ZOEKLICHT Kunstenaars willen ons beter laten wonen Kinderen in ISRAEL ontvoerd door godsdienstige fanatici 1 Veranderde wereld Na de affaireSchuchinacher ook de zaak van de Vinicks mMg H' WOORD VAN BEZINNING DE GEEST, DIE LEVEND MAAKT Zaterdag 9 juni 1962 Pagina 1 hen behoort ook de rabbijn van het dorp, Benjamin Mendelson, die kort geleden werd gearresteerd, maar tegen borgstelling van vijfduizend pond na verhoor voorlopig op vrije voeten werd gesteld. Jossele zelf is nog altyd zoek. Alle naspeuringen in binnen- en buitenland, alle op roepen ook van religieuze zijde, tot zijn ontvoerders om hem zijn ouders terug te geven, alle arresta ties van lieden, die de hand in dit tragische spel hebben, brachten tot dusver geen baat. Jisraeil Vinick nam de vlucht. Jossele Schuchma- cher heeft daartoe kennelijk de kans niet gekregen. (Van onze Israëlische correspondent) Jossele Schuchmacher is nog altijd niet terecht. De Israëlische politie speurt onverminderd naar het elfjarig jongetje, dat door streng-religieuze elementen, behorend tot de zogenaamde Agoe- dat Jisraeil, ruim twee jaar geleden werd ontvoerd, omdat zijn ouders de bedoeling zouden hebben gehad naar de Sowjet-Unie te emigreren en het kind dat aan de zorgen van zijn grootvader was toevertrouwd mee te nemen. Wij hebben daar indertijd uitvoerig over geschreven. En ter wijl het publiek gespannen het politie-onderzoek in deze „cause celèbre volgt en de kranten nieuwe arrestaties groot opgemaakt berichten, worden opeens bijzonderheden bekend over een soort gelijk geval. Ook hier speelde de ultra-orthodoxe nederzetting Komemiut, waar Jossele destijds werd vastgehouden, de rol van een doorgangskamp voor kinderen, die plotseling zoek raakten. Ultra-orthodoxe nederzetting hield jongen vast Jisraeil Vinick was in 1948 met zijn moeder, een weduwe, zijn broer Alexander, die nu 24 is en zijn thans twintigjarige zuster Malka als anderhalfjarig kind uit Oosten rijk in Israël aangekomen. Negen jaar later zond zijn moeder hem naar het streng-religieuze jongens weeshuis Diskin in Jeruzalem en ging samenwonen met een man, die zy inmiddels had leren ken nen. Na enige tijd verdween de man met de noorderzon naar Bra zilië na Malka te hebben onderge bracht in een christelijk missiete huis. Haar moeder vond haar daar en nam haar mee. Toen Jisraeil een paar maanden in Diskin had doorgebracht, zei de directeur hem op zekere dag, dat hij hem iets belangrijks had te vertellen. Hij nam hem mee op zijn scooter naar een stille plek buiten de stad en zei hem daar, dat zijn familie tot het christendom was overgegaan. Volgens de moeder was dat in werkelijkheid niet het geval. Fanatieke elementen hadden, be weerde zij dezer dagen, waarschijn lijk gehoord, dat Jisraeils zuster in een missie-instelling verblijf hield en daaruit de conclusie getrokken, dat het gezin de joodse godsdienst de rug had toegekeerd. Hoe het ook zy, Jisraeils verzor gers vonden het gewenst het kind weg te werken om het aan beke ringspogingen te onttrekken. De jongen werd overgebracht naar een Talmoed-school in Benei Berak bij Tel-Aviv en toen zyn moeder zich op zekere dag in het weeshuis in Jeruzalem vervoegde om haar zoon te bezoeken, werd haar te kennen gegeven, dat het kind daar niet meer was. Lang bleef Jisraeil niet in Benei Berak. Zijn ontvoerders vonden het blijkbaar veiliger hem op het plat teland onder te brengen en zo werd hij naar Komemiut getranspor teerd, waar hij halve dagen naar school ging en halve dagen op het land werkte. Dramatische ontmoeting Wat nu gebeurde klinkt als een sprookje. Jisraeils broer Alexander, elektricien van zijn beroep, werd op een goede dag door zijn baas met twee collega's naar Komemiut gestuurd om daar een karweitje op te knappen. Toen de drie mannen 's avonds door de nederzetting lie pen op zoek naar de enige levens middelenwinkel, die het dorp telt, ontmoetten zij een groepje kinde ren. Alexander meende zijn ogen niet te kunnen geloven, toen zijn lantaarn plotseling het gezicht be scheen van zijn broertje, dat nie mand had kunnen vinden. Hoe die ontmoeting verliep, laat zich den ken. Zij spraken af, dat Jisraeil de volgende dag naar huis zou gaan. Het zou echter anders lopen dan beiden zich hadden voorgesteld, want de kinderen, die zich in Jis raeils gezelschap hadden bevonden, vertelden hun ouders uiteraard op gewonden over dê dramatische ont moeting met Alexander en nog de zelfde nacht werd Jisraeil onder de grootste geheimhouding overge bracht naar een Talmoed-school in de nederzetting Kefar Ata bij Hai fa. Dat was echter de laatste etap pe van zijn verdonkeremaning, want in de herfst van het vorige jaar, tijdens vakantie van school, nam hij de benen en ging naar zijn moeder, die inmiddels naar Jaffa verhuisd was. Jisraeil werkt daar nu in een garage. Zijn avon turen tegen wil en dank deed hij uit de doeken, toen de politie hem en de overige leden van het gezin aan een verhoor onderwierp. Bij het onderzoek in de zaak van Jossele Schuchmacher was na melijk aan het licht gekomen, dat de bewoners van Komemiut meer op hun kerfstok hadden dan men gemeend had. Het spoor leidde naar de Vinicks, die er om de een of andere reden tot dusver de voor keur aan hadden gegeven te zwij gen. Dat de politie weinig activiteit aan de dag legde, nadat Jisraeils moeder zich volgens haar eigen ver klaring erover beklaagd had, dat het kind spoorloos uit het Jeruza- lemse weeshuis was verdwenen, is tot nu toe evenmin opgehelderd. Maar wel is komen vast te staan, dat de hyper-religieuze elementen van Agoedat Jisraeil er niet voor terugdeinzen kinderen aan het ouderlijk gezag te onttrekken, als zij menen, dat hun zieleheil wordt bedreigd. Voor de rechtbank De Jeruzalemse rechtbank zal dezer dagen de zaak behandelen te gen een aantal inwoners van Ko memiut, die er van beschuldigd worden betrokken te zijn geweest bij de ontvoering van Jossele Schuch macher en/of Jisraeil Vinick. Tot Een Talmoed-school in Jeruzalem voor kinderen van de strenge orthodoxen. In een dergelijke omgeving wordt waarschijnlijk Jossele Schuch macher vastgehouden. Ook Jisraeil Vinick was op zulk een school, maar hij wist te ontsnappen. OP DE BOEKENMARKT Expositie „VArchitecture mobile r* m *v> w Karen Blixen. „Een lied van Afrika". Vertaling uit het Engels. Leopolds uitgevers- my. Den Haag 1962. Wij krijgen op het ogenblik het ene boek na het andere over Afri ka in handen, waarin ons uitvoerig uit de doeken wordt gedaan welk een onuitsprekelijke wantoestand daar heerst en altijd ge heerst heeft. Ik wil helemaal niet beweren dat dergelijke geschriften onjuistheden zouden bevatten. In tegendeel, ik ben er van overtuigd, dat zij over het algemeen een waarheid bevatten. Wel zeg ik na drukkelijk een waarheid, want zo als dat gewoonlijk het geval is, heeft ook deze pijnlijke kwestie vele kanten. Het is daarom een troost, zou ik bijna zeggen, om de memoires van Karen Blixen in handen te krijgen, die daar aan dacht heeft gegeven aan een an dere zijde van het samenleven van blank en bruin. Dat zij met autoriteit spreken kan, bewijst het feit, dat zij zeventien jaar lang E(Van onze Londense correspondent) NKELE jaren geleden deed een Amsterdammer, een zekere Peter van Gogh, van zich spreken omdat hij een revolutio nair plan had uitgedacht. De heer Van Gogh wilde een stad bouwen, ondergebracht in één gebouw. Een stad, die de vorm heeft van een dikke ring met een doorsnede van tien kilometer en een hoogte van duizend meter. In die ring zouden op diverse verdiepingen op een eindeloze rail treinen rijden, op andere ver diepingen zou men kunnen wonen, werken en winkelen in straten, die „binnenshuis" zijn gelegen en waar het klimaat op kunstmatige wijze altijd aangenaam zou kunnen zijn. Wie töch de buitenlucht in xoilde zou buiten de ring het Hollandse klimaat vinden, maar zich binnen de ring in een sub-tropisch klimaat kunnen koesteren de ontwerpei- meent namelijk, dat de enorme hoogte van zijn bouwwerk alle be wolking zal buitensluiten zodat de zon altijd toegang zal hebben in de ring. Zo'n ringgebouw zou één miljoen mensen kunnen bevatten en met 12 ringen zou Nederland dus uit de woningnood en ver keersproblemen zijn, terwijl er een overvloed aan recreatie en agrarische gebieden zou over blijven. andere ontwerpers aan. Waarom ook zou men ieder huis ook met de gehele oppervlakte op de grond laten rusten als die grond zo schaars is? Utopia pie De Fransman Paul Maymont dacht na over de mens in relatie tot de ruimte en zette een aantal ITet skelet van Constant, waarin een geheel dorp zou kunnen worden ondergebracht, terwijl de grond voor het ver keer beschikbaar blijft. piramiden op papier, waarin een stad met al zijn verscheidenheid aan functies zou kunnen worden ondergebracht. Interessant zijn de ideeën van Werner Ruhnau en Jacques Polieri, die 'n mobiel thea ter ontwierpen, waarbij alle ken merken van het traditionele thea ter overboord zijn gezet, maar uit sluitend is bedoeld het theater een instrument te doen zijn in handen van de regisseur, die hierin moet werken. Men kan het toneel vóór in de zaal aanbrengen, maar ook in het midden en zelfs is er gele genheid om op verschillende ni veaus te spelen of om de meerdere podia tegelijk op te treden. Belang stellenden op verkeersgebied kun nen terecht bij Günther Kühne, die diverse studies over luchtverkeer en luchthavens heeft gepubliceerd en nu op de Keizersgracht zijn ideeën geeft over het gebruik van helikop ters in het stadsverkeer. Het zijn evenzovele utopieën, want op het openblik ontbreken de praktische mogelijkheden om dergelijke kost bare en experimentele projecten te realiseren. Maar het baanbrekende werk van deze kunstenaar zal mo gelijk zijn invloed hebben op de architectuur van de (verre) toe komst. Doelmatigheid De Amsterdamse architect Jan Trapman is op de expositie aanwe zig met ontwerpen, waarmee echter onze huidige generatie al zijn voor deel kan doen. Hy heeft gestreefd naar een zo doelmatig mogelijke in deling van flats voor kleine en grotere gezinnen. Maar ook hij gaat qua kosten ruimte de thans voor de volkswoningbouw geldende limiet verre te boven. Hoogst interessant zijn voorts Trapman's schetsen, die op de stadsplanning betrekking hebben. De twaalf kunstenaars hebben een belangrijk aandeel geleverd in het onderzoek naar de oplossingen om in deze snel veranderende we reld onze steden, woningen en wo ninginrichtingen sneller en gemak kelijker aan de gewijzigde omstan digheden aan te passen. een koffieplantage in Kenya heeft bezeten en zelf geleid en dat haar boek de oorspronkelijke titel is „Out of Africa" wereldver maardheid heeft gekregen juist om haar zeer eigen en tevens zeer juis te visie. Karen Blixen is een Deense van geboorte, doch zij schrijft in het Engels. Onder het pseudoniem Isak Dinesen Dinesen is haar geboortenaam heeft zij twee bundels verhalen uitgegeven: de befaamde „Seven Gothic Tales" en de „Winter's Tales". „Out of Afri ca" is evenwel haar meesterwerk. Afgezien van de vele andere kwaliteiten van deze herinnerin gen, is het eerste dat iemand opvalt de houding van Karen Blixen ten opzichte van haar hele omgeving. Deze vrouw heeft de eigenschap nooit iets anders dan een mens onder de mensen te zijn, want zij bezit de natuurlijke beschaving waardoor gedachten aan stands- of kleurverschil eenvoudig niet in haar hoofd opkomen. Het maakt totaal geen verschil of zij vertelt van haar vrienden met dubbele namen en titels, die haar komen bezoeken of over haar ervaringen met oude Kikoejoevrouwen of wil de Masai-vechters. Zij verdiept zich met dezelfde tastende teder heid in het leven van de jongen Kamente, in het lot van de kleine antiloop Loeboe of in de laatste dagen van de oude blanke zwerver Knudsen. Haar vermogen tot iden tificatie is ongelooflijk. Alleen een waarlijk onbevangen mens met een groot karakter kan met zo diepe belangstelling en liefde om gaan met mensen en leven in een land, die haar oorspronkelijk toch volkomen vreemd geweest moeten zijn. Een Engelse criticus noemt dit boek „het boek van het heimwee, het boek van iemand, die haar hart in Afrika heeft achtergelaten" En zo is het ook. Karen Blixen heeft zich met hart en ziel aan Kenya gegeven en met welk een hart en welk een ziel! Max Nord. „Luigi Pirandel lo". De Bezige Bij. Amster dam 1962 LRP 26. Max Nord, dichter en prozaist, kunstredacteur van „Het Parool", heeft zich verdiept in het leven van de beroemde Italiaanse toneel schrijver, romancier, dichter en es sayist Pirandello (1867-1936). Pi randello heeft in 1934 de Nobel prijs voor letterkunde ontvangen. Max Nord gaat in deze studie uit van het standpunt, dat „het werk van Pirandello pas geheel verstaan baar (wordt) als men er het dra ma van zijn leven achter kan on derscheiden". Dit is wel een eigen aardige opvatting over iemand, in casu Pirandello, die gezegd moet hebben dat hij „schrijft om te le ven en leeft om te schrijven". Want met deze uitspraak ontkent Pirandello letterlijk iedere waarde, die zijn dagelijks leven zou kunnen hebben voor zijn werk. Dit willen verklaren van iemands werk uit zijn leven is een modeverschijnsel; m.i. komt men er niet veel verder mee dan tot een toevallige overeenkomst. Nord werkt zijn theorie verder uit en komt, heel kort gezegd, tot de con clusie dat Pirandello's bezeten oc cupatie met de menselijke veelvou digheid het gevolg zou zijn van de paranoia van zijn vrouw, die na tien jaar huwelijk in een gesticht moest worden ondergebracht. Nord vertelt evenwel dat Pirandello voor zijn huwelijk verloofd is geweest met zijn nicht Lina, die eveneens geestelijk gestoord was. Volgens mij ligt het probleem van de mens Pirandello dus in de vraag, wat hem bezield moet hebben om zich aangetrokken te voelen tot vrou wen met geestelijke afwijkingen. Op deze vraag geeft zijn werk het antwoord. Hij is inderdaad bezeten van het verschijnsel, dat men de menselijke ambivalentie pleegt te noemen; de mens en zijn schijnge stalten. Dit nu kan ieder intelli gente lezer of toehoorder zelf wel ontdekken. Het „waarom" blijft met Nords studie even onverklaar baar als het feit, dat Pirandello schrijver was. CLARA EGGINK. Fantasie Aan het inmiddels weer vergeten plan van Peter van Gogh moesten wij denken, toen wij de tentoonstel ling „1'Architecture mobile" bezoch ten, die tot 29 juni.bij Knoll-Inter- national aan de Keizersgracht 699 te Amsterdam is te zien.' Twaalf kunstenaars, die diep hebben nage dacht over wonen en ruimte, heb ben hun ideeën op papier gezet en aan de openbaarheid prijsgegeven in de hoop, dat de starheid van de hedendaagse architectuur zal wor den doorbroken en de enorme mo gelijkheden worden benut, waar over de bouwmeesters bij de stand van de moderne techniek kunnen beschikken. Het zij vooropgesteld, dat negen van de tien architecten kantoren, fabrieken en woningen ontwerpen, die niet overeenstemmen met hun idealen. Hun verbeelding en tech nische kennis wordt immers ge vangen in duizend-en-een bepalin gen en voorschriften, die voor de bouw gelden. De voornaamste be perking, die ieder ontwerper zich ziet opgelegd, is in de meeste ge vallen het beschikbare bouwkapi- taal. De Amsterdammer Constant had bij het ontwerpen van zijn op de tentoonstelling geëxposeerde con structie geen opdrachtgever en be hoefde zich evenmin te storen aan geld of bouwvoorschriften. Hij liet zijn fantasie de vrije loop en kwam tot een soort visachtige vorm van een op drie zuilen rustend bouwsel, waarin een geheel dorp zou kunnen worden ondergebracht. Dat bouwen op bruggen en pilaren trekt ook et gebeurde kort voor Pink steren op een van de zo meravondconcerten, die in Haarlem in de Grote of St.- Bavokerk werden gegeven. Het was goed te merken dat onder het gehoor niet alleen de gebrui kelijke liefhebbers van orgelmu ziek bijeen waren, maar ook al een hele menigte toeristen, die wisten dat tot de bezienswaar digheden van de Spaarnestad ook het beroemde orgel in de Bavokerk behoorde. Tussen de bespeling van het orgel kwamen telkens nieuwe bezoekers nog binnen, allen werden gefasci neerd door de prachtige muziek in die eerbiedwaardige om geving. Toen het orgel het laat ste stuk dat hét programma ver meldde ging spelen, gebeurde zij zelf nauwelijks gemerkt heb ben dat hun spontane daad bij velen een glimlach van ontroe ring en verbazing had gewekt. Aan wat daar gebeurde moet ik dikwijls denken wanneer wij iets proberen te begrijpen van de prediking van Pinksteren, die spreekt van de geest, die levend maakt. Mensen worden in be weging gebracht door klanken, die zij herkennen: er gaat iets in hen meetrillen zij staan op en zingen, spontaan en met overgave. Pinksteren bracht iets nieuws, maar toch zo dat het bij hen, die door de Geest werden aan geraakt tegelijk iets in herinne- nieuwe wijze door de Geest des Heren bezield. En daar gebeur de dan ook het onverwachte. Mensen kwamen in beweging, gingen zelf getuigen en begon inderdaad een nieuwe geschie denis onder ons mensen. Misschien kunnen in onze tijd velen het kerkelijke leven alleen nog appreciëren als een min of meer bezienswaardig aspect van het menselijk bestaan, zoals de toeristen de kathedralen bezoe ken omdat men het nu eenmaal ook gezien moet hebben. Het kan echter gebeuren dat midden door die toeristische benadering ineens iets heen breekt wat wij misschien nauwelijks meer ver wacht zouden hebben. Het be zoeken wordt herkennen een zich aangeraakt weten in wat in het onverwachte. Het was een bewerking van het bekende lied van Elgar: O Land of hope and glory. Op dat ogenblik stonden enige Engelsen, die vóór ons za ten op. Het was te zien, dat er een ontroering door hen heen ging toen zij in deze vreemde omgeving de voor hen vertrouw de, plechtige klanken hoorden. Zij gingen echter niet alleen staan, maar zongen zonder ook maar iets van de wat verbaasde omgeving te merken met helde re stemmen het lied in de wijde ruimte van de Haarlemse Bavo kerk. Terwijl wij elkaar wat schuchter aankeken stonden zi. daar en zongen, luid en met ontroering, dat lied, dat zingt van hoop en glorie. Om dat na het einde ieder opstond om de kerk te verlaten zullen ring bracht: een prediking, die zij kenden, een getuigenis dat hen niet vreemd was maar op nieuwe wijze en met een nieuw élan. Mensen stonden op uit routi ne van hun dagelijkse bezighe den; zij werden bezield en ge- inspireerd; door wat tot hen kwam werden zij zelf tot bezie lende getuigen. Het pinksterfeest is ondenk baar zonder het getuigenis dat er aan was voorafgegaan. Wij kunnen het het feest van d( stichting der kerk noemen maai weten dan tegelijkertijd dat aar dat begin al het getuigenis var Pasen was voorafgegaan. Toch was het ook nieuw werd de zelfde boodschap met nieuwe kracht onder mensen uitgestort, en werden mensen op geheel ons hart nog levend was. Waar dat gebeurt weet een mens dat hij niet een vrijblijvende toe schouwer is. Er komt iets in be weging de melodie, die hij hoort klinkt mee door het hele bestaan. Dan mag een mens op staan, zonder zich ook maar iets te bekommeren om de zittenblij- vers om hem heen. Dan zingt hij mee. Helder, luid zoals een mens zingen mag wanneer hy het lied van de blyde boodschap over Gods kinderen heeft verstaan. De Geest waait waarheen hy wil. Niemand kan zeggen over wie Gods Geest zich zal uitstor men. Maar het gebeurt telkens veer. Dat te mogen weten is de egen van Pinksteren. Dr. S. L. Verheus. doopsgezind predikant te Leiden. Het imposante orgelfront m de Bavo-kerk te Haarlem.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 15