Britse politie verdient méér, maar krijgt minder SOLDAAT RUIDE OP PER BANDRECORDER ERE AVOND VOOR IDA WASSERMAN Londense Bobbies deden in 1829 hun intrede Tijdelijk 1 tube KEK Vlekkenpasta voor slechts ct bij aankoop van PELI Zelfglanzende was Anderen spuiden zijn gal verder Veertig jaar op de planken Opgericht 1 maart 1860 Donderdag 26 oktober 1961 Vijfde blad no. 30487 Advertentie In vele landen bestaat een streven om voor de politie-ambtenaren meer salaris te vragen. In Duitsland en in Nederland, in Frankrijk en in Italië zijn acties gaande of gaande geweest om salarisverbetering te krijgen voor de mensen, die vaak ten koste van veel persoonlijk risico leven en bezit van de burgerij proberen te beschermen. Ook Engeland is niet ontkomen aan dit streven: de Britse „Bobbies" verlangen een meer redelijke beloning voor hun zware en lang niet altijd ongevaar lijke arbeid. Politieparade in 1829 WU schrijven september 1829; veer tien jaar zijn voorbijgegaan sedert de slag bij Waterloo. De spoortreinen ma ken hun eerste ritten. Op die septem berdag trok door Londen een merk waardige optocht. Duizend mannen met donkerblauwe jasjes en witlin nen broeken, op het hoofd een hoge hoed en in de hand een witte stok, hielden een parade. Langs de straten stonden duizenden mensen te kijken, die in de handen klapten en „Bravo, Bobbie!" riepen. „Dat is onze nieuwe politie" zei een Londenaar trots tegen een nieuwsgierige vreemdeling, „ze noemen die mannen „Bobbies" naar Sir Robert Peel, de minister van Bin nenlandse Zaken, die ze heeft aange steld Alles aan deze „Bobbies" was wél overwogen. De witte broeken en hoge hoeden dienden om te voorkomen, dat zij op soldaten geleken, die immers niet zonder vele formaliteiten binnen de City of London mochten komen. Dat hele beeld paste in de gedach- tenwereld van de Britten; een poli tieman was er om burgers en hun bezit te beschermen en niet om ze te commanderen. Daarom hadden de Bobbies ook geen wapens, maar slechts korte stokken (zoals ook nu nog het geval is) en een ratel om assistentie in te roepen. Tegenwoordig is de hard houten wapenstok voldoende om assi stentie te vragen als de hedendaagse Bobby ermee op een trottoirband rof felt. De hoge hoeden waren zo sterk, dat de Bobby erop kon staan om een menigte te overzien. Deze eerste dui zend Bobbies kregen onderdak in een kazerne, die op de plaats stonden, waar eens Schotse vorsten woonden, vandaar de naam Scotland-Yard, een naam die beroemd zou worden. In het hoofdkwartier van Scotland Yard zaten twee mannen, die geenszins ver legen waren met hun nieuwe func tie. Het waren overste Charles Ro- wen die onder Wellington bij Water loo streed, en de jonge advokaat Ri chard Mayne. Samen zouden zij Scot land Yard eenentwintig jaar lang lei den en zij vormden al die tijd een voortreffelijke combinatie. De grote vraag was of men met duizend poli tiemannen leven en welzijn konden verzekeren van de anderhalf miljoen mensen, die toen in Londen woonden. De eerste rechercheurs Duizend mannen in uniform waren niet teveel voor een dergelijke reu- zenstad. Mayne koesterde overigens nog andere wensen dan een uitbrei ding van dit korps van duizend man nen. Hij wilde detectives in burger hebben, die specialisten zouden zijn in de misdaadbestrijding, zoals de Pa- rijse politie die al sedert Napoleon had. „Detectives zijn politiemannen in burger" zei Robert Peel, „we krij gen opstand in Londen als we met zoiets beginnen. De mensen denken toch al, dat de Bobbies een soort spi onnen zijn. Ik heb er al toe moeten besluiten om de agenten te verplich ten ook buiten diensttijd uniform te dragen, opdat iedereen ze altijd zal herkennen. Maar we hebben de Bow- streetrunners toch nog?" Het zou dertien jaar duren eer Scot land Yard de eerste rechercheurs in burger zou hebben. Totdien moest men zich inderdaad behelpen met de Bowstreetrunners. Die waren al een halve eeuw in zwang, voor de Lon dense politie (en daarmee de Britse politie) werd geboren. Die runners waren gewoon gerechtsdienaren, amb tenaren van het kantongerecht van Bowstreet. Er waren sedert 1780 een dozijn van die runners, herkenbaar aan hun rode vesten (als enig uni formstuk) en een korte stok als enig teken van hun waardigheid. De Bow streetrunners dankten hun naam (hardlopers) aan het feit, dat zij hard konden lopen als zij een dief en dievegge op heterdaad betrapten. Daarbij gebruikten zij hun ratels zo veel zij konden en iedere burger had de plicht hen te helpen om misdadi gers te vatten. Hoewel het eigenlijk een karikatuur van een politiemacht was, bracht een van die runners Charles Townsend het toch tot huisdetective, bij de Engelse koning. De Bowstreetrunners waren overigens mensen, die hun weetje wisten en die inderdaad recherchewerk deden. Een opzienbarende moord zou pas de stoot geven tot de uitbouw van Scotland Yard tot een recherche-apparaat, dat duizenden detectiveschrijvers heeft ge ïnspireerd. Op een aprildag van 1842 werd het stoffelijk overschot van een vrouw in een wagen met stro ont dekt. De moordenaar was spoorloos, maar de politie gaf het niet op. Maan den later hoorde een politieman van een praatlustige hospita van een nieu we huurder, die in zijn slaap over moord praatte. Het bleek achteraf Daniel Good te zijn, de man wiens vrouw men had gevonden in de wa gen. Scotland Yard maakte van dit alles wat mogelijk was; de openbare mening zag in hoe nuttig een goed politie-apparaat kon zjjn en na de arrestatie van Good werd het Crimi nal Investigation Department (CID) opgericht. Jarenlang telde die afde ling niet meer dan tien mannen; pas in 1870 waren er tweehonderd recher cheurs. Tien jaar later was het getal van duizend al bereikt. Deze eerste rechercheurs hadden geen bijzondere opleiding en evenmin bijzondere be voegdheden. Politie buiten de wet Deze eerste rechercheurs waren doodgewone politiemannen, die uit de dienst waren genomen om in burger dienst te doen. Strikt genomen leef den en werkten zij buit de wet, maar dat veranderde te zij hun eerste moordenaar «Thomas Hooker) aan de galg brachten. In de daarop volgende jaren gelukte het hen diver se moordenaars aan de galg te bren gen onder wie dr. Palmer, een gif moordenaar wiens daden half Europa in opschudding brachten. De faam van Scotland Yard was daarmee geves tigd en tevens de positie van de „Bob bies" die voortaan „Metropolitan Po lice Force" heetten. Wapens hadden zij nog evenmin als in de tijd van Sir Robert Peel. Zelfs de gummi knuppel, die in vele Europese landen zoveel opgang maakte, bleef hun ont zegd. Hun enige wapen was en bleef de hardhouten knuppel, ook toen de misdaad zich al van vuurwapens ging bedienen, zelfs tegenover de politie. Zesentachtig jaar geleden viel de eer ste Britse politieman onder de kogels van een misdadiger. Politieman John Cardigan, Private Constable first class was het eerste slachtoffer in de strijd tegen de misdaad. Na hem hebben dozijnen politiemannen het leven ge laten, maar desondanks is en blijft hun enige wapen de houten knuppel, overigens een geducht wapen bij schermutselingen. Zelfs toen in 1938 niet minder dan drie Bobbies het leven verloren in de strijd tegen de misdaad, bleef hun bewapening ongewijzigd. Deze drie voudige moord leidde tot het befaam de beleg van Canal Road, maar voor dien had hoofdinspecteur Fabian al negenduizend geüniformeerde en on- geuniformeerde mannen aan het werk gezet om de moordenaars van de drie politiemannen op te sporen. Het be leg van Canal Road eindigde met de dood van drie der hoofdaanstichters, terwijl drie andere mannen werden opgehangen. De andere vier overle venden kregen levenslange gevange nisstraf. Eerste opleidingsschool Deze gebeurtenis is overigens uniek in de historie van een poltiemacht, die zijns gelijke in de wereld niet heeft. In de dertiger jaren stichtte Trenchard zijn eerste Police College, een opleidingsschool in Hendon, waar de politiemannen zelfverdediging leer den buiten en behalve wat een poli tieman moet weten van zijn werk. De blote hand was voortaan het bes te wapen van de Bobby. Op het Tren chard College leerden de mannen ook goede omgangsvormen en vreemde ta len, voorzover zij daar belangstelling voor hadden. Londen sprak eerst van „Bobbies met ppn Oxford accent en een old-school-tie", maar heeft se dertdien al lang ervaren, dat de poli tieambtenaren van deze school hun werk niet alleen voortreffelijk doen, maar ook het hunne ertoe bijdragen om Londen meer representatief te maken tegenover vreemdelingen. Het is een lange weg geweest sedert de eer ste Bobbies van Sir Robert Peel op straat gingen. Hun uniform is intus sen belangrijk veranderd. Voor de oorlog werden de Britse politiemannen (naar analogie van Londen werden de politiemachten in andere Britse steden ingericht) beter betaald dan vele ambtenaren. Dat was een principe; hun gemiddelde sa laris lag vijftig procent boven dat van een vakarbeider. Na de oorlog zjjn de andere lonen sterker gestegen dan die van de politie met het gevolg dat de gemiddelde industrie-arbeider meer verdient dan een politieagent. Daar komen zij nu tegenop en niet zonder recht, want zij representeren een van de beste en meest beroemde politie korpsen ter wereld met een traditie van betrouwbaarheid, onkreukbaar heid en moed. In de oorlog verloor de Londense politiemacht meer dan duizend manschappen ongeacht de po litiemannen die in militaire dienst sneuvelden. Na de oorlog zijn ettelij ke dozijnen politiemannen gevallen in een oorlog die des te minder zal lonen naarmate de politie beter wordt be taald. In de strijd tegen de misdaad is een goedbetaalde politiemacht een eerste vereiste! (in bus a f 2.60 of flacon k f 1.35) 'n Erdal produkt, dus goed! Ereleden Kon. Instituut van ingenieurs Het Kon. Instituut van Ingenieurs, waarin opgenomen de vereniging van Delftse ingenieurs heeft woensdag tij dens zijn vergadering in R'dam dr. ir H. Bloemgarten en ir. P. F. S. Otten be noemd tot erelid wegens hun grote ver diensten voor de ingenieurs- en aan verwante wetenschappen. Dr. ir. H. Bloemgarten ls zijn hele leven verbonden geweest aan de Ko ninklijke Shell-groep, waarin hij vele hoge functies heeft vervuld. Sedert 1961 is hij, als opvolger van ir. J. B. A .Kess- ler, voorzitter van de Raad van Com missarissen van de Koninklijke. De Tech nische Hoogeschool in Delft erkende zijn grote verdiensten reeds door hem in 1955 te benoemen tot doctor honoris causa in de technische wetenschappen. De naam van ir. P. F. S. Otten is vele tientallen jaren verbonden geweest aan die van N.V. Philips' gv^lampenfa- brieken. In 1936 werd hij directeur, in '39 president-directeur en in 1946 voor zitter van het presidium van de Raad van Bestuur, welke functie hij dit jaar neerlegde. Het begon als een „grap" (Van onze Haagse correspondent) De dienstplichtig soldaat, die gis teren voor de krijgsraad in Den Haag terecht stond, had allerminst het uiterlijk of de kenmerken van een volgsmenner. Daarom hoorde ieder een nogal op van de beschuldiging, die de auditeur-militair hem breed uit voor de voeten legde: ondermij ning van de krijgstucht in oorlogstijd door het afdraaien van een band recorder waarop een opruiende toe- ««ij., Hr y rii'' v* •n':. OkJfQfc"I --■* Londense politiemannen kijken glimlachend in de kranten, welke spreken van een jaarsalaris van duizend pond sterling voor „kon stables" met negen dienstjaren. De foto werd gemaakt in Cannon Row Police Station, een Londense politiepost, waarvan honderden detectiveromans uitvoerig melding hebben gemaakt. spraak was opgenomen. Eis: zes weken militaire detentie. „Kwajongensstreek11 De 21-jarige soldaat is afkomstig uit Zeist. Een stille, goed-uitziende jongen die, zoals hij zelf zei, niet eens anti militarist is. De verdediger deed de toe dracht van de zaak uit de doeken. Op een saaie zondagmorgen was de soldaat in de legerplaats Nunspeet op een sol- datenkamer met een bandrecorder aan het spelen gegaan. Daarbij heeft hij, puur als een grap „als een kwajon gensstreek", zoals de verdediger het zei een toespraak opgenomen, waarin de militaire dienst er bepaald niet best af kwam. Het bandje werd opgeborgen, om dat er ook nog muziek op stond en pas 's middags, toen de „redenaar" met ver lof was gegaan, door andere soldaten weer afgedraaid. De zaak kwam aan het rollen en het plezierige uurtje-met-de-bandrecorder kreeg een beslist niet aangenaam ver lengstuk. Niet ondermijnd De verdediger deed ook uit de doeken, voor zover dat bij de ondervraging door de president nog niet het geval was ge weest, hoe de soldaat eigenlijk tot die toespraak was gekomen. Hij had ten slotte ook over het weer kunnen praten maar deze jongen was in dienst ge komen met een officiersbestemming. Dat ging niet door ondanks zijn h.b.s.-di- ploma want hij miste de karakter eigenschappen voor de hogere rangen. Hij werd wèl onderofficier. Maar ook die carrière duurde niet lang eerst gede gradeerd tot korporaal, later tot soldaat wegens diverse vergrijpen. En in die toespraak heeft de soldaat tenslotte al zijn gal over de dienst ge spuid. Reden waarom de verdediger di# ook nog zei, dat die toespraak beslist het moreel van de troep niet had onder mijnd de uiterste clementie bepleitte. De Krijgsraad trok zich vervolgens in de raadkamer terug en bleek by terug komst tenslotte de ernst van de „op ruiende toespraak" met een korreltje zout te hebben genomen: de zaak werd voor krijgstuchtelijke afdoening naar da commandant van de legerplaats Nuns peet terug verwezen. (Van onze Haagse correspondent) De Haagsche Comedie geeft op zaterdag U november in de Koninklijke Schouwburg te Den Haag de eerste voorstelling van Tsjechows „Kersentuin" in de en scenering van Peter Scharow en met een gedeeltelijke nieuwe be zetting. Het ligt in de bedoeling hiervan een ere-avond voor Ida Wasserman te maken, die dit jaar veertig jaar op de planken staat. Hoewel de Vlaamse actrice, die van de oprichting af aan de Haagsche Co medie verbonden is geweest, zich aan elke officiële huldiging heeft onttrok ken, wilde het gezelschap het jubileum van een der grootste figuren op het Nederlandstalige toneel toch niet onge merkt voorbij laten gaan. Deze ere- avond, waarop Ida Wasserman opnieuw de rol van de verarmde grondbezitster Ljoebow Andrejewna zal vertolken, is bedoeld om de dankbaarheid uit te drukken voor de vele treffende toneel creaties, die Ida Wasserman in Neder land en met name in Den Haag heeft laten zien. Voor de nieuwe instudering van Tsje chows stuk dat evenals in 1960 zal worden gegeven in de vertaling van Charles B. Timmer en met decors en kostuums van Eline van Dreght en Li- sette van Meeteren komt Peter Scha row volgende week naar Den Haag. Naast Ida Wasserman zal men ook ditmaal Paul Steenbergen en Bob de Lange kunnen zien als Gajew en Lo- pachin en voorts onder anderen Albert van Dalsum, Joris Diels, Anny de Lan ge. Do van Stek, Georgette Hapedoom, Broes Hartman en Bas ten Ba «nburg. Het stuk blyft in deze bezetting het gehele seizoen op het repertoire. Premie verplichte ziekenfondsverzekering De Ziekenfondsraad heeft de minister van Sociale Zaken en o'ksgezondheid ge adviseerd de premie voor de verplichte ziekenfondsverzekering die thans 4.9 bedraagt, voor het jaar 1962 te bepalen op 4.8 Ida Wasserman in een van haar vele rollen, ditmaal in Strindbergs Spooksonatevoor de televisie. Dode bij beschieting in Tunesisch grensgebied Volgens het Tunesische persbureau hebben Franse vliegtuigen en artillerie dinsdag van Algerije uit het Tunesische grensgebied beschoten, waardoor een elfjarig kind om net leven kwam en een militair werd gewond. Het. artillerievuur kwam van een Franse post te El Amraa. twee km bin nen de Algerijnse grens. In totaal vielen op Tunesisch gebied 150 bommen, waar door een militaire post op 300 meter van de grens werd verwoest, evenals ver scheidene huizen en een café in de naaste omgeving. Van de zijde van de Franse opperbe velhebber in Algerije is gisteravond meegedeeld, dat in de nacht van maan dag op dinsdag en gedurende de daarop volgende ochtend een Franse militaire post nabij de grens was beschoten van af Tunesisch gebied. Na verscheidene uren had de betrokken post met steun van artillerie en de luchtmacht „de ba ses waarvan het vren afkomstig was" tot zwijgen gedacht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 17