„Ik ben op geen enkel
gebied een deskundige"
VPRO-bestuur: „Wij zijn
bestraft wegens kritiek"
Ramp was krachtproef
Student mishandelde
een opperwachtmeester
„Erg verontwaardigd
over moreel onrecht"
Ir. A. G. Maris verlaat Rijksivaterstaal
Hier is streng optreden nodig
Premier De Quay beantwoordt
vragen over Scliiphol-incident
iOSRAM
Felle discussies rond praatverbod
RADIO TELEVISIE
Vice-president
van India drie
dagen op bezoek
Opgericht 1 maart 1860
Woensdag 18 oktober 1961
Derde blad no. 30480
(Van onze speciale verslaggever)
„De moeilijkste periode van mijn
carrière
Dat zijn zonder twijfel de eerste
maanden na de watersnood van
1953 geweest. Het hele Neder
landse volk keek naar ons en wilde
weten wanneer wij het water weer
bedwongen zouden hebben, wan-
naar het overstroomde land weer
droog zou vallen.
„Ik herinner me nog goed hoe tij
dens een vliegtocht hoven het ramp
gebied journalisten me een antwoord
op die vraag wilden afpersen. En ik
kon toch niet verder gaan dan de
verklaring, dat ik bijzonder geluk
kig zou zijn wanneer de gaten voor
het volgende seizoen zouden zijn ge
dicht, want we hadden immers nog
niet voldoende gegevens, zelfs al
werkte ons laboratorium in tomeloze
vaart.
Maar je voelde en hoorde het wan
trouwen van het publiek, dat dacht:
Rijkswaterstaat is één van de oud
ste diensten van het land en dat
kan je wel merken ook". Dat heeft
ons in die tijd wél eens gedepri
meerd."
Van die zwartgallige stemming is
thans bij de van Rijkswaterstaat schei
dende directeur-generaal, ir. August
Godfried Maris, niets meer te merken,
als dat voor de buitenwereld al ooit het
geval is geweest. De zelfbeheersing van
deze in veertig jaar tot de hoogste lunc-
tie van Rijkswaterstaat opgeklommen
civielingenieur, wie men de pensioenge
rechtigde leeftijd verre van aanziet is
algemeen bekend.
In het gesprek dat wij, zijn overvolle
agenda ten spijt met hem mochten
hebben ervoeren wij echter dat deze
zelfbeheersing niet voortkomt uit onbe
wogenheid, integendeel. Ir. Maris rea
geert levendig en prompt op opmerkin
gen welke hem aanvechtbaar lijken en
hij schuwt in zijn weerwoord de humor
noch de zelfspot.
Innerlijke rust
„Goed, toen eenmaal de moeilijke ga
ten bij Schelphoek en Kruiningen wa
ren gedicht, nam niemand ons de aan
vankelijke mislukking van Ouwerkerk
kwalijk. En toen ons op die gedenk
waardige nacht van 6 november 1953
de plaatsing van dat laatste caisson toch
nog gelukte, heb ik inderdaad het
mooiste moment uit mijn loopbaan be
leefd. Daarna konden we bij het publiek
geen kwaad meer doen en ook dat was
natuurlijk helemaal ten onrechte"
En men voelt de uitzonderlijke In
nerlijke rust, welke achter deze consta
tering schuil gaat, dezelfde kalmte wel
ke die Amerikaanse kolonel zo heeft ge-
imponeerd waarmee ir. Maris de middag
voor de sluiting op de caissons in het
gat van Ouwerkerk stond, terwijl ze be
neden zich de zee hoorden grommen te
gen de basaltkeien, welke nauwelijks
weerstand tegen het geweld der golven
boden.
Produktiviteit
De watersnood van 1953 en het Delta
plan hebben het ambtelijk patroon van
de directeur-generaal ingrijpend gewij
zigd.
„Daar was ik in 1951 niet voor ge
huurd!" zegt hij en noemt de verdrie
voudiging van zijn budget tussen 1954
en 1961 thans 768 miljoen d>e beste
illustratie van de toegenomen activiteit
van zijn 8.000 man omvattende dienst,
waarvan op de kop af 229 ingenieurs,
duizend h.t.s.-ers en achthonderd lagere
technici. „Als men van gestegen produk
tiviteit wil spreken, dan moet men maar
naar Rijkswaterstaat kijken, want ons
personeel heeft bij lange na geen gelijke
tred gehouden met onze gestegen om
zet!"
Deltaplan of niet, de ander activitei
ten van Rijkswaterstaat gingen en gaan
ook door. De aanleg van rijkswegen bij
voorbeeld, waarvan er tijdens de ambts
periode van ir. Maris ter lengte van
250 kilometer aan het bestaande net
werden toegevoegd. Een derde rijkswe
genplan is in de maak en zal in 1962
verschijnen. De uitvoering zal wel weer
twee miljard vergen, net als de beide
vorige plannen. Toch gelooft ir. Maris,
dat er dan een eind in zicht is, wat. de
grote autosnelwegen betreft. Ons land
zal dan door zes oost-west- en zes
noord-zuidverbindingen worden door
sneden. Het zal daarna zaak zijn goede
aansluitingen te geven van de secon
daire wegen op de autosnelwegen.
„De korte afstanden vormen één van
onze schaarse natuurlijke grondstoffen
en die moeten wij uitbuiten".
Ook winst
Ir. Maris zegt. dat naar aanleiding
van de vaak gehoorde opmerking dat de
vertraging der Zuiderzeewerken ten
gevolge van het Deltaplan niet zo'n
groot kwaad is.
„Ik opponeer", antwoordt hij zonder
bedenken. „Natuurlijk staat de landaan
winning uit agrarische overwegingen
niet langer op de voorgrond. Maar de
stedenbouwkundige winst van het nieu
we land, dus de kortere verbindingen
en de mogelijkheden van nieuwe bevol
kingscentra. is tenminste zo groot. Nog
afgezien van de voordelen voor onze wa
terhuishouding. De Afsluitdijk is immers
al betaald door de betere zoetwatervoor
ziening van de omringende provincies".
Een gesprek met ir. Maris dreigt
letterlijk „oeverloos" te worden,
want in zijn veertigjarige dienst aan
Rijkswaterstaat is hij met de meest uit
eenlopende opdrachten belast geweest.
We praten nog even over zijn werk
zaamheid in het arrondissement Noord
zeekanaal. Omtrent de dertiger jaren
bouwde hij daar een complete onder-
houdswerkplaats voor de sluizen en
nieuwe havenhoofden, dezelfde die nu
weer worden verlengd en gewijzigd.
De oude blies hij zelf op met munitie,
die hy voor een appel en een ei van
de Hembrug kocht, Jr. Maris was een
der weinige Nederlanders, die dat als
oud-genie-officier mocht.
Moeilijke vragen
Bij zo'n verhaal proeft men de all
round vakman. De directeur-generaal
drukt het zelf enigszins anders uit: „Ik
Schrik om liet hart Jj
1
l Hoewel het gebruik is, dat de
I directeur-generaal van Rykswa-
terstaat wordt benoemd uit de
23 hoofdingenieur-directeuren
der provinciale en functionele
directies had ir. Maris in 1951
l geen flauw benul, dat men hem
l de meest geschikte figuur voor
i die post vond. „Toen ik bij mijn
voorganger werd geroepen,
dacht ik dat het hem om de een
of andere weg aansluiting ging.
Maar ir. Harmsen vroeg mij of
ik zijn opvolger wilde worden.
De schrik sloeg me om het
hart", aldus ir. Maris.
ben geen deskundige op welk gebied dan
ook". En hij voegt eraan toe: „Daarom
heb ik mijzelf ook nooit als specialist
naar een ander land uitgestuurd".
Hoe hjj dan uitvloeisel van zyn
functie geschillen tussen deskundigen
oplost?
,Als de heren discussiëren kan ik ze
soms nauwelyks bijbenen. Maar ik stel
wel moeilyke vragen, ten minste ik hoop,
dat zy ze moeilijk vinden. En dan:
't komt er in de waterbouw vooral op-
aan de natuurwetten te kennen. Op die
basis kom je altyd tot overeenstemming,
komt!
Als er maar geen politiek bij te pas
De tyd voor het gesprek is om. We
hadden nog even iets willen horen over
de macht van Rijkswaterstaat. Maar ir.
Maris besluit diplomatiek: „Men kan ons
een staat in de staat noemen of een re
publiek in een koninkrijk.
Maar we zijn geen Camarilla" (op
staats zaken invloed uitoefenende, krui
pende hofkliek).
Vlilj oenenbeclragvoor
de onderontwikkelde
gebieden
Mr. C. W. A. Schürmann, hoofd van
de Nederlandse permanente vertegen
woordiging bij de V.N., heeft namens de
Nederlandse regering voor 1962 een bij
drage van f 5.600.000 aan het uitgebreide
V.N.-programma voor technische bij
stand toegezegd, alsmede een bedrag van
f 9.272.400 voor het speciale fonds. Deze
bedragen zullen in volledig converteer
bare valuta beschikbaar worden gesteld.
Mr. Schürmann herhaalde, dat Neder
land krachtige steun zal blijven geven
aan multilaterale hulp in het algemeen
en aan de programma's der V.N. in het
bijzonder.
West-Europa staat
op zijn rechten
De groep afgevaardigden van de West-
europese landen bü de V.N. heeft gis
teren verklaard geen enkele regeling te
zullen aanvaarden bij de reorganisatie
van het secretariaat der V.N.waarbij
West-Europa niet de plaats krijgt die
het toekomt.
Zij weigerden uitsluiting van een ver
tegenwoordiger van hun groep uit de
voornaamste adviseurs van een funge
rende secretaris-generaal te aanvaar
den. Zij verwierpen tevens elke regeling
waarbij West-Europa met de commu
nistische Oosteuropese landen gelykge-
steld wordt.
De groep heeft dinsdag met spoed
achter gesloten deuren beraadslaagd na
een gezaghebbend bericht dat de Ver
enigde Staten van mening zyn dat over
toevoeging van een Westeuropese ad
viseur kan worden onderhandeld. Een
hoge Amerikaanse bron zou gezegd heb
ben dat Washington de mogelijkheid
niet heeft uitgesloten „West-Europa er
buiten te laten" by een mogelijke over
eenkomst met de Sowjet-Unie over het
secretariaat.
West-Europa baseert zyn standpunt
voornamelijk op het feit dat de groep
meer dan een vierde deel van het budget
der V.N. fourneert, op een tydstip waar
op de wereldorganisatie in financiële
moeiiykheden is.
Joop de Leur jubileert
Zondag 22 oktober zal de componist
pianist Joop de Leur zyn gouden jubi
leum vieren. Ter gelegenheid hiervan
zal de jubilaris die dag van 1 tot 5 uur
een feestmiddag worden bereid in de
grote zaal van „Bellevue" te Amsterdam.
Eis: iveek gevangenisstraf
(Van onze correspondent)
In z.g. snelrecht Is gistermorgen een 18-jarlge student uit Haarlem door de
Bredase politierechter, mr. J. P. P. Willekens, wegens mishandeling van een
opperwachtmeester van de Rijkspolitie veroordeeld tot een week gevangenisstraf
met aftrek van 3 dagen voorarrest en met het bevel tot onmiddellijke gevangen
houding, conform de eis van mr. E. C. G. Bauwens. De mishandeling vond plaats
te Etten (N.-B.) op 8 oktober op het feestterrein van een tentoonstelling. Ver
dachte had daar geprobeerd een amusementshal binnen te komen. Een opper
wachtmeester ontzegde hem en anderen de toegang, omdat de hal al bordevol was.
Verdachte had daarmee geen genoegen genomen.
Blijkbaar was het bier hem naar
het hoofd gestegen, want plotseling
dook hij op uit een kluwen van op
dringende mensen en sloeg de poli
tieman op het gezicht. Later is hij na
een vechtpartij overmeesterd en inge
sloten op het politiebureau, waarna hij
werd overgebracht naar het Huis van
Bewaring te Breda. De student gaf toe
de politieman geslagen te hebben. Een
verklaring voor zijn onbezonnen gedrag
kon hij niet geven. „Ik had bier op",
was alles wat hij naar voren kon bren
gen. „En daar zit nu net de fout",
zei de politierechter. „Wij hebben vrede
gesloten", voegde de student er bedeesd
aan toe, waarmee hy bedoelde dat er
De minister-president prof. De Quay heeft geantwoord op de schriftelijke vragen
van het Tweede Kamerlid de heer Goedhart (P. v. d. A.) in verband met de
gebeurtenissen op het vliegveld Schiphol by de aankomst van mevrouw Goloeba op
9 oktober 1961.
„By aankomst van mevrouw Goloeba op 9 oktober 1961 op Schiphol waren de
nodige maatregelen getroffen om het hoofd te kunnen bieden aan alle voorzien
bare omstandigheden", aldus dit antwoord.
Gewelddadig optreden van de diplo
maten, nog wel in tegenwoordigheid en
zelfs onder leiding van een ambassadeur
op het grondgebied van de staat, waar
zil geaccrediteerd zyn, tegen ambte
naren in de rechtmatige uitoefening van
hun functie, is dermate in strijd met
hetgeen betamelijk is, dat dit redeiyker-
wyze niet kon worden verwacht.
De regering wenste, dat mevrouw Go
loeba zich vrijelijk kon uiten omtrent
haar wil Nederland al dan niet te ver
laten. Zij wenste daarenboven tegenover
de Sow jet-Russische autoriteiten buiten
elke twijfel te stellen, dat van Neder
landse zijde geen druk op haar werd
uitgeoefend. Derhalve heeft de regering
goedgevonden, dat de Sowjet-Russische
ambassadeur by het onderhoud met me
vrouw Goloeba aanwezig was. Daarby is
er zorgvuldig op toegezien, dat de am
bassadeur geen invloed op mevrouw Go
loeba en later op de heer Goloeb uit
oefende.
Onmiddellijk na ontvangst en bestu
dering van een officieel rapport over het
voorgevallene is op 12 oktober 1961 aan
de Sowjet-Russische ambassade aanzeg
ging gedaan, dat de heren Chibaew en
Popow het land voor zaterdag 14 oktober
te middernacht had te verlaten. Daar
aan werd toegevoegd, dat de regering
ernstige redenen tot beklag had over
het optreden van de ambassadeur en
dat daarop te Moskou by de Sowjet-
regering nader zou worden teruggeko
men.
Dit is vervolgens geschied in een nota
van de Nederlandse ambassade te Mos
kou aan het ministerie van Buitenland
se Zaken aldaar, waarby de ambassa
deur van de USSR persona non grata
werd verklaard, aldus het antwoord.
(Van een onzer redacteuren)
Hoewel de V.P.R.O. een plan
voor reclame in de televisie ter
discussie voorlegde, spitste het ge
sprek zich tijdens de persconferen
tie van deze omroepvereniging
gisteren in Amsterdam voor
namelijk toe op wat kortheidshalve
het „praatverbod" wordt genoemd.
In deze uitdrukking schuilt veel
overdrijving, maar de V.P.R.O.
had over zo'n categorisch verbod
nauwelijks bozer kunnen zijn dan
hij thans al is, nu hij van de
Programma Coördinatie Commis
sie van de Nederlandse Radio
Unie te verstaan heeft gekregen,
dat hij zijn 5 uur radiozendtijd per
week nog maar voor de helft mag
vullen met gesproken woord en
voor het overige muziek zal moe
ten brengen.
„Dit betekent een aantasting van onze
wezenlijke taak Het is een moreel
onrecht Wy zijn over de gang van
zaken hoogst verontwaardigd Wij
zien dit als een soort bestraffing voor
door ons geleverde kritiek". In alle
toonaarden gaf het V.F.R.O.-bestuur gis
teren van zijn ontstemming blijk. Een
scherp woord, dat reeds bij voorbaat
een wederwoord heeft uitgelokt. Want
de Nederlandse Radio Unie heeft voor
vanmiddag de pers uitgenodigd. Om
haar lezing over deze scherpe controver
se te kunnen geven.
Buitenbeentje
Gisteren was het de beurt aan de
V.P.R.O. om zijn verhaal te doen. Ver
schillende leden van het bestuur droegen
de stenen aan, waaruit wy de volgende
toedracht konden opbouwen.
Veertien jaar lang reeds beschouwt
de y.P.R.0. zich een getolereerd buiten
beentje. Hij ziet zichzelf als een buiten
gewone omroep en acht zich dus niet
gebonden aan de algemene norm, die
in de Programma-Coördinatie-Commis
sie van de Ned. Radio Unie wordt ge
hanteerd, n.l. dertig procent gesproken
woord in de radio tegen zeventig procent
muziek. Omdat de V-P.RO. echter meer
dan 60 uur zendtijd per jaar heeft,
maakt hij deel uit van deze Commissie,
al heeft men zich daarin nooit veel ge
legen laten liggen aan wat de V.P.R.O.
deed. Die ging zyn eigen gang en nie
mand nam er aanstoot aan.
Tot de V.P.R.O. met zijn plan voor
een nationale radio-omroep ter tafel
kwam. Daaruit bleek, dat deze omroep
vereniging helemaal niet gelukkig was
met de wijze, waarop die Programma
Coördinatie Commissie (P.C.C.) werk
te. „Een negatieve na-coördinatie", zo
kwalificeerde de V.P.R.O. haar arbeid.
„Iedere omroepvereniging stelt zelf
standig haar programma samen. On
der het genot van een prettig drankje
komt men daarna tezamen om te kij
ken of er misschien tydstippen zyn,
waarop op beide zenders muziekjes
klinken of sprekers het woord voeren.
In alle gemoedelykheid wordt er dan
wat geschoven en de zaak is zo ge
zond".
Positieven
„Dat is te negatief", stelde de V.P.R.O.
En in zyn plan voor een nationale
omroep stelde hij een positieve vóór
coördinatie voor. Waarby dus alle par
tyen tevoren rond de tafel gaan zit
ten om in onderling overleg te trachten
tot een harmonischer programma-op
bouw te komen.
Volgens de V.P.R.O. is deze kritiek
op de bestaande situatie echter niet in
goede aarde gevallen by de andere om
roepverenigingen. Dat is volgens hem
het sterkst naar voren gekomen op de
vergadering van de Coördinatie-Com
missie op 23 juni j.l.
Deze vergadering werd gepresideerd
door VARA-bestuurder J. Broeksz, uit
hoofde van zijn functie ook voorzitter
van de P.C.C. Hoewel het niet op de
agenda stond bracht hij volkomen on
verwacht het natioale omroepplan van
de aan de orde, Vanzelfspre
kend protesteerde de V.P.R.O.-afgevaar
digde. Hy had niet eens het plan by
zichMaar voorzitter Broeksz
zette door en geheel onvoorbereid moest
de V.P.R.O. zich verdedigen tegen vele
heftige aanvallen. En toen werd er met
een maar gesteld: „Gezien de princi
piële bezwaren, die u hebt tegen de
vorm van de huidige coördinatie is het
maar beter dat u in het vervolg vol
ledig daarin meedraait
Bestraffing
De daad is met de „na"-coördinatie
van de winterprogramma's by dit woord
gevoegd. Om de klap niet al te hard
te laten aankomen, mocht de V.P.R.O.
zich tot de helft muziek bepalen, maar
desondanks was de slag heel, heel hard.
En de V.P.R.O. besefte maar al te goed,
dat er formeel aan dit besluit niet te
tornen viel. Reglementair is het geheel
in orde. Een beroep op een gegroeide
traditie hielp niet. „Tradities zijn er
om gebroken te worden", meende de heer
Broeksz.
De V.P.R.O. vond ook geen begrip
voor zyn argumentatie, dat zijn taak
hierdoor onmogelyk werd en dat het
bestuur zoiets niet tegenover zyn leden-
luisteraars kon verantwoorden. „Wy
zien dit als een bestraffing", zei de
V.P.R.O.-afgevaardigde, maar het baat
te hem niet.
Nu wil men by de V.P.R.O. graag
tot uitbreiding van de muzikale zend
uren overgaan, maar niet ten koste van
het voor zyn taak essentiële gesproken
woord. Men heeft ook niet voor niets
in maart reeds in Den Haag gepleit
voor een verruiming van de zendtijd.
De V.P.R.O. radio beschikt tot nu toe
over slechts 1/10 deel van de zendtyd
van elk der grote omroepverenigmgen.
Voor de televisie was dat aanvankelijk
ook zo, maar enige jaren geleden is op
dit punt recht gedaan door de tv-zend-
tijd van de V.PJt.O. op 1/3 van de
zendtijd van de andere omroepvereni
gingen te brengen. Dit geheel in ver
houding met het ledental. Waarom
dan toch aan de radio onthouden, wat
aan de televisie is gegeven?
Protest
Die vraag stelt het V.PR.O.-bestuur
ook in een fel artikel in het omroepor-
gaan „Vrye geluiden", waarin het tevens
protest aantekent tegen de gang van za
ken. En het protesteerde bovendien
„verontwaardigd" bij staatssecretaris, mr
Y. Scholten.
In antwoord daarop besloot het be
stuur van de Nederlandse Radio Unie
ook oen persconferentie te beleggen. De
Geen maatregelen tegen
Delftse studenten
Tegen de R.-K. studenten vereniging
Sanctus Virgilius te Delft die vrijdag
jl. de Delftse politie te lijf ging met
brandende fakkels en glasscherven,
waarby twee agenten werden gewond,
zullen geen bijzondere maatregelen wor
den genomen. De gemeentelijke voor
lichtingsdienst, die maandag berichtte,
dat de burgemeester de heer D. de Loor
zich beraadde op nadere maatregelen,
heeft meegedeeld dat geen maatregelen
zullen worden genomen.
Het bestuur van de vereniging heeft
zijn excuus aangeboden aan de com
missaris van politie er een onderhoud
aangevraagd by de burgemeester om
dit ook tegenover hem te doen. Aange
zien de burgemeester met vakantie is
gegaan zal het na zijn terxagkeer door
hem worden ontvangen. In vvrband met
deze bereidheid tot excuus aullen ver
dere maatregelen achterwege blyven,
aldus de voorlichtingsdienst der gemeen
te.
Ook de door de commissaris toegezeg
de maatregel (voorlopig geen vei^un-
ning meer naar buiten op te treden) zal
achterwege blijven. Elke aanvraag zal
voortaan afzonderlijk worden beoor
deeld.
Advertentie.
GANGEN VJL
CE/DEN- TEL.Z'm'bj
tussen hem en de opperwachtmeester
nu geen vete meer bestond. „Dat is
tenminste een lichtpunt in deze trieste
zaak", vond mr. Willekens.
„Op een vlegelachtige manier heeft
verdachte zich gedragen", zei de officier
van justitie in zyn requisitoir. „De po
litie had het die dag al druk genoeg.
Ze zit heus niet te wachten op types zo
als verdachte, die het haar nog eens
extra moeilijk maken".
De raadsman, mr. A. F. M. de Kok,
probeerde het gedrag van zijn cliënt te
vergoelyken door op te merken dat er
feest was geweest en dat het dus ver
dachte niet al te kwalijk was te ne
men, dat hy bier had gedronken. „Als
men weet dat verdachte een toegangs-
bewys had, doet deze gang van zaken
toch iets anders aan", vond de raads
man, die vroeg verdachte de schande
van een onvoorwaardelijke gevangenis
straf te besparen en hem te veroor
delen tot een lange voorwaardelijke straf.
De politierechter voelde niets voor dit
voorstel. „Met dit euvel van verzet tegen
de politie krygen we de laatste tijd
steeds meer te maken", was zijn oor
deel. „Ik ben het met de officier eens,
dat er streng opgetreden dient te wor
den".
V.P.R.O. ook lid had geen bezwaar.
Men wilde er zelfs graag bij zijn. Dat
kon, maar dan moest de V.P.R.O. „als
goed democraat" het meerderheids
standpunt verdedigen. Begrijpelijk, dat
de V.P.R.O. daar niets voor voelde.
Overigens, ter vergadering werd geen
delegatie voor deze persconferentie sa
mengesteld. Daarna kwam men niet
meer bijeen. Toch zcu er vanmiddag
in Amsterdam een gesprek met de pers
zyn
Geen wonder, dat in al dat rumoer
de plannen voor reclame in de televisie
wat in het vergeetboek geraakten. Trou
wens, in deze V.P.R.O.-plannen die
wy vorige week publiceerden school
bar weinig nieuws. Terecht werd opge
merkt, dat ze in grote lijnen overeen
komen met de consessie-aanvraag, zoals
die destijds door de N.T.S. is gedaan.
De V.P.R.O. bestuurders, die deze bij
drage tot het gesprek over dit belang
wekkende onderwerp nader toelichtten,
konden het niet ontkennen.
„Alleen wat verder uitgewerkt", zei
men.
Hetgeen in dit stadium nog wat pre
matuur is
(Van onze Amsterdamse correspondent)
In een gure herfststorm en neer
kletterende regen had gisteravond op
het platform van Schiphol de be
groeting plaats van de uit Boeda
pest aangekomen vice-president van
India, dr. Sarvepalli Radhakrishnan,
die op uitnodiging van het Neder
lands Tagore-comité 1961 een drie
daags bezoek aan ons land brengt.
De hoge gast werd bij het vliegtuig
welkom geheten door vice-admiraal
N. A. Rost van Tonningen namens de
Koningin en door prof. dr. J. E. de
Quay namens de Nederlandse rege
ring, waarna hij een erewacht van
een in ceremonieel tenue gestoken
detachement van de Koninklijke
Marechaussee inspecteerde.
Dr. Radhakrishnana, die onder meer
voorzitter van de Unesco en ambassadeur
in Moskou is geweest, is één van de
grote wijsgeren van zyn land en heeft
zich zijn leven lang ingespannen om de
kloof tussen het oosterse en het wes
terse denken te overbruggen. Hij dankt
de uitnodiging voor een bezoek aan Ne
derland aan zijn verdiensten als filosoof
en meer in het bijzonder als groot ken
ner van de 100 jaar geleden geboren
dichter en wijsgeer Tagore, over wie hij
in Den Haag een voordracht zal houden.
Morgen brengt dr. Radhakrishnan een
bezoek aan Amsterdam, om het Instituut
voor Zuid-Aziatische Archeologie van
de Universiteit van Amsterdam namens
zyn regering een uit boeken bestaand
geschenk aan te bieden. Deze aanbie
ding heeft plaats in het Instituut voor
de Tropen, waar Nel Oosthout zal voor
dragen uit „Chandalika van Tagore".
De Indische vice-president wordt van
daag te Soestdijk ontvangen.
Anne Frank-proces
Beklaagden geven
ongelijk toe
Het proces dat door de vader van
Anne Frank, Otto Frank, aanhangig is
gemaakt tegen twee Duit-sers die de
echtheid van het Dagboek van Anne
Frank in twyfel trokken, is vrywel be
ëindigd.
De twee beklaagden, de onderwijzer
Lothar Stielau en de herbergier Hein-
rich Buddeberg, hebben verklaard Otto
Frank noch de uitgever van het Dag
boek te willen beledigen, of de nage
dachtenis van Anne Frank te willen be
kladden.
Stielau schreef in september 1958 in
een schoolblad dat „de vervalste dag
boeken van Eva Braun en van de Ko
ningin van Engeland, evenals het niet
veel meer echte van Anne Frank, de
profiteurs van de nederlaag van Duits
land wel enkele miljoenen hebben opge
bracht".
Buddeberg had met dit artikel zijn
adhesie betuigd.
Beide mannen verklaren thans van
de onjuistheid van deze uitlating over
tuigd te zyn. Otto Frank heeft zich be
reid getoond op grond van deze ver
klaring de aanklacht in te trekken.