BOULEVARDTONEEL
VAN LAAG GEHALTE
ai
dek
J
Doe-het-zelf-cursus
He
NIEUW STUK VAN SAGAN
Kom er achter
KIJKJES IN DE NATUUR
V
Eclat: U heeft geen grote bos-
sem bloemen nodig om er iets
aardigs van te maken. Met
slechts enkele bloemen, doch
dan geschikt in de juiste vaas,
zijn heel goede resultaten te be
reiken. In deze vrij hoge en don
kere vaas heeft men slechts twee
flamingobloemen nodig gehad
en wat hangende bladsprieten
het geheel doet het echter heei
goed. Wij zijn hier erg verwend
met onze grote bossen bloemen.
In het buitenland weet men veel
beter één roos te waarderen;
hier moet het beslist een grote
bos zijn. Het schikken van bloe
men is heus niet zo moeilijk; als
men een beetje smaak en fanta
sie heeft, kan men die verder
ontwikkelen. Men kan die ook
laten ontwikkelen door les te
nemen in het schikken en ver
zorgen van bloemen. Zowel in de
grote steden (in onze stad o.a
door K. en O.) als op het plat
teland worden tegenwoordig les
sen gegeven. Men zal u er dan
op wijzen welke kleuren wel en
welke bij voorkeur niet met el
kaar verwerkt moeten worden
Lathyrus kan men best in alle
mogelijke tinten in één vaas zet
ten. Tulpen kan men ook in vele
kleuren met elkaar verwerken
maar rozen doen het over het
algemeen veel beter ln één of
twee kleuren. Zonnebloemen
doen het weer beter alleen; bij
voorkeur in een grote donkere
pul. Witte seringen kan men
heel goed met lila tulpen ver
werken, doch als ze in een grote
en wyde vaas moeten komen,
kan men ze beter allebei apart
zetten.
Het schikken van bloemen is
een prettig werkje en kan veel
voldoening schenken. Met aller
lei hulpmiddelen kan men bloe
men schikken; de zwaardere
bloemen behoeven heus niet om
te zakken, doch dan moet men
een prop kippegaas in de wijde
vaas stoppen. Tegenwoordig ge
bruikt men er ook een soort
schuimrubber voor: florapak
heet dat en de zaadhandel of de
bloemist-winkelier heeft het wel
voor u in voorraad. Overigens
kunnen de knikkers en vooral
de glazen knikkers, die uw zoon
toch niet meer gebruikt, ook
dienst doen. Als die in een wijde
schaal worden gedaan kan men
ze aanvullen met water en dan
kan men de bloemstengels er
best tussen steken.
G. Kr^mdijk
BLOEMSTUK JE MET TWEE FLAMINGOBLOEMEN
Zaterdag 6 januari 1962 Pagina 2
(Van onze Parijse correspondent, Frank Onnen
Een salon met een middeleeuwse gobelin aan de wand, een vergulde
luster aan het plafond, dure fauteuils en een divan met een ijsberenpels,
een geschilderd portret van een kennelijk eveneens zeer dure
meneer-op-rijpe-leeftijd waarover een vrome hand een zwarte sjerp
heeft gedrapeerd. Dit is de kamer van een industrieel in Poitiers, die
zojuist is gestorven, doch die in zijn leven niet slecht moet hebben
geboerd. In het salon: een met echte flonkerende diamanten omhangen
dame met een uitdagend silhouet die de vijf kruisjes niettemin nadert,
en een ongeveer even oude heer die door houding, gedragingen en
uitlatingen duidelijk veronderstellen laat dat hij haar medeplichtige in
de zaken en in de liefde moet zijn.
Ziedaar het milieu van de gegoede provinciale Franse bourgeoisie en
ziedaar ook twee der drie hoofdpersonen uit het jongste en tweede
toneelstuk van Framboise Sagan, ,,Les violons parfois".
het ballet en haar eerste toneel
stuk wordt ditmaal dus eens niet
Die gobelin en die edelstenen
welke actrice Marie Bell van haar
vriendin barones de Rothschild te
leen moet hebben gekregen zijn
de enige attributen die een indruk
van authenticiteit maken. Men weet
dat een deel der Franse en inter
nationale kritiek er een ietwat ge
forceerd behagen 1** schijnt te
scheppen bij elk nieuw werkstuk
(roman, ballet of blijspel) dat uit
de handen komt van Frankrijks
nu 26-jarige literaire fenomeen en
recordhoudster van oplagecijfers,
Sagans pertinente bankroet te pro
clameren.
Dit keer moeten echter ook de
bewonderaars van dit „grote" ta-
*ent zich toch wel gewonnen of
beier: verloren geven, want met
jge meest oprechte wil van de we
reld vallen er weinig goede woor
den te vinden voor deze „Violen",
waarmee FranQoise Sagan een stuk
boulevardtoneel heeft geleverd dat
een wijlen Bernstein in mondaine
vulgariteit en kwalijke salonerotiek
nog naar de kroon steekt. De
eensgezindheid waarmee de critici
het laatste werk van Sagan dan
ook hebben afgewezen, is trouwens
wel even opmerkelijk als het zeer
zuinige onthaal waarop het publiek
deze voorstelling trots een zui
vere en soms bijna ontroerende
Pierre Vaneck bereidt.
De jonge Belgische acteur Pierre
Vaneck incarneert hier dus de der
de zijde van de driehoek, en daar
mee is het Sagan-schema weer
compleet. Enige wijziging in het
bekende stramien: de jeugd in
tegenstelling met de drie romans,
door een meisje, doch door een jon
geman vertegenwoordigd. Qua ka
rakterstructuur valt deze schuldlo
ze en bijna onnozele knaap, Leo
pold geheten, ondanks het feit dat
de liefde voor hem eveneens maar
een gezelschapsspelletje is, ternau
wernood een herkenbare Sagan-
creatie te noemen. Intelligent is hy
namelyk niet, een gebrek waardoor
de verveling die het hele stuk uit
ademt alleen nog. maar verhoogd
wordt.
Leopold maakt zijn opwachting
in Poitiers in de hoop om zijn
oom, wiens overlydensbericht hem
de vorige dag bereikte, nog een
laatste groet te kunnen brengen.
Maar die oom is 's morgens juist
aan de aarde toevertrouwd, waar
na uit het testament is gebleken
dat zijn aanzienlijke fortuin van
drie honderd miljoen zijn maitres-
se en haar adjunct-minnaar door
de spitse neuzen is geboord, om die
onbekende neef in handen te val
len.
Het onfrisse tweetal is juist be
zig de grondslag voor een komplot
te leggen met het doel die jonge
man van zijn erfenis te beroven,
wanneer Leopold wordt aange
meld. Hij geeft hen echter onmid
dellijk gemakkelijk spel, omdat hij,
lanterfanter „zonder ruggegraat",
zoals hij zichzelf omschrijft, geen
enkele ambitie koestert zodra hij
verneemt dat 't oudere duo die er
fenis wel voor hem beheren wil.
om hem zo van allerlei trammelant
te bevrijden. Zijn materieel de za
ken zo dus heel vlot tot ieders
voldoening geregeld, die rust wordt
spoedig weer verstoord, wanneer de
tijgerin in haar amoureuse na da
gen haar zinnen op de kalverachti
ge jongeling heeft gezet, welke
prooi ze natuurlijk ook zonder veel
moeite verschalkt. Operaties die
zich onder de ogen van de oudere
man in de belendende slaapkamer
voltrekken, doch waartegen zelfs
zijn brutale savoir vivre niet vol
ledig opgewassen blijkt te zijn-
netten, de planken heeft opge-
stuurd waar 't dan ook geen grein
tje belangstelling verdient. Na het
„Chateau en Suède" waarin een
nieuw aspect van Sagans fantasie
en humor was doorgebroken, had
men het recht van haar, ook als
toneelschrijfster, nog hoge ver
wachtingen te koesteren. Zacht ge
zegd en zeer clement beoordeeld
dient helaas erkend te worden dat
die verwachtingen met deze „Vio
len" wel heel diep werden be
schaamd.
FRANQOISE SAGAN
laatste oortje al versnoept?
Hij, de ex-galant, speelt even
met de gedachte zich maar weer
in Parijs te vestigen, doch tenslot
te blijft hij toch maar leven onder
hetzelfde dak. zy 'tin de toekomst
dan ook in een gewijzigde functie
en verhouding met betrekking tot
de twee overige medebewoners die
nu het zelfs legale echtpaar
zullen vormen.
Deze intrige over geld en liefde
is dus wel tot op de draad ver
sleten, terwijl Sagan in haar an
ders zo naaldscherpe karakterteke
ning, dit keer bovendien haar drie
tal als de conventioneelste cliché
figuren, om niet te zeggen mario-
1. vaas is anders.
2. extra wagon aan trein.
3. vrachtwagen staat anders.
4. hand van man meer opgeheven.
5. hoofd man is ronder.
6. krant heeft vel meer.
7. bal ligt andersom.
8. schip op schilderij heeft vlag.
Marie Bell, de fatale avon
turierster in „Les violons par
fois".
Het bekende spreekwoord, dat meer adviserend dan constaterend bedoelt
te zijn, verkondigt al langer dan een mensenleeftijd, dat over smaak niet
te twisten valt. Maar evenzeer bekend is, dat misschien juist daarom ver
schil in smaak een eeuwig dispuut oplevert, dat ook in de amateurfoto-
gvafie nog steeds wordt voortgezet. Want, om één voorbeeld te noemen:
óoor hun zuiver witte kleur en fonkelende glans hemelhoog geprezen
afdrukken worden door anderen om dezelfde redenen verafschuwd.
van een bepaald papier een foto
met een dikke onvoldoende nooit
een tentoonstellingsstuk kan wor
den. Een apart „papiertje", zoals
de vakvos zegt mag nooit een
redmiddel worden. Het kan alleen
een vriendelijke ondersteuning zijn.
een kleine hulp, die de reeds aanwe
zige sfeer en atmosfeer nog wat
duidelijker aoen uitkomen. Een met
mild zomerlicht overgoten roman
tisch plekje, een prachtig portret,
een interieur met de warmte van
oude stijlmeubele-n zijn enkele mo
tieven die een andere tint dan het
koele wit verdragen.
Laten we toch maar met het oude
spreekwoord uit de aanhef beslui
ten. Want de nog steeds bestaande
groep van automatische chamois-
bestellers zijn boos, wanneer per
abuis hun winterlandschappen eens
niet in chocolade-tinten zijn weer
gegeven en eisen dat ze overge
maakt worden. Vaak niet met een
andere reden dan dat ze in hun al
bum nu eenmaal allemaal zulke
(onnatuurlijke) gevallen hebben!
Ziet u dat op deze wijze over smaak
werkelijk niet meer te twisten valt?
Wordt geen
chamois-automaat
verleden week schreven we al,
dat die hoge glans niet persé op de
foto gebracht hoefde te worden.
Wie zyn afdrukken op witglanzend
papier uit het laatste spoelwater
vist en deze na ze met filtreer-
papier of met een zeem oppervlak
kig te hebben afgedroofd neer
legt op een stofvrije plaats, waar
ze kunnen drogen, zal bemerken,
dat de oppervlakte wel glad, maar
niet sterk glanzend is. Voor velen
heeft dit de aantrekkelijkheid, dat
een naar hun mening wat rustiger
beeld ontstaat, omdat ze een inten
se glans als opdringerig beschou
wen. Wanneer u echter de afdrukjes
„zo maar" laat drogen, bedenk dan
wel, dat ze vrij sterk gaan krullen.
Nu bestaat er voor foto's die krom
getrokken zijn door droogte of te
sterke verwarming, een prachtige
methode om ze recht te krijgen. Leg
ze op een vlakke tafel, zó dicht aan
de rand. dat een van de vier pun
ten van de foto een centimeter over
die tafelrand uitsteekt. Leg nu de
(droge) palm van de linkerhand op
de foto en druk deze tegen het
tafeloppervlak. Met duim en wijs
vinger van de rechterhand de uit
stekende punt beet pakken en trek
ken. De palm van de hand houdt
door zijn stevige druk de foto enigs
zins tegen, de andere hand trekt
juist iets harder en brengt de foto
langzaam onder de handpalm te
voorschijn.
Pas op: niet horizontaal trekken
d.w.z. in het verlengde van het ta
feloppervlak maar vrij schuin naar
beneden. Net doen of u de foto
schuins weg naar de vloer wil trek
ken. Is de foto onder de hand door
gegleden, dan ditzelfde spelletje
herhalen, nu met een andere punt.
Alle kronkelarijen verdwijnen uit
de foto's en er komt na enige
oefening uiteraard een keurig
vlak-liggende foto te voorschijn.
Maak de druk van de linkerhand
natuurlijk niet zó groot, dat u de
punt van de foto afscheurt! Het
moet in één soepel-glijdende bewe
ging gaan. Oefen eerst dus met een
paar afgekeurde prentjes, voordat
u het experiment met goede foto's
probeert. En denk er ook om: de
foto's moeten kurkdroog zijn, anders 17 |VT D D i \1 1/ D C!
trek; u er plooien in, die er nooit Hill
meer uitgaan! Voor wie een glans-
pers bezit is de kwestie nog eenvou- Ook dient de voetganger, die op
diger. Wil hy glanzende foto's, dan een zebrapad oversteekt, voorrang te
legt hU de afdrukken of vergrotin- _,.f „0„vtc
gen met hun beeldzijde met hun e"en. Rildt dus vooral niet rechts
„gezicht" oo de glansplaat. Wil langs wachtende auto's op een punt.
£e op® Su?S dfafbSlng een zebraPad a°u >™nnan "«en
naar boven gekeerd op de glans- Achter die auto kunneD voor U on-
plaat gelegd. Kijk dan echter eerst ZjChtbaar, voetgangers lopen, die even
even naar het spandoek, dat elk
glansapparaat bezit. later uw pad kruisen. Dan ls het te
Wanneer dit pluist of erg grof laat om te remmen, terwijl de voet-
is. komen de haartjesof groyemoe- gangers n op rekenen door te kun-
ten van de stof in de gelatine van
de beeldlaag terecht. Eenmaal droog nsn lopen,
zijn deze ongerechtigheden er niet
anders uit te krijgen, dan door de
foto's opnieuw in het water te leg
gen. Waarop het proces van drogen
opnieuw moet beginnen!
Nu is het vele jaren lang een
wijdverbreide opvatting geweest,
dat een amateur die zelf afwerkte
pas de juiste „hoogte" had bereikt,
wanneer hij op matte en dan liefst
chamois-kleurige papieren begon te
werken. Het gevolg was, dat velen
die graag voor „vol" aangezien wil
den worden onmiddellijk en dan
ook uitsluitend op chamois-papier
gingen afwerken. Die infectie sloeg
over op talloze amateurs, die hun
fotorolletjes bij de fotohandelaar
brachten. Want gedachtig aan de
diepzinnige beschouwingen die som
mige hunner kennissen wel eens ge
houden hadden over de kunst die
de fotografie was. meenden ze de
miniem kleine „k" van hun kunst-
prestaties wel wat groter te kunnen
krijgen door hun kiekjes op dit pa
pier met een drie-dagen-oude-
roomkleur te laten afdrukken. Zo
verschijnen de sneeuwtoppen van
hun zomervakantie-reis, de blauwe
meren, de loodgrijze hemel van een
trieste dag, maar ook de witte wade
van het landschap tijdens de win-
tersportdagen allemaal in een zelf
de niet tot volle ontwikkeling geko
men lichte oker-kleur.
Schrik nu niet, wanneer we voor
diegenen, die de kneepjes van het
afdrukken kennen als derde papier,
adviseren eens te kiezen een
chamois-papiertje. en dan nog
halfmat! Want daaruit blijkt on
danks de misschien wat sarcasti
sche kritiek van zoéven dat we
dit fraaie papier graag accepteren,
wanneer het op de juiste wijze ge
bruikt wordt. Niet klakkeloos alles
op chamois half-mat of glanzend
afdrukken. Deze kleur alleen dan
gebruiken, als het motief die tint
verdragen kan. Dit papier heeft
een warmere werking dan de vrij
koude zwart-wit foto op sneeuwwit
papier. Maar juist daarom moet
u dit chamois leren kennen als een
hulpmiddel om de sfeer, die de foto
al moet bezitten, een weinig te ver
hogen. We herhalen nog eens onze
waarschuwing dat door de keuze
Via de redactie heeft een lezer
mij de vraag gesteld, hoe nest
kastjes voor vogels moeten worden
gemaakt en ook aangebracht, dit
laatste vooral met het oog op nest-
verstoring door eekhoorns en
Vlaamse gaaien. Ik zou op deze
vraag gaarne willen ingaan, om
dat deze vorm van vogelbescher
ming zo sympathiek en van groot
belang is, maar eerlijk gezegd, vind
ik het onderwerp „nestbouw" nu,
in december of januari niet erg
actueel. Ik kan nu wel een werk
tekening geven van een broedkastje
en een toelichting, maar ik ben
bang, dat de lezers dit voor kennis
geving zullen aannemen en denken:
„O ja, maar dat is van later zorg'"
Toch wil ik graag op dit onder
werp terugkomen, rrtaor in het be
gin van februari. Want wie in de
broedtijd vogels in zijn nestkastjes
wil hebben, meet al ver van te vo
ren klaar zijn met een of meer
ongemeubtleerde vogelwoningen. U
kunt dus tegen die tijd rekenen op
een, naar ik hoop, volledige voor
lichting wat betreft het timmeren
van nestkastjes en het verhinderen
van nestroof door „tuinpiraten".
I et onderwerp „zorg voor de vo
gels" laat me echter nog niet
los.
We zijn wel door november heen-
geregend, maar december was al
aardig raak, al heeft de dooi zich
reeds aangekondigd, terwijl ik deze
regels schrijf. De plotselinge kou
heeft ons wel even verrast, maar
hier en daar zijn toch al de be
kende vogelhuisjes, al cf niet op
een paaltje en al of niet voorzien
van pindaslingers, verschenen.
Het is toch wel merkwaardig, dat
je zo weinig hoort of leest uit an
dere landen, wat betreft deze typi
sche vorm van vogelbescherming.
De Belgen staan al heel slecht aan
geschreven op dit punt, u zult de
berichten over de ontstellende ach
terstand van onze zuiderburen, die
jaarlijks nog steeds miljoenen
zangvogeltjes vangen, verhandelen
en opeten wel hebben gelezen?
Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
<loor
Sjouke van der Zee
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiüüüiiiiiiiri
Eenvoudig verbijsterend, dat zo
iets in onze tijd nog mogelijk is.
Het ziet er niet naar uit, dat het in
1962 beter zal worden. Ook de
Fransman bekommert zich niet erg
om de natuur en voor de Italiaan
moeten we maar helemaal zwij
gen. Of het nu nog zo is, weet ik
niet, maar nog niet zo lang gele
den gaf de Italiaanse radio de be
richten door over de vogeltrek, zo
dat de vogelaars hun netten kon
den gereed houden.
Merkwaardig, dat de Duitsers in
zake vogelbescherming en zorg voor
de wir tervogels, aan onze kant
staan. Ik lees regelmatig een tijd
schrift voer de Duitse jeugd, uitste
kend geredigeerd en voorzien van
uniek fotomateriaal. Ik wou. dat er
zo iets goeds ook voor de Neder
landse jeugd bestond.
pn nu mijn tekening.
|- Die geeft het model van een
voederhuisje, dat ik al eens
meer heb gepropageerd. Een com
binatie eigenlijk van etenstafel en
broedkast. hetgeen u kunt opma
ken uit de bijgevoegde werkteke
ningen, waarin ik terwille van de
duidelijkheid het dak heb weggela
ten.
U ziet dat de bovenverdieping
plaats geeft aan 2 vogelgezinnen,
die er in het voorjaar gebruik van
kunnen maken. Kunnen friaken!
Van mezen bijv. is bekend, dat
ze tenopzichte van naaste buren
niet zo gemakkelijk zijn. Maar de
proef is de moeite waard.. De uit
vinder van deze combi heeft er
eens een mezenfamilie in gehad.
Wie dit bouwwerk te mooi of te
bewerkelijk vindt, laat de zaak een
voudig dicht van boven en be
paalt zich tot Jaet strooien van
voer op het planken vloertje onder
de kap.
WIELRIJDERS
uitzicht de dieren, die onafgebro
ken en instictief op hun hoede zijn,
geruststelt. Een tafeltje heeft voor
ons het voordeel, dat het zo ge
makkelijk is te maken. Een paal
in de grond en daarop spijker je,
1 meter 75 van de grond, een plank
je, dat is alles. Rondom moet een
randje worden getimmerd, 2Vt cm
hoog, voor het wegwaaien van het
voer.
Wilt u de mussen weren, omdat
ze uw roodborst, uw mezen en
spreeuwen hinderen, bevestigt u
dan op de 4 hoeken een rechtop
stand stijltje. 10 cm hoog en spant
u dan een zwarte draad tussen de
houtjes. De mussen moeten niets
hebben van die verraderlijke dra
den, maar de andere vogels trekken
er zich niets van aan.
En dan komt de vraag: „Wat
moeten we op dat tafeltje
strooien?" Voor de merels heb ik
een spijker rechtop in het plankje
geslagen en daarop druk ik een
appel, die wat rotte plekken ver
toont. Geweldig, zoals die zwarte
knapen met hun oranjegele bek
daarin rondhakken! Voor de mezen
hangt er altijd 't bekende pinda-
snoer aan of een halve kokosnoot,
maar daarin moet een gaatje zitten
voor het weglopen van regenwater.
En verder verzamelen we alles
wat van de broodmaaltijden op ta
fel en op de broodplank, in de be
schuitbus, enz. achterblijft. Brood-
Wat die kap betreft, ja, dat is
een merkwaardig geval. Ik heb bij
iemand een vogelhuisje gezien,
waar het onder de kap een drukte
was van belang. Van alles zat daar
bij elkaar. Mezen natuurlijk en een
merel, maar ook groenvinken en
goudhaantjes. Ook de boomklever
haalde er met z'n bliksemsnelle
snavel de pinda's weg. Maar bij an
dere mensen stond weken lang zo'n
keurig huisje, behangen en be
strooid met de uitgezochtste lekker
nijen. maar de gasten zaten op de
grond of keken verlangend, uit een
veilige boom of struik, toe. Wat die
dieren dan bezielt, is moeilijk te
zeggen, maar teleurstellend is het
natuurlijk wel voor degene, die met
zoveel toewijding de vogeltafel had
gedekt.
Probeert u in zo'n geval eens het
volgende: als u vermoedt, dat de
vogels uit angst uw tafeltje of voe
derhuisje niet willen bezoeken,
neemt u een lange zwiepende ber-
ketak en bevestigt u deze, met zij
takjes en al, horizontaal aan het
huisje en wel zo, dat het uiteinde
lijk wijst in de richting van de
boom of struik, waarin de bange
vogels zitten te hunkeren naar het
voer. Er is een grote kans, dat deze
„luchtbrug" ze over hun vrees heen
helpt.
Uziet, dat ik behalve over een
voederhuisje ook over een
tafeltje schrijf. Ik ken het ge
bruik van beide, maar ik prefereer
de voedertafel, omdat die de vogels
vrijwel geen moeilijkheden oplevert.
Ik vc-moed, dat het onbelemmerd
kruimels, kaaskorstjes fijngeknipt,
vogelzaad bijv. hennepzaad of het
bekende universeelvoer, zonnepit-
ten vooral, komen niet gemakkelijk
op een tafel, maar op de grond
kunnen we ze goed voeren met de
bekende vogelzaden.
Kijkt u nu ook eens naar de af
beelding rechts op de tekening.
Een dun stammetje, lang ong. 30
cm, voorzien we van een aantal
boorgaten, ongeveer 2 cm in door
snee, en daarin drukken we plan-
tenvet, dat we eerst hebben laten
smelten om het te kunnen vermen
gen met vogelzaad. Niet te heet
maken, anders stolt de massa niet
goed. Ze moet kneedbaar zijn, zo
dat we het vet in de boorgaten
kunnen drukken.
De rest is duidelijk. Een oog of
een kram erboven ln slaan,
een touwtje eraan en ophan
gen in een struik.
Dan moet u de mezen eens zien
draaien! Het vraagstuk van het zo
onmisbare drinkwater blijft al
tijd een vraagstuk. Daar ls al
heel wat op bedacht, met of zon
der warme kruiken! Ons bevalt nog
altyd het meest: twee schotels
(niet wit.) om en om buiten zetten
en na bevriezen binnen laten ont
dooien. In de schotel met water een
omgekeerde bloempot zetten, anders
gaan de vogels een bad nemen, wat
niet zonder gevaar is.
Het is omslachtig en tijdrovend,
dat geef ik toe, maar dat moeten
we voor onze tuinvrinden maar
over hebben!