EERSTE NEDERLANDSCHE KATHEDRAAL VAN COVENTRY WERD IN NORMANDIE GEBOREN Goede bewaarscholen in kinderarm Oostenrijk Vier eeuwen Ned. Geloofsbelijdenis Symbool van een stad, die niet wilde sterven GUIDO DE BRES.... MOEDIG LEIDSMAN - VURIG PREDIKER Geboortecijfer stijgt langzaam WOENSDAG 18 OKTOBER 1961 VOORSCHOTEN W. L. VAN SCHAICK Administrateur bij Ver. Ned. Gemeenten De heer W. L. van Schaik, referenda ris ter gemeentesecretarie, chef van de afdeling financien, onderwijs, perso neels- en sociale zaken, is in de functie van administrateur benoemd bij de Ver eniging van Nederlandse Gemeenten. Het werk van de heer Van Schaik zal in zijn nieuwe functie in het bijzonder in het vlak van de gemeentelijke finan cien komen te liggen. In een kuil aan het strand van Normandië nabij de monding van het riviertje de Vire lagen acht Engelsen. Over hun hoofden heen gierde het vuur van de landingsvaartuigen, voorzover die nog konden schieten. Vanaf de andere schoten Duitse machinegeweren, maar gelukkig niet op het strand. Zij waren er blijkbaar van overtuigd, dat daar niemand leefde. In de kuil zat temidden van zeven sol daten en een sergeant ook de korporaal Basil Spence. „Wat ga jjj doen na de oorlog?" wierp iemand op. „Ik ga timmeren" zei er een, „Mijn vader heeft een eigen timmermansbedrijf!" „Ik ga weer in mijn taxi!" zei een Cockney. „Ik ga een garage beginnen", zei een andere man ongevraagd, „Na de oorlog zal er heel wat toekomst in dat vak zitten!" „Ik ga terug naar kantoor" zei een andere sol daat, „Ik heb nooit geweten hoe benijdenswaardig rustig het kantoorleven kan zijn!" „En ik ga groene broekjes zoals jullie opleiden voor de volgende oorlog!" zei de sergeant, „Overigens heeft korporaal Spence nog geen mond opengedaan. Wat gaat Spence doen na de oorlog?" Basil Spence zweeg geruime tijd voordat hij antwoord gaf. Een Duits machine geweer schoot laag over de kuil heen en even verderop was een stuk luchtafweer bezig met sissende lichtspoormunitie een landingsvaartuig te behandelen. Toen hij zag dat iedereen hem aankeek, zei hij ernstig „Misschien zullen jullie erom lachen, maar na de oorlog ga ik een kathedraal bouwen!" we kerk komt een zuilengalerij, die de band symboliseert. Vanaf de eerste dag was dit ontwerp het gesprek van de dag in en buiten Engeland. De dag na publikatie van het ontwerp kwamen er al meer dan zevenhonderd brieven binnen, die getuig den van afkeuring zowel als van goed keuring. Spence won de strijd glorierijk en wist zich op alle punten te verdedi gen. Koningin Elizabeth legde in 1956 de eerste steen. Coventry's bisschop, dr. Cuthbert Bardsley, Engelands jongste bisschop, zei „Als wij ons geloof niet in termen van onze eigen tyd tot uit drukking kunnen brengen, kunnen wij het Christendom wel liquideren". De kerk is nog lang niet gereed; het kope ren dak is nog lang niet klaar en het zal nog wel enige tijd duren voor een hefschroefvliegtuig de vierentwintig me ter hoge aluminium spits op de toren kan plaatsen. Basil Spence, nu een ge vierde architect, is er trots op dat wij len Sir Jacob Epstein, de glasontwer per Jacob Lee en de kunstenaar John Piper aan deze kathedraal hebben mee gewerkt. „Deze kerk vertelt een ver haal" zegt Spence nu, „Hij kost met zijn anderhalf miljoen pond minder dan een zesmotorige straalbommenwerper. Mijn kerk is het verhaal van een stad, gemaakt naar een idee, waarop ik kwam in een kuil op het strand van Nor mandië. het verhaal van een stad die het erg druk heeft met geld verdienen. Wij van Coventry hebben veel meege maakt en we hebben veel te vertellen, maar we zeggen het met onze kathedraal, die voor altijd het symbool zal zijn van een stad, die niet wilde sterven, net zoals In 1962 is hel zo ver Eerst volgde een diepe stilte, daarna een homerisch gelach. Hoe kon iemand zich op dit stukje Normandische strand voorstellen dat hij een kathedraal zou gaan bouwen? „Huizen zullen meer no dig zijn, korporaal" zei de sergeant ,„die kathedralen komen later nog wel eens" Toen kwam een stem door de walkie- talkie, die beval om een Duitse bun ker het zwijgen op te leggen. De man nen begonnen hun zware tocht door het mulle zand om aan dit bevel te voldoen. De bunker bleek bezet met Russen, die juichend de handen omhoog staken, toen ze de Engelsen zagen. Korporaal Spence kreeg opdracht ze naar een landings boot te brengen voor ondervraging. Dat is nu ruim zeventien jaar geleden. In het voorjaar van 1962 wordt de nieuwe kathedraal van Coventry in ge bruik genomen. Dan zal het achttien jaar geleden zijn, dat architect Basil Spence zijn gelofte op het Normandi sche strand aflegde, die hij dan waar zal hebben gemaakt: hij heeft zijn kathedraal gebouwd. De bouw van deze kathedraal zou ook de aandacht trekken zonder dat deze in Coventry zou komen te staan. Er wor den niet zoveel kathedralen meer ge bouwd tegenwoordig. Coventry verwoest Coventry was de eerste stad die door de Duitsers goeddeels met de grond gelijk werd gemaakt. De nieuwe kathe draal moet een 'symbool van wederop standing zijn. De zandstenen muren van de vlakbij gelegen Michaels kathedraal omvatten nu een vreedzame tuin, waar hier en daar nog muurresten van de vernielde kerk liggen. Op een geblakerde muur is een eenvoudig eikehouten kruis bevestigd met de woorden „Vader, ver geef ons!" De nieuwe kathedraal, waar voor de toenmalige Bondspresident Dr. Heuss destijds vijfduizend pond sterling schonk, trok tijdens de bouw al inter nationale belangstelling. De Rusische ambassadeur schonk een kostbare ikoon. Voor de driehonderdduizend mensen van Coventry werd de nieuwe kathedraal een symbool van herleving. Het wordt de eerste kathedraal van onze moderne tijd, een artistiek verantwoord monu ment. Maar het begon wel tragisch. Vanaf half elf op die novemberavond in 1940 tot het aanbreken van de dag vlogen vijfhonderd Duitse bommenwer pers boven de stad en verspreidden dood en verderf. Honderden tonnen bommen werden afgeworpen op militaire en niet- militaire doelen. De prachtige veer- tiende-eeuwse St. Michaels kathedraal werd al bij de eerste aanvalsgolf in een puinhoop veranderd. Kerken, zie kenhuizen, bioscopen, openbare gebou wen en talloze fabrieken en woonhui zen werden vernield. Alleen de toren van de kerk bleef staan als een verma nend uitroepteken boven deze vlam mende waanzin. De Duitse radio vond het woord „co- ventrieren" uit voor deze aanval JDe directeur Rootes van de grote automo bielfabriek, leidde de hele nacht het bluswerk in zijn fabrieken en kreeg temidden van de puinhopen een tele gram van Churchill, die hem tot burge- De architect Basil Spence is iemand die zich snel naam heeft gemaakt in Engeland. Als soldaat op het invasiestrand van Norman dië besloot hij na de oorlog een kathedraal te gaan bouwen. Zijn ontwerp werd uit 219 inzendingen gekozen en getuigt van moderne opvattingen. meester van Coventry benoemde met als opdracht de herbouw zo spoedig mogelijk ter hand te nemen. De eerste avond na het bombardement had welhaast ieder een weer elektriciteit en drinkwater en had Rootes (nu Sir Wiliam Rootes) zijn eigen fabriekstekenaars aan het werk gezet voor het ontwerp van een nieuw stadscentrum van Coventry. De balans in cijfers van de aanval bedroeg 568 doden, 865 zwaargewonden, 2294 gebouwen en huizen verwoest, 45704 gebouwen en huizen zwaar beschadigd, van de 21 grote fabrieken in de stad twaalf onherstelbaar verwoest. Coventry is op merkwaardige wijze herrezen uit deze puinhopen. De stad telt nu bijna het dubbele aantal mensen van toen en de lonen zijn er hoger dan elders in Engeland. De etalages zijn goed gevuld meit lu xe artikelen, de mensen zijn goed ge kleed en het geheel vormt een beeld van welvaart. Geboorte van een idee Het stadscentrum is op moderne wij ze herbouwd. Rond de stad zijn nieuwe woonwijken verrezen. In het moderne stadscentrum staat Lady Godiva weer met haar paard temidden van een win kelcentrum van twee verdiepingen met galerijen rondom, moderne kantoorge bouwen, parkeergarages en flatgebouwen van veertien verdiepingen. Lange tijd wist men niet wat men moest doen met de puinhopen van de St. Michaels ka thedraal. Het schip was uitgebrand en ten dele ingestort; alleen de honderd meter hoge toren stond er nog. Toen men deskundigen raadpleegde over her bouw bleek dat deze veel te omslachtig zou zijn. Algemeen werd voorgesteld om een nieuwe kerk te bouwen, die represen tatief zou zijn voor heel Engeland. De vraag was alleen maar, wie de kerk zou bouwen. Men had een miljoen pond sterling aan oorlogsschadevergoeding in kas voor dit doel en een comité van voor aanstaande burgers begon de rest van het geld bijeen te brengen. Tevens werd een inschrijving opengesteld voor een ontwerp. In oktober 1950 had men 219 ontwerpen: Romaans, Gotisch, modern zelfs Oosters. Het stadsbestuur koos na lang beraad het ontwerp van een bij na onbekende architect met de naam Basil Spence. Spence koos als grondvorm de oud christelijke basiliek, een rechthoekige ruimte zonder transept, ruim honderd meter lang en dertig meter breed. Wat deze kathedraal zijn bijzonder karakter verleent, zijn de muren in zig-zag-vorm. De kathedraal staat in een rechte hoek op de puinhopen van de St. Michaels- kathedraal. Tussen de ruïne en de nieu- Zweeds vrachtschip in moeilijkheden Het 1369 ton metende Zweedse vracht schip de „Fibeke Kristensen" is om half vier vanmorgen in een storm met windkracht 9 tussen Schiermonnikoog en Rottumeroog op de Rottumerplaat gelopen. Na de melding van Radio Scheven im- gen en die van de kustwacht van Schiermonnikoog zijn de reddingboten „Insuliinde" van Oostmahorn (Pr.) en de „Theodoor Heuss" van Borkum uit gevaren. De „Insulinde" kwam echter niet ver. Nauwelijks vertrokken, voer de reddingboot tegen een onverlichte modderbak van de aannemingsfirma Zanen en Verstoep uit Zaandam, die dwars in het vaarwater lag. De „Insu linde" maakte water in de voorpiek en moest dientengevolge terugkeren. De aanvaring gebeurde in een zware regen bui. Om zes uur is toen de strandred- dingboot „Willem Horsman" van Schier monnikoog vertrokken om zonodig bij stand aan de „Fibeke Kristensen" te verlenen. Ook de sleepboot „Bugier" van Borkum was toen reeds naar het Zweedse schip, dat onderweg was van Dordrecht naar Zweden, gevaren even als de sleepboot „Atlas" van Borkum. De kapitein heeft later echter de hulp van de sleepboten geweigerd. Waar schijnlijk wilde men traohten om bij de hoge waterstand van vanmiddag 3 uur zelf los te komen. De sleepboten zijn echter in de buurt van de „Pibeke Kris tensen" gebleven. De Duitse redding boot „Theodoor Heuss" is naar Borkum teruggekeerd. De bemanning van de „Willem Horsman" daarentegen is naar óe Plaat gegaan om de situatie in ogen schouw te nemen. ik weigerde te sterven toen ik in Nor mandië besloot een kathedraal te gaan bouwen!" (Van onze Weense correspondent) Ofschoon het geboortecijfer langzaam stijgt, is Oostenrijk over 't algemeen nog arm aan kinderen. Dit geldt vooral voor Wenen, waar men nog altijd meer voor keur schijnt t.e geven aan rashon den. Maar ook in de hoofdstad valt er een verbetering waar te nemen. Deze staat ontegenzegge lijk in verband met de stijgende welvaart en het hogere levenspeil. Ondanks het lage geboortecijfer heeft Oostenrijk echter een uitstekende naam op het gebied van de kleuterverzorging. Dit- vindt voor een groot gedeelte zijn verklaring in het teit dat de Oostenrijk se vrouw zeer sterk in het arbeidspro ces is ingeschakeld. Meer dan de helft van de getrouwde vrouwen heeft een beroep en werkt in fabrieken, op een kantoor of als serveerster. De meesten van hen blijven aan het werk, ook wan neer zij een kind hebben gekregen. Dit is geen nieuw verschijnsel, zodat men reeds vroeger voor do vraag stond wat er met de kinderen moest gebeuren, wanneer hun moeders aan het werk waren. Reeds jaren lang heeft Oostenrijk hiervoor een oplossing gezocht en daar om neemt dit land een van de eerste Donderdag 2 november zal het 400 jaar geleden zijn, dat de Nederlandse Geloofsbelijdenis het licht zag. Alom in den lande zullen de kerken, die deze confessie als leergrondslag hebben, waaronder de Ned. Hervormde en Gereformeerde Kerken, dit feit herdenken. Het hoogtepunt zal gevormd wor den door de bijeenkomst op 2 november in de Grote of St.-Jacobskerk te 's-Gravenhage, waar prof. dr. J. N. Bakhuizen van den Brink, hoog leraar te Leiden, en prof. dr. A. D. R. Polman, hoogleraar te Kampen, de godsdienstige en histori- De ontstaansgeschiedenis der Nederlandse Geloofsbelijdenis heeft zich afge speeld in de Zuidelijke Nederlanden, het tegenwoordige België, waaraan de belijdenis ook de naam Confessio Belgica ontleent. Dit gebied gaf in de 16de eeuw zowel in politiek-economisch als in geestelijk-cultureel opzicht de toon aan. Van uit het Zuiden was het calvinisme er binnengedrongen. Uit de evangelieverkon. diging van rondreizende predikers was een krachtige hervormingsbeweging ontstaan, die een felle tegenbeweging van vervolging en inquisitie opriep. Terwijl de stad Doornik in de herfst van 1561 het toneel was van demonstraties van hervormdgezinden en vervolgingswoede vanwege de commissarissen van de land voogdes Margaretha van Parma, werd in de ochtend van 2 november binnen de buitenmuur van het kasteel aldaar een verzegeld pakje gevonden, dat een gedrukt boekje en een geschreven brief bevatte. gU ons dan tot een steun en toevlucht tegen het geweld van onze vijanden moogt zijn". Geboorte en groei van ons zelfstandig volksbestaan Het boekje, in de Franse taal gesteld, was getiteld „Belijdenis des geloofs, ge maakt in een gemeen akkoord door de gelovigen, die in de Nederlanden ver strooid zijn en die begeren te leven naar de zuiverheid van het evangelie van onze Heer Jezus Christus". Het stuk, dat op dat moment reeds in vele exemplaren gedrukt en ver spreid was en dat een jaar later ook in Nederlandse vertaling zou verschij nen, zou als Confessio Belgica of Ne derlandse Geloofsbelijdenis bekend wor den en met enkele wijzigingen van on dergeschikte aard de officiële belijde nis van de Hervormde Kerk in dit land worden. Beroep op Koning Philips II Uit de bijgevoegde brief, geschreven met de hand van Guido de Brés, vurig prediker en moedig leidsman der her vormden, die in overleg met enkele an dere predikanten ook de belijdenis zelf opgesteld had, bleek, wat men met de ze merkwaardige aanbieding der con fessie bedoelde. Het indrukwekkende epistel was ge richt aan Koning Philips II en begon aldus: „Indien het ons geoorloofd was, o genadigste heer, voor uwe majesteit te verschijnen om ons te verdedigen tegen de beschuldigingen, waarmede men ons belast, en de rechtvaardigheid van onze zaak te bewijzen, dan zouden wij dit heimelijke middel niet zoeken om u het bitter zuchten van uw volk door een stom verzoekschrift of geschre ven belijdenis te doen kennen. Maar omdat onze vijanden u de oren met zoveel valse aanklachten en berichten vervuld hebben, dat ons niet alleen belet wordt voor uw aangezicht te verschijnen, maar wij ook verjaagd worden uit uw lan den, vermoord en verbrand op elke plaats, waar men ons vindt verleen ons tenminste, genadigste heer, in Gods naam wat geen mens zelfs aan de die ren kan weigeren, namelijk dat ons kla gelijk roepen als van verre tot uw oren komt, opdat, indien uwe majesteit na ons gehoord te hebben, ons schuldig oordeelt, de brandstapels dan vermeer- derd, de pijnigingen vermenigvuldigd 'worden.in uw koninkrijk. En daaren tegen, indien onze onschuld u blijkt, dat Guido de Brés laat leven op schavot De aanbieding der belijdenis beteken de dus zoveel ais een publiek appèl op de vorst, teneinde deze ervan te over tuigen, dat de beschuldigingen van ket terij en oproerigheid, die tegen de her vormden werden ingebracht, ongegrond en dat de gruwelijke vervolgingen on rechtvaardig waren. Indien de koning persoonlijk zou kennis nemen van hun geloof, dan zou hij, naar zij verwacht ten, begrijpen, dat zjj geenszins de een heid der kerk wilden verbreken, doch dat hun belijdenis een vertroking was van het geloof der ene katholieke kerk, gebonden aan de Heilige Schrift en in gemeenschap met de belijdenissen der oude kerk. Geen nieuwe doch een ver nieuwde kerk begeerden zij. De landvoogdes zond de confessie wel naar Madrid, maar of de koning haar gelezen heeft, moet betwijfeld worden. De vervolging werd in alle heftigheid voortgezet. Tenslotte zou ook Guido de Brés 6 jaar later zijn leven te Valen ciennes op het schavot laten. De Nederlandse Geloofsbelijdenis is een martelarenbelfjdenis. Daarin toont zij haar authentiek christelijk karak ter. Als publieke verantwoording van het geloof, zo men wil: als apologie, als verdediging, is de echte belijdenis nooit een vrijblijvend dogmatiseren, doch een existentieel getuigen in gehoorzaam heid. Nadat ln 1559 de Franse Geloofsbe lijdenis en in 1560 de Schotse Confessie waren verschenen, was de Confessio Belgica de derde in deze reeks van cal vinistische belijdenissen. Dat zij origi neel is, kan niet gezegd worden. Met name indien men haar vergelijkt met de Franse belijdenis, zal men veel over eenkomsten ontdekken. Calvinistische inslag Wie zoekt naar typisch calvinistische trekken in de Nederlandse belijdenis, zal wellicht in de eerste plaats wijzen op het stuk over de uitverkiezing (art. 16). Opgemerkt dient echter te worden, dat dit tot de kortste artikelen van de ge hele confessie behoort en dat het van een soberheid getuigt, die afsteekt tegen de wijze, waarop de latere contra re monstranten over dit onderwerp spra ken. Eerder dient de aandacht ge- sche betekenis der belijdenis zullen belichten. Uiteraard is een herdenking als deze in de eerste plaats een kerkelijke aangelegenheid. Om dat echter het ontstaan en de functie der Neder landse Geloofsbelijdenis ten nauwste samenhangen met de geboorte en de groei van ons zelfstandig volksbestaan, verdient het aanbeveling er ook in bredere kring aandacht aan te wijden. Wij hebben hier immers te maken met een stukje nationale historie! vestigd te worden op de wijze, waarop de katholiciteit der kerk beleden wordt (art. 27). Men speurt de oecumenische dimensies van Calvljns theologie, waar de belijdenis spreekt over de kerk, die de tijden omspant „niet gelegen of be perkt in een bepaalde plaats of gebon den aan zekere personen, maar verbreid en verstrooid door de gehele wereld; en toch met hart en wil tezamengevoegd en verenigd in éénzelfde Geest, door de kracht van het geloof". Het was deze oecumenische gezindheid, die Guido de Brés 4 jaar na de verschijning der be lijdenis er toe bracht, te pogen in Ant werpen een vereniging van Luthersen en hervormden tot stand te brengen. Echt calvinistisch zijn ook de artike len, waarin over de kerkregering en over de ambten (dienaren des Woords, ouderlingen en diakenen) gesproken wordt, en de plaats, waar de tucht naast de zuivere prediking van het evangelie en de zuivere bediening der sacramenten als derde kenmerk der wa re kerk gesteld wordt (art. 29). Ten slotte worde gewezen op het veelomstre den art. 36, dat handelt over de over heid. Deze is volgens de belijdenis niet alleen geroepen, de openbare orde te handhaven en ruimte te geven voor de prediking der kerk, doch ook om, zoals het heet, „Alle afgoderij en valse gods dienst te weren en uit te roeien" en „het rijk van de antichrist te gronde te werpen. In deze gedachtengang is voor een neutrale overheid geen plaats. Niet alleen van de overheidspersonen, doch ook van de overheden ambtelijk wordt gevraagd, dat zij kiezen voor het evangelie van Christus. Over de vraag, of deze opvatting principieel juist en praktisch realiseerbaar is, lopen de me ningen nog altijd uiteen. De Gerefor meerde Kerken hebben in 1905 de ge wraakte zinsneden uit de confessie ge schrapt. Een feit is, dat deze ziens wijze betreffende de verhouding tussen kerk en overheid een stempel heeft ge drukt op geschiedenis en cultuur van de Noordelijke Nederlanden in de 17de eeuw. Kerkelijk en nationaal De stroming, die in de Nederlandse Geloofsbelijdenis de uitdrukking van haar geloof vond, was niet de enige en evenmin de eerste uiting van de reformatie in ons land. Er bestond een bescheiden Lutherse invloed. Een tijd lang vonden de wederdopers een sterke aanhang onder de bevolking. Een Eras miaanse stroming is van de aanvang af van grote betekenis geweest. Bullin- ger, de opvolger van Zwingli in Zürich. heeft vooral door zyn in het Neder lands vertaald „Huisboek", dat door duizenden gelezen werd, grote invloed uitgeoefend. De calvinistische stroming was slechts een van de vele componenten van de hervormingsbeweging in de Nederlan den. Deze stroming is het echter ge weest, die door de helderheid en wel omlijndheid van haar overtuiging en vooral door een bijzonder organisatie talent zowel bij de inrichting der kerk als bü de ordening van het gemene best aangewezen was, de leiding op zich te nemen in de strijd voor ons zelf standig volksbestaan. Doordat deze his-- storische rol haar toeviel, heeft de re ligie van de Nederlandse Geloofsbelij denis een blijvend stempel gedrukt op I plaatsen in onder de staten die een goede kleuterverzorging hebben. Op 't ogenblik beschikt men hier over 1487 bewaarscholen, waar 80.000 kleuters worden verzorgd. Duizenden moeders brengen hun kleuters 's morgens naar een bewaarschool, voordat zij naar hun werk gaan, en 's avonds halen zij hun kleintjes weer af. De verzorging die ce kinderen onder tussen genieten staat op een hoog peil, omdat de opleiding van de kleuterver zorgsters wettelijk geregeld is. Deze ver zorgsters moeten een leergang van drie jaar volgen, die theorie er. praktijk om vat. Het opleidingsonderwijs beslaat 36 uur per week, waarbij voornamelijk de nadruk wordt gelegd op het „contact met het concrete leven". Men houdt dus niet star vast aan een vaststaand sy steem. ook al draagt dit nog zo n be roemde naam. Een van de hierbij gevolgde begin selen luidt, dat in de bewaarscholen de gezinsopvoeding moet worden aange vuld, d.w.z. dat aan de kinderen zoveel mogelijk alles dient te worden gege ven, wat zij thuis missen. Overal hl de steden en op het platteland openbaart zich het streven om zich in de kleuter verzorging te onttrekken aan een streng systeem. De kinderen spelen in kleine groepen die een ongedwongen gezinska- rakter vertonen en vooral wordt alles vermeden wat aan een opdringerige „pedagogie" herinnert. Uitgangspunt Het uitgangspunt Is niet een theore tisch pedagogisch systeem, maar het concrete kind. Daarb.j tracht men aan twee uitersten te ontkomen: aan de ene kant vermijdt men het zogenaamde „kuddebedrijf", aan de andere kant „de innerlijke eenzaamheid temidden van een grote groep". Deze bewaarscholen bewijzen opeens weer hoe waardevol de opvoeding in een gezinsverband is, want de kinderen voeden elkaar veel beter op dan volwassenen het ooit kunnen doen. De verzorgsters dienen alleen voor toezicht en voor het geven van sugges ties. Hebben de kleintjes dergelijke wen ken eenmaal gekregen, dan vinden zij zelf hun weg en zij slaan die in op de manier die hen t meeste ligt. Een ander principe dat in Oostenrijk wordt gevolgd is de opvatting dat de kinderen niet moeten worden geplaatst in een wereldje dat de volwassenen eerst in de dimensies van grote men sen in elkaar nebben gezet. De kleu terscholen moeten een kleine wereld zijn, waar de kinderen zich thuis voe len en waar zij zoveel mogelijk zonder herhaaldelijk ingrijpen van volwasse nen hun eigen weg vinden. De deurknoppen en de waterkraan tjes zijti dan ook op kinderhoogte aan gebracht. De kinderen mogen hier alles doen wat hun in gezindsverband wordt toegestaan, dus ook het wassen van poppenkleertjes, het spelen met minia tuurkeukentjes en met kleine werkplaat sen. Bovendien mogen de kleintjes niet voortdurend worden lastig gevallen door volwassenen met vermaningen om toch stil te zijn en geen lawaai te ma ken. Drie maandagen geen broodbakken in Den Haag De eerstvolgende drie maandagen, 23 en 30 oktober en 6 november, zullen de broodfabrieken in Den Haag niet wer ken en de bakkerswinkels gesloten zijn. Uiteraard zal er ook geen brood worden bezorgd. Dit heeft de Haagse Bakkerij Com missie, een plaatselijke contactorgaan van werkgevers en werknemers in de bakkerij, besloten, feitelijk om geen andere reden dan een knuppel in het hoenderhok te gooien. Al maanden sleept namelijk in de Nederlandse Bak- kerijstichting het officieel overleg over ae Invoering van de vijfdaagse werk week. maar steeds als er een akkoord in uitzicht lijkt, springt het af. Met de zeer drastische maatregel van drie bak- loze maandagen hoopt de Haagse bak kerij commissie „een impasse te door breken". Eerste nieuwe legpenning voor Pcblo Picasso Dq Koninklijke Begeer te Voorschoten heeft het initiatief genomen tot het uit brengen van „een eerste serie legpen ningen ter ere van personen, die zich op de gebieden van wetenschap en cultuur of op andere, ideële wijze in hun werk voor de mensheid bi bijzondere mate verdienstelijk hebben gemaakt." De eerste penning in deze serie is ge wijd aan de kunstenaar Pablo Picasso, die op 25 oktober 1961 tachtig jaar zal worden. Op die dag zal aan Picasso deze aan hem en zijn werk opgedragen pen ning worden overhandigd. De voorzijde van de eerste penning vertoont de beeldenaar ..Picasso met duif". Aan de keerzijde is het citaat aan gebracht: „Cinere relicto renovatus as- cendit" („terwijl ik mijn as achterlaat, vernieuw ik mij steeds") met de naam Pablo Ruiz y Picasso en als relief de le gendarische vogel Phoenix. Het ontwerp en model zyn van de Nederlandse beeldhouwer André Bartels te Den Haag. De penning heeft een af meting van 85 mm doorsnede en is in gepatineerd brons uitgevoerd. De tweede uitgifte in deze serie, zal aan de onlangs overleden secretaris generaal van de Verenigde Naties, Dag Hammarskjöld, zijn gewijd. onze cultuur, ook op die groeperingen in ons volk, die niet tot haar eigen lijke aanhangers behoren. Daarom is de herdenking van het 400-jarig be staan van d-'-> b-l'iden«s niet alleen een kcrkeljike, doch i een nationale gebeurtenis. Dr. W. Nyenhuis

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 9