BOULEVARDTONEEL VAN LAAG GEHALTE ai dek J Doe-het-zelf-cursus He NIEUW STUK VAN SAGAN Kom er achter KIJKJES IN DE NATUUR V Eclat: U heeft geen grote bos- sem bloemen nodig om er iets aardigs van te maken. Met slechts enkele bloemen, doch dan geschikt in de juiste vaas, zijn heel goede resultaten te be reiken. In deze vrij hoge en don kere vaas heeft men slechts twee flamingobloemen nodig gehad en wat hangende bladsprieten het geheel doet het echter heei goed. Wij zijn hier erg verwend met onze grote bossen bloemen. In het buitenland weet men veel beter één roos te waarderen; hier moet het beslist een grote bos zijn. Het schikken van bloe men is heus niet zo moeilijk; als men een beetje smaak en fanta sie heeft, kan men die verder ontwikkelen. Men kan die ook laten ontwikkelen door les te nemen in het schikken en ver zorgen van bloemen. Zowel in de grote steden (in onze stad o.a door K. en O.) als op het plat teland worden tegenwoordig les sen gegeven. Men zal u er dan op wijzen welke kleuren wel en welke bij voorkeur niet met el kaar verwerkt moeten worden Lathyrus kan men best in alle mogelijke tinten in één vaas zet ten. Tulpen kan men ook in vele kleuren met elkaar verwerken maar rozen doen het over het algemeen veel beter ln één of twee kleuren. Zonnebloemen doen het weer beter alleen; bij voorkeur in een grote donkere pul. Witte seringen kan men heel goed met lila tulpen ver werken, doch als ze in een grote en wyde vaas moeten komen, kan men ze beter allebei apart zetten. Het schikken van bloemen is een prettig werkje en kan veel voldoening schenken. Met aller lei hulpmiddelen kan men bloe men schikken; de zwaardere bloemen behoeven heus niet om te zakken, doch dan moet men een prop kippegaas in de wijde vaas stoppen. Tegenwoordig ge bruikt men er ook een soort schuimrubber voor: florapak heet dat en de zaadhandel of de bloemist-winkelier heeft het wel voor u in voorraad. Overigens kunnen de knikkers en vooral de glazen knikkers, die uw zoon toch niet meer gebruikt, ook dienst doen. Als die in een wijde schaal worden gedaan kan men ze aanvullen met water en dan kan men de bloemstengels er best tussen steken. G. Kr^mdijk BLOEMSTUK JE MET TWEE FLAMINGOBLOEMEN Zaterdag 6 januari 1962 Pagina 2 (Van onze Parijse correspondent, Frank Onnen Een salon met een middeleeuwse gobelin aan de wand, een vergulde luster aan het plafond, dure fauteuils en een divan met een ijsberenpels, een geschilderd portret van een kennelijk eveneens zeer dure meneer-op-rijpe-leeftijd waarover een vrome hand een zwarte sjerp heeft gedrapeerd. Dit is de kamer van een industrieel in Poitiers, die zojuist is gestorven, doch die in zijn leven niet slecht moet hebben geboerd. In het salon: een met echte flonkerende diamanten omhangen dame met een uitdagend silhouet die de vijf kruisjes niettemin nadert, en een ongeveer even oude heer die door houding, gedragingen en uitlatingen duidelijk veronderstellen laat dat hij haar medeplichtige in de zaken en in de liefde moet zijn. Ziedaar het milieu van de gegoede provinciale Franse bourgeoisie en ziedaar ook twee der drie hoofdpersonen uit het jongste en tweede toneelstuk van Framboise Sagan, ,,Les violons parfois". het ballet en haar eerste toneel stuk wordt ditmaal dus eens niet Die gobelin en die edelstenen welke actrice Marie Bell van haar vriendin barones de Rothschild te leen moet hebben gekregen zijn de enige attributen die een indruk van authenticiteit maken. Men weet dat een deel der Franse en inter nationale kritiek er een ietwat ge forceerd behagen 1** schijnt te scheppen bij elk nieuw werkstuk (roman, ballet of blijspel) dat uit de handen komt van Frankrijks nu 26-jarige literaire fenomeen en recordhoudster van oplagecijfers, Sagans pertinente bankroet te pro clameren. Dit keer moeten echter ook de bewonderaars van dit „grote" ta- *ent zich toch wel gewonnen of beier: verloren geven, want met jge meest oprechte wil van de we reld vallen er weinig goede woor den te vinden voor deze „Violen", waarmee FranQoise Sagan een stuk boulevardtoneel heeft geleverd dat een wijlen Bernstein in mondaine vulgariteit en kwalijke salonerotiek nog naar de kroon steekt. De eensgezindheid waarmee de critici het laatste werk van Sagan dan ook hebben afgewezen, is trouwens wel even opmerkelijk als het zeer zuinige onthaal waarop het publiek deze voorstelling trots een zui vere en soms bijna ontroerende Pierre Vaneck bereidt. De jonge Belgische acteur Pierre Vaneck incarneert hier dus de der de zijde van de driehoek, en daar mee is het Sagan-schema weer compleet. Enige wijziging in het bekende stramien: de jeugd in tegenstelling met de drie romans, door een meisje, doch door een jon geman vertegenwoordigd. Qua ka rakterstructuur valt deze schuldlo ze en bijna onnozele knaap, Leo pold geheten, ondanks het feit dat de liefde voor hem eveneens maar een gezelschapsspelletje is, ternau wernood een herkenbare Sagan- creatie te noemen. Intelligent is hy namelyk niet, een gebrek waardoor de verveling die het hele stuk uit ademt alleen nog. maar verhoogd wordt. Leopold maakt zijn opwachting in Poitiers in de hoop om zijn oom, wiens overlydensbericht hem de vorige dag bereikte, nog een laatste groet te kunnen brengen. Maar die oom is 's morgens juist aan de aarde toevertrouwd, waar na uit het testament is gebleken dat zijn aanzienlijke fortuin van drie honderd miljoen zijn maitres- se en haar adjunct-minnaar door de spitse neuzen is geboord, om die onbekende neef in handen te val len. Het onfrisse tweetal is juist be zig de grondslag voor een komplot te leggen met het doel die jonge man van zijn erfenis te beroven, wanneer Leopold wordt aange meld. Hij geeft hen echter onmid dellijk gemakkelijk spel, omdat hij, lanterfanter „zonder ruggegraat", zoals hij zichzelf omschrijft, geen enkele ambitie koestert zodra hij verneemt dat 't oudere duo die er fenis wel voor hem beheren wil. om hem zo van allerlei trammelant te bevrijden. Zijn materieel de za ken zo dus heel vlot tot ieders voldoening geregeld, die rust wordt spoedig weer verstoord, wanneer de tijgerin in haar amoureuse na da gen haar zinnen op de kalverachti ge jongeling heeft gezet, welke prooi ze natuurlijk ook zonder veel moeite verschalkt. Operaties die zich onder de ogen van de oudere man in de belendende slaapkamer voltrekken, doch waartegen zelfs zijn brutale savoir vivre niet vol ledig opgewassen blijkt te zijn- netten, de planken heeft opge- stuurd waar 't dan ook geen grein tje belangstelling verdient. Na het „Chateau en Suède" waarin een nieuw aspect van Sagans fantasie en humor was doorgebroken, had men het recht van haar, ook als toneelschrijfster, nog hoge ver wachtingen te koesteren. Zacht ge zegd en zeer clement beoordeeld dient helaas erkend te worden dat die verwachtingen met deze „Vio len" wel heel diep werden be schaamd. FRANQOISE SAGAN laatste oortje al versnoept? Hij, de ex-galant, speelt even met de gedachte zich maar weer in Parijs te vestigen, doch tenslot te blijft hij toch maar leven onder hetzelfde dak. zy 'tin de toekomst dan ook in een gewijzigde functie en verhouding met betrekking tot de twee overige medebewoners die nu het zelfs legale echtpaar zullen vormen. Deze intrige over geld en liefde is dus wel tot op de draad ver sleten, terwijl Sagan in haar an ders zo naaldscherpe karakterteke ning, dit keer bovendien haar drie tal als de conventioneelste cliché figuren, om niet te zeggen mario- 1. vaas is anders. 2. extra wagon aan trein. 3. vrachtwagen staat anders. 4. hand van man meer opgeheven. 5. hoofd man is ronder. 6. krant heeft vel meer. 7. bal ligt andersom. 8. schip op schilderij heeft vlag. Marie Bell, de fatale avon turierster in „Les violons par fois". Het bekende spreekwoord, dat meer adviserend dan constaterend bedoelt te zijn, verkondigt al langer dan een mensenleeftijd, dat over smaak niet te twisten valt. Maar evenzeer bekend is, dat misschien juist daarom ver schil in smaak een eeuwig dispuut oplevert, dat ook in de amateurfoto- gvafie nog steeds wordt voortgezet. Want, om één voorbeeld te noemen: óoor hun zuiver witte kleur en fonkelende glans hemelhoog geprezen afdrukken worden door anderen om dezelfde redenen verafschuwd. van een bepaald papier een foto met een dikke onvoldoende nooit een tentoonstellingsstuk kan wor den. Een apart „papiertje", zoals de vakvos zegt mag nooit een redmiddel worden. Het kan alleen een vriendelijke ondersteuning zijn. een kleine hulp, die de reeds aanwe zige sfeer en atmosfeer nog wat duidelijker aoen uitkomen. Een met mild zomerlicht overgoten roman tisch plekje, een prachtig portret, een interieur met de warmte van oude stijlmeubele-n zijn enkele mo tieven die een andere tint dan het koele wit verdragen. Laten we toch maar met het oude spreekwoord uit de aanhef beslui ten. Want de nog steeds bestaande groep van automatische chamois- bestellers zijn boos, wanneer per abuis hun winterlandschappen eens niet in chocolade-tinten zijn weer gegeven en eisen dat ze overge maakt worden. Vaak niet met een andere reden dan dat ze in hun al bum nu eenmaal allemaal zulke (onnatuurlijke) gevallen hebben! Ziet u dat op deze wijze over smaak werkelijk niet meer te twisten valt? Wordt geen chamois-automaat verleden week schreven we al, dat die hoge glans niet persé op de foto gebracht hoefde te worden. Wie zyn afdrukken op witglanzend papier uit het laatste spoelwater vist en deze na ze met filtreer- papier of met een zeem oppervlak kig te hebben afgedroofd neer legt op een stofvrije plaats, waar ze kunnen drogen, zal bemerken, dat de oppervlakte wel glad, maar niet sterk glanzend is. Voor velen heeft dit de aantrekkelijkheid, dat een naar hun mening wat rustiger beeld ontstaat, omdat ze een inten se glans als opdringerig beschou wen. Wanneer u echter de afdrukjes „zo maar" laat drogen, bedenk dan wel, dat ze vrij sterk gaan krullen. Nu bestaat er voor foto's die krom getrokken zijn door droogte of te sterke verwarming, een prachtige methode om ze recht te krijgen. Leg ze op een vlakke tafel, zó dicht aan de rand. dat een van de vier pun ten van de foto een centimeter over die tafelrand uitsteekt. Leg nu de (droge) palm van de linkerhand op de foto en druk deze tegen het tafeloppervlak. Met duim en wijs vinger van de rechterhand de uit stekende punt beet pakken en trek ken. De palm van de hand houdt door zijn stevige druk de foto enigs zins tegen, de andere hand trekt juist iets harder en brengt de foto langzaam onder de handpalm te voorschijn. Pas op: niet horizontaal trekken d.w.z. in het verlengde van het ta feloppervlak maar vrij schuin naar beneden. Net doen of u de foto schuins weg naar de vloer wil trek ken. Is de foto onder de hand door gegleden, dan ditzelfde spelletje herhalen, nu met een andere punt. Alle kronkelarijen verdwijnen uit de foto's en er komt na enige oefening uiteraard een keurig vlak-liggende foto te voorschijn. Maak de druk van de linkerhand natuurlijk niet zó groot, dat u de punt van de foto afscheurt! Het moet in één soepel-glijdende bewe ging gaan. Oefen eerst dus met een paar afgekeurde prentjes, voordat u het experiment met goede foto's probeert. En denk er ook om: de foto's moeten kurkdroog zijn, anders 17 |VT D D i \1 1/ D C! trek; u er plooien in, die er nooit Hill meer uitgaan! Voor wie een glans- pers bezit is de kwestie nog eenvou- Ook dient de voetganger, die op diger. Wil hy glanzende foto's, dan een zebrapad oversteekt, voorrang te legt hU de afdrukken of vergrotin- _,.f „0„vtc gen met hun beeldzijde met hun e"en. Rildt dus vooral niet rechts „gezicht" oo de glansplaat. Wil langs wachtende auto's op een punt. £e op® Su?S dfafbSlng een zebraPad a°u >™nnan "«en naar boven gekeerd op de glans- Achter die auto kunneD voor U on- plaat gelegd. Kijk dan echter eerst ZjChtbaar, voetgangers lopen, die even even naar het spandoek, dat elk glansapparaat bezit. later uw pad kruisen. Dan ls het te Wanneer dit pluist of erg grof laat om te remmen, terwijl de voet- is. komen de haartjesof groyemoe- gangers n op rekenen door te kun- ten van de stof in de gelatine van de beeldlaag terecht. Eenmaal droog nsn lopen, zijn deze ongerechtigheden er niet anders uit te krijgen, dan door de foto's opnieuw in het water te leg gen. Waarop het proces van drogen opnieuw moet beginnen! Nu is het vele jaren lang een wijdverbreide opvatting geweest, dat een amateur die zelf afwerkte pas de juiste „hoogte" had bereikt, wanneer hij op matte en dan liefst chamois-kleurige papieren begon te werken. Het gevolg was, dat velen die graag voor „vol" aangezien wil den worden onmiddellijk en dan ook uitsluitend op chamois-papier gingen afwerken. Die infectie sloeg over op talloze amateurs, die hun fotorolletjes bij de fotohandelaar brachten. Want gedachtig aan de diepzinnige beschouwingen die som mige hunner kennissen wel eens ge houden hadden over de kunst die de fotografie was. meenden ze de miniem kleine „k" van hun kunst- prestaties wel wat groter te kunnen krijgen door hun kiekjes op dit pa pier met een drie-dagen-oude- roomkleur te laten afdrukken. Zo verschijnen de sneeuwtoppen van hun zomervakantie-reis, de blauwe meren, de loodgrijze hemel van een trieste dag, maar ook de witte wade van het landschap tijdens de win- tersportdagen allemaal in een zelf de niet tot volle ontwikkeling geko men lichte oker-kleur. Schrik nu niet, wanneer we voor diegenen, die de kneepjes van het afdrukken kennen als derde papier, adviseren eens te kiezen een chamois-papiertje. en dan nog halfmat! Want daaruit blijkt on danks de misschien wat sarcasti sche kritiek van zoéven dat we dit fraaie papier graag accepteren, wanneer het op de juiste wijze ge bruikt wordt. Niet klakkeloos alles op chamois half-mat of glanzend afdrukken. Deze kleur alleen dan gebruiken, als het motief die tint verdragen kan. Dit papier heeft een warmere werking dan de vrij koude zwart-wit foto op sneeuwwit papier. Maar juist daarom moet u dit chamois leren kennen als een hulpmiddel om de sfeer, die de foto al moet bezitten, een weinig te ver hogen. We herhalen nog eens onze waarschuwing dat door de keuze Via de redactie heeft een lezer mij de vraag gesteld, hoe nest kastjes voor vogels moeten worden gemaakt en ook aangebracht, dit laatste vooral met het oog op nest- verstoring door eekhoorns en Vlaamse gaaien. Ik zou op deze vraag gaarne willen ingaan, om dat deze vorm van vogelbescher ming zo sympathiek en van groot belang is, maar eerlijk gezegd, vind ik het onderwerp „nestbouw" nu, in december of januari niet erg actueel. Ik kan nu wel een werk tekening geven van een broedkastje en een toelichting, maar ik ben bang, dat de lezers dit voor kennis geving zullen aannemen en denken: „O ja, maar dat is van later zorg'" Toch wil ik graag op dit onder werp terugkomen, rrtaor in het be gin van februari. Want wie in de broedtijd vogels in zijn nestkastjes wil hebben, meet al ver van te vo ren klaar zijn met een of meer ongemeubtleerde vogelwoningen. U kunt dus tegen die tijd rekenen op een, naar ik hoop, volledige voor lichting wat betreft het timmeren van nestkastjes en het verhinderen van nestroof door „tuinpiraten". I et onderwerp „zorg voor de vo gels" laat me echter nog niet los. We zijn wel door november heen- geregend, maar december was al aardig raak, al heeft de dooi zich reeds aangekondigd, terwijl ik deze regels schrijf. De plotselinge kou heeft ons wel even verrast, maar hier en daar zijn toch al de be kende vogelhuisjes, al cf niet op een paaltje en al of niet voorzien van pindaslingers, verschenen. Het is toch wel merkwaardig, dat je zo weinig hoort of leest uit an dere landen, wat betreft deze typi sche vorm van vogelbescherming. De Belgen staan al heel slecht aan geschreven op dit punt, u zult de berichten over de ontstellende ach terstand van onze zuiderburen, die jaarlijks nog steeds miljoenen zangvogeltjes vangen, verhandelen en opeten wel hebben gelezen? Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll <loor Sjouke van der Zee iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiüüüiiiiiiiri Eenvoudig verbijsterend, dat zo iets in onze tijd nog mogelijk is. Het ziet er niet naar uit, dat het in 1962 beter zal worden. Ook de Fransman bekommert zich niet erg om de natuur en voor de Italiaan moeten we maar helemaal zwij gen. Of het nu nog zo is, weet ik niet, maar nog niet zo lang gele den gaf de Italiaanse radio de be richten door over de vogeltrek, zo dat de vogelaars hun netten kon den gereed houden. Merkwaardig, dat de Duitsers in zake vogelbescherming en zorg voor de wir tervogels, aan onze kant staan. Ik lees regelmatig een tijd schrift voer de Duitse jeugd, uitste kend geredigeerd en voorzien van uniek fotomateriaal. Ik wou. dat er zo iets goeds ook voor de Neder landse jeugd bestond. pn nu mijn tekening. |- Die geeft het model van een voederhuisje, dat ik al eens meer heb gepropageerd. Een com binatie eigenlijk van etenstafel en broedkast. hetgeen u kunt opma ken uit de bijgevoegde werkteke ningen, waarin ik terwille van de duidelijkheid het dak heb weggela ten. U ziet dat de bovenverdieping plaats geeft aan 2 vogelgezinnen, die er in het voorjaar gebruik van kunnen maken. Kunnen friaken! Van mezen bijv. is bekend, dat ze tenopzichte van naaste buren niet zo gemakkelijk zijn. Maar de proef is de moeite waard.. De uit vinder van deze combi heeft er eens een mezenfamilie in gehad. Wie dit bouwwerk te mooi of te bewerkelijk vindt, laat de zaak een voudig dicht van boven en be paalt zich tot Jaet strooien van voer op het planken vloertje onder de kap. WIELRIJDERS uitzicht de dieren, die onafgebro ken en instictief op hun hoede zijn, geruststelt. Een tafeltje heeft voor ons het voordeel, dat het zo ge makkelijk is te maken. Een paal in de grond en daarop spijker je, 1 meter 75 van de grond, een plank je, dat is alles. Rondom moet een randje worden getimmerd, 2Vt cm hoog, voor het wegwaaien van het voer. Wilt u de mussen weren, omdat ze uw roodborst, uw mezen en spreeuwen hinderen, bevestigt u dan op de 4 hoeken een rechtop stand stijltje. 10 cm hoog en spant u dan een zwarte draad tussen de houtjes. De mussen moeten niets hebben van die verraderlijke dra den, maar de andere vogels trekken er zich niets van aan. En dan komt de vraag: „Wat moeten we op dat tafeltje strooien?" Voor de merels heb ik een spijker rechtop in het plankje geslagen en daarop druk ik een appel, die wat rotte plekken ver toont. Geweldig, zoals die zwarte knapen met hun oranjegele bek daarin rondhakken! Voor de mezen hangt er altijd 't bekende pinda- snoer aan of een halve kokosnoot, maar daarin moet een gaatje zitten voor het weglopen van regenwater. En verder verzamelen we alles wat van de broodmaaltijden op ta fel en op de broodplank, in de be schuitbus, enz. achterblijft. Brood- Wat die kap betreft, ja, dat is een merkwaardig geval. Ik heb bij iemand een vogelhuisje gezien, waar het onder de kap een drukte was van belang. Van alles zat daar bij elkaar. Mezen natuurlijk en een merel, maar ook groenvinken en goudhaantjes. Ook de boomklever haalde er met z'n bliksemsnelle snavel de pinda's weg. Maar bij an dere mensen stond weken lang zo'n keurig huisje, behangen en be strooid met de uitgezochtste lekker nijen. maar de gasten zaten op de grond of keken verlangend, uit een veilige boom of struik, toe. Wat die dieren dan bezielt, is moeilijk te zeggen, maar teleurstellend is het natuurlijk wel voor degene, die met zoveel toewijding de vogeltafel had gedekt. Probeert u in zo'n geval eens het volgende: als u vermoedt, dat de vogels uit angst uw tafeltje of voe derhuisje niet willen bezoeken, neemt u een lange zwiepende ber- ketak en bevestigt u deze, met zij takjes en al, horizontaal aan het huisje en wel zo, dat het uiteinde lijk wijst in de richting van de boom of struik, waarin de bange vogels zitten te hunkeren naar het voer. Er is een grote kans, dat deze „luchtbrug" ze over hun vrees heen helpt. Uziet, dat ik behalve over een voederhuisje ook over een tafeltje schrijf. Ik ken het ge bruik van beide, maar ik prefereer de voedertafel, omdat die de vogels vrijwel geen moeilijkheden oplevert. Ik vc-moed, dat het onbelemmerd kruimels, kaaskorstjes fijngeknipt, vogelzaad bijv. hennepzaad of het bekende universeelvoer, zonnepit- ten vooral, komen niet gemakkelijk op een tafel, maar op de grond kunnen we ze goed voeren met de bekende vogelzaden. Kijkt u nu ook eens naar de af beelding rechts op de tekening. Een dun stammetje, lang ong. 30 cm, voorzien we van een aantal boorgaten, ongeveer 2 cm in door snee, en daarin drukken we plan- tenvet, dat we eerst hebben laten smelten om het te kunnen vermen gen met vogelzaad. Niet te heet maken, anders stolt de massa niet goed. Ze moet kneedbaar zijn, zo dat we het vet in de boorgaten kunnen drukken. De rest is duidelijk. Een oog of een kram erboven ln slaan, een touwtje eraan en ophan gen in een struik. Dan moet u de mezen eens zien draaien! Het vraagstuk van het zo onmisbare drinkwater blijft al tijd een vraagstuk. Daar ls al heel wat op bedacht, met of zon der warme kruiken! Ons bevalt nog altyd het meest: twee schotels (niet wit.) om en om buiten zetten en na bevriezen binnen laten ont dooien. In de schotel met water een omgekeerde bloempot zetten, anders gaan de vogels een bad nemen, wat niet zonder gevaar is. Het is omslachtig en tijdrovend, dat geef ik toe, maar dat moeten we voor onze tuinvrinden maar over hebben!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1962 | | pagina 14