RUDI CARRELLS IDEAAL: f*PJFTWWi fff! jHEINZ RUHMANN OVERWON WINDMOLENS! Vijf jtiar geleden had de l.l.K.O. ..geen voor hem „Mijn show net zo normaal als het dagelijks journaalj „Voor geen geld" Ch Zware strijd tegen eigen typetje J VARA zet microfoon open voor jonge zangtalenten ericht 1 maart 1860 Vrijdag 11 mei 1962 Derde blad no. 30650 Rudi Carrell was nog pas 22 jaar, maar hij had al vier jaar als zelfstandig conferencier achter de rug, toen hij op zekere dag bij de AVRO binnenstapte. Onder zijn arm droeg hij een flinke stapel blocnotes, volgekalkt met gedachten en ideeën over en voor televisieprogramma's. Voor shows, quizes en andere produkties. De jonge artiest was bezeten geraakt van het prille medium. Bezeten van zijn kansen en mogelijkheden. Ontelbare uren had hij aan zijn plannetjes ge merkt in de overtuiging, dat hij een willig oor zou vinden bij deze omroepvereniging, die evenals de andere, steeds het gebrek aan jong talent luidkeels van de daken schreeuwt. Hoe ontgoochelend bleek de werkelijkheid. „Geen tijd", zei de functio naris achter een groot bureau. „Maar mijnheer, allemaal mogelijkheden... Ik heb er da gen en nachten aan gewerkt", sta melde een onthutste Rudi Carrell. „Geen tijd", hield de man achter het bureau vol. Met tranen in de ogen zat de Jeugdige artiest even later in de kantine. Ontmoedigd en verbit terd. Kelner Jan Zijdel kwam naar hem toe. „Mijnheer Carrell", Juichte hij: „Zaterdagavond sta ik in de Weekend Show. Als kunstfluiter". Het was de druppel, die de emmer van teleurstelling deed overlopen. Rudi Carrell hol de naar huis en verbrandde woe dend al zijn aantekeningen. „Maar ik nam me voor om mijn stoepje schoon te houden. Ze zouden op hun knieën nog eens terugkomen. En ze zijn geweest. Niet één keer, wel tienmaal", voegt de nu 27-Jarige artiest er aan toe, als hij deze onprettige herinnering nog eens voor ons op haalt in zijn woning aan de Vun- tuslaan in Oud-Loosdrecht. op de planken te staan. Maar als iedereen nu zegt ..Ik doe het niet", wat komt er dan van de televi sie terecht? Televisie is het mooi ste medium, dat er bestaat. Geen uitvinding van de laatste tyd heeft mij zo getroffen. Ik krijg een brok in mijn keel als ik Henk van der Grift in Moskou zie schaatsen. Dat zoiets mogelijk is! Als wü dan allemaal doen als de groten, die er „neen" tegen zeggen dan kunnen we die prachtige uit vinding wel in een hoek gooien. Dan maken we er net als in En geland een film -jukebox van. Ge zien de houding, die thans inge nomen wordt, heb ik dan ook niet zo veel vertrouwen in de toekomst van de televisie. Spijt Overigens geeft hU grif toe, dat hij. nu spijt heeft van zijn onbe zonnen daad. „Man, als ik die blocnotes nog had, kon ik voor jaren shows maken. De praktijk heeft mij be wezen, dat mijn ideeën toen nog niet zo gek waren. Ik ben ze in wat gewijzigde vorm uiteraard vaak tegengekomen. Maar geluk kig is er onbewust ook bij mU nog wel wat blijven hangen. Af en toe put ik uit die herinnerin gen voor mijn shows". „Eén show per maand, is dat niet veel"?, vragen wij. „Welnee, daar is zelfs te lan ge tijd tussen", is het verrassende antwoord. „Het accent wordt nu veel te zwaar. Ze zeggen een maand lang tegen elkaar: „Wat was die show goed" Of slechtI Zo wordt die steeds beter of slech ter. Eigenlijk moesten we inplaats van eenmaal in de maand een uur, eens in de twee weken een half uur hebben. Die shows moe ten zo normaal worden als het Journaal met uitschieters alleen rond Kerstmis, Pasen en Pinkste ren. Anders is het niet vol te hou den. Je moet voor dit werk toch ergens „mesjokke" zijn. Een beet je gek. Want waarschijnlijk kan ik meer verdienen door iedere avond De journalist, die hij eens had willen worden, is nooit helemaal gestorven in Rudi Carrell. Daarom houdt hij van grapjes op het actuele. Daarom brengt hjj graag nieuws in zijn show. Als het aan hem had gelegen, was de verschijning van Cliff Richard in zjjn laatste pro gramma een verrassing ge weest. Het lekte uit. Jam mer, maar niets aan te doen. Frank Sinatra komt bin nenkort naar Nederland. Een uitzonderlijk wispeltu rig personage, in artistieke kringen gevreesd om zijn humeurigheid. „Ik pieker er over hem een brief te schrijven: „Mijnheer, voor al het geld van de wereld, zou ik u niet in mijn show willen heb ben". Misschien komt hij dan", zegt Rudi Carrell. Maar toch. Ze kankeren hier wel veel, maar de televisie is hier nog niet zo slecht. We hebben hier nog diverse shows op het scherm, zoals je die in het. bui tenland zelden of nooit meer ziet. En dan zegt men ook „De arties ten gaan kapot aan de televisie". Onzin! Wijs rnjj eens een artiest aan die er kapot aan gegaan is. Ben je gek. Tot nu toe zijn ze er alleen nog maar beter van ge worden". One-man-show Rudi Carrell raakt in vuur. Zijn ogen glinsteren in het- lange, smalle gelaat, dat voortdurend van uitdrukking verandert. Hij voert als het ware een one-man- show op. Zijn betoog is doorspekt met dwaze opmerkingen en zotte uitvallen. Hij kan het eenvoudig niet laten. Dat heeft hy nooit ge kund. Deze hebbelijkheid zal de jon geman, die journalist wilde wor den. wel naar het theater gedre ven hebben. Al op de lagere school maakte hij zelf liedjes en voor- drachtjes. Goed, er was veel „ge leend spul" bij, maar er zat toch ook al eigen werk tussen. Nooit heeft hij geleund op zijn vaders naam als artiest. Hij koos meteen zijn eigen weg. Langzaam ver grootte hij zijn reikwijdte. Na to neel: radio. En nu televisie. Als men hem vraagt, wat hij nu precies op het scherm brengt, komt 't. antwoord, rap als steeds: „Een beetje schipperen. Zo tus sen cabaret en revue in. Men kan hier niet alleen cabaret brengen, hoe graag ik het ook zou doen. Je kan het je eenvoudig niet ver oorloven voor tien procent van de kijkers te werken. Vergeet niet, dat je in dit land al dertig pro- Rudi Carrells dochtertje gaat maar wat graag met pappa in de auto mee. cent moet afschrijven voor je be gint. Ze mogen je niet. Of om andere redenen. Daarom ook moet je in dit werk van mensen houden. Je moet voor hen werken. Steeds moet. je jezelf afvragen of zij een leuke avond hebben. Dan heb je het zelf vanzelf ook. Daarom ook moet je eerlijk zijn. Ik heb echt wel eens een slechte bui. Mag dat als artiest soms niet? En moet je dat eigenlijk je publiek niet laten weten"? oqueren Rudi Carrell zit hoog op zijn praatstoel. De woorden vloeien hem over de lippen. „Ik. houd er ook van de men sen te choqueren. Daarom bracht ik toen die doodgravers in mijn show. Als een parodie op al die mensen, die alleen maar in mi neur kunnen zingen en acteren. Bovendien was het iets anders. Ik loop met het plan rond mijn show eens op te bouwen rond eèn In de officiële biografieën staat, dat Otto Falckenberg tegen het einde van de Jaren twintig in de „Münchener Kammerspiele" Heinz Rühmanns komische ta lenten ontdekte. Rühmann zelf ontkent dit. Hij weet precies, waar het gebeur de. Enige tijd eerder in Hanno. ver. Hij weet ook nog precies, hoe het gebeurde. Hij was boos. Hij mocht alleen maar de rol van kelner spelen en dat zinde hem-, niet. Daarom maakte hij de rol belachelijk. Hij wilde laten zien, dat zoiets „beneden zijn waardigheid" was. Dat de acteur, die in 1921 zijn carrière als „verliefde Jon geling" begon in Breslau tot meer in staat was. Het publiek brulde en gierde. De kritiek Ju belde. Men eiste meer. Vla de film kreeg men het. Die maakle vanaf 1930 dankbaar gebruik van zijn simpele ver schijning, van zijn schaapachtig, onschuldig kijken en zijn flir tende manier van doen en spreken. Een typetje werd ge boren. Naast het Moser- en Al- berstype ontstond 't Rühmann. typetje. Film en publiek had den, wat zij wilden. Slechts één man was er niet gelukkig mee: Heinz Rühmann zelf. De seri euze toneelspeler was niet te vreden met de grappen maken, de Rühmann. Voor hem be stond er weer iets. dat „bene den zijn waardigheid" was: de goedkoopheid van zijn succes sen. Jarenlang gevecht Jarenlang vocht de in Essen ge boren Heinz Rühmann tegen zijn eigen type. Tegen de per soon, die garant stond voor da verende lachsalvo's. Tegen de Rühmann, van wie men steeds weer gekkere fratsen verwacht te. Maar het was een gevecht tegen windmolens. En tegen de d. Heinz Rühmann in de ontroerende vertolking van de kapitein van Köpenick. „Want", zo redeneerde de acteur zelf. „Op een dag krijgen ze genoeg van mij". Hij kreeg ge lijk. De tijd kwam, veel vraag meer w: „type-Rühmann". dat er niet is naar het Hij keerde terug naar het toneel, werd re gisseur, filmproducent. Maar zijn maatschappij ging over de kop. Heinz Rühmann was op zijn retour. Hij wist het zelf maar al te goed, maar hij wist nog niet, waar het toe zou lei den. Want enkele Jaren geleden geluk te het Heinz Rühmann te doen, wat hem een groot gedeelte van zijn leven als doel voor ogen had gestaan en waar hij onbe wust toch altijd naar toe had gewerkt: de komiek werd to neelspeler. Hij volbracht deze altijd ongelooflijk moeilijke overgang. De „brokkenpiloot"' van weleer werd nu ,De kapi tein van Köpenick", „De kin derrechter" en „Soldaat Schwejk". Het was niet alleen een volkomen nieuwe Heinz Rühmann. Het was het ware gezicht van deze man de vertol ker van komische karakter rollen Nooit filmster „Hij is nu meer dan een grappe- maker", schreef een criticus. „Hij was eigenlijk nooit een filmster, hij behoort tot de drie of vier beste Duitse toneelspe lers", meende een ander. Dit was een Juist oordeel. Heinz Rühmann, thans 60 jaar oud, heeft uit eigen kracht en vech tend tegen een legertje van hardleerse en betweterige raad. gevers een reusachtige prestatie geleverd. Hij heeft zijn eigen filmverleden en daarmede het typetje-Rühmann laten ver. dwijnen, om in een nieuwe ge daante een tweede carrière te beginnen. Dat het deze serieuze toneelspe ler, die de mensen eens ver maakte met zijn grollen, gelukt is een groot karakterspeler te worden, behoort tot de meest opmerkelijke verschijnselen van de na-oorlogse Duitse film. Stapels post: ..De belasting is ook een vurige bewon deraar van mijn kunsten J feestje, waarop niemand ver schijnt. Dan haal ik voorbijgan gers binnen. Een bedelaar of een dronken man. Als het maar niet gewoon is. En je moet bij zoiets natuurlijk een goede clou hebben. Dan alleen kan je dat doen. Het mooiste is vanzelfsprekend als je die eerst hebt. Maar het kost soms slapeloze nachten eer je zo ver bent. Het ls me ook gebeurd, dat ik kort voor de uitzending nog zonder clou zat. Maar het grappi ge is. dat hij er toch steeds weer komt". Alles zelf „Ja", vertelt hij verder, als wij hem er naar vragen: „Ik maak al mijn teksten zelf. Er zijn in ons land helaas zo weinig goe de tekstschrijvers in mijn genre. Maar daarnaast doe ik zoveel an dere dingen Eimert Kruidhof heeft alleen de cameraregie, anders ben ik overal zelf bij» Tot zelf het en gageren van de artiesten. Ik heb al heel wat gekke figuren ervoor kunnen brengen. We noemen het de „schoremshow". En zo zijn er nog honderden. Ik heb tijdens mijn negenjarige plankenervaring zoveel mensen aan de gang ge zien, die de moeite waard zijn. Vaak hebben ze een nummer van een half uur, waarvan 27 minu ten niet om aan te zien zijn. Maar de rest is crimineel. En die drie minuten heb ik net nodig. Neem The Mounties. Tot voor kort een vrij onbekend beroepsduo in de geest van de Wama's. En nu zijn ze overal gevraagd. Heerlijk. Het is net of je kinderen op de wereld hebt gebracht. Maar dat bezorgt mij natuurlijk massa's post. Met veel aanbiedingen. Zelden wat goeds. „Mijnheer, ik sta, op mijn handen en fluit dan de Marseil- laisse". Of: „Mijn moeder hoorde mij in de keuken zingen en zei: „Jij. hoort in de Rudi Carrell- show". Een enkeling zegt, dat hij „zo leuk gek kan doen". Er was er zelfs één, die schreef „Ik woon in Nunspeet en wil hogerop". Neen. van de brieven moet je het beslist r.iet hebben, al is het nog zo aardig om te zien, dat ze je show waarderen. Dat. merk je trouwens meteen en overal. Als je de dag na de uitzending ge- feteerd wordt, dan hebben ze ple zier gehad, maar oh wee, als ze heel vriendelijk zwijgen. Hoewel ik beslist veel waarde hecht aan de kritieken in de bladen, kan ik daar toch niet alleen op afgaan. Die worden geschreven door één zeer bepaalde groep. En ik moet verder reiken dan alleen die groep". Extraatjes Herhaaldelijk wordt het ge sprek onderbroken door het rin kelen van de telefoon. „Op de eerste dagen na een geslaagde show, word je er stapel gek van. Veelal tieners, die alleen je stem willen horen. Waarom in hemelsnaam? Wat hebben ze er aan? Maar het is ook wel eens iemand anders. Zoals die mijn heer van een groot warenhuis in Eindhoven, die mij na mijn laat ste show in bed in zijn etalage wilde stoppen. Mij niet gezien. Ik had wel een pop met mijn kop er op. En ik heb hem mijn stem ge leend. Zo hield ik er nog een aan kleding van mijn dochtertjes ka mertje van over. Aardige ex traatjes. Een van mijn shows wordt in België op het scherm gezet. Met mijn pantoffels aan verdien ik dan weer de helft. En laatst kreeg ik nog een paar cen ten van de BUMA. Ze hebben een oud liedje van mij. nog eens uitgezonden. Dan merk je ten minste. dat je niet voor niets hebt gewerkt". En maar piekeren over teksten. Het meisje op het schilderij achter hem piekert mee V..J Wij geloven niet, dat Rudi Carrell daarvoor angstig be hoeft te zijn. Hij gelooft het zelf trouwens ook niet. Het blijkt uit zijn zelf verzekerd op treden. Het blijkt ook uit het feit, dat hij langzaam een team aan het opbouwen is, waarmee hij zijn toekomstige shows ivil brengen. Een team mensen, die precies weten, wat ze moeten doen. „Als het moet, kunnen ze alles doen. Behalve moppen leveren. Die moeten van mij komen. Soms komen ze van zelf. Soms worden het nacht merries. Dan kosten ze zeeën van tijd. Trouwens, zo'n hele show vraagt verschrikkelijk veel. Af en toe heb ik enkele dagen geen tijd om te eten Tussen neus en lippen een cro- quetje. Maar goed, dat haal ik daarna wel weer in", zegt Rudi Carrell. Hoorden wij hem niet zeg gen: „Ergens moet je een beet je gek zijn Met de bedoeling om jonge zan gers en zangeressen de weg naar de radiomicrofoon wat gemakke lijker te doen vinden gaat de VARA deze zomer tüd beschik baar stellen voor een aantal spe ciale uitzendingen. Hierin krijgen artiesten, die elders hun verdien sten reeds bewezen hebben, de kans om via een optreden voor de microfoon hun kwaliteiten voor een groter publiek te etaleren. De VARA wijnt er daarbij na drukkelijk op dat het hier niet gaat om amateurs doch om de op zichzelf al beperkte groep van zangers en zangeressen die het métier al hebben beoefend en die daarin ook al iets gepresteerd hebben. Men is tot dit initiatief geko men omdat het tegenwoordig niet zo eenvoudig is tot de radiomicro foon door te dringen. De eisen, die namelijk in deze tijd aan de vo calisten gesteld worden, liggen hoog boven de normen van vroe ger jaren en daarom ook zijn de programmaleiders bij de huidige produktie vaak wel verplicht te werken met geroutineerde mede werkers, die het gespecialiseerde microfoonwrk niet alleen goed maar vooral ook snel kunnen uit voeren. De VARA acht het ge wenst dat jeugdige veelbelovende talenten de kans krijgen het aparte karakter van het radio werk leren verstaan en beheersen. De vocalisten die in de speciale uitzendingen aan bod komen krij gen de stei van het Theateror kest van Jan Corduwener. Het genre van de serie uitzendingen strekt zich uit over een ruim ter rein van de amusementsmuziek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 5