Kersebloesemdansen in de oude
Japanse hoofdstad Kyoto
Kom er
ACHT-er
Winst hangt vaak van
„kleinigheidjes" af
Meerslagen populair
én spectaculair!
j§ m. 'm
Ü3[ JU s
sjrri'
jBTmJÊ
S3
JS
■L
O
'ër
a
n
i
'5*8 M Pf
De geest van Yamato in muziek en clans
M m
Schoonheid, symboliek en traditie
Kom er ACHT-er
|J if
T. m I
m
m Ji
m
Zaterdag 28 april 1962
Pagina 4
(Bijzondere medewerking)
Kyoto, eens de hoofdstad en keizerlijke residentie van Japan,
is nog steeds een der „brandpunten" van het oude Japan, een
godsdienstig, cultureel en traditioneel bolwerk van het Japan
van weleer. Tot Oud-Japan behoort ook de kersebloesem-cultus.
Er zijn weinig plaatsen in Japan, waar men die „cultus" zozeer
kan beleven als in Kyoto. Toen wij eens in april in Kyoto ver
toefden, hebben wij dit kunnen vaststellen. Die cultus culmi
neerde in een voorstelling van „myako-odori", kersebloesem
dansen, die uitmuntten door schoonheid, diepe zin en lieftallig
heid. Zij gaven bovendien de toeschouwer een blik in de Japanse
ziel en stelden hem in staat om de geest van Yamato (Japan)
beter te begrijpen. Terecht schreef de achttiende-eeuwse dichter
Motoori Norinaya:
Als iemand U vraagt over de geest van Yamato,
Toon hem dan, ten antwoord, de bloeiende kerselaars,
Als zij geuren en stralen in de ochtendzon.
Jongemeisjes in donkere kimo-
no zorgen voor de muzikale
begeleiding. Op de voorgrond
danseresjes.
Myako-odori
I ieder jaar komen er veel Ja
panners en vreemdelingen naar
Kyoto om daar de myako-odori
te aanschouwen. En wie zo'n voor
stelling eens heeft gezien, zou er
graag telken jare opnieuw naar
kijken. Het begon met een kopje
thee in een wachtvertrek. Enige
Japanse jongemeisjes schonken de
thee volgens de ingewikkelde en
met symboliek geladen regelen der
thee-ceremonie, een ..ritueel", dat
ook thans nog in behoudende Ja
panse kringen hoog in ere wordt
gehouden. Na de thee werden wij
hoffelijk naar de voor ons gereser
veerde plaats geleid. Het stuk be
gon.
De „titel" luidde „Iru no hi-ogi",
hetgeen ongeveer betekent „Kleurig
geschilderde waaier van cypres-,
hout". Een hi-ogi is een waaier, die
bij sommige officiële plechtigheden
behoorde tot de «protocolair voor
geschreven) uitrusting van promi
nente hofedelen. In de titel lag dus
besloten, dat de voorstelling in we
zen waardig en plechtig was. Het
„stuk" bestond uit een reeks akties
of scènes, die stuk voor stuk appel
leerden aan de patriottische, esthe
tische en godsdienstige gevoelens
der toeschouwers. Als plaats van
handeling had men gekozen Kyoto
en omgeving. De décors stelden voor
of symboliseerden marquant mooie
of belangwekkende plaatsen en ge
bouwen in Kyoto en omgeving. Na
tuurlijk ontbrak het element „Vier
Jaargetijden", dat men in vrijwel
alle myako-odori aantreft, niet.
Het begon met „Denka no asa"
oftewel „Ochtend op de hoe
ve". Het toneel stelde een Ja
pans vertrek voor, ingericht in oude
ridderstijl. Aldus wekte men bij het
publiek de herinnering aan de
roemruchte tijd, toen de feodale he
ren samurai en, vooral, daymio's)
de toon aangaven. De danseresjes,
gestoken in fleurige kimono's, kwa
men van weerszijden uit de Hana-
Michi (met bloemen versierde gan
gen) en verenigde zich midden op
het toneel. Zij droegen waaiers van
wilgetakken en kersebloesem. Zij
dansten prachtig en zowel de Ja
panse als de Westerse bezoekers
waren vol lof over dit begin.
Ook in de volgende akte traden
de danseresjes met bijzondere gra
tie op. Zij heette „Urne no hana"
pruimebloesemHet toneel stelde
voor een lente-tafereel nabij de be
roemde, uit 656 stammende, tempel
Yasaka-jinsha. Alom in Japan is de
pruimebloesem van Yasaka-jinsha
beroemd en inderdaad behoren de
bloeiende pruimebomen in deze
tempeltuin tot de schoonheidsju-
weeltjes van het land. Het is in Ja
pan gewoonte, dat velen in de len
te bezoeken brengen aan plaatsen,
die beroemd zijn cm hun bloesem
pracht en daarom trekt ook Yasa
ka-jinsha ieder voorjaar veel be
zoekers. Kenners zeggen, dat de
pruimebloesem des avonds welrie-
kender is dan overdag, zodat tal
van mensen na zonsondergang van
de pruimebloesem bij Yasaka-
jinsha genieten. Ja, er zijn ook Ja
panse kunstenaars, die bloeiende
pruimebomen bij voorkeur in de
avond afbeelden. De herinnering
V
W.v-.V
irissen kakitsubata) van San-yu-
san-gendo beroemd. Daarom had
men de bloei dezer irissen gekozen
als akte van de myako-odori. Als
de Japanners die bloeiende irissen
zien. zien zij tevens de historie en
de godsdienstige betekenis van die
tempel.
Na dé irissen te hebben aan
schouwd, kwamen wij (op het to
neel) terecht in de kamer van een
eertijds bekend theehuis in de ple-
ziervvijk van Kyoto. Het voornaam
ste deel van het „spel" bestond uit
de opvoering van een dans, de geko
suberashi. Waarschijnlijk beoogde
deze dans een vergelijking te tref
fen tussen de schoonheid van de
kersebloesem en de ijdele praal van
het hofleven. Hoe dit zij, de dan
seresjes waren gestoken in kimono's
zoals de dansmeisjes (maiko's)
vroeger droegen in de theehuizen.
Zij dansten ook in deze scene be
heerst, stijlvol en overtuigend.
Waarom koos men dit motief in
het kader van de Myako-odori? Om
de toeschouwers een beeld te geven
van de inrichting van de „bevol
king" van de vooral vroeger zo ver
maarde Japanse theehuizen.
Japan is rijk aan watervallen en
de Japanners hebben altijd veel be
langstelling voor die watervallen
getoond. Deze belangstelling was in
de myako-odori verwerkt in de
scène, die ,.Kuy&" heette, want
Kuya is de naam van een bekende
waterval bij Kyoto. Veel Japanners
vinden het heerlijk om in de warme
tijd des middags een tijdje door te
brengen bij een klaterende water
val. Ook de Kuya-waterval is daar
om gezocht als plaats van rust en
verkwikking. Hij bevindt zich in
een kloof aan de voet van de berg
Atago. Omdat op de top van deze
berg een bekende aan de vuurgod
gewijde tempel staat, gaan ook veel
pelgrims naar de Kuya-waterval.
In deze Kuya-akte werd er op het
toneel niet gedanst. Een zangeres,
begeleid door een shamisn •snaar
instrument), vertolkte de stemming,
waarin de mensen door een bezoek
aan de waterval plegen te komen.
in het kader van de Myako-odori
de akte „Ohak". Het toneel stelde
voor een landschap in de herfst
bij Ohara.
Niet minder bekend is de ten zui
den van Kyoto gelegen berg Ina-
ryama, die vooral 's winters, als zijn
top met sneeuw is bedekt, vele pel
grims trekt. Op die berg staat na
melijk een in 711 gesticht Shin-
toheiligdom, gewijd aan Uganomi-
tama, de godin van het geluk en
het voedsel. Op het toneel zagen wij
in de naar die berg genoemde scène
een groepje pelgrims op weg naar
de top. Zowel de muzikale begelei
ding als de dansen verleenden aan
deze akte een bijzondere waarde.
De slotakte overtrof alle vorige
in schoonheid. Ze was getiteld „Sa-
kura no hana" (kersebloesem) en
was een ware lentedroom. Het to
neel stelde voor de tuin van de
Heian-jingu tempel, een van Ja
pans beroemdste tempeltuinen. De
ze tempel, gebouwd in 1895 en ge
wijd aan de tegen het eind der
twaalfde eeuw geleefd hebbende
keizer Kwammu (de stichter van
Kyoto), ligt in het Okazaki-park.
De kerselaars van Heian-Jingu zijn
beroemd. Men noemt die tempel
tuinen zelfs Shinèn, hetgeen onge
veer betekent „Goddelijke Tuin".
Samenvatting
aan Yasaka-jinsha's pruimebloe
sem op het toneel wekte bij de Ja
panse toeschouwers het verlangen
om naar Yasaka-jinsha te gaan en
maakte hen (opnieuw) trots op de
schoenheid van hun vaderland.
Wat later zag men op het toneel
de „O-Nari no ma". Dit is een ver
trek in de Boeddhistische tempel
Chion-in, dat dient om hoogge
plaatste personen te ontvangen.
Grootmeesters der Japanse schil
derkunst als Kano Naonobu en Ka
no Nubumasa beschilderden de
wanden.
De tempel Chicn-in is 't hoofdkwar
tier van de Jodo-sektie, gesticht in
1211 door de vrome monnik Honen
Shonin (thans meer bekend als
Enko Daishi, de postume erenaam,
hem in 1697 door de keizer toege
kend». Tijdens deze scène gaven de
danseresjes prachtige dansen ten
beste. Zij droegen bloemenmandjes,
die beschilderd waren met kopieën
van een meesterwerk van de (Chi
nese) kunstenaar Ch'ien Shun-
kung, welk schilderij tot de kost
baarst kunstschatten behoort,
welke in Chion-in worden bewaard.
Irissen, theehuis en
waterval
Kakitsubata („De Irissen") was
de titel van de volgende scène.
Een der merkwaardigste tem
pels in Kyoto is San-vu-san-gendo.
San-yu-san is „drie-en-dertig". De
naam is ontstaan, doordat er tus
sen de voorpilaren 33 opem ruimtes
zijn. De Boeddhisten schatten de
tempel vooral zo hoog. omdat er een
groot beeld van Kwan-non, Avalo-
kiteshvara), gemaakt door de be
roemde beeldhouwer Tankei, in
staat. Rondom dit beeld bevinden
zich beelden van de vier hemelse
koningen, de achtentwintig volge
lingen van Kwan-non, alsmede
een duizendtal kleine Kwan-non-
beelden. Met hun talloze armen
schijnen die beelden de bezoeker
te willen omstrengelen. En inder
daad maakt die wemeling van ar
men een fantastische, misschien
wel een enigszins beangstigende in
druk. Alom in Japan zijn ook de
Een der hoogtepunten de
scène Sakura-no-hana Ker
senbloesemeen beeld van
gratie en lieftalligheid.
Sakura no hana
Beroemd zijn in Japan do herfst
tinten der esdoorns van Oha
ra (een even ten noorden van
Kyoto gelegen plaats)Iedere herfst
weer komen vele Japanners uit alle
oorden des lands naar Ohara om
zich te laven aan de esdoorn
schoonheid en tevens een paar be
roemde tempels in de buurt te be
zoeken. Daarom aanschouwden wij
Onze bridgerubriek
Bridgevraag dezer week:
(Zuid) Sch A H 10 7 2, Ha 7
5 4. Ru A 4. KI 8 5 3.
Noord is gever, niemand
kwetsbaar. viertallenwed.
strijd. Biedverloop: noord 1
klaveren oost doublet
zuid redoublet west pas
noord 2 klaveren oost
doublet zuid past west
2 schoppen noord pas
oost pas zuid doublet
west pas noord pas oost
3 harten wat moet zuid
doen?? Antwoord elders op
deze pagina.
Soms kan een spel slechts
worden gewonnen, als de spe
ler van de kleinste mogelijkhe
den weet te profiteren. Dat de
zuid speler in het onderstaande
spel er niet in slaagde klein
slam te maken och, velen
zouden hier gefaald hebben.
Maar goede speeltechniek had
hulp kunnen brengen als zuid
cén kleinigheidje niet over het
hoofd had gezien.
Sch. A 6 4
Ha. A 10 3
Ru H 4
KI V 10 8 7 4
N
WO
Z
Sch H V 8 7
Ha 6
Ru A V B 8 6 3 2
KI 9
Met noord als gever en niemand
kwetsbaar verliep het bieden:
noord 1 SA oost 2 klaveren
zuid 3 ruiten west 3 harten
noord pas oost 4 harten zuid
4 sansatout west pas noord 5
harten zuid 6 ruiten allen
pasten.
Noords 1 SA-opening (zwak, 13-15
pnt.) was weinig orthodox, doch
niettemin een goed bod met dit
.spel. OW maakten het de tegen
partij danig lastig, doch de zuid
speelster liet zich terecht niet van
haar stuk brengen en eindigde bij
een goed slembod in ruiten.
West speelde hartenboer voor,
noord won. Zuid meende nu te
moeten spelen op het vrijmaken
der klaveren voor het geval de
schoppens slecht zouden zitten. In
slag 2 werd daarom de Ha 3 van
noord ingetroefd in zuid waarna
KI 9 volgde, die west klein bekende
en waarop oost KI Boer maakte.
Oost speelde nu harten na zuid
troefde en zag, dat van het vrij
spelen der klaveren niets kon ko
men. Zuid speelde daarom alle
troeven af, in de hoop dat een der
Antwoord op wekelijkse
bridgevraag:
Het zal duidelijk zijn, dat
west een volkomen waarde
loos spel heeft, misschien wel
slechts klaveren als langste
kleur. Daar oost het ge
dwongen) bod van 2 schop
pen heeft ingelaten, is het
zeker dat oost drie of vier
schoppens bezit; als er een
hartencontract wordt ge
speeld. zal de zuidspeler dus
ook zeker twee, doch vermoe
delijk drie slagen in schop
pen kunnen maken. Zuid
moet nu. ondanks zijn zwakte
in harten, de tegenpartij
niet laten ontsnappen doch
doubleren. In de prr>?ijk
ging dat contract vier down
toost had Sch B 9 5 3. Ha A
H V B 10. Ru V B 10 9
west had drie schoppentjes,
twee hartentjes, drie ruiten-
tjes en vijf kleine klaveren)
doch pngedoubleerd.
Wie in kort bestek zoveel he
terogene dingen moet be
schrijven. kan niet anders
dan fragmentarisch zijn. Waar het
om ging, was, dat wij tijdens de
myako-odori een aantal der mooi
ste en merkwaardigste bijzonder
heden in en nabij Kyoto de revue
zagen passeren. Wij kregen zo nu
en dan een blik op het intieme le
ven der Japanners. Wij gingen
enigszins begrijpen, welke dingen
en krachten hen tot zo fervente
patriotten maken. Wij zagen de
schoonheid van Japan als het ware
door Japanse bril en leerden détails
kennen van de Japanse beschaving,
die ons in het gewone leven waar
schijnlijk niet of pas veel later zou
den zijn opgevallen. Vele waren de
indrukken, die de toeschouwers en
natuurlijk vooral de Westerse toe
schouwers verwerken moesten. De
muziek was vreemd, maar ook
boeiend. De danseresjes waren be
koorlijk, stijlvol en gracieus. De ki
mono's en andere kostuums paar
den smaak aan historische zin. En,
last but not least, het was zeer de
moeite waard om de reacties van
de toeschouwers - Japanners en an
deren gade te slaan. Kortom,
wij hebben, dank zij dat bezoek
aan de Myako-odori schoonheid
kunnen genieten en enig inzicht
verworven in wat dan met een
enigszins retorisch woord genoemd
wordt de ziel van Japan en het
Japanse volk.
Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen
yinden? De juiste oplossing vindt U elders op deze pagina.
Onze damrubriek
tegenstanders schoppen zou af
gooien. Nu was het tegenspel uiterst
eenvoudig west had oorspronke
lijk vier schoppens gehad (met de
Boer», vfjf hartens, twee ruitens en
twee klavertjes: west wist, dat zuid
geen hartens meer had en behoefde
niets anders te doen dan zijn
schoppens vasthouden zodat zuid
één down ging.
Zuid miste een kans die al
zichtbaar werd in de eerste slag.
Toen west met hartenheer uit
kwam, had zuid mogen veronder
stellen dat deze uitkomst wel eens
op Ha H, V. B zou kunnen wijzen.
Een veel betere speelwijze dan het
vrij troeven van klaveren (die oost
geboden had en waarop de kans
dus vrijwel nihil was), was geweest
het spelen op een dwangpositie. Na
hartenaas in slag 1 te hebben ge
maakt, had zuid drie ronden troef
moeten trekken (in noord een kla
vertje weg» en hierna moet zuid
KI 9 spelen die naar oosts KI Boer
gegaan zou ztfn.
Als oost nu harten naspeelt troeft
zuid in en het aanzienlijke ver
schil met de vorige speelwijze, dat
er nu nog de Ha 10 op tafel (noord)
bliift liggen. Zuid speelt nu zijn
troeven verder uit en kan een eind
spel overhouden, waarbij zuid zelf
nog slechts 4 schoppens bezit, ter
wijl noord nog Ru A. 6 met Ha 10
en KI V heeft liggen.
Als u de moeite neemt te analy
seren. dat west in dwang geweest
zou zijn wanneer hij inderdaad alle
hoge hartens plus vier schoppens
bezat maar dat de dwang óók
zou werken als oost de vier schop
pens plus klaverenaas-heer gehad
zou hebben, zult u moeten beamen
dat dit veruit de beste kans was
geweest. Daartoe is dan nodig, dat
men ziet dat de Ha 10 een hoofdrol
gaat spelen.
Het is markant hoezeer be
ginners geïnteresseerd zijn bij
vragen als ,,Gaat meerslag
voor damslag" en Wanneer
men met een schijf kan slaan
en met een dam, gaat de dam
slag in dat geval dan voor".
Het antwoord luidt in beide
gevallen, dat alleen meerslag
beslist; op geen enkele wijze
heeft de dam hier betekenis
dan alleen dat hij doorgaans op
een totaal andere wijze slaat
dan een schijf.
Het rayon dat een dam bestrijkt
kan over het gehele bord lopen,
hoewel zoiets maar zelden zal voor
komen. De waarde van de dam is
gelegen in de „ruimte" die hij be
heerst terwijl zijn slagrecht gelijk
is aan dat van een gewone schijf.
Dat is dan ook de reden dat men
het schaakspel vaak een „monar
chaal" spel noemt en het damspel
een socialistisch. Valt in het
schaakspel de koning dan is het uit
ook al is het bord nog vol stukken.
In het damspel zijn alle aanvan
kelijk gelijk. Het stuk dat zich tot
de damlijn weet op te werken wordt
gekroond, wat zijn „afkomst" ook
is.
Overeenkomst
Een merkwaardige overeenkomst
met de historie zou men zeggen,
omdat het damspel eerst van de
laatste 100 jaar zou zijn en de
eerste presidenten ook. Dat heb
ben wij echter al meer dan eens
bestreden daar blijkt dat de histo
rie van het Nijldal ouder is dan de
culturen in India en Pakistan, en
het damspel in Egypte reeds in de
eerste periode bestond. Wèl waar is,
dat de organisatie en algemene be
oefening van het damspel van veel
later stamt dan bij het schaakspel.
Zulks moet historisch echter als
een wat latere „opleving' 'worden
beschouwd daar het vaststaat dat
veel verder terug in de tijd ook het
damspel bloeitijdperken bezat. Tij
dens de heerschappij van de Romei
nen was het damspel algemeen.
Een spelfase heeft zich in het Ita
liaanse spel vastgezet als „De spel-
gang van de bekeerling" waarvan
het zeker is dat deze betrekking
had op een sterk, tot het Christen
dom bekeerd, dammer die wellicht
reeds speelde in de catacomben aan
de Via Appia.
Naar aanleiding van opmerkin
gen van enige inzenders in de zo
juist gehouden oploswedstrijd betr.
de zg. „Coup de Turk", waarvan
men blijkbaar niet genoeg kan krij
gen, geven wij ditmaal een viertal
standen waarin men deze wending
op diverse manieren bewerkt ziet.
Geen enkele slagwending geeft beter
de meerslagregel aan dan de
slag, die niet geschiedt met het
Turkse kromzwaard, doch werd uit
gevonden door de Franse componist
Turcq. Hij behoort eigenlijk nog
tot het tijdperk van vóór Manoury.
De z.g. „oerstand" van Turcq ziet
men hier weergegeven. Het is ook
de moeite waard eens na te gaan
hoe de andere Fransen en de Hol
lander Scheeres dit onderwerp
vorm gaven.
1. leuning stoel
2. rechterhand jongen
3. raam in huis
4. broek man zit hoger
5. oor aan vaasje
6. neus vrouw
7. punt van schoen vrouw
8. bal ligt meer naar rechts
Vmk wZfo
'm w, 'W
Z: 7, 8. 10, 11, 16, 36, 46.
W: 18, 19, 25, 28, 32, 37. 43, 47 dam.
No. II
RENé ORTIGE
1 2 8 4 5
Z: 2. 4. 7/9, 13, 14, 18. 20, 22. 23,
47 dam.
W: 25. 27. 29/32. 34. 37. 38. 42/44. 46.
No. III
J. SCHEERES
1 2 3 4 5
WA
M
-
m.
m
m
w
Z: 3. 5/9, 12. 17. 18. 40.
W: 15, 21, 23, 24, 27, 29.
38,
No. IV
M. JUVENIS
1 2 8 4
32, 87,
43, 49.
a a
mm m
Z&ZrnlM i
m 3 H
II '"f "V" 1
Z: 3, 6. 8/12, 17.18. 20. 21, 26.
W: 28/30. 32. 37. 41/44. 47. 48. 50.
Voor alle standen geldt: „Wit
speelt en wint".