SUNIL SUNIL EEN NAUWE SAMENWERKING MET DE OVERHEID IS NODIG Kameroen wordt zwaartepunt van nieuwe hervormde zendingsarbeid Ondernemersinitiatief onmisbare voorwaarde WASDAG - SUNILDAG Verbond Nederlandse werkgevers Medebeslissing is strijdig met wezen van de onderneming De ruggegraat BENDER Hoogewoerd 90, Lelden - fel. 20097 Werkstudenten willen effectief en rechtvaardig hoger onderwijs NEMOS MEESI WASMIDDEL Blijven klaarstaan voor Indonesië MEEST nel Onrrer;c|,t 1 maart 1860 Donderdag 12 oktober 1961 Tweede blad no. 30475 »»ïn onze gedifferentieerde maatschappij is de noodzaak gegroeid van een nauwe samenwerking tussen de overheid en de grote maatschap pelijke organisaties van werkgevers en werknemers. Maatregelen van de regering, welke de conjuncturele gang van zaken moeten beïnvloe den, zullen, indien een te gunstige conjunctuur moet worden afgeremd, moeilijk worden aanvaard. Het grote begrip, dat hiervoor in het ver leden toch is opgebracht, zowel van werkgevers- als van werknemers zijde, is essentieel geweest voor de wijze waarop de betrokken maat regelen aan hun doel hebben beantwoord". Dit zei vanmiddag de heer H. J. de Koster, algemeen voorzitter van het Verbond van Nederlandsche Werkgevers, dat in Enschede zijn algemene ledenvergadering hield. In het begin van zijn jaarrede had de heer De Koster woorden van dank gericht aan het adres van zijn voor ganger, dr. ir. F. G. den Hollander, voor de voortreffelijke leiding, welke deze in vaak moeilijke omstandigheden aan het verbond heeft gegeven. „De organisaties van werkgevers en werknemers vormen", zo zei de heer De Koster. „Mede de ruggegraat van de be- mocratische samenleving. De overheid kan noch hun advies ,noch hun mede werking in verschillende instellingen, waarvan de S.E.R. veruit de belangrijk ste is. Men kan terecht trots zyn op de verhoudingen welke daar zjjn gegroeid". „Ook ai", zo zei de heer De Koster onder hilariteit, dijken enkele S.E.R.- raporten meer op een Iaat schilderij van Picasso dan op een eensgezinde wiel rijdersclub op de Afsluitdijk". De voorzitter kwam vervolgens tot de conclusie, dat bij de grote vlucht, welke de Industriële produktie na 1945 heeft genomen, de o ndernemersinitiatieven een onmisbare voorwaarde zijn geweest voor een economische activiteit, die door het beschikbare produktie- en arbeids potentieel ternauwernood kan worden opgevangen. De welvaartsstijging welke daarmee gepaard ging, zou in 1945 al heel onwaarschijnlijk hebben geleken. „Twee factoren hebben hierbij", aldus de voorzitter, „een zeer grote rol ge speeld: het industriële klimaat en de bereidheid tot samenwerking van de werknemersorganisaties". Wel ondernemingsraden Het Verbond van Nederlandsche Werkgevers wijst medebeslissing binnen de onderneming af. Degene die de uit eindelijke verantwoordelijkheid draagt, moet ook over de beslissingsbevoegd heid beschikken. De voorzitter noemde de medebeslissing strijdig met het we zen van de onderneming als hiërar chisch opgebouwde organisatie. Die im pliceert echter niet, dat het Verbond ook het instituut der ondernemingsra den afwijst. Deze worden integendeel voor de grotere bedrijven onmisbaar ge acht. Het la goed, dat de leiding van de onn- derneming periodiek verslag uitbrengt aan de werknemers over het wel en wee van het bedrijf. De heer De Koster meende dat constructieve kritiek moet worden geaccepteerd, daar deze de on dernemingsgeest bevordert. De voorzit ter bestreed de opvattingen van werk nemerszijde, dat de ondernemers over te veel ongecontroleerde macht zouden beschikken. De concurrentie, niet alleen van de branchegenoten, maar vooral ook van de zijde van de door de snelle technische ontwikkeling gegeven op komst van nieuwe produkten, een uit gebreid stelsel van overheidsmaatrege len en een globaal overheidstoezicht op het economisch gebeuren, hebben de vrijheid van de ondernemers aanzien lijk ingeperkt. Daar komt nog bij, dat zich in toenemende mate ongeschreven normen hebben ontwikkeld, ten dele op initiatief van de ondernemers zelf. Investeringsbeleid Het economische integratieproces en de politieke verschuivingen buiten ons werelddeel, zoals de versnelde verkrij ging van onafhankelijkheid door tal van Afrikaanse landen laten het on dernemersschap niet onberoerd. Het zelfde kan gezegd worden in verband met de snelle welvaartsstijging. Deze be tekent nl. dikwijls dat voor een toene mend aantal activiteiten gaat gelden, dat niemand meer bereid is ze te ver richten, althans niet tegen het gelden de of een iets hoger beloningspeil. Een belangrijk punt, waarmee de on dernemer ook rekening moet houden ls: de tijd. „Tal van te nemen beslis singen betekenen", aldus de voorzitter, „dat men zich moet vastleggen", op ont wikkelingen, die voor een lange reeks van jaren hun consequenties hebben. In dit verband is een der belangrijkste facetten het investeringsbeleid. Voor on ze volkshuishouding als geheel geldt, dat wij van de nood i.e. de bevolkings dichtheid- en groei slechts een deugd kunnen maken, indien wy onze toene mende beroepsbevolking laten werken BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN GEBOREN Hermina Aatonia Alfonsa, dr van G. J. M. Laagland en J. W. H. Boerrlgter. Mar- garetha Geertruida, dr van A. J. den Dop per en A. J. van der Werf, Hendricus Rei- nler, zn van T. H. R. Smits en C. M. Sum mers, Marian, dr van C. Snoep en M. Pe ters. Onno, zn van J. Brinkman en L. A. Planjers, Pieter Eildert, zn van P. Koore man en H. Timmerman, Nicolaas Francis- cus, zn van N. F. Wijfje en J M. van der Ven. Antonlus Johannes Petrus, zn van J. A. Schrama en P. A. M. Koster. OVERLEDEN Vilders, 85 Jaar. wed. van C. van J. van Eldi N. Lancel, 69 laar, man, A. Leeuwen, M. J. van Eldik, 77 Jaar, man, aar, man, A. M. Pfyffer Jaar, vrouw, W. Bakker, 67 Jaar, man. éM De heer H. J. de Koster. met de meest adequate technische ap paratuur. Diepte-investeringen zullen in toenemende mate nodig zijn. De on dernemer, die deze beslissingen zal moe ten nemen, moet dan ook de vrijheid hebben, zowel financieel als juridisch, de voor zyn bedrijf beste keuze te doen. Spreker waarschuwde ervoor, dat de vrijheidsinperking, die er reeds is, op den duur weieens zover kan gaan, dat de ondernemer niet meer in staat is zijn ideeën uit te werken en in prak tijk te brengen. Zo'n situatie zou kun nen ontstaan als andere belangen het recht zouden krijgen een deel van de commissarissen aan te wijzen. Het Ver bond meent geen redenen te zien wij ziging te brengen in de juridische grondslagen van de huidige vennoot schapsstructuur. Kans ep loon- en prijsinflatie Het afnemend gunstig saldo op de betalingsbalans sedert de grote over schotten in de Jaren 1959 en 1960 noem de de heer De Koster niet verontrustend. De norm, welke men tegenwoordig aanhoudt, mede in verband met bijvoor beeld het kapitaalverkeer met het bui tenland, is een saldo van circa een half miljard gulden. De prognose voor 1962 beweegt zich in de buurt van deze norm. Het is echter niet onmogelijk dat de dalende trend zich voortzet, zoals in 1956 en 1957 gebeurde. Gezien de op Prinsjesdag gepubliceerde staatsstukken achtte de voorzitter de kans op vermin dering van de arbeidsschaarste gering. Hy wees erop, dat het tekort aan ar beidskrachten een onmiskenbare in vloed op het loonpeil uitoefent en waar schuwde voor een mogelijke loon- en prijsinflatie. Volgens de voorlopige ramingen van het Centraal Planbureau zal het loon peil in 1961 met 5 stijgen, tegenover den produktivlteitstoename van ten hoogste 2In verband met de con currentiepositie van ons land, zal dus een conjunctureel beleid moeten worden gevoerd, dat is gericht op een zoveel mo gelijk mitigeren van de spanningen en hun consequenties. „Er zal", aldus de heer De Koster, „voor moeten worden gewaakt, dat het loonniveau niet eerst op het peil der omliggende landen komt en vervolgens in ons land nog allerlei aanpassingen op grond van huurver hogingen, het gemeenschappelijk land bouwbeleid in de EEG en wijzigingen in de sociale sector moeten plaatsvin den". Lof voor minister Waardering had de voorzitter voor de minister van Economische Zaken, die zich steeds weer beijvert te voorkomen, dat het gemiddeld prijsniveau stijgt, hetgeen in de laatste jaren tot vrijwel stabiele prijzen heeft geleid. Maar de discrepantie tussen de huidige loon- en produktiviteitsontwikkeling betekent bij gelijkblijvende prijzen een verlaging van de marges. De heer De Koster meende, dat de bijdrage die door de industrie aan het prijsbeleid wordt gele verd, niet meer gelijkmatig verdeeld is. In vele loon-intensieve sectoren, alsmede in die bedrijfstakken, welke in massa of in grote series produceren, worden de marges het meest aangetast. Dit zal er niet toe mogen leiden, dat voor onze volkshuishouding belangrijke consump tiegoederen of diensten niet meer met de nodige zorg kunnen worden geprodu ceerd of verleend. Kritiek op miljoenennota Het Verbond van Nederlandsche Werkgevers kan akkoord gaan met een versnelde afbraak van de interne doua ne-tarieven binnen de EEG al bestaat er de vrees, dat het douane-unie-ele ment te ver vooruit gaat lopen op de overige facetten. Ten aanzien van het in EEG-verband zo belangrijke fiscale probleem, zei de voorzitter met voldoening te hebben ge constateerd, dat ook de regering van mening is dat de druk der directe be lasting thans te hoog is. De teleurstelling in het Verbond was dan ook groot, toen de op 1 juli j.I. ver wachte verlaging van de inkomsten- en vennootschapsbelasting niet doorging. „Door een zeer matige verhoging van het tarief van de omzetbelasting had men", aldus de heer De Koster, de ver houding tussen directe en indirecte be lasting in ons land dichter by dat van de partnerlanden kunnen brengen en de in uitzicht gestelde verlagingen kunnen laten doorgaan. Het Verbond betreurt het in hoge mate dat, zoals blijkt uit de miljoenennota, ongeveer de helft van de extra defensie-uitgaven zal moeten worden gedekt door de vennootschaps belasting. Lezers schrijven.. Taptoe met een trap toe? Hooggeachte Redactie. Ook „Werkmans Wilskracht", dat reeds in 1903 haar medewerking aan het 3 oktoberfeest verleende, vond het jam mer, zeer jammer dat zij aan de Leidse taptoe niet mee kon doen. Erger nog niet mee mócht doen, omdat zij, na een besluit van de ledenvergadering, het lid maatschap van de Leidse Bond onlangs heeft opgezegd. Het Jeugdorkest „De Burcht" mocht blijkbaar ook niet meedoen. Het was dus geen huldeblijk van het Leidse muziek verenigingsleven in het algemeen. Een uitnodiging aan beide bovenge noemde korpsen om mee te doen lag m.i. toch op de weg van het Bondsbestuur, te meer daar het woord „kameraad schap" hier in een veel betekenende zin gebruikt is. Ik stel er prijs op hier te verklaren dat „Werkmans Wilskracht", ondanks een geschil van zeer interne aard met de Bond, zeer zeker haar aan deel in deze zou hebben bijgedragen. Hetgeen nu gebeurd is, kan samenwer king in de toekomst verhinderen. Het vooraf publiceren van de namen der deelnemende korpsen zonder meer, was zeer geschikt om de Leidse burgerij in de waan te brengen, dat hier by twee bekende Leidse korpsen onwil in het spel was. Indien dit laatste inderdaad beoogd werd, dan was dit zeer zeker een taptoe met een trar toe! Spelende kinderen zeggen wel eens tegen elkaar: „Jy mag lekker niet mee doen". Heren van de Leidse Bond, zijn wij daar niet bovenuit gegroeid? Oegstgeest, 11 oktober 1961. J. By, waarn. voorz. W.W. Advertentie Wen Uw kind aan een goede aanslag en een mooie klank. Een kostelijke piano hoeft beslist niet kostbaar te zijn! Bet of schrijf om onze foto-brochuro nr 60 A Amsterdam - Arnhem Breda Rotterdam Tien stellingen „Een effectief en rechtvaardig hoger onderwijs" is de titel van een rapport dat is opgesteld naar aanleiding van besprekingen van ae studiecommissie van de Werkstudenten-Liga en dat deze liga thans het licht heeft doen zien. In dit rapport worden de hierna vol gende tien stellingen toegelicht en het daarin gestelde gemotiveerd. 1. Als staatsburger hebben we recht op goed, dat is onder meer een recht vaardig en efficient onderwijsstelsel. 2. Het hoger onderwijsstelsel is niet rechtvaardig. Als de materiele voorzie ningen niet zo zijn, dat iedere student zich kan wijden aan studie en studen tenleven, ongehinderd door financiële factoren of te grote afhankelijkheid van ouders of overheid. 3. Dat houdt in, dat iedereen die toegelaten is tot de academische examens een toelage dient te ontvangen waarvan de grootte bedraagt: voor kandidandi, en kandidaten beneden 21 jaar: dat deel van de kosten van studie en levensonder houd waarvoor de ouderlijke inkomsten ontoereikend zyn en voor kandidaten boven 21 jaar, en in bijzondere geval len voor oudere kandidandi: de totale kosten van studie en levensonderhoud. Deze toelagen dienen belastingvrij te zyn. 4. Deze toelagen dienen een beurs te zyn, een renteloos voorschot, omdat een eventuele schuld na de studie vooral de aspirant-studenten uit de lagere nnlieus afschrikt (angst voor schuld by misluk king van studie). 5. Het hoger onderwijsstelsel is efficiënt, als alleen zij. die de capaci teiten en de ambitie hebben het hoger onderwijs te volgen er aan deel ne men. Wie dat zijn is slechts te oepa- len door een systeem van positieve selectie (selectie van by uitstek gescnik- ten). 6. Positieve selectie gaat volgens ob jectieve kriteria (examens, practicum verslagen. enz) en subjectieve kriteria (persoonlijke omstandigheden). Beide soorten van kriteria worden in veel gro tere mate dan rhans het geval is gele verd door het stelsel van studiebegelei ding, dat daarom onontbeerlijk is voor positieve selectie. 7. Studiebegeleiding en positieve selec tie werken een verhoogd studierende ment in de hand. Het is maar tot op zekere hoogte een beperking van de studievrijheid. 8. Efficiëntie en rechtvaardigheid zijn beide aspecten van een zaak: een goed onderwijsstelsel. Studiebegeleiding, posi tieve selectie en een toelagenstelsel zoals dat geschetst is in 3-4 zijn onderling samenhangende aspecten van een goed hoger onderwijsstelsel. Het is niet moge lijk deze aspecten los van elkaar te denken. 9. Het VHMO heeft als voornaamste taak: een voorbereiden op de maat schappij, de hogere beroepsopleiding en op de universiteit tegelijkertijd. 10. Goede voorlichting aan middelbare scholieren en aan ouders van iagere school-kinderen werkt een rechtvaardi ger en effectiever selectie van het Ne derlandse intellect in de hand dan thans het geval is. Universitaire voordrachten mevr. Schwarz-Schocher Aan de Stichting Leidsch Universi- teits-Fonds is toestemming verleend door de Kroon om gedurende het stu diejaar 19611962 een reeks wetenscnap- pelijke voordrachten (ex art. 138 WWO) aan de Leidse Universiteit te doen hou den door mevrouw dr. J. Schwarz- Schocher, te Amsterdam, betrekking hebbende >p de politieke en sociale ge schiedenis van het Duitse taalgebied, Universitaire benoemingen Bij onderscheiden besluiten van Cu ratoren der Leidse Universiteit zijn: J. van den Assem, wetenschappelijk ambtenaar le klasse in tijdelijke dienst bij de experimentele zoölogie, voor het tijdvak van 1 september 1961 tot 1 sep tember 1962, wederom in deze functie benoemd; mevr. R. W. Boesjes-Hommes, wetenschappelijk ambtenaar in tijdelij ke dienst bij de sociologie, voor het tijdvak van 1 oktober 1961 tot 1 oktober 1962, wederom in deze functie benoemd; D. Boschma, wetenschappelijk ambte naar le klasse in tijdelijke dienst bij de geologie, benoemd tot wetenschappe lijk ambtenaar le klasse in vaste dienst; mevr. mr. M. A. Kakebeeke-van der Put, wetenschappelijk hoofdambtenaar in vaste dienst bij de faculteit der rechtsgeleerdheid, benoemd tot weten schappelijk hoofdambtenaar A; mr. D. W. Kok, wetenschappelijk ambtenaar le klasse in tijdelijke dienst bij de bi bliotheek, benoemd tot wetenschappe lijk ambtenaar le klasse in vaste dienst; mej. L. C. Levy, wetenschappelijk amb tenaar le klasse in tijdelijke dienst bij de kindergeneeskunde, voor het tijd vak van 1 september 1961 tot 1 sep tember 1962, wederom in deze functie Advertentie. JUNJI.IKSOB benoemd; dr. W. G. Linscheer, weten schappelijk hoofdambtenaar in tijdelij ke dienst bij de inwendige geneeskun de benoemd tot wetenschappelijk hoofdambtenaar in vaste dienst; J. Ponsen, wetenschappelyk ambtenaar in tijdelijke dienst bij de Sterrewacht, voor het tijdvak van 1 oktober 1961 tot 1 oktober 1962, wederom in deze functie benoemd; dr. L. M. van Putten, we tenschappelijk hoofdambtenaar in tij delijke dienst bij de radiopathologie en stralenbescherming, voor het tijdvak van 1 april 1961 tot 1 april 1962, weder om in deze functie benoemd; E. Rai- mond, wetenschappelijk ambtenaar in tijdelijke dienst by de Sterrewacht, voor het tijdvak van 1 oktober 1961 tot 1 oktober 1962, wederom in deze functie benoemd; J. H. R. Schoen, wetenschap pelijk ambtenaar le klasse in tijdelijke dienst bij de neuro-anatomie, voor het tijdvak van 1 oktober 1961 tot 1 oktober 1962, wederom in deze functie benoemd; A. H. C. van Senus, wetenschappelijk ambtenaar le klasse in tijdelijke dienst by de oogheelkunde, voor het tijdvak van 1 oktober 1961 tot 1 oktober 1962, wederom in deze functie benoemd; F. Tichelman, assistent bij de faculteit der letteren en wijsbegeerte, benoemd tot wetenschappelyk ambtenaar in tijdelij ke dienst bij de bibliotheek; .J Wiebes, wetenschappelijk ambtenaar in tijde lijke dienst bij de natuurkunde, voorliet tijdvak van 1 september 1961 tot 1 sep tember 1962, wederom in deze functie benoemd; O. L. Wolthuis, assistent bij de farmacologie, benoemd tot weten schappelijk ambtenaar in tydelyke dienst bij de farmacologie. Jhr. D. G. de Graeff opperkamerheer Bij K.b. is met ingang van 9 okto ber Hr. Ms. kamerheer in buitengewone dienst en ceremoniemeester jhr. D. G. de Graeff benoemd tot. opperkamerheer, onder gelijktijdige eervolle ontheffing van zijn functie als ceremoniemeester. Advertentie Zoekt U een GOUDEN RING voor een dame of heer, d. WATER, Haarlemmerstr. 207 heeft het. Ook in brillant ringen. Ruime keuze in alle prijzen. Leiden draagt f. 5.452 j voor reclassering bij De in Leiden gehouden inzameling ten bate voor het nationale reclasserings- werk heeft ruim f5.452 opgebracht, als volgt gespecificeerd huis-aan-huiscoliec- te f 4.286, straatcollecte f 956 en bedrlj- venactie f 210. Deze laatste actie is nog aan de gang. Het zijn er enige tientallen, die on langs gingen of binnenkort zullen gaan naar Dakar, Ghana, Nigeria, Kame roen en Nieuw-Guinea. Zonder twijfel zullen binnen afzienbare tijd nog meer namen worden gepubliceerd van men sen met wie de Raad voor de Zending in gesprek is of binnenkort een gesprek zal openen. Opgemerkt moet worden dat het zwaartepunt van het nieuwe zendings werk der Hervormde Kerk zal komen te liggen in Kameroen. Wat dat gaat betekenen zal wel duidelijk worden wanneer de secretaris-generaal van de Evangelische Kerk aldaar, de Afrikaan ds. Kotto, aan het eind van deze maand de Synode zal toespreken op haar ver gadering in Woudschoten. In het geheel van Franssprekend Afrika krijgt de Kerk van Kameroen een grote verant woordelijkheid, niet slechts omdat daar een vrije theologische faculteit is ge sticht waarvoor de Hervormde Kerk in de toekomst wellicht ook een hoogle raar beschikbaar zal stellen, maar voor al ook omdat het in Kameroen te stich ten literatuurcentrum, waaraan wy een grote bijdrage willen gaan geven (twee Europeanen en de salarissen voor hun twee Afrikaanse medewerkers) christe lijke lectuur zal gaan produceren, die door geheel Franssprekend Afrika zal worden verspreid. Oecumenische dimensie Deze nieuwe missionaire verantwoor delijkheden, die de Hervormde Kerk heeft aanvaard, dwingt de Raad voor de Zending geregeld contact te onder houden, niet slechts met jonge kerken, die nieuw zijn voor ons zoals omgekeerd wij nog volkomen onbekend zijn voor hen. maar ook met zendingsinstanties in Parijs en Bazel. Er komt daardoor, veel sterker dan tot nu toe, een meer oecumenische di mensie in ons werk. Wy hopen dat dit ons allen wederzijds zal bevruchten, zodat er in ons uitgaan in de niet- christeiyke wereld iets meer zichtbaar wordt van de eenheid van de Kerk van Christus in deze wereld. Overigens mag hier wel worden neer geschreven, dat dit het werken niet slechts boeiender maar ook moeilijker maakt. Tenslotte zijn we allen nog slechts leerjongens op het gebied van de oecumenische samenwerking in de praktijk. Juist als het er om gaat sa men te handelen blijkt telkens hoe wy allen bewust of onbewust niet slechts aan het Evangelie gebonden zyn, maar ook aan allerlei tradities en overtuigin gen, die dikwijls meer nationaal dan door het Evangelie bepaald zyn. Het zal er in Oegstgeest, in Bazel en in Parijs in de komende jaren om gaan dit laatste scherp onder ogen te zien en dan ook moedig te doorbreken. Uit deze mededelingen blijkt dat men in „Oegstgeest' 'van mening is, dat de Hervormde Kerk, nu geen zendingsar beiders meer naar Indonesië kunnen worden gezonden, toch meer zendings kracht kan opbrengen dan in West-Afri- ka kan worden aangewend. Niet eeuwig mist Hier raken we aan een uiterst moei lijke zaak. Niet alleen zullen de Her vormde gemeenten nu moeten gaan be wijzen, dat zij inderdaad bereid zijn het zendingswerk royaal te steunen, opdat de geboden mogelijkheden kunnen wor den verwerkelijkt. Belangrijker is dat niemand weet hoe lang het nog zal du ren, dat geen Nederlandse zendingsar beiders naar Indonesië kunnen worden gezonden. Prof. Verkuyl in Djakarta drukte het met Pinksteren in zijn toespraak voor de radio aldus uit: „Niet eeuwig zal de mist van wantrouwen en wrok hangen tussen Nederland en Indonesië!". Wan neer deze mist eens optrekt dan zullen er ook Hervormde zendingsarbeiders moeten zyn om zich ter beschikking te stellen van de kerken in Indonesië. Het zal voor ieder die even nadenkt duidelijk zyn, dat het voor de leiding der zending moeilijk is bij het opzetten van nieuw werk ook steeds met deze mogelijkheid te moeten rekenen. Toch moet zij rekening houden met de moge lijkheid mensen naar Indonesië te zen den wanneer God geve spoedig de dag komt waarop de politieke be trekkingen tussen onze volken weer ge normaliseerd zullen zyn. Samenwerking Nog één mededeling, die op de ge noemde persconferentie werd verstrekt, moet worden toegelicht. Twee jonge zendingspredikanten van de Vrij Evan gelische Gemeenten, ds. M. Vink en ds. L. Flier, die tot voor kort werkzaam waren in Indonesië, hebben zich op ver zoek van de Raad voor de Zending be schikbaar gesteld voor Nieuw-Guinea. Zij zullen daar werken in opdracht van en voor rekening van zowel de Vry Evangelische zendingsraad als de Her vormde Raad voor de Zending. Naast Hervormde, Gereformeerde. Doopsgezin de en Duitse zendingsarbeiders van de Rijnse Zending komen nu ook Vry Evangelische predikanten in Nieuw- Guinea werken. Het is verheugend dat al deze verschillende zendingsinstan ties en ook het Nederlandsch Bijbelge nootschap, dat sinds kort op Nieuw- Guinea werkt, op deze wijze gedwongen worden geregeld voeling met elkander te houden en oecumenisch samen te werken. Tenslotte zal het er in de komende tijd om gaan of onze Hervormde ge meenten met dankbare vreugde zich zullen plaatsen achter de Raad voor de Zending en door hun gaven ai d it nieuwe werk, dat ook voor het geestelijk leven in onze eigen kerk veel kan gaan betekenen, mogelijk zullen maken. Gouden feest in de Paul Krugerstraat Het is op 18 oktober vijftig jaar gele den. dat de heer J. C. Blom en mevr. S. Blom-Regeer in het huwelijk traden. Geen wonder dan ook dat de woonkomer van het echtpaar met bloemen en slin gers versierd is. De gouden bruidegom is nu 79 jaar. Sigarenmaker, expeditie-knecht, eier- handelaar en fruithandelaar is hy ge weest om in het onderhoud van zijn ge zin te voorzien. Tien jaar geleden werd hij ge pensio- neerd. Dat wil niet zeggen, dat hij nu stil zit en niets doet. Hij is een enthou siast tapijtwever en houtbewerker. Zijn 74-jarige echtgenote is ook nog steeds goed ter been. Haar grote hobby is de huishouding. Ze is daar dan ook dag in dag uit druk mee. Het gouden huwelijks feest zal in de intieme familiekring ge vierd worden. Van de twee zoons die het echtpaar heeft, zal er maar een met zijn vrouw en vier kinderen het feest in de Paul Krugerstraat meemaken. De an dere zoon woont nu alweer ruim twee jaar in de Verenigde Staten. Advertentie SUN 11. I* SOB

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 3