I Opgericht 1 maart 1860 Zaterdag 28 april 1962 Vierde blad no. 30640 eren echo van een Talloze dierfiguren, planten-1 motieven, emblemen en attribu ten uit de oudheid en legendes J en symbolen van arbeid en men- j seliijke activiteiten werden er in I verwerkt. Het is niet doenlijk. j tot in alle details de symbolische betekenis van deze rijkdom aan j versieringen te vermelden. Wij i zullen ons tot enkele voorbeel den moeten beperken. De op de naven der wielen aangebrachte zonnen beelden het mild schijnende Koningschap uit, waaruit de gouden spaken als schitterende stralen naar alle zijden uitschieten. Zij worden opgevangen door de velgen, die Telkens wanneer de Gouden Koets dienst moet doen, moet de kroon, die dit rijdend juweeltje van ambaclitskunst op de top siert, opnieuw worden bevestigd op de beeldengroep op het dak van de koets. i het firmament met de tekens J van de dierenriem verbeelden. Op deze wijze wordt de gehele koets, die Nederland in talloze facetten uitbeeldt. gedragen door het Koningschap. DE vier kanten van de koets zelve tonen panelen met schilderingen van prof. N. van der Waay, hoogleraar aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Het paneel aan de voorzijde symboliseert de toe komst. Een zeer leerzaam pa neel wanneer wij deze symbo liek ruim zestig jaar later nog eens analyseren. De rechter helft van het paneel wil de wens tot uitdrukking brengen van onder wijs ten bate van het gehele volk. Indertijd was dit nog een droom, een onvoorstelbaar ideaal. In de loop der decennia is het echter verwezenlijkt, zo zeer zelfs dat we ons afvragen, of wij allemaal niet teveel weten en kunnen, vooral technisch kunnen, waardoor het gevaar ontstaat dat wij onze eigen ver- De Gouden Koets als sprook jes-bruidkoets. Deze foto werd ra 1937 gemaakt voor het raadhuis van de residentie bij het huwelijk van Prinses Juliana en Prins Bernhard. Rechts van het mid den op de achtergrond het bruidspaar bij het verlaten van het raadhuis. mogens niet meer de baas zijn. Wellicht dat in de tegenwoor dige tijd deze plaats op het voorpaneel van de Gouden Koets gereserveerd zou zijn voor de vrede Maar dat is weer een van die weinig sprookjes achtige zaken tussen het ,,er was eens" en ..zij leefden lang en gelukkig", waarover we het deze keer maar niet te nadruk kelijk zullen hebben. Het linker gedeelte van het voorpaneel stelt de rechten voor van allen, die hulp behoeven: een gekwetste arbeider, een blinde grijsaard, een weduwe en wezen. Ook deze toekomst droom is in werkelijkheid over gegaan, vooral in de periode welke omspannen wordt door het thans zilveren huwelijk: ouderdomspensioenen, ziektever zekeringen, ongevallenwetten, werkloosheidswetten en talloze j andere sociale voorzieningen kregen in de laatste kwart eeuw j hun beslag. De twee zijpanelen stellen de hulde van Nederland aan de rechterzijde en de hulde van de koloniën aan de linkerzijde voor. In de Nederlandse hulde zien wij in het midden een vrouwen figuur op een troonzetel, waar door de eenheid van Oranje en Nederland wordt gesymboli seerd. Deze figuur wordt om ringd door de vrede, het onder wijs. de handel, de nijverheid en de veeteelt aan de ene zijde, aan de andere kant de muziek, de dichtkunst, de wetenschap en de beeldende kunst, terwijl dit paneel geheel links het recht toont, geleid door de wijsheid en geschraagd door het leger, de tucht en de orde. Koloniale hulde doet in deze tijd heel sterk als een anachronisme aan: een echo van de grote veranderingen, die zich in de laatste halve eeuw in de wereld hebben voltrokken, waar van de meest abrupte en pijn lijke, door de historie afgedwon gen verandering plaats vond onder het bewind van Koningin Juliana. Op dit paneel troont de Nederlandse Maagd in het cen trum, aan weerszijden geflan keerd door zonen en dochters van het Koninkrijk overzee die hun gaven aandragen. Rechts een vergezicht op het nu voor malige Nederlands Oost Indië, links op de achtergrond een beeld van de West. DE Gouden Koets is een ge schenk van ons volk, in het I bijzonder van Amsterdam, aan Koningin Wilhelmina geweest. Zij had echter nadrukkelijk ge- j zegd, geen geschenken te willen aanvaarden bij haar inhuldi- j ging. Min of meer was dit in de geest van latere nationale geschenken, die het Koninklijk Huis niet wilde aanvaarden voor zichzelve maar alleen voor de Nederlandse gemeenschap: daaraan herinneren de Emma- bloem-acties ten bate van de tbc-bestrijding, het Koningin Wilhelmina Fonds voor de Kan kerbestrijding, het Prinses Bea- trixfonds voor de poliobestrij- ding, en laatstelijk of zelfs nog toekomstig de inrichting van jeugdcentra uit de nationale in zameling ter geiegenheid van het thans te vieren zilveren huwelijksfeest. Koningin Wilhelmina heeft niettemin de Gouden Koets als geschenk geaccepteerd omdat haar gebleken was, dat' mogelijk gevoelens van werkelijke aan hankelijkheid en vreugde ge kwetst zouden kunnen worden, wanneer voor dit geschenk geen uitzondering werd gemaakt. Maar dan moest het een uit zondering met een compromis worden. Koningin Wilhelmina heeft de Gouden Koets eerst aanvaard op de dag na haar inhuldiging, op 7 september 1898. Koningin Juliana was daardoor de eerste Vorstin, die op de dag van haar inhuldiging zelve in dit kunstzinnig juweel aan de zijde van Prins Bern hard en in tegenwoordigheid van de Prinsessen Beatrix en Irene een glorieuze tocht door Amsterdam maakte. Het initiatief voor de aanbie ding van deze koets was uitge gaan van een klein groepje men sen uit een eenvoudige Amster damse buurt, de Kring van Oranjevrienden. Het daar ge lanceerde denkbeeld vond al spoedig in brede kring grote bijval. In die jaren tegen het einde van de vorige eeuw waren auto's nog zeldzame verschijningen op de wegen en zij toonden, on danks hun uitbeelding van de moderne tijd en de toekomst, nog niets koninklijk-statigs in hun uiterlijk. Het was toen in derdaad ondenkbaar, dat een Het rechter zij-paneel van de Gouden Koets, dat de hulde van Nederland aan het Vorstenhuis en de verbondenheid tussen Oranje en Nederland ivil uitbeelden. De Nederland.se Maagd, in het midden gezeten op een troon, wordt omringd door figuren die de grondslagen van onze samenleving, welvaart en idealen symboliseren. De schil dering is van de hand van prof. N. v. d. Waay, indertijd hoogleraar aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Koningin zich zou vermeten, in een auto te gaan rijden. Niet voor eigen genoegen, maar ze ker niet bij officiële plechtig heden. HET staatsierijtuig was het vervoermiddel bij uitne mendheid voor vorstelijke per sonen. In Nederland beschikte men nog niet over een speciaal rijtuig van deze aard, elders werd het reeds wel gevonden. Bijvoorbeeld de in Nederland vervaardigde glazen koets van Koningin Elizabeth van En geland, de bijzonder fraaie ka ros van Katharina II van Rus land. De Tsaren van Rusland bezaten vele prachtige koetsen, ingelegd met diamanten en an dere edelstenen, Karei X van Frankrijk bezat een koets die niet minder dan een half mil joen gulden had gekost, in die tijd een fabelachtig bedrag. In 1897 liet de Franse regering de Russische keizer bij diens be zoek in een koets rondrijden die zo prachtig was, dat zij daarna niet meer is gebruikt maar slechts in een museum te bewon deren viel. De Gouden Koets moest ook een droom worden zoals deze beroemde rijtuigen elders. Toen zij uiteindelijk door offerbereid- I heid van velen en de vaardig- j heid van talloze ambachtslieden tot stand was gekomen, bleek het een zeer kunstzinnige schep-1 ping te zijn, die ondanks een i profusie van kleuren, figuren en symbolen een evenwichtige in druk maakte. De indruk van een sprookje, dat ook in onze tijd, waarin de stijl van de Gouden Koets niet meer gekozen, zou worden, niet in chroom, staal en plastic is uit te beelden. DE koets werd gebouwd in Hollandse renaissancestijl. Er werd naar gestreefd elk on derdeel een eigen gedachte te laten uitdrukken, passend in het geheel, een harmonie dus in een veelheid van duidelijk spreken de symbolen. De koets moest een allegorische voorstelling worden van het Nederlandse volk en zijn geschiedenis en van de gevoelens die de gemeen schap ons Vorstenhuis en de jonge Koningin toedroeg. TJ UIM een kwart eeuw geleden reed de Gouden e Koets met Prinses Juliana en Prins Bernhard door juichende menigten als een sprookje, een werkelijk- 9; heid geworden droom. Een gouden droom, die ons volk in vervoering >1 bracht, een sprookje dat even de werkelijkheid deed vergeten. Die werkelijkheid was een wereld, waarin velen 33 oplettend om zich heen zagen om de schoonheid- i ondanks-alles te ondergaan en in de herinnering vast 'J te leggen. Een wereld waarover de dreiging lag van een alles ook die schoonheid verwoestend ge- n weid. Een wereld als die van vandaag, waarin ouders zich vertwijfeld afvragen wat het lot van hun kinderen, zelfs van de kinderen der mensheid zal zijn. a In die wereld het sprookje van twee Konings kinderen in een Gouden Koets. I v) C PROOKJES zijn echter niet louter rozegeur en maneschijn. Tussen het dromerige ,,er was eens" d en het uitbundige ,,zij leefden nog lang en gelukkig" plegen sprookjes meer spookachtig en minder sprook jesachtig te zijn dan hun benaming wil doen geloven. Wij vinden er meestal al het boosaardige en ongeluk kige in terug, wat de menselijke geest weet te beden ken en uit te voeren. IT geldt niet alleen voor de sprook jes der verbeelding, maar even zeer voor die van de werkelijkheid. Koningin Juliana en Prins Bernhard, die in de komende dagen hun zilveren huwelijk vieren, hebben dit ervaren in een leven vol hardheid, vol beproe ving en vol teleurstelling naast veel geluk, liefde en voldoening. Aan de vooravond van de eigenlijke jubileumdatum in begin januari waren wij in de geie genheid, enkele gedachten naar voren te brengen juist op dit menselijke gebied, deze realiteit van droom en sprookje. Wij willen thans niet vervallen in soortge lijke beschouwingen, die veelal niet harmoniëren met een viering, noch andermaal de paden der historie van het Oranjehuis te volgen. Als zilveren echo van de gouden droom van vijfen twintig jaar geleden willen wij U iets vertellen over de sprookjeskoets waarmee het stralende jonge paar ter bruiloft reed, de Gouden Koets die de achter ons lig gende bewogen kwart eeuw ongeschonden doorstond en daarmee tot symbool is geworden van het droom beeld van 1937 en dit droombeeld, dit sprookje tot in onze dagen tastbaar bewaart. Is er veel meer in de wereld van vandaag, dat een tast bare herinnering vormt aan die 7e januari in 1937?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 15