He 1 GOUDEN SLOEP f LEIDSCH DAGBLAD ZATERDAG 28 APRIL 1962 l et paneel op de adhterkant van de koets beeldt de historie uit. Het laat onder meer beelden van Amsterdam zien, zoals het Paleis op de Dam, de nieuwe Kerk, de scheepvaart op het IJ en op de Amstel en andere sym bolen voor onze rijke historie. Het dak torst een groep beel den, de allegorische voorstellin gen van de vier bedrijven, die ide volkswelvaart schragen. Deze beelden dragen gezamenlijk de kroon, met scepter en Rijks zwaard rustend op een gouden kussen. Deze figuren zijn de handel met staf en leeuw, de arbeid met hamer en salamander |(het symbool van het vuur), de landbouw met korenschoof en sikkel gevolgd door een schaap dat de veeteelt uitbeeldt, en als vierde figuur de scheepvaart met sextant en dolfijn. Deze gebeeldhouwde figuren werden, evenals het overige beeldhouwwerk aan de koets, vervaardigd door Bossche en Crevels. Een aardige bijzonderheid van deze beeldengroep is, dat de koets te hoog is om uit de stal len gereden te worden waarin deze is opgeborgen wanneer zij buiten dienst is. De kroon, die door de vier figuren gedragen wordt, kan eerst buiten de stal len op de wagen geplaats wor den, een zorgvuldig werkje dat ieder jaar op Prinsjesdag ge schieden moet. Op de vier hoeken van de bovenrand van de koets staan kinderfiguurtjes, die de Koninklijke wapens met lauwe ren omkransen, terwijl cheru bijntjes zegelinten vlechten om de Koninklijke initialen boven de portieren. De kroonlijst toont de wapens van de elf provincies, vooraan de iets groter uitgevoer de wapens van Noord-Holland I en Amsterdam. Deze kroonlijst wordt op de hoeken getorst door vier legen darische figuren met in de han den door kronen gedekte lan taarns met elektrische verlichting een zeldzaamheid voor de tijd waarin de koets werd ver vaardigd. Onder de ramen loopt een fries waarin in relief zijn gesym- Bijzonder fraai van verhouding en rust ondanks grote detailrijk dom is de bok van de Gouden Koets met het voorstel van wie len, waarin een rijke symboliek te vinden is. boliseerd de godsdienst, het le ger. het recht de kunst, de wetenschap en de arbeid. Er is als gezegd nog een over vloed van kunstzinnige onder delen, waarvan wij er enkele willen noemen. Scharnieren en deursloten met hond- en uil emblemen als symbolen van trouw en waakzaamheid, kinder figuurtjes die op het voorstel van de karos als het ware vooruit willen vliegen, grimmige leeuwen die als krachtige bewakers het achterste deel van de koets met een ketting afsluiten. Dan zijn er drijvende waterlelies op de uit klapbare treden, die de voor zichtigheid uitbeelden, en zwem vogels die in snelle vlucht de bok schragen. Er zijn hoorns van overvloed, narren die in hun handen de ivoren handvaten klemmen, en men vindt er het kunstzinnig uitgevoerde jaartal 1898, het jaar van de inhuldiging en aanbieding van de Gouden Koets. HET interieur is van een verfijnde schoonheid. Voor de bekleding werden niet minder dan vijftien miljoen steekjes geborduurd door nijvere vrouwenhanden. Op een ivoor kleurig fond vindt men er dartele cherubijntjes. Het plafond is in een aantal vakken verdeeld om zoveel mogelijk vrouwen ge legenheid te geven, aan het ge schenk mee te werken. De banen worden afgesloten door vergul de bogen, die zich in het midden verenigen tot in de lauweren ge vatte initialen van Koningin Wilhelmina, welke initialen worden beschenen door een mat gouden zon. De zijwanden zijn geborduurd met de wapens van de provincies, het Rijkswapen en de wapens van Amsterdam. Het tapijt wil in motieven van tulp. narcis en hyacint het met Nederlandse bloemen bestrooide pad van de Koningin uitdruk ken. DIT sieraad van Nederlandse ambachtskunst, dat helaas door te weinigen in detail kan worden bewonderd, is het pro- dukt van wagenbouwers, hout bewerkers. smeden, schilders, decorateurs, beeldhouwers, handwerkende weesmeisjes, glasblazers, leerlooiers, laken wevers, ivoorsnijders, brons- bewerkers en talloze andere am bachtslieden en vertegenwoordi gers van alle groepen uit het volk. Er zijn grondstoffen in ge bruikt uit alle toenmalige Rijks delen: Javaans djatihout waaruit de koets zelve is gebouwd. Su- matraans ivoor, goud en zilver uit het Verre Oosten, materialen uit de West, Zeeuws vlas, Bra bants leer en grondstoffen uit alle andere Nederlandse provin cies. De buitenlaag van de koets is een bekleding van goud over de houten onderconstructie. Het linker zijpaneel van de Gouden Koets laat een allegorische voorstelling zien, die in onze tijcl als een anachronisme aandoet: de huldiging van de Nederlandse Maagd door de Koloniën. Links staaf de hulde van de Oost. rechts die van de West uitgebeeld, beide voor stellingen met een passend landschapsbeeld op de achtergrond. DE technische uitvoering heeft nog heel wat hoofd brekens gekost. Amsterdam was echter niet voor niets de stad, die wereldberoemd was voor het voortreffelijke koetswerk. De koets moest zo worden ge bouwd, dat de Koningin niet alleen goed zichtbaar zou zijn, maar ook zo dat zij er rechtop in zou kunnen staan. Het paste niet, dat zij gebogen de koets zou moeten betreden en verlaten. Maar anderzijds mocht het rij tuig toch ook weer niet te hoog worden, want het moest vele poorten kunnen passeren, zoals bijvoorbeeld de poort naar het Binnenhof. Ook was een moeilijk punt, dat de koets stapvoets moest kunnen rijden met telkens in houden en weer versnellen van de paarden. Bij een normale con structie en ophanging in een dubbel stel veren zou dit hebben betekend, dat de inzittenden de sensatie zouden ondergaan van varen bij een zware deining. Men kon toch moeilijk de Koningin het gevoel van zeeziekte op dringen bij iedere tocht in de Gouden Koets! En dan was er nog de eis van de Amsterdammers, dat de koets zeer wendbaar zou zijn, korte bochten zou kunnen nemen, want zij wilden .,hun" koets ook door de eigen nauwe binnenstad zien rijden. Het vakmanschap van tallozen heeft geleid tot op lossing van al deze problemen, zodat werkelijk een meesterstuk je op het gebied van koetsbouw tot stand kwam. DE Gouden Koets is een be kende verschijning voor alle Nederlanders geworden in de afgelopen zestig jaar. Niet alleen door de vrijwel jaarlijks terugkerende tocht op Prinsjes dag, maar ook b.v. van het hu welijk van Koningin Wilhelmina in 1901 en het huwelijk van Prinses Juliana in 1937. Twee maal werd een jong Prinsesje in lende menigten. Koningin Wil-i helmina deed haar intrede in de Gouden Koets in de hoofdstad i bij de viering van haar zilveren regeringsjubileum. Op 6 septem- ber 19-18 reed de Gouden Koets Koningin Juliana, Prins Bern- hard en de Prinsessen Beatrix te bij de soberheid, die herrijzend Nederland moest betrachten na de jaren van beproeving, rouw en verarming. De inhuldigings plechtigheid in Amsterdam in 1948 betekende de terugkeer van de Gouden Koets bij Ko ninklijke plechtigheden. Het is slechts enkelen vergund geweest, een blik te slaan in het interieur van de Gouden Koets. Tijdens plechtigheden is de aan dacht van de duizenden die de koets aanschouwen hoofdzakelijk gericht op de inzittenden, terwijl bovendien het interieur bij ge sloten deuren niet duidelijk ivaarneembaar is. de koets naar de doopplechtig heid gereden: Prinses Juliana in 1909 en Prinses Beatrix in 1938. Bij de herdenking van de dag waarop zij vijftig jaar geleden staatsburgeres werd reed Konin gin-Moeder Emma door de jube- en Irene door Amsterdam op de dag van de inhuldiging. De eerste jaren na de be vrijding werd de Gouden Koets niet gebruikt op Prinsjesdag, aangezien Koningin Wilhelmina deze luister niet passende acht- IN de bezettingsjaren heeft de Gouden Koets ongebruikt in de Koninklijke stallen gestaan, waar zij in 1945 tot aller ver wondering en vreugde geheel ongeschonden werd aangetrof fen. De Gouden Koets, de tastbare herinnering aan het sprookje van 1937, bleef bewaard terwijl zo onvoorstelbaar veel verloren ging. De ontelbare duizenden, die een kwart eeuw geleden het vorstelijk bruidspaar in deze rijdende droom voorbij zagen trekken, hebben ook toen ge weten dat sprookjes niet louter rozegeur en maneschijn plegen te zijn. Men voelde, wat onver mijdelijk komen moest. Achteraf kunnen wij slechts dankbaar zijn. dat het Prinselijk Paar eni ge jaren van menselijk geluk be schoren waren aleer de loop der gebeurtenissen de wereld teis terde als nooit tevoren, volken noch vorstenhuizen sparend. Dankbaar ook voor de wijze, waarop Oranje en Nederland na een scheiding elkaar in hechtere verbondenheid dan ooit her vonden. Dankbaar voor de wijze, waarop ons thans jubilerend Een vrij recente foto van het Koninklijk Paar, dat in de ko mende dagen het zilveren huwe- lijksfeest viert. Koninklijk Paar een dikwijls zeer moeilijke persoonlijke gezinstaak wist te combineren met de voor treffelijke uitvoering van een welhaast onmenselijk zware Koninklijke taak. Want die taak is er niet makkelijker op ge worden nu naast geërfde majes teit ook de persoonlijke ver diensten zijn gaan meespreken in de waarde van het Koningschap. Waarschijnlijk zal de Q Gouden Koets niet gebruikt Y> worden bij de viering van het zilveren huwelijk. Wel zullen de Koningin en de 1 Prins door Amsterdam va- b ren met de ..Gouden Koets van het water", de Ko- ningssloep. I Ook deze sloep toont een q I rijkdom aan sierlijk beeld- j I bouwwerk in mat gouden g tinten op de boorden en de j sierlijke voorsteven. De adelborsten, aan wie 1 ij de eer te beurt valt het Ko- ninklijk Paar te roeien, heb ben bepaald geen gemakke lijke taak voor zich. Er be hoort volgens protocol met een zeer speciale slag ge roeid te worden met korte rustpozen tussen de slagen. l( Een bijzondere moeilijk- heid is. dat de roeiers niet mogen strijken terwijl zich vorstelijke personen aan boord bevinden, dus niet in tegengestelde richting mo gen roeien om te manoeu vreren of vaart te verminde ren. De snelheid van de boot moet zo geregeld wor den. dat deze bij de aanleg plaats vrijwel stilligt zonder af te remmen. Slechts dan kan de sloep met haken x worden stilgelegd en daarna ft gemeerd. De Koningssloep, die ge- woonlijk in Den Helder ligtl 2 werd in 1818 gebouwd. WANNEER in intieme kring door de Konink lijke Familie het jubileum van dit huwelijk zal worden her dacht, dan zal voor tallozen in den lande, die liefde koesteren voor dit Oranjehuis, voor Ko ningin en Prins, voor Prinses Wilhelmina en voor de vier Prinsessen van de jongste Oran jegeneratie. die droom, dat gou den sprookje van 1937 herleven, waarvan de Gouden Koets ge zien kan worden als een sym bool. dat deze kwart eeuw over spande, een periode waarin zo veel in de wereld verloren ging. Een zilveren echo van een gouden droom. Er was eens En mogen zij nog lang en ge lukkig leven!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 16