kostbare transparantjes in karton of tussen glas zal bewa ren. Daarbij komt dan nog weer hoe men daarna zijn groeiende hoeveelheid voor projectie bestemde plaatjes dient op te slaan. We willen hier geen bepaalde voorkeur uitspreken, omdat er ver schillende factoren, waarvan de be langrijkheid door ieder persoonlijk bepaald moet worden, een rol spe len. In het kort komt het verschil tus sen het gebruik van kartonnen raampjes zonder glas en van plas tic of metalen raampjes met glas hierop neer, dat de tussen glas be waarde dia's beter beschermd zijn tegen vingerafdrukken, stof en be schadiging. Daarentegen kan een tussen glas opgesloten dia minder goed „ademen". In een beetje voch tige omgeving bestaat daardoor kans op schimmelvorming. Worden enigszins vochtige plaatjes door de warmte van de projectorlamp be straald, dan ontstaan de ideale voorwaarden, waarop de aanvanke lijk bijna onzichtbare schimmels een snel-groeiend waasje van ver nietigende draadjes kunnen vlech ten tussen glas en celluloid. Was het nu maar zo, dat de amateur dit onmiddellijk na de projectie ont dekte, dan zou veel leed voorkomen worden. Maar vaak gebeurt het dat er weken voorbij gaan voor een bepaalde serie dia's weer eens aan de beurt is om vertoond te worden. Dan is het kwaad al geschied, want schimmels tasten ook de kleur aan. Onverschillig of men zijn dia's tus sen karton of glas bewaart, steeds oppassen dus dat de plaatjes vooral niet vochtig staan. Een speciale behandeling tegen bacteriën en schimmels kan ieder een aan zijn kostbare dia's geven, door ze te baden in een desinfec terende vloeistof, die men met be hulp van een paar tabletjes zelf kan aanzetten. Niemand behoeft angst te hebben om z'n losse gedemonteerde dia's in een bak met desinfecterende stof te dopen. Vlekken of kringen zullen niet optreden. Op een stofvrije plaats te drogen gehangen, zijn de plaatjes na 24 uur alweer gereed om tussen raampjes gezet te wor den. Bij karton is de inwerking van schimmel niet zo funest, omdat het vocht niet opgesloten zit en bij pro jectie snel kan verdampen. Een nadeel van de kartonnen raampjes is, dat ze bij de projectie vaak „springen." Dat betekent niet dat ze stuk gaan, maar de tempe ratuurverandering bij het plaatsen in de warme lichtstroom van de projector veroorzaakt een verschil in spanning tussen karton en cel luloid. Dit „springen" heeft ten ge volge, dat de dia's, die de eerste drie seconden haarscherp op het scherm afgebeeld staan, plotseling volkomen onscherp worden, door dat het transparante stukje film hol of bol gaat staan. Dan moet de lens bijgesteld worden. Vertoont men het plaatje wat langer, dan verdwijnt het span ningsverschil en voor de tweede keer „springt" de dia, nu in tegen gestelde richting. Dit bijstellen van de scherpte irriteert velen, waar door ze liever hun plaatjes tussen glas monteren. Tegenwoordig zijn er glasloze plastic-raampjes, waar bij het springen door een speciale constructie en samenstelling van materiaal vrijwel geheel wordt op geheven, terwijl bovendien sommi ge half- en volautomatische projec toren een nieuw snufje aan de vele vondsten der laatste jaren hebben toegevoegd: voordat het apparaat een dia uit het z.g. magazijn in de lichtstroom transporteert, is het reeds enige seconden vóór-ver warmd, zodat het gehele plaatje op temperatuur is. Wie zijn plaatjes zelf monteert met behulp van de klein voorge- gomde plakstrookjes, dient er goed zorg voor te dragen, dat de bevoch tiging van deze kleef bandjes uiterst spaarzaam geschiedt. Veel plaatjes zijn in de loop der jaren bedorven, doordat bij het monteren al een rijkelijke dosis vocht in het af- schermmaskertje kon dringen. In geen geval dus uit een soort ge makzucht deze strookjes op een flink natte spons tot een vochtig sliertje transformeren. Het plak ken verloopt dan wel veel sneller, maar de kans op bederf is daardoor vele malen groter geworden! Men gebruikt tegenwoordig ook papierstripjes, die van een klevende rubberlaag zijn voorzien. Onder be paalde omstandigheden willen deze aan de hoekjes nog al eens losla ten. Voor half- en volautomatische projectoren geeft dat aanleiding tot storingen in het transport. Uiter aard zijn ze, omdat ze vochtvrij ge bruikt worden, in dit opzicht ideaal. Bewaar uw verzameling dia's in goed sluitende dozen, die op een koele, maar droge plaats weggezet worden. Beter dan de dia's stijf tegen elkaar gestapeld in een kar tonnen doosje weg te zetten, is de methode om ze met een kleine on- derlingen tussenruimte in de groefjes van een metalen of plastic doos te plaatsen. Tegen vocht kan zo nu en dan eens een klein zakje met silicagel in de doos worden ge legd. Deze stof is vochtaantrekkend. Van tijd tot tijd eens een of twee dagen een linnen zakje met een handjevol kristallen erin houdt de vochtigheidsgraad op de juiste hoogte. Vóór alles echter juist als u bepaalde series niet regelmatig pro jecteert moet u als gewoonte ne men uw voorraad kleurenplaatjes een paar maal per jaar in zijn ge heel te controleren. Met een eenvoudig viewertje en een loepje kunt u in een kwartiertje zo'n paar honderd vlot nakijken. Vertonen zich bü sommige onrustvenvekkende verschijnselen, dan deze dia's los maken, baden in de al eerder ge noemde desinfecterende vloeistof (een kwestie van enkele centen!) en opnieuw monteren, al dan niet tussen glas. Wie uit vrees voor de veelkleurige Newton-ringen tijdens de projectie geen glas gebruikt, wij zen wij op de zo langzamerhand zeer bekend geworden anti-Newton glaasjes, die in veel gevallen dit probleem oplossen, op voorwaarde, d<at de dia's vóór de projectie even op temperatuur worden gebracht. <Van onze Brusselse correspondent André Glavimans) Brussel heeft één schouw burg waar in de Nederlandse taal toneel wordt gespeelen acht theaterswaar acteurs en actrices uitsluitend Frans spre ken. De verhouding is niet ge lukkig, althans in Vlaamse ogen. doch men moet toegeven dat de Walen om ze nu maar eens een keer zo te noe men steeds blijk hebben ge geven van initiatief wanneer het erom ging nog een Thes- piswagen met Franssprekende den de Belgische hoofdstad binnen te rijden. laatste bleef, ook na de eerste maanden, komen en de kritiek is zo zegt directeur Domani steeds welwillend en animerend ge weest. Thans speelt men in een schouw burgje van tweehonderd plaatsen, gelegen aan de Steenweg op Elzene, geen honderd meter van de befaam de Brusselse nachtgelegenheid, die weinig origineel lrLe boeuf sur le toit" Is genoemd. Schouwburgje is eigenlijk een te wljdse benaming. Men moet een gang inlopen en komt dan via een wat sombere hal fred Hiirrig, die in 1955 naar West- Duitsland is gevlucht en die ten slotte Brussel als woonplaats heeft gekozen. Om een paar van de belemme ringen, met welke deze te maken heeft, te noemen: het toneel is niet hoger dan de zaal; hetzelfde plafond dient voor beide; er is geen voetlicht, alleen maar een aantal spots, gemonteerd vlak voor het doek (dat knar send en snerpend als het gor dijn van éen kamer in een ouderwets hotel open en dicht wordt getrokken). Het is een prettig werkje vaste planten door middel van zaaien voort te kweken en men kan velé soorten zaaien. Een bekend voorbeeld is de lupine. Als men de mooiste soorten wil hebben, moet men Lupinus polyphyllus Russell-hibryden bestellen, daarin komen allerlei prachtige tinten voor. Daaronder vindt u niet alleen rood en roze, doch ook vele prachtige purperkleuri ge tinten met een zilveren weer schijn. Lupine voldoet in elke zonnige tuin, maar zon hebben ze wel echt nodig. Nu kan men het zaad bestellen. Om misluk king te voorkomen kunt u ze het best in een bloempot in de tuin zaaien: de bloempot ingraven om het uitdrogen van de grond te voorkomen en dan het zaad in de grond stoppen. Vooral niet te diep; het is voldoende als het net even in de grond zit. Af dekken met een glasruit en daar over een stuk papier. De pot grond dient men normaal voch tig te houden. De plantjes kun nen dan na enkele weken op een apart bedje in de tuin gezet worden. Laat in de herfst of vroeg in het volgend voorjaar kunnen ze dan op de voor hen bestemde plaats in de border ge zet worden. Zet ze maar iets naar achteren; vooral in de kleine tuin moet men ze niet te veel op de voorgrond zetten. De planten kunnen wel een hoog te van ruim één meter bereiken. Niet alleen lupinen, doch ook akeleien kunnen prachtig door middel van zaaien voort ge kweekt worden. Ook hiervan kan men het best een mengsel bestellen; een mengsel van mo derne soorten met elegante bloemen. Het zijn niet alleen heel mooie tuinplanten, doch ook als snijbloemen voldoen ze prima. Zet ze niet te veel op de voorgrond in de border, doch lie ver op een apart snijbloemen- hoekje. Na de bloei worden ze wat rommelig en kunnen ze echt niet meer als een sieraad be schouwd worden. In de kleine tuin kan men het beste primula elatior zaaien; die kan prachtig op de voorgrond gepoot worden. In de voorzomer bloeien ze enorm rijk. Misschien kan men ze ook wel tussen laat- bloeiende vaste planten zetten; ze hebben na de bloei graag een schaduwplekje en hebben het daar dus prima naar hun zin. G. KromdUk. LUPINEN MET SCHONE BLOEMEN (Van onze correspondent in Washington) Stephen Boyd speelt de rol van de Amsterdamse inspecteur van de veiligheidsdienst, die een joods meisje, Lisa (Dolores Hart), naar Palestina smokkelt. De roman van Jan de Hartog. „De inspecteur", was psychologisch vrij geforceerd en vooral aan het slot beslist melodramatisch, maar de film, die 20th Century Fox ervan gemaakt heeft, is, vergeleken bij het boek. bepaald een verbetering. die met haar in een concentratie kamp zijn genomen zouden haar blijvend verminkt kunnen hebben. Maar het meisje is niet zoals in het boek zwaar tubercu leus. Wanneer zij tenslotte in een Ten dele is dat te danken aan de Amerikaanse fïlmcode. In het boek was de Amsterdamse inspecteur getrouwd. Maar de filmmoraal stond waarschijnlijk niet toe, dat een tot vervelens toe getrouwd man een joods meisje naar het Beloofde Land zou brengen, dl deed hij dat ook uit schuldgevoe lens om wat hij tijdens de oorlog had nagelaten. In de füm is de zaak eenvoudi ger: de inspecteur is tijdens de oorlog verloofd geweest met een joods meisje dat door de Duitsers tenslotte is weggevoerd. Zij is nooit weergekeerd. Maar de in specteur ziet in het meisje dat hij bereid is met opoffering van zijn carrière naar Palestina te brengen, een gelijkenis met zijn vroegere verloofde. Hij wordt zelfs verliefd op haar. Men ziet, dat is veel simpeler dan in het boek van De Hartog en eigenlijk past deze vereenvou diging uitstekend in een verhaal, dat zo vol is met gebeurtenissen, dat het voor psychologische diep te niet veel plaats over laat Het eerste deel van de film speelt in Amsterdam en aan boord van een aak voor de binnenvaart De inspecteur smokkelt namelijk zijn beschermelinge via kanalen naar België. Wanneer men in het buitenland die kleurenfilm van Amsterdam ziet en die prachtige opnamen van binnenwateren, dan krijgt men beslist een beetje heim wee. al beseft men ook, dat de ca mera rijkelijk veel molens in het vizier heeft genomen. Wie zich het boek herinnert, zal weten, dat de inspecteur via Tan- ger in Noord-Afrika een weg zoekt over zee naar Palestina, waar des tijds de Engelsen nog de macht in handen hadden en waar Joden alleen illegaal konden binnenko men. De film laat in het midden, of de mogelijkheid open is voor een normaal huwelijk tussen de in specteur en zijn protegée. Proeven Dolores Hart en Stephen Boyd, de twee hoofdrolspe lers in de Amerikaanse film „De inspecteur", naar de ge lijknamige roman ran Johan de Hartog. Deae scène is een ▼an de vele die in Amster- klein smokkelscheepje, samen met de inspecteur, naar Palestina vaart is dat niet zoals in de roman een sterfscène van vele dagen, die tenslotte eindigt met de dood aan de kust van het Beloofde Land. Hier wordt het meisje alleen ge wond vlak voor het eind van de reis. Of zij zal blijven leven, lapt de film in het midden: met een tank rijdt zü snel naar een dok ter en men kan er dus nog het beste van hopen. Allerlei details, die het boek, vooral in de tweede helft, vrij sentimenteel en melodramatisch maken, komen ook voor in de film, maar wanneer één beeld aanduidt, wat de schrijver met ve le woorden moest beschrijven, kan het effect minder zoetelijk zijn. Een meesterwerk is daardoor nog niet ontstaan, maar toch een film, die een behoorlijk niveau heeft en die In het buitenland de sympa thie voor Nederland stellig kan vergroten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 14