I ...deze dag werden de sterken 1 zwak en zwakken sterk... Rode Kruisarts oefent kritiek op coördinatie hulpverlening Na martelende uren krijgen vele zeker heid bij Rode Kruis UTRECHT VANGT FAMILIE OP WAARDIGE WIJZE OP WOORD NAASTENLIEFDE WERD WERKELIJKHEID BUURKERK ALS CHAPELLE ARDENTE Nog weinig ernstig gewonden Naar Woerden Richtlijnen Medeleven Verzet tegen OAS groeit DODENLIJST LEIDSCH DAGBLAD DINSDAG 9 JANUARI 1962 Het is middag en het is avond gewor den en het reddingswerk is nog in volle gang. De blauwe vlammen van de snijbranders flikkerden in de mistige lucht, scherp tekenen de gestalten van de helpers, die de brancards met een triest makende regelmaat over de spoor-- dijk dragen, zich tegen het sombere grijs af. Mannen en vrouwen van het Leger des Heils en van de kantinewagens van de B.B. lopen onvermoeibaar met koffie, soep en brood voor de verkleumde wer kers rond. In een café vlakbij de plaats van de ramp gieten mannen met een vertrokken gezicht haastig een gloeiende kop koffie naar binnen. Een jongeman, bijna onbe wogen door de verschrikking rondom hem, zit te tekenen. Een tafeltje verder zit een meisje van 16, 17 jaar, met naast haar een gedeukte koffer. Ze heeft de ramp overleefd en wacht verdwaasd tot er iets gaat gebeuren. Tot iemand komt om haar te halen. Het zijn maar 'n paar beelden, 'n paaf J facetten van de mens die zo verschillend reageert. Er zijn nors zwijgende mannen, van wie je niet weet of zij bidden of vloeken. Ér zijn grove grappen makende J mannen. Er zijn onbewogen mannen. Kerels als bomen draaien zich soms om bij het zien van iets verschrikkelijks. J Tengere mannen, jongens bijna nog, 5 doen het afschuwelijkste werk. Deze dag, J deze nacht zijn de sterken zwak en de zwakken sterk geworden. C geestelijke stond verslagen bij de op brancards gelegde stoffelijke overschotten, die een lugubere rij op de spoordijk vormden. In zijn hand hield hij een stola. Machteloos stond hij daar te kijken. Maar weinigen had hij in de laatste ogenblikken van hun leven geestelijke bijstand kunnen verlenen. Hij had meer willen doen voor hen die hun laatste reis maakten. In die kleine groep huizen „De Put- had hij al naar zijn vader gezocht, kop" enkele honderden meters die in dezelfde trein als hij, maar van de ramp is het woord naas tenliefde werkelijkheid geworden. Spontaan hebben de bewoners niet wetend hoe verschrikkelijk de "ramp vas hulp geboden. Zij wisten al- »en dat er een treinramp was ge- eurd. Een ongeluk zoals zij misschien [tijd wel hadden verwacht, want hun ?rste reactie bij het horen van de lap was: „Daar zijn twee treinen <,p elkaar gevlogen". Want de treinen er komen er elke dag een paar londerd langs vormen een onder deel van het leven in „De Putkop", dat kort na de ramp een chaos was van reddingsploegen, doktoren, auto's en overbezette telefoonlijnen. Mevrouw Verburg, die woont op een boerderij dicht bij de rampplek, heeft de gehele dag in haar keuken koffie gezet. De bijzonderheden van de ramp heeft zij van redders moeten horen. Eerst ontving zij de ontred derde reizigers, die uit de ongeluks- treinen stroomden. Later stond haar huis open voor een ieder die behoefte aan warmte had. Honderden koppen koffie heeft zij gezet, familieleden van gewonden gebeld. Zij heeft ge holpen waar zij kon. Zij is gisteren een van de velen geweest Te machtig In café „De Putkop" zat aan een tafeltje een hospitaalsoldaat. Zijn hoofd lag op zijn armen. Urenlang was hü bezig geweest met het helpen van gewonden, het bergen van doden. In die paar uur heeft hij de ver schrikkelijkste dingen van zijn leven gezien. Even tevoren was het hem allemaal te machtig geworden en hij had een zenuwinstorting gekregen. Even zijn o zo moede hoofd oplich- in steeds groter aantal arriverende ambulances, half-vloekend: „Oh, nou komen ze pas". Hij is één van de tientallen mili tairen geweest, die, de ramp zelf overleefd hebbend, prachtig werk hebben gedaan. Een van die tiental len, die 's avonds nog af en aan sjouwden. Een tafeltje verder zat een jonge man, bijna onbewogen door het ru moer en de verschrikking rondom hem ,te tekenen. Gewoon maar te te kenen, terwijl enkele tientallen me ters verder een autobus stond waarin af entoe een in een deken gewikkeld stoffelijk overschot voorzichtig naast tientallen andere onherkenbare stof felijke resten werd gelegd. Op de plaats van de ramp lag een droeve hoop bagage opgestapeld. Tas sen. koffers, een paar losse kleding stukken, een schoen, een hoed. En tussen de wrakstukken deden 's mid dags op de meest onverwachte plaat sen, waar al honderden malen men sen langs gekomen waren, de redders de meest lugubere vondsten. Angst Op de tot dodenakker geworden spoorbaan liep een student rond. Hans Dijkstra uit Wierden, 19 jaar. die studeert voor tandarts. Urenlang dan in een le-klas-coupé, was ge stapt. Urenlang heeft hij gezocht en tenslotte werd de verschrikkelijke last van de onzekerheid van zijn schouders gewenteld. Na in het ge blokkeerde telefoonverkeer zijn huis te hebben opgebeld, wist hij het. Zijn vader leefde en was als arts in het ziekenhuis te Woerden aan het hel pen. Maar 's avonds was hij er nog. Dwalend over het rampterrein, als nog niet beseffend wat er gebeurd was. Het was alsof hij geen vrede had aleer hij wist dat alle resten waren geborgen. Met drie mensen had hij in die coupé gezeten. Tegenover hem een arbeider: hu dood. Daarnaast een meisje: gewond. Naast hem een sol daat: gewond. Ineens was daar die klap en het volgende ogenblik werd hij naar voren gesmeten. Toen hy buiten kwam waren daar de ker mende gewonden. Naar dat le-klas- rijtuig is hij gegaan, op zoek naar zijn vader. Stervenden heeft hij in zijn armen gehad, gewonden heeft hij geholpen en toen is hij even wegge gaan, ziek van hetgeen hij gezien had. En later in het café „De Put kop" kon hij er, enigszins verwonderd kijkend, maar niet toe komen weg te gaan. Onzekerheid Erger misschien nog dan de ver schrikking van het ongeluk is het leed van de familieleden, de gelief den, de kennissen. Van diegenen, die in onzekerheid verkeerden. En velen zouden nog de folterende uren van het wachten moeten doormaken. De folterende uren van onzekerheid. Van heinde en verre zijn zij ge komen. Met taxi's, auto's, fietsen en brommers. Al die mensen die rade loos van angst overal vragen stelden. Op het station in Woerden, bij de Rijkspolitie en bij de ziekenhuizen zijn zij gekomen, hebben zij gevraagd hebben zij gewacht. En daar hebben zij het verschrikkelijke nieuws ge hoord of het nog verschrikkelijker: „Wij weten het nietneen, hier niet Op al die plaatsen, waar gewonden zijn binnengebracht en waar doden werden geïdentificeerd, hebben zich onmenselijke drama's afgespeeld. Vrouwen, die hun mannen zochten, mannen die hun vrouwen zochten.. (Van onze Utrechtse correspondent) De staf van het Centraal Militair Hospitaal „Oog in Al" te Utrecht maakte gisteravond om tien uur een voorlopige ba lans op van een dag, die als een zwarte rampdag de geschiedenis is ingegaan. Toen wist men met zekerheid, dat 81 mensen waren omgekomen bij het spoorwegon- geluk onder Harmeien. De tend, huilde hij bij het zien van de I meeste slachtoffers waren toen geïdentificeerd. Later zou men nog stoffelijke resten op de rampplaats vinden, drie zwaar gewonden stierven in het zie kenhuis te Woerden. Het juiste aantal wist niemand meer, maar het kwam angstig dicht bij de honderd. Zestien mensen waren zo verminkt, dat het nog niet mogelijk was hun identiteit vast te stellen. Ambtenaren van de technische recherche van de Rijkspolitie begonnen 's avonds sectie op de stoffelijke resten te verrichten. Gisteren zijn ziekenauto's uit ver scheidene gemeenten de hele dag bezig geweest met het vervoeren van de slachtoffers. Eerst werd opdracht gegeven de doden en gewonden naar het Academisch Ziekenhuis te Utrecht te brengen, maar al spoedig werd duidelijk, dat dit ziekenhuis niet be rekend was op een zo groot aantal slachtoffers. Het Centraal Militair Hospitaal „Oog in Al" werd daarna ingeschakeld. Het mortuarium en een garage werden in alleryl in ge reedheid gebracht om de doden onder te brengen. Daar begonnen de dok- (Van onze Utrechtse correspondent) Onbeschrijfelijke tonelen hebben zich gistermiddag en gisteravond af gespeeld in het kantoor van het Utrechtse Rode Kruis aan de Malie baan 15. Twee dominees en mgr. Hendrikse, hulpbisschop van kardi naal Alfrink hebben daar voor de vrijwel onvervulbare taak gestaan angstige mannen en vrouwen in te lichten over het verschrikkelijke lot, dat hun naasten by de treinramp in Harmelen had getroffen. Sergeant J. van den Broek van het Rode Kruis, die met zijn assi stent A. P. Fraay midden in de nacht nog steeds telefoontjes beant woordde van ongeruste mensen uit alle delen van het land en uit het buitenland, zei: „Ik weet niet wat erger is Helpen op de'plaats waar het ge^eird is, of dit hier allemaal te moeten aanzien en niets te kun nen doen". Voor hem op tafel lag de doden lijst, met onder elke vermelding van naam, geboortedatum en letsel een getikte lijn. Maar lang niet elke op gave tussen twee van zulke lijnen was compleet. Bij achttien ontbra ken nog de namen, zo kort na de ramp. Wat moet je stellen tegenover de uit radeloosheid geboren hoop van een vrouw, die zegt: „Die tas was niet van hem. Daar heb ik hem nooit mee gezien. Misschien is hij het niet". In die omstandigheden reik je niet meer naar de realiteit, dat dus de tas verkeerd is neergelegd. Twintig mensen, geposteerd in het Rode Kruiskantoor en het postkantoor aan de Neude zijn tot ver na het mid dernachtelijk uur bezig geweest met het beantwoorden van de telefoon tjes. Als de naam, die werd genoemd, niet op de gewondenlijst voorkwam, zeiden zij„U hoort het van de plaatselijke autoriteiten". Tot ver in het land zyn vannacht deze rouwboodschappen verzonden. In de diepe stilte van de nacht zyn de stoffelijke overschotten, die geï dentificeerd waren overgebracht naar de Buurkerk aan de Steenweg, die als „chapelle ardentie" is inge richt. Maar men moest een wagen met doodkisten uit Alkmaar laten komen, nadat al tot in de wijde om trek van Utrecht was gezocht, om dat er te weinig waren. Het zijn ook deze, hier met schroom beschreven feiten, die de verschrikkingen van maandag de achtste januari 1962 na druk verschaffen. toren uit het ziekenhuis ook aan het identificeren, werden de lichamen ge wassen en van ziekenhuispyjama's voorzien. In de kapel van het zie kenhuis werden de doden gekist, waarna militaire auto's het droeve transport naar de als „chapelle ar- dente" ingerichte hervormde Buur kerk verzorgden. Opvallend is, dat er naar verhou ding weinig mensen zwaar gewond werden. De doktoren, die de lichamen hebben onderzocht, kwamen tot de conclusie, dat de meeste mensen wa ren overleden tengevolge van sche delletsel of bloedingen, doordat meer dere ledematen waren afgerukt. De mensen, die het ergst werden gewond, gingen naar het R.-K. Zie kenhuis in Woerden, waar de chirurg J. Dijkstra de hele dag aan de ope ratietafel heeft gestaan. Het waren er 25, van wie er drie reeds zijn over leden. De lichtere gewonden gingen naar de Utrechtse ziekenhuizen. Het Academisch Ziekenhuis behandelde 22 mensen in de polikliniek en nam nog 15 gewonden op. Naar het Dia- conessenhuis en het Sint Antonius- ziekenhuis werden respectievelijk 4 en 5 mensen gebracht. In Gouda werden twee en in Amersfoort één gewonde ondergebracht. Ook in het Centraal Militair Hos pitaal werden gewonden opgenomen. Van nagenoeg geen van hen is de toestand zo ernstig dat levensgevaar aanwezig is. De commandant van de Utrechtse Rode-Kruiskolonne, de arts J. G. Herschel, was van mening, dat de oorzaak van het lang uitblijven van lijsten met namen van slacht offers te wijten was aan het gebrek aan coördinatie tussen de hulpdien sten onderling. Hij was ervan over tuigd, dat inschakeling van een Rode- kruiseenheid een snellere registratie van de doden en gewonden mogelijk zou hebben gemaakt. „Wij zijn ge oefend om aan rampen als deze het hoofd te kunnen bieden", zo zei hij. „Er zouden geen slachtoffers meer of minder door zijn gevallen, maar wij zouden bijvoorbeeld niet hebben toe gestaan, dat iemand van het terrein werd afgevoerd, zonder dat werd ge registreerd wie waar naartoe werd gebracht. Nu heeft het heel wat voe ten in de aarde gehad voordat we precies wisten waar de doden en ge wonden waren heengebracht". Dokter Herschel stelde verder, dat de minister van Binnenlandse Zaken richtlijnen heeft opgesteld om op te treden bij rampen als deze. Een er van is, dat het Rode Kruis dient te worden gewaarschuwd. De commis saris van de Koningin as degene, die dit moet doen. „Dit", zo zei de heer Herschel, „is niet gedaan". De alarmerende berichten na het bekend worden van de ramp en het nalaten door de Nederlandse Spoor- Engelse kinderen verloren moeder Een 11-jarig Engels meisje Marcia en haar 13-jarig broertje Freddie be vonden zich in een van de gisteren bij Woerden verongelukte treinen. Zij werden licht gewond en in een zie kenhuis behandeld, maar over het lot van hun moeder, mevrouw B. Po well uit Canterbury van wie aange nomen werd dat zij met hen reisde, was gisteravond in Engeland nog niets bekend. Mevrouw Powell was als werkster aan een school verbon den. Zij had vier .'aar gespaard om haar zuster in Utrecht te kunnen be zoeken. De moeder en kinderen zouden gisteren na een vakantie van drie weken naar huis terugkeren. wegen de commissaris op de hoogte te stellen, zijn hiervan waarschijnlijk de oorzaak. Nu heeft de directeur van de Gemeentelijke Geneeskundige Dienst te Utrecht, dr. A. A. Koopal, de leiding gehad bij het transporte ren van de doden en gewonden. Dr. J. Dijkstra te Woerden heeft echter de voorstelling van zaken van dr. Her schel als zou de organisatie der hulp verlening niet hebben gedeugd, van de hand gewezen. Hij is van oordeel, dat het Rode Kruis te Utrecht zeker geen sneller en beter hulp had kun nen verlenen. In de loop van de nacht zijn alle geïdentificeerde doden naar de Buurkerk gebracht. Van vanochtend 9 uur af bestaat er voor de nabe staanden gelegenheid de tot „cha pelle ardente" ingerichte kerk te be zoeken. Bij het loket inlichtingen op het Centraal Station staan leden van de Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers om hen naar de kerk te begeleiden. Vele vooraanstaande persoon lijkheden hebben hun medeleven betuigd, met de spoorwegramp, Koningin Juliana en Prins Bernhard zonden uit Lech aan de minister van Verkeer en Waterstaat het volgende telex gram: ..Diep geschokt door het ont stellende bericht over het vrese lijke spoorwegongeluk bij Har- melen verzoeken wij U ons grote medeleven met de nabestaanden en de gewonden over te bren gen. Juliana-Bernhard". De minister van Verkeer en Water staat hield gisteravond een toespraak, welke door debeide zenders Hilversum en door de televisie werd uitgezon den. Daarin betuigde hij het diepe medeleven van de regering met allen die een familielid of misschien meer familieleden verloren hebben. De mi nister gaf ook uiting aan zijn ge voelens van dankbaarheid jegens hen, die na de ramp bijstand hebben ver leend. De minister-president van de Ned. Antillen betuigde namens de regering ook telegrafisch zijn deelneming, evenals de Surinaamse minister-pre sident, mr. S. D. Emanuels. De voor zitter der Surinaamse Staten, de heer J. F. P. Kraag, sprak enkele woorden van deelneming voor de aanvang van de vergadering en gaf uiting aan de hoop dat „de Allerhoogste de nabe staanden zal bijstaan in deze bange uren". Bondskanselier Adenauer zond mi nister-president De Quay een con doleance-telegram, president Scharf van Oostenrijk zond het aan Koning in Juliana. De Belgische minister-president, Lefèvre en de minister van Buiten landse Zaken, Spaak, betuigden in telegrammen aan resp. minister-pre sident De Quay en minister Luns hun deelneming. De Luxemburgse ambas sadeur in ons land, de heer P. Schul- té, betuigde gisteren op het ministe rie van Buitenlandse Zaken zfjn deel neming. De Commissaris der Koningin in de provincie Friesland, mr. H. P. Lint horst Homan, kwam naar Utrecht om Ir. J. Lohmann, de president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen, legt daar gewonden te bezoeken. Er zaten n.l. in de trein, die uit Leeuwar den kwam veel passagiers uit het noorden van ons land. „De Hongaren in Nederland zijn niet vergeten wat uw land voor ons heeft gedaan en voor onze vluchte lingen. Wij willen, nu er een ramp over Nederland is gekomen, zo graag helpen. De mensen aflossen, die bij Harmelen aan het werk zijn. Bran cards sjouwen. Het geeft niet wat". Dit zei een woordvoerder van een groep Hongaarse vluchtelingen in ons land. „Ik kan direct met een groep van dertg tot veertig Hongaren komen", zo sprak hij. Dit aanbod van spontane hulp was hartverwarmend, maar de instanties die bij de hulpactie zijn betrokken, konden niet direct gebruik maken van dit aanbod. Het werk, dat ge daan moest worden, was immers spe cialistenwerk, waarvoor mensen ge noeg aanwezig waren. Het gebaar van de Hongaren evenwel werd begrijpe lijk op hoge prijs gesteld. Nader vernemen wij, dat Prinses Wilhelmina de directie van de Ned. Spoorwegen een telegram gezonden heeft van de volgende inhoud: „Diep geschokt door de droevige berichten van het spoorwegongeluk, verzoek ik U, alle getroffenen mijn hartelijke deelneming over te brengen. Prinses Wilhelmina". Op het hoofdkantoor van de Spoor wegen in Utrecht zijn voorts nog o.m. telegrammen van deelneming bin nengekomen van de directie van de K.L.M., van directie, bestuur en per soneel van de ANVV, van de voor zitter van de Tweede Kamerfractie van de KVP, de heer De Kort, van de British Transport Commission en van de personeelraad van de Spoor wegen. Namens de Paus heeft diens staats secretaris, kardinaal Cicoenani, de pauselijke nuntius gisteren het vol gende telegram doen toekomen: „De H. Vader, diep getroffen door de treinramp van vandaag, verzoekt U zijn medeleven te betuigen aan de Nederlandse autoriteiten en aan de familie der slachtoffers voor wie hij ook zal bidden. Z.H. heeft gezorgd voor toezending van een bijdrage in de eerste hulp". Meer dan tachtig blank-eiken kis ten staan opgesteld in de koude eeuwenoude Utrechtse Buurkerk. De lange kisten zijn gemarkeerd door iele coniferen, terwijl tegen twee enorme pilasters rouwkransen steu nen. Een van de directie van de Ne- dcrlandsche Spoorwegen en een van het Utrechtse gemeentebestuur. Ove rigens is er niets in deze kille om geving dat aan een „chapeile ar dente" doet denken. Dit kan ook niet, want wat op het ogenblik in de Buurkerk gebeurt is de formele her kenning van de slachtoffers van de vreselijke treinramp bij Woerden. Formeel, omdat de wet voorschrijft, dat tenminste twee familieleden in aanwezigheid van een politie-ambte- naar het slachtoffer dienen te iden tificeren. Daarom zijn er meer dan twintig Rijkspolitiemannen in deze kerk. Zij doen hun droeve plicht en confronteren de familieleden met het liefste, dat zij hadden. De Buurkerk is als een reusachtige Parijse mor gue. Dramatische en hartverscheu rende taferelen spelen zich hieraf. De nabestaanden worden door le den van de Unie van Vrouwelijke Vrfjwllligers uit Utrecht van het sta tion afgehaald. Zij zijn het, die op dit moment samen met geestelijken en mensen van het Rode Kruis troost en steun moeten brengen. Onmenselijk Speciaal door de Spoorwegen be schikbaar gestelde auto's rijden af en aan naar de kerk in het hart van de stad. Nadat de eerste formaliteiten zyn vervuld, wordt men naar de kist geleid. Dan geschiedt het haast on menselijke: het openen van de kist. Het zijn soms alleen maar resten van kleren waaraan men het familielid herkent. De namen staan aange geven op een simpel kaartje, dat aan de kist is geplakt. Op een enkele baar ligt ook een witte zak met voorwer pen, die bij het slachtoffer zijn ge vonden. Rijkspolitiemannen, die toch wel het een en ander gewend zijn, hebben moeite twee families achter een met hun naasten te confronteren Ze wisselen elkaar af by deze droeve plicht. Mensen van het Rode Kruis onder steunen de volkomen geschokte fami lieleden, wanneer ze weer langs een lange rij kisten teruggaan naar een inderhaast ingericht centrum waar de processenverbaal worden opge maakt. Koude zakelijke formulieren moeten worden ingevuld en onder Onzekerheid En nog zyn er nabestaanden, die in onzekerheid verkeren over het lot van hen die gisteravond niet terug keerden. Koortsachtig wordt er in het Centraal Militair Hospitaal in Utrecht gewerkt aan de voorlopige identifi catie van een aantal slachtoffers. Men hoopt hiermee in de loop van de dag gereed te komen. Utrecht vangt op sobere, doch waardige wyze de rouwenden op, die hier in de spoorwegstad hun gelief den zoeken. Vanavond om 8 uur zal vanwege het R.-K. Episcopaat in de St.-Willi- brorduskerk te Utrecht in de onmid- dellijke nabijheid van de Buurkerk waar de doden liggen opgebaard, een plechtige mis van Requiem worden opgedragen voor de zielerust van de slachtoffers van de spoorwegramp. De bisschoppen roepen tevens de gelovigen op te bidden voor de ge wonden en de nabestaanden. Cliroesjtsjows gezondheid Volgens het Amerikaanse tijd schrift „News and World" laat de gezondheid van Chroesjtsjow te wen sen over en is hij er zich heel goed van bewust, dat zijn leven plotseling kan eindigen. Verleden jaar zou hij tegen een ambassadeur van een neu traal land gezegd hebben, dat hij nog maar één nier heeft en dat die niet erg goed meer is. „Chroesjtsjow liet niet in Algerije gevoerd.' blijken dat hij voelde niet veel tijd in Algerije vielen gisteren in ver meer over te hebben", aldus het ar- I gelijking met vorige dagen weinig slachtoffers bij gewelddaden. Zes lean^ville tot een voorwaardelijke ge vangenisstraf van vijf jaar veroor deeld. De beklaagde had o.a. een kneedbom geplaatst bij het bureau van de Vereniging voor steun aan President De Gaulle te Orleansville. >e straf werd voorwaardelijk opge legd, omdat Gaulard later de bom zelf onschadelijk had gemaakt, toen hij zag, dat zich bij het gebouw een menigte verzamelde. Een bom die hij bij het huis van de voorzitter der genoemde vereniging had geplaatst, liet hij echter wel exploderen. Het proces werd om veiligheidsredenen tikel. Westelijke diplomaten in Moskou zeiden dat Chroesjtsjow op de nieuwjaarsreceptie 1962 er „allesbe halve goed" uitzag, en de bijeen komt vroegtijdig verliet. „Toch is er geen enkele aanwijzing dat Chroesj tsjow voor zijn dood staat, of zelfs dat hij ernstig ziek is", aldus het blad Gisteravond hebben honderden mensen in Perpignan een betoging tegen de OAS gehouden voor de wo ning van een gemeentelijke functio naris waar in het afgelopen week einde een kneedbom is ontploft. Na dat zij leuzen tegen de OAS hadden geroepen poogden de betogers de stad in te marcheren. Zjj werden echter door de politie tegengehouden. In Parijs werden gisteravond dui zenden vlugschriften verspreid, waar in het „Comité voor verdediging van de republiek" de OAS waarschuwde, dat „geweld tegenover geweld" zal worden gesteld. „De slachtoffers zul te11 met zor& worden uitgezocht", ai- tekend. Een klein "meisje loopt weer Idus de pamfletten, terug naar de kist en legt drie anjers De rechtbank van Mositpellier op het blanke hout. Zo gebeurt dit heeft gisteren de 27-jarige Edouard tientallen malen. Gaulard uit de Algerijnse stad Or- mensen kwamen om het leven en dertien werden gewond. Zondag wa ren er vyftiem doden en 32 gewon den. Minister opent B.B.-commandopost Ergens in het centrum van het land heeft de minister van Binnenlandse Zaken, mr. E. II. Toxopeus, gisteren de nieuwe centrale commandopost van de bescherming bevolking ge opend. De minister deelde mee, dat in tyden van nood 70 mensen in de commandopost zullen werken om maatregelen te nemen waardoor in Nederland zoveel mogelijk mensen levens kunnen worden gered. Bijna drie jaar geleden heeft men besloten, de bunker te bouwen, om dat de eerste nationale B.B.-com mandopost, die in 1954 werd geopend inmiddels te klein is geworden. Het bemannen van de mobiele colonnes met dienstplichtigen maakte het n.l. noodzakelijk, ook staffunctionarissen van deze colonnes in de nationale commandopost op te nemen. Tevens is aan het commando en sectie ABC- dienst toegevoegd in verband met een mogelijke atomaire oorlog, ter wijl het commando verder nog is uit gebreid met enkele sectoren als b.v. „verplaatsing bevolking". op het terrein van de treinramp verklaringen af aan de pers. Hieronder volgen de namen van de reeds geïdentificeerde slachtoffers: W. G. Agterberg, Reaumur- straat 13 c te Amersfoort, man, (34). P. Bakker, Lekdijk 33 te Am- merstol, man. H. Blokland, Van Colum- straat 25 te Haarlem, man, (27). A. J. B. M. Boelen, Roelant- straat 8 te Amsterdam, man, (29). J. B. Branger, Kerklaan 79 te De Bilt, man, (23). A. Bruinings, Joh. Karman hof 20 te Amersfoort, man. D. Huij, geen nadere gegevens bekend. B. van Dijk, Nigellestraat 71 b, Amsterdam, (30). H. Disselhof, Akkerstraat 17, Zwolle, man, (56). J. Engelsman, Delft, man, (59). N. M. J. van Eek, Marine straat 3 b, Rotterdam, man, (35). P. Fictoor, Belgischestraat 66, Rotterdam, man, (41). D. Flantua te Utrecht, man, geen nadere gegevens. A. Gewalt, Nieuwstraat 4, Baarn, man. J. C. V. Groeneveld, Reeweg Oost 151, Dordrecht, man (20). J. dé Groot, Dorpsstraat 80, De Wijk, (27). A. de Groot, Dorpsstraat 80, De Wijk, man (51). W. T. de Groot, Lanseloet- straat 11, Gouda, man. B. C. A. Giezenaar, Westkruis kade 25, Rotterdam, man, (42). K. Hoogenboom, Wolfaerts- bocht 406 A, Rotterdam, (58). K. Izaks, Rochussenstraat 36 c, Rotterdam, man. H. J. de Jager, Zandhofse- straat 170, Utrecht, (67). G. R. Jung, Schoolstraat 5, Assen, man, (26). H. A. O. Kayser, Noorderha- venkade 23 h, Rotterdam, man (41). E. Kamerbeek, Lijsterbesweg 2, Middelharnis, man, (49). P. J. Klomp, Koekoekstraat 67, Gouda, man, (31). T. C. M. Kreyns, Hambeek 25, Roermond, man, (36). M. G. Moem, Neuweg 359, Hil versum, man, (47?). A. E. Middelkoop, Rioustraat 91, Utrecht, man, (51). E. Mulder, Oude Deldense- straat 13 b, Borne, man, (26). M. A. M. v. d. Muysenberg, Van Duin van Maasdamstraat, Hilversum. P. J. Sturm, Couwervestraat 36, Goes, man, (57). J. Tiggelman, Timorstraat 26, Amersfoort, man, (38). H. H. Tuin, Nieuweweg 8 te Hoogezand, man (18). G. Verhoef, Moerbeiplein 92, Den Haag, man, (50). J. de Vries, Verlengde Oos- terdiep, Oostzijde 24, Berger- Compascuum, man. L. P. Oerlemans, Lange Hii- leweg 16 a, Rotterdam, man, (50). G. W. Oostveen, Bakhuyzen- straat 97a, Hilversum, man. C. J. Peter, Nassaulaan 62, Hil versum, man. Van Oirschot, A. Derkinderen- laan 11, Den Bosch, man. N. Plomp. Nieuwe Markt 14, Gouda, man, (60). A. B. Pop, Witte van Haem- stedestraat 40 c, Rotterdam, man (21). A. Romijn, IJzerweg 39, Apel doorn, man, (35). II. M. J. van der Vegt, Fides- sapad 7 te Hoogviiet, man, (24). H. Waardenburg, Dresselhuis- straat 16 b, Rotterdam, man (57). H. Wever, Groningerstraat 270 Assen, man, (49). J. F. Wileke, Julianalaan 203, Bilthoven, man (18). H. Wesselhuis, Tichelweg 16, Enschede, man (35). J. Zondervan, Joh. Gerards- weg 81, Hilversum, man (73). J. Schlingman, Gedempte Bin nenstraat 56, Woerden, man (20).. R. H. Hilhorst, Piet Heinlaan 7, Baarn, man (21). A. Balk, Verbeekstraat 10, Stad Delden, man (30). H. Reneman, Bosboomstraat 1, Utrecht, of: Sporenwal 4, Woer den, man. D. F. Ruiter, Bosboom Tous- saintlaan 8, Hilversum, man. Dr. W. Schol ten, Vermeerlaan 25, Bilthoven, man. H. N. Schregardus, Herman Robersstraat 78 d, Rotterdam, man (50). H. J. Spitter, Busken Huet- straat 5, Rotterdam, man. K. Streuer, Hoofdstraat 248, Delft(?), man. P. van Leer, man, gekleed in uniform machinist N.S. R. Reynders, Beningerstraat 1B, Rotterdam, man (32). De nog niet geïdentificeerde slachtoffers zijn overwegend vrouwen (onder wie een vrouw met kind), waarvan de identifi catie bemoeilijkt wordt, doordat zij geen enkel kenteken of legi timatiebewijs bij zich plegen te dragen ofwel dat in een tasje by zich hebben, dat by een derge lijk ongeluk zoek raakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 4