Rotterdam bouwt óók si*, E aan MEISJES KUNNEN DIENEN BIJ DE STRIJDKRACHTEN zijn MENSEN De Havenvakschool maakt jongens tot gevormde vaklieden DOEL BASIS MOTTO ROTTERDAM bouwt. Aan zijn metro, zijn Botlekgebied, zijn woonwijken enaan zijn mensen. Met een voor het bureaucratische Nederland verbluffend gemak worden er in Rotterdam dingen tot stand gebracht, die geheel Nederland met iets van afgunst, maar met nog oneindig veel meer bewondering vervullen. Rotterdam bouwt aan zijn mensen, ook aan zijn havenwerkers, zoals op de Havenvakschool aan de zuidzijde van de Waalhaven, waar tegen het machtige decor van de tot voor kort grootste gegraven haven ter wereld met zijn kakofonie van geluiden, zijn enorme ver zameling schepen, met daarboven de jungle van draaiende kranen van jonge mensen haveni a/Tui worden gemaakt. Haven werkers, die niets meer ge meen hebben met de voor Hollandse begrippen altijd discriminerende benaming havenarbeider of bootwer ker en die door deze scho ling, waarbij het accent valt op karaktervorming, een gezonde mentaliteit bezitten. VTEISJES met en zonder mid delbare of mulo-diploma's kunnen tegenwoordig een pittige betrekking krijgen bij Marva, Milva of Luva, de vrouwenafde lingen respectievelijk van Mari ne, Leger en Luchtmacht. Zij kunnen er van alles worden: verpleegster, chauffeuse, telefo niste, hulpkok, mess-assistente, filmopera trice te veel om op te noemen. Wie goed gezond is, ongehuwd en van Nederlandse nationaliteit, min stens zeventien en hoogstens vijfen dertig jaar en van beslist onbespro ken gedrag, die maakt een goede kans op enkele leerzame en leuke ja ren in een maatschappij waarin tot voor kort alleen mannen toegang had den. DAT er drie militaire vrouwen korpsen zijn, weet zo langzamer hand wel iedereen. De meisjes van de Marva met de vlotte matrozenmuts en die van Milva en Luva met de zwarte baret zijn op straat een ver trouwde verschijning geworden. Mis schien weet niet iedereen dat deze meisjes, alvorens zij worden toegela ten, niet alleen een strenge medische, doch ook een even strenge morele keuring moeten ondergaan. De ach terklap in ons kleine land fluisterde wel eens minder aangename dingen over de meisjes in uniform, misschien nog wel door een herinnering aan de oorlogsjaren, maar een door de mi nister van oorlog al in 1946 ingestel de commissie, tegenwoordig onder voorzitterschap van mejuffrouw mr. J. J. Th. ten Broecke Hoekstra, beoor deelt elke sollicitante op morele ge schiktheid. Dit „Centraal Selectie Or gaan voor de militaire vrouwenafde lingen", kortweg CSO genoemd, heeft een beslissende stem bij de beoorde ling van de kandidates; afkeuring door het CSO maakt toetreding tot een der vrouwenkorpsen onmogelijk. GLOBAAL gesproken verbindt men zich op een contract voor twee of drie jaar met verlengingsmogelijkhe den. De opleidingen zijn gevarieerd al naar het wapen en het dienstvak, dat men ambieert en het laat zich ho ren, dat de toelatingseisen hoger zijn naarmate men een hogere functie kiest. Onderofficier kan men alleen worden met een mulo-diploma, en om een ster op de kraag of een officiers band om de mouw te kunnen verwer ven moet men minstens het diploma van een middelbare school bezitten. De salarissen lopen gelijk op met de rang en het aantal dienstjaren. EEN nieuwe mogelijkheid, die er dit voorjaar bijgekomen is, is dat de Milva en de Luva nu ook meisjes gaan aannemen voor een bepaald rayon. Deze „regionale" Milva's en Luva's vervullen hun dienst als alle andere vrouwelijke militairen met dit belangrijke verschil, dat zij thuis kunnen blijven wonen. De afstand tus sen huis en werk moet dan wel in maximaal één uur te overbruggen zijn. „Regionaal" aangenomen meis jes kunnen later altijd in de algeme ne dienst overgaan en andersom. Wie er meer van wil weten belle of schrijve de afdeling Personeelspu- bliciteit van het Departement van De fensie, Grote Marktstraat 40 Den Haag, tel. 182290 of (voor de Marva) het Marva-hoofdbureau, Lange Voor hout 7, Den Haag, telefoon 814261. „maat" hebben behaald, toegelatej kunnen worden. Diegenen, die daaj na pas op school komen krijgen eej jaar langer dit leerlingenstelselor1 derwijs. De leerlingentijd duurt twi jaar, waarin de gehele week in e< van de havenbedrijven wordt gi werkt en één dag en één avond school wordt doorgebracht. De: bedrijven zijn speciaal gekozen, oi dat de sfeer er goed is en de joi gens wat kunnen leren. Uiteraa: hebben de bedrijven veel belang b dit systeem, omdat zij gemakkeli ker een jongen kunnen „claimen later bij hen te komen. Er zijn vi< g stages, die doorlopen moeten wo den: het expeditiebedrijf (licham lijk het minst zwaar) het stukgo derenbedrijf, het veembedrijf en hi machinebedrijf. Ieder onderdeel óf lichamelijk óf theoretisch zwaaj der dan het voorgaande. Het thi retische onderwijs op school stai weer in het teken van algeme< vormend onderwijs en daarna: wordt de havenleer verder uit^ breid. Verder zijn er cursussi handvaardigheid, brandbestrijding en EHBO. Al deze tijd staan de leerlinge onder een leerlingenovereenkom tussen de ouders en de Schee] vaartvereniging Zuid, zodat er mil der risico bestaat dat een leerlin de school verlaat. Na twee jaa doen de jongens (die dan diens plichtig zijn geworden, maar voo wie tot na het examen uitstel won verleend) een school- en een staat» examen voor hun certificaat van ge zei, wat gelijk staat met stuwer in het havenbedrijf. I Met dit certificaat in de hanl\ kunnen de jongens (dikwijls na hujj diensttijd) meteen 105 in de weelj verdienen. Een behoorlijk loon voo! een jongen van een dergelijke leefc tijd. In hun leerlingentijd verdiene» zij uiteraard ook. Over het algeC meen beginnen zij met 50 in d week en klimmen successievelij op tot 93 in de week, wat zee zeker niet slecht betaald is. Het gehele onderwijs staat in he j teken van het jeugdwerk, war J men wil een nieuw soort mense: in de haven brengen, zodat e over tien, twintig jaar of lange een geheel ander slag mensen d bloei van Rotterdam schraagt. En de resultaten, die met dit wer 1 worden bereikt, waarbij er uitei aard veel contact wordt gehoude i met thuis, zijn frappant. In hetzelfd vlak liggen het geven van zakgel aan de leerlingen van de dagschoo 1 en het houden van een soort vlagge appèl, het zgn. „bijgaan". Het zijn allemaal onderdelei van een onderwijssysteem, da in hoge mate de jongens op voedt tot mensen die de waai: dering van andere geschoold arbeiders moeten krijgen. Ei een bewijs daarvoor is wel da uit zeer goede milieus aan vragen komen om hun kinde ren op deze school het haver* bedrijf te laten leren. Een ,,kras"-team va jongens, die een onderdei vormen van de klas as het werk tijdens de le „vrije expressie". Ondq leiding van een kunstenaa leren de jongens liefs ais team zich zelf uit t drukken, een ontspannip van en tevens een uitlaai klep vóór de geest. In Rotterdam zijn na de oor log enkele mensen om de ta fel gaan zitten om een idee, dat voor de oorlog al eens werd geopperd, bij de kop te nemen. En met een voortva rendheid, de Rotterdammers eigen, kreeg prof. Rutten de opdracht om de problemen van de havenwerker (sinds 1 jan. j.l. spreekt men niet meer van havenarbeider of bootwerker) te bestuderen. Dat deed die professor en ging zelf een half jaar lang in de haven werken. Toen kwam er een rapport en daarna die school. De Ha venvakschool, die in een loods aan de Maashaven werd on dergebracht en waarin de vol wassen havenarbeiders niet al leen theoretisch, maar vooral geestelijk en in ontwikkeling werden „bijgespijkerd" een moeilijk werk, dat echter nu al vruchten begint af te wer pen. Van die havenwerkers werden vakmensen gemaakt, die hun beroep een nieuw al gemeen gewaardeerd perspec tief zagen krijgen. DEZE SCHOOL was tot stand gekomen, doordat ver tegenwoordigers van drie vak bonden, de gemeente, de Scheepvaartvereniging Zuid en de grote havenbedrijven (sa men de Stichting Vakopleiding Havenbedrijf vormend) de ha venwerker op een hoger plan gesteld wilden zien. De steeds snellere ontwikkeling van Rot terdam, de poort van Europa, vereist een sterk kader, dat door zijn specialisatie van dit bedrijf een goed geoliede ma chine moet maken. Een sterk kader, dat via een mentali teitsverbetering, zelfbewust en maatschappelijk gewaardeerd in het havenbedrijf een goede boterham en arbeidsvreugde vindt. Dat eerste begin met de vol wassenen was niet voldoende. Begin bij de jeugd werd het motto en zo ontstonden die dagschool en dat leerlingenstel sel. Nu heeft men dan een op leiding voor jong en oud, uniek in de wereld, die volkomen past in de overgangsperiode waarin de Rotterdamse haven verkeert. De volwassen havenwerkers wor den via diverse cursussen 's avonds algemeen gevormd door de IVIO- cursussen, waarbij de leerlingen, aangepast aan hun eigen leertem po, diverse taken zoals boekhou den, Ned. taal, Engels etc. krij gen. Aan de diverse cursussen zitten ge specialiseerde certificaten vast zo als stuwer, stuwer-dek, controleur, ploegleider en baas. Aan het ein de van de cursus wordt een certi ficaat uitgereikt, een soort diplo- bezig voor een tweede school aan de Maashaven en om de leerlingen van buiten Rotterdam tegemoet te komen, wordt er over gedacht om een internaat te stichten. DE BASIS van het leerplan vormt een voorbereidende klas, waar jon gens die van de lagere school zijn gekomen een jaar lang een alge mene vorming krijgen, die is ge baseerd op het schakelsysteem van het IVIO-onderwijs. Behalve het al gemeen vormend onderwijs krijgen zij lessen in hout- en metaalbewer king om hun de liefde voor gereed schap en materialen bij te bren gen. Ook is er ruimte in het leer programma voor vrije expressie (niet al te kunstzinnig op te vatten lessen in het hanteren van penseel en potlood) en verder natuurlijk veel sport om de jongens in goede condi tie te houden. Bij het vakonderwijs dat in de 2 jaar daarna volgt wordt naast de voortgezette algemene vor ming van het IVIO-onderwijs, haven- leer gegeven, waarbij de leerlingen een indruk krijgen van hetgeen in een haven omgaat. Twintig brochures samengesteld door de leraren (die het stuurmansdiploma moeten heb ben) bevatten de verschillende as pecten van de haven. Bij het hand- vaardigheidsonderwijs wordt er verder voortgeborduurd op het be werken van hout en metaal en wordt het schiemanswerk (het leg gen van knopen, splitsen etc.) bij gebracht. Op deze school wordt het onder wijs gegeven niet voor een klas maar voor een kras-team, acht k tien jongens, die samen een ploeg vor men, maar waarin het individu toch aandacht genoeg krijgt. Dit team work is noodzakelijk omdat later in de haven ook in teams wordt ge werkt. In september a.s. wordt er be gonnen om op de dagschool met de eerste opleiding van drie jaar de leerlingen te splitsen in groepen met drie verschillende soorten van bevattingsvermogen. Na drie jaar dan wordt het certi ficaat „maat" behaald. De tweede fase van de school is het leerlingenstelsel, waar bij de jongens die hun certificaat ma dus, dat meteen wordt gehono reerd met een gelijkluidende func tie in de haven, omdat men in Rot terdam zit te schreeuwen om men sen. WIE de jeugd heeft, heeft de toe komst, was het motto voor 1953. Met subsidies van het Rijk en de gemeente werd een prachtige school aan de Waalhaven gebouwd. Een school, waarin de jongeren het vak van de havenwerker kunnen leren. Niet alleen vakkennis doen zij op, maar ook een zeer waardevolle al geméne vorming, waarbij het accent wordt gelegd op het jeugdwerk, met jeugdkampen en wel. Zó worden in Rotterdam haven werkers opgeleid, vakmensen met plezier in hun arbeid, zodat een ge heel nieuw spectrum ontstaat, waarop de economie van vandaag en van morgen kan drijven. En de formule die men gebruikt is alge mene vorming, praktische hand vaardigheid en lichamelijke opvoe ding. ZO boven gaat het in de praktijk. Een al wat oudere havenarbeider, vroe ger als losse kracht aange nomen en nu nog steeds in de haven aan het werk. De ze man heeft nooit een scholing voor de haven ge had en hij is dan ook geen geschoolde arbeider. De vorktruckrijder is van een andere, jongere generatie. Hij heeft wèl een scholing gehad. EN zo hiernaast gaat dat dan op school. Winches in miniatuur, maar naar de werkelijkheid, zodat vóór de praktijk al een ze kere handvaardigheid wordt verkregen. De Ha ven vakschool is in drie af delingen gesplitst, de dagschool met 325 leerlingen, de leerlingenschool met 185 leerlingen en de school voor volwassenen met 300 leerlin gen. Op de dagschool worden jongens van 12 tot 16 jaar opgeleid, de leer lingen variëren in leeftijd van 16 tot 19 jaar en bij het vakonderwijs nemen 300 havenwerkers aan de cursussen deel. Vijfentwintig lera ren en 8 instructeurs verzorgen het onderwijs, dat onder toezicht staat van de inspectie zeevaartscholen, maar dat toch onder het nijver heidsonderwijs valt. De school staat open voor elkeen waar hij ook vandaan komt. Op dit ogenblik is de school alweer te klein. Vanuit het lager onderwijs en ook van de scholen, die daarop aan sluiten, is een stroom van aanvra gen, een bewijs dat de eerste vruch ten van de mentaliteitsverbetering al worden geplukt. Daarom is men met de plannen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 18