ZOEKLICHT
postwagen:
VECHTEN OM EN RENNEN
MET PANNEKOEKEN
C Moderne
T
De
De
D
OP ENGELSE VASTENAVOND
Indertijd per
mens lacht om vroegere snelheid j
WOORD
VAN
BEZINNING
m NIEUW LICHT
DE HA AG SC
Zaterdag 10 maart 1962
Pagina 1
Het spreekt vanzelf, dat een
zuinige huisvrouw onder geen
beding goede eieren en boter
in de vuilnisbak gooit. Daar
om eet men in Engeland op
vastenavond nog in veel
plaatsen eierpannekoeken.
■D
in de Londense Westminster School
Pannekoekengevecht
„Pannekoeken-dlnsdag" noemt men in Engeland de dag, vóór
het begin van de vasten (6 maart). Hoe is die benaming ont
staan? Het antwoord op deze vraag is te vinden in de Middel
eeuwen. Uit dat verre verleden stamt namelijk niet slechts de
naam: „pannekoeken-dinsdag", maar ook het wijd en zijd in
Engeland bestaande gebruik om op die dinsdag pannekoeken te
eten. Twee factoren liggen ten grondslag aan dat gebruik: de
gestrengheid van de Kerk, en de zuinigheid van de middeleeuwse
huisvrouwen.
In de Middeleeuwen waren de
vastenvoorschriften zeer streng en
wat meer zegt lette de Kerk
zeer scherp op de naleving van die
voorschrift-en. Boter en eieren be
hoorden tot de etenswaren, die geen
christen in de vastentijd mocht ver
orberen. Het behoeft wel geen be
toog. dat de Engelse huisvrouwen
er niet aan dachten om de eieren
en de boter, die zij aan de voor
avond van de vasten ïr» huis had
den, op de vuilnisbelt of de mest
hoop te gooien.
De oplossing van het vraagstuk
was eenvoudig. Men vermengde de
overgebleven eieren en boter met
melk, bloem en een beetje water.
Dit roerde men tot men een goed
beslag had. En uit dit beslag maak
te men bijzonder smakelijke panne
koeken. Het gebruik wilde, dat men
de pannekoeken niet met een mes
mocht keren, doen ze omhoog moest
gooien en dan weer opvangen in de
pan.
In onze tijd zijn de vastenvoor
schriften heel wat minder streng
dan in de Middeleeuwen en mis
schien worden ze bovendien nog
minder in acht genomen dan toen.
Maar het gebruik van pannekoeken
bakken en eten heeft zich in Enge
land hardnekkig gehandhaafd. Op
twee plaatsen in Londen en Ol-
ney (Buckinghamshire) kan men
op vastenavond („Shrove Tuesday"
zeggen de Engelsen) nog middel
eeuwse gebruiken in optima forma
zien. In Londen is dat een „panne
koekengevecht". in Olney een pan
nekoeken-wedloop.
Westminster School
Het jaarlijkse „pannekoeken-ge-
vecht" in de beroemde Londense
Westminster School is een gebeur
tenis van belang. Op de ochtend
vóór hét begin van de vasten ko
men alle leerlingen samen in de
grote zaal. Iedere klas wijst een
vertegenwoordiger of „vechter" aan.
De „vechters" stellen zich ver
volgens in een rij op.
Is dit gebeurd, dan verschijnen
in plechtige optocht en gestoken in
officiële kledij de pedel met de
scepter van de school, de kok met-
witte muts en wit schort, de deken
van Westminster, de koster en de
directeur van de school. De kok
draagt plechtig een pannekoek in
een pan. De directeur stelt de leer
lingen onder doodse stilte in kennis
van de aanwezigheid van kok en
pannekoek. Vervolgens geeft hij de
kok een teken, waarop deze de pan
nekoek over zijn schouder in de
zaal gooit.
weegt hij de verschillende stukken
af en zo kan men dan de winnaar
aanwijzen. Intussen, niet slechts de
winnaar wordt beloond, ook de kok
vaart niet slecht by dat vijf eeuwen
oude „pannekoeken-gevecht".
Wedloop
In de loop der tijden is het vas-
t-enavond-pannekoekenfestijn op
veel plaatsen in Engeland in on
bruik geraakt. Echter niet in Olney.
Daar organiseert men nog ieder
jaaro p vastenavond een alleramu
santste wedloop voor huisvrouwen.
Het traject is de weg van bet
marktplein naar de kerk van St.-
Pieter en St.-Paul. Als op de dag
Hllllllllllllllllllllllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
OP DE BOEKENMARKT
In zeven uur
van Den Haag
naar Amsterdam
(Speciale berichtgeving)
BEGIN april a.s. zal het 300 jaar geleden zijn dat er een
vaste dienst met postwagens werd ingesteld tussen Amster
dam en Den Haag.
De postkoets, zo'n hoog vehikel met twee of meer viervoeters
ervoor, is uiteraard onze lezers voldoende bekend van plaatjei
uit een of ander geschiedenisboek. Als vervoermiddel werd zij
vooral na het einde van de 80-jarige oorlog door het steeds
toenemende handelsverkeer, meer en meer gebruikt. Voor het
echter zover was, moesten er nog heel wat problemen worden
opgelost.
meldt dat de wagen alle dagen reed
behalve op zon. en feestdagen,
„wanneer noit een ordinaire post
wagen 's morgens rijd".
Tarieven
Zo normaal het versturen van
een brief tegenwoordig is, zo'n
bijzondere gebeurtenis was dat
(heel) vroeger in de tijd van de
kruistochten, zo'n 900 jaar geleden,
werden er in beperkte mate wel
eens brieven geschreven door
hooggeplaatste personen, die in de
gelegenheid waren geweest de
schrijfkunst machtig te worden en
wilden informeren hoe hun familie
leden of kennissen het maakten of
een gewichtige boodschap wilden
verzenden.
Zo'n document werd dan aan
een toevallig voorbijkomende rei
ziger meegegeven, of werd verzon
den per eigen bode.
Trekschuit ivas
geen genoegen
Toen er op den duur een steeds
grotere vervoersbehoefte ont
stond, werd allereerst het ver
voer te water uitgebreid, om een
zo geregeld mogelijke verbinding tot
stand te brengen. De vele waterwe
gen in ons land leenden zich daar
uitstekend voor. De trekschuit werd
dus populair. Dat men per schip
overigens niet altijd voor zijn ge
noegen reisde, kan men opmaken
uit brieven van een Leids student,
die schreef als passagier van een
dergelijk vervoermiddel verscheide
ne malen in levensgevaar te hebben
verkeerd.
Na zyn laatste ervaring berichtte
hij zijn zuster: „lek sal m(j altijd
wel wachten op een ander tijt in
sulcken stormenden tegenwind 't
seyl te gaen. Liever hadde ick te
lande een pondt groot te verrijden".
En deze student zal waarschijnlijk
niet de enige zijn geweest die klach
ten had over dat vervoer te water.
Omdat het bovendien meestal te
veel tijd in beslag nam, werd er
omgekeken naar een snellere gere
gelde verbinding. Uit de bus kwam
een bodedienst te paard, voor het
eerst in 1659 tussen Amsterdam en
Den Haag. Voor het transport van
passagiers had men daar echter
niets aan.
Haagse post, of
san vega rde t vagen
Raeds in 1660 richtte daarom
een zekere Jacob Quack tot
de Amsterdamse magistraat
het verzoek uit Rotterdam een
postwagendienst te mogen instellen.
Hij had zijn plan smakelijk opge
diend door het in verband te bren
gen met de aanvoer, doormiddel
van zijn „snelle wagens", van verse
vis, vooral zalm. op de Amster
damse markt. Maar al wisten de
heren aan de Amstel dit laatste on
getwijfeld te waarderen, voor zijn
postdienst voelden zij niets.
Ook tegenover plannen uit Den
Haag namen zij aanvankelijk een
niet bepaald aanmoedigende hou
ding aan.
En dat Amsterdam er uiteindelijk
in toestemde een vaste dienst te
openen, zal wel het gevolg zijn ge
weest van hoge tussenkomst. Zo
schreef de bekende postmeester en
baljuw van 's-Gravenhage, Quintin
de Veer, op 5 april 1662 aan Johan
de Wit-t, die toen te Amsterdam bij
zijn zwager logeerde, het volgende:
„Doen ick voor de laeste mael
nevens d'heer borgemeester Van der
Houve tot Amsterdam ben geweest,
heeft de heer Van Polsbroeck ende
d'andere borgemeesteren mij vaste
toesegginge gedaen, dat bij haer
edt. zo haest de borgemeester Hooft
van de dachvaert te buys quam,
de saecke van de jachtwagens tus
sen Amsterdam ende Den Haag
soude afgedaen werden tot conten-
tement ende aen monsieur bisdom
mer, onsen gecommitteerde, acte
verleent, omme oock van Amster
dam reysende luyden met de jacht
wagens te mogen voeren".
Hij vroeg toen dit te bevorderen.
Als „premie"
e Raadpensionaris schijnt toen
aan De Veer's verzoek te heb
ben voldaan. Opmerkelijk is
althans, dat de Amsterdamse ma
gistraat de volgende dag reeds, 6
april 1662, bij resolutie gedoogde,
dat „Als preuve" gedurende zes
maanden een zodanige dienst kon
worden ingesteld „tusschen dese
stadt ende Den Haeghe in manie
ren, dat alle morgens ten vijff
uyren van dese stadt ende Den
Haeghe respective een postwaegen
soude afrijden, de welcke des nae-
middachs ten drie uyren souden
wederom keeren, ende volghens see-
cker reglement daer toe te stellen".
Met de leiding werd belast de
oud-wethouder van Zevenbergen,
die als postmeester van Dordrecht
en Breda en later als leidinggeven
de in de bodedienst Amsterdam-
Den Haag al veel ervaring in der
gelijke diensten had opgedaan,
Hendrick Jacobsz. van der Heyden.
Hij kreeg een aanstelling voor zes
maanden, op provisiebasis. Een ge
schiedenisboek van plus minus 1700
ussen 30 juli en 1 september
was er geen vroegdienst we
gen „de groote vakantie voor
den Hove van Holland".
Het tarief bedroeg 4 gulden en
drie stuivers per persoon. Precies 92
jaar na de oprichting in 1662, werd
er voor het „ryden der postwagens
tussen Amsterdam op 's-Graven
hage" een uitvoerige regeling ge
troffen. Iedere dag gingen er vice-
versa twee wagens, ook wanneer
slechts één passagier meewilde.
Voor de „wagen met lederen klap
pen" bleven de prijzen gelijk. In
dien een wagen met zij glazen reed,
bedroeg de prijs vier gulden en
vijf stuivers. Men ziec, ook daar
had het klassensysteem dus zijn
intrede reeds gedaan. De wagens
mochten niet langer dan zeven uur
onderweg zijn. Daar de postwagen
„niet diende om pakjes, maar om
passagiers ten spoedigste over te
voeren", konden er slechts op be
paalde Dlaatsen pakjes besteld wor
den.
Route over
Haarlem
route van deze wagens liep
over Haarlem. De preciese
weg, welke de wagens gevolgd
moeten hebben, is vermoedelijk die
(vanuit Den Haag gezien) over
Huis ten Deyl, Haagsche Schouw,
Duivenvlucht, Sassenheim, Lisse,
Hillegom, Berkenrode, Haarlem en
Huis te Vere geweest. De kosten
werden berekend naar gelang de
afstand. Bij de zogenaamde „post
huizen" (waarschijnlijk in Duiven
vlucht en Heemstede) werden de
paarden verwisseld en konden de
reizigers hun stoffige kleren reini
gen en zich verfrissen. In Heemste
de gebeurde dit waarschijnlijk in
„De dorstige kuyl", tegenover het
huidige landgoed Berkenrode. In
latere tijden is deze „neringryke
herberg' 'afgebroken.
De moderne Nederlander zal voor
deze „snelle" verbinding slechts een
schamper lachje kunnen opbrengen,
zeven uur onderweg van Den Haag
naar Amsterdam!
Toch blijft bet de vraag, of de
mensen in die tijd minder gelukkig
zullen zün geweest dan wij, in onze
jachtige wereld van het-steeds-
maar-sneller-proberen-te-doen.
Een afbeelding van de Haag
sche post- of sauvegardewagen
naar een bewaard gebleven
gevelsteen in perceel Singel 7-i
te Amsterdam
(Foto PTT)
De pannekoekenrctce in Olney
is een zeer spectaculaire ge
beurtenis.
Dan begint het spektakel. Als
een horde wilden storten de „vech
ters" zich op de pannekoek met het
doel, een zo groot mogelijk stuk te
bemachtigen. Het is een „free fight
for all", dat echter slechts kort
duurt, want na twee minuten geeft
de directeur het sein om te stoppen.
De jongens staan dan op en tonen
de stukken pannekoek die zij ver
overden. Wie het grootste stuk
heeft, wordt tot winnaar geprocla
meerd en krijgt een guinea (circa
elf gulden) als prijs.
Het is lang niet altijd mogelijk
om op het oog uit te maken, welk
stuk het grootst is. Dan gaat- de kok
naar de keuken om zijn weegschaal
te halen. Onder ademloze spanning
vóór het begin van de vasten 's och
tends de kerkklokken beginnen te
luiden, verzamelen de deelneem
sters zich op het marktplein. Ze
hebben allemaal een braadpan
met een gloeiendhete pannekoek er
in. Op een teken van de organisa
tor rennen de vrouwen naar de
kerk. Zij moeten de par. in de hand
houden en de pannekoek onderweg
minstens driemaal in de lucht wer
pen en weer opvangen. In de kerk
wordt vervolgens een korte dienst
gehouden en na afloop geeft de do
minee zijn zegen en de koster een
zoen aan de winnende huisvrouw.
De pannekoeken, die de wedloop
overleven (er sneuvelen er natuur
lijk wel enige!) krijgen de klokken
luiders cadeau als vastenavondge
schenk.
De „pannekoeken-wedloop" in Ol
ney werd voor het eerst gehouden
in 1445 en is dus als gebruik meer
dan vijf eeuwen oud. De toeschou
wers amuseren zich steeds uitste-
EZE keer spreken wij met
elkaar over Mattheus. de
schrijver van het Evange
lieverhaal dat vooraan in het
Nieuwe Testament is opgeno
men.
Dat zijn Evangeliebeschrij
ving voorop is geplaatst, niet
door ons maar door christenen
van eeuwen geleden, is waar
schijnlijk te danken aan de
apostelnaam: Mattheus. Jezus,
zo wordt verteld, heeft onder
Zijn twaalf naaste volgelingen,
ook een voormalige tollenaar op
genomen. U weet, een tollenaar
was in die tijd een ambtenaar,
die van Romeinse overheersers
tegen betaling van een bepaalde
som geld het recht verkreeg om
tol en accijns te heffen. Deze
mensen werden door de joden
met de nek aangekeken, vooral
wanneer zij, zoals Mattheus,
joodse ouders hadden. Gods-
leiding van het persoonlijk
stempel van ieder Evangelieboek
hebben gezegd: Ieder mens mag
zichzelf blijven tegenover God.
Voor u en mij gelden misschien
op geheel ander terrein bepaalde
eisen, die ons bijzonder moeilijk
vallen om na te komen. Laat
niemand tegenover Jezus op
welke manier ook verontschuldi
gingen maken maar zich nauw
keurig afvragen: wat moet ik
zelf doen?
Nu is het wel de vraag of ons
Mattheus-evangelie regelrecht
van de apostel Mattheus af
komstig is. Deskundigen menen
Wilfred Fienbergh. „Voor
Johnnie geen liefde". (Ver
taling uit het Engels). Zuid-
Hollar.dsche L'itge versmij.
Den Haag. z.j.
Politiek en liefde dat moet
botsen, althans in een roman.
Jbhnnie Byrne is een En
gelse Labourafgevaardigde, die doet
wat hij kan op het gebied van re
clame om zijn kiezerstal op te voe
ren en een ministersplaats te ver
overen. De man is tweeënveertig
wat nog jong voor de moeilijke
leeftijd maar desniettemin loopt
het mis met hem. Voor de eerste
maal is hij zijn geheelonthouders
belofte ontrouw. Hij is gehuwd met
de zondagsschoolvriendin uit zijn
prille jaren, Alice, die hem altijd
min of meer overheerst heeft,
maar „hem nooit behoorlijk ge
kust". Alice is zelf een politieke
figuur. Geen wonder dus, dat het
aanschouwen van een striptease
deze ziel in alle staten brengt.
Over Johnnie's jeugd en over
zijn soldatentijd horen wij het een
en ander. In 1950 is hij lid van
het Parlement geworden Doch het
feit, dat het ministerschap zijn
neus voorbij gaat, is voor Ali
ce een reden om deze mislukte
man nu maar in de steek te la
ten. Deze verlating is natuurlijk
een open deur voor een reeks dé-
bauches, want zonder die zou de
roman niet verder kunnen. Hij
verwaarloost zijn politieke plich
ten en zijr. kiesdistrict dient een
kend. Enige jaren geleden waren er
een paar gasten uit de plaats Li
beral (Kansas) in de Verenigde
Staten. Zij kwamen zo onder de
indruk van de wedstrijd, dat zij be
sloten in Liberal eveneens een
„pannekoeken-wedloop" te organi
seren. Met recht kan men dus thans
zeggen, dat „hardlopen-met-een-
pannekoek" een internationale
sport is geworden, vooral als men
weet. dat er als wisselprijs een zil
veren steelpan is uitgeloofd voor de
snelste pannekoek-loopster van Ol-
sey of Liberal. Wie de prijs drie
maal achtereen wint, mag de tro
fee haar eigendom noemen.
punt van verschillende culturen
en godsdiensten, geschreven is,
zal het boek vooral bedoeld zijn
als een zendingsgeschrift. Mat
theus, de apostel heeft wellicht
de inhoud verzameld en in een
overzichtelijke vorm de woorden
en daden van Jezus bijeenge
voegd. De systematische indeling
van Mattheus is namelijk op
vallend, in vergelijking met de
andere evangelibeschrijvingen.
Misschien, of waarschijnlijk
hebben leerlingen of de kring
rondom de apostel Mattheus
zijn boek de vorm gegeven,
waarin wy het nu kennen.
Behalve de duidelijke indeling
leest u het Mattheusevange-
lie hierop zelf eens na is het
ook opmerkelijk, dat herhaalde
lijk uitspraken van het Oude
Testament worden aangehaald.
De schrijver heeft, zoals ook in
de mondelinge prediking gebeur-
dienstig werden zij niet meer tot
de joodse gemeente gerekend.
Jezus echter heeft Mattheus tot
een van zijn apostelen gemaakt.
Dat is maar niet zó gegaan.
Mattheus heeft zijn beroep, zijn
luxe bestaan, zijn Romeinse
vrienden, zijn bezittingen prijs
moeten geven, terwille van Je
zus. Zo alleen was hij in staat
om volledig te kunnen doen wat
Jezus van hem vroeg.
De vraag of wy hetzelfde
moeten doen om waarachtig
christen te worden, is in menig
opzicht een ingewikkelde vraag.
In ieder geval mag een gebeur
tenis uit de bijbel of een zeer
persoonlijke beslissing zoals ons
van Mattheus, de tollenaar, ver
teld wordt, niet zonder meer als
een algemeen geldende eis aan
iedereen voorgeschreven worden.
Zoals wij vorige week naar aan-
te kunnen vaststellen, dat dit
boek ontstaan en geschreven is
in Antiochië, een bloeiende han
delsstad in de noord-oostelijke
hoek van de Middellandse Zee.
In Antochië woonden mensen
van verschillende nationaliteit.
Zij spraken niet aleen dezelfde
taal. Bovendien was deze stad
een soort verkeersplein tussen
de landen van het Oosten en
het Westen.
De christenen van Antiochië
hebben ook zendelingen uitge
zonden naar de Grieks-spreken
de wereld. De gedachtenwereld
van het Evangelie, oorspronke
lijk sterk joods, werd in nieuwe
begrippen overgebracht, zodat
ook niet-joden de Blijde Bood
schap konden verstaan.
Als het Mattheus-evangelie in
deze meertalige stad, kruispunt
tussen Oost en West, verzamel
de, willen betogen: wat het
Oude Testament aankondigt,
heeft in Jezus verwezenlijking
gevonden. Jezus is de Christus;
dat is de vertaling van: Jezus
is de Messias. Dit is een duide
lijke kern in de Goede Bood
schap. die Mattheus aan joden
en heidenen, aan de wereld van
toen en van nu en van de toe
komst, in opdracht van God,
heeft te brengen.
Zijn eigen leven kwam in een
geheel nieuw licht. Van Chris
tus.
N Brenge zijn Evangelie ook ons
leven, iedere dag weer, in dat
eeuwige nieuwe Licht.
Dr. P. L. Schoonheim,
herv. predikant voor het
ouitenkerkeRjke werk
te Leiden.
Hoge Rijndijk 14a.
motie van wantrouwen tegen hem
in, waarby hy beschuldigd wordt
van steun aan imperialistische
avonturen in het midden-Oosten.
Een verzoening met Alice en
een bescheiden functie bieden
man en vrouw een ander soort te
vredenheid dan zij verwacht had
den. Geen kwaad verhaal. Filmfo
to s.
Cornells Conijn en Jon. C.
Marten. „Dodendans op Ba-
li'. W. van Hoeve. 's-Gra
venhage 1961.
Een balletgroep vertrekt uit Aus
tralië om in Indonesië voorstel
lingen te gaan geven. By het ge
zelschap bevinden zich de prima
ballerina Olparova en de jeugdige
ster in opkomst, de blonde Shirley
Henderson. Voorts de danser Ol-
parov, echtgenoot van de balleri-
een Pianist met aspiraties, de
leider Tollard en de kleedster
iionka. Voldoende verschillend
van aard om de vonken van ja-
lorae en kribbigheid te laten heen
en weer vliegen. Op Bali geschiedt
de moord, die nodig is om van het
geheel een detective te maken Pa
rallel met dit drama lopen natuur-
lyk roerigheid op het eiland van
wege een taboe-overtreding en nog
ffn en ander, dat ik u niet
vertellen zal, want dan is de grap
er af. Een Indonesische chef van
politie, dr. Alih Akim genaamd,
keurig en rustig als de beroemde
lord Peter van wyien Dorothy
Sayers, weet de kwestie op te los
sen. waarbij hij wel wat al te veel
op zyn intuitie steunt.
De beide schrijvers hebben naar
de inleiding vermeldt „deel uitge-
van de wereld van het bal
let en zij moeten dus van de
gang van zaken goed op de hoogte
zyn Een van beiden schrijft ech
ter heel lelijk Nederlands.
Otto van Rombach „Anna
van Saksen". (Vertaling uit
het Duits) J. J. Tijl N.V.
Zwolle. 1961.
Voor wie dat vergeten mocht
zyn Anna van Saksen is de
tweede vrouw geweest van prins
Willem van Oranje en de moeder
van prins Maurits. Deze Anna van
Saksen is na haar eerste vrolijke
huwelyksjeren in Breda, diep te
leurgesteld als haar echtgenoot
zich alleen nog bezighoudt met
zyn politieke en stadhouderlijke
accupaties. zy verdraagt de een
zaamheid niet en stellig niet wan
neer zy gehuisvest wordt op het
kasteel Dillenburg, waar graaf Jo
han alles te gelde maakt en in de
uiterste soberheid leeft om zyn
broer Willem te steunen in zijn
stryd togen Spanje. De schrijver
tekent haar als een uitermate le
venslustige en wat onevenwichti
ge jonge vrouw, die zich bekneld
voelt in de kooi van de stijve Nas-
sau-Dillenburgs. Voor de stryd
van Prins Willem kan of wil zy
geen enkel begrip tonen. Zy vat
met waarom hij zyn en haar le
ven en al hun bezit opoffert voor
die mensen op klompen. Blijkbaar
was het haar totaal niet- duideiyk
waar het eigenlyk om ging in de
stryd tussen Spanje en de Neder
landen zelfbeschikkingsrecht en
vrijheid van godsdienst.
Zy vertrekt met haar gevolg
naar Keulen en neemt haar in
trek in het huis Rinkenhof. Haar
bereiken niet anders dan jobsty-
dingen en op den duur voeren de
ze onrust en teleurstelling haar in
de armen van de Antwerpse advo
caat Jan Rubens. Deze ontrouw
is de oorzaak van een volkomen
breuk tussen Willem en Anna. Als
gevolg van de totale nederlaag van
Prins Willen en van de smet, die
Anna op haar naam draagt, is
geen uitvlucht Anna's eigen fami
lie te dwaas om haar niet te hoe
ven ontvangen, zy wordt verban
nen naar het slot Bielstein. Zoals
berouw steeds te laat komt. zo be
gon ook deze Anna van Saksen te
laat in te zien waar en hoe zy
ongelyk had gehad in haar hou
ding tegenover haar man. Na,
tydens de bevryding van de Ne
derlanden, nog een ogenblik een
politieke speelbal te zyn geweest,
sterft zy in haar eigen land waar
de keurvorst haar min of meer ge
vangen gezet heeft.
Hoewel romans op historische
grondslag het bezwaar hebben
nooit helemaal romans en zeker
nooit historie te zyn, is dit tragi
sche verhaal toch de moeite van
het lezen waard. Het is wat lang.
CLARA EGGINK,