SUNIL
SUNIL
EEN NAUWE SAMENWERKING
MET DE OVERHEID IS NODIG
Kameroen wordt zwaartepunt van
nieuwe hervormde zendingsarbeid
Ondernemersinitiatief
onmisbare voorwaarde
WASDAG - SUNILDAG
Verbond Nederlandse werkgevers
Medebeslissing is strijdig met
wezen van de onderneming
De ruggegraat
BENDER Hoogewoerd 90, Lelden - fel. 20097
Werkstudenten willen effectief
en rechtvaardig hoger onderwijs
NEMOS
MEESI
WASMIDDEL
Blijven klaarstaan voor Indonesië
MEEST
nel
Onrrer;c|,t 1 maart 1860
Donderdag 12 oktober 1961
Tweede blad no. 30475
»»ïn onze gedifferentieerde maatschappij is de noodzaak gegroeid van
een nauwe samenwerking tussen de overheid en de grote maatschap
pelijke organisaties van werkgevers en werknemers. Maatregelen van
de regering, welke de conjuncturele gang van zaken moeten beïnvloe
den, zullen, indien een te gunstige conjunctuur moet worden afgeremd,
moeilijk worden aanvaard. Het grote begrip, dat hiervoor in het ver
leden toch is opgebracht, zowel van werkgevers- als van werknemers
zijde, is essentieel geweest voor de wijze waarop de betrokken maat
regelen aan hun doel hebben beantwoord".
Dit zei vanmiddag de heer H. J. de Koster, algemeen voorzitter van
het Verbond van Nederlandsche Werkgevers, dat in Enschede zijn
algemene ledenvergadering hield. In het begin van zijn jaarrede had de
heer De Koster woorden van dank gericht aan het adres van zijn voor
ganger, dr. ir. F. G. den Hollander, voor de voortreffelijke leiding,
welke deze in vaak moeilijke omstandigheden aan het verbond heeft
gegeven.
„De organisaties van werkgevers en
werknemers vormen", zo zei de heer De
Koster. „Mede de ruggegraat van de be-
mocratische samenleving. De overheid
kan noch hun advies ,noch hun mede
werking in verschillende instellingen,
waarvan de S.E.R. veruit de belangrijk
ste is. Men kan terecht trots zyn op de
verhoudingen welke daar zjjn gegroeid".
„Ook ai", zo zei de heer De Koster
onder hilariteit, dijken enkele S.E.R.-
raporten meer op een Iaat schilderij van
Picasso dan op een eensgezinde wiel
rijdersclub op de Afsluitdijk".
De voorzitter kwam vervolgens tot de
conclusie, dat bij de grote vlucht, welke
de Industriële produktie na 1945 heeft
genomen, de o ndernemersinitiatieven
een onmisbare voorwaarde zijn geweest
voor een economische activiteit, die door
het beschikbare produktie- en arbeids
potentieel ternauwernood kan worden
opgevangen. De welvaartsstijging welke
daarmee gepaard ging, zou in 1945 al
heel onwaarschijnlijk hebben geleken.
„Twee factoren hebben hierbij", aldus
de voorzitter, „een zeer grote rol ge
speeld: het industriële klimaat en de
bereidheid tot samenwerking van de
werknemersorganisaties".
Wel ondernemingsraden
Het Verbond van Nederlandsche
Werkgevers wijst medebeslissing binnen
de onderneming af. Degene die de uit
eindelijke verantwoordelijkheid draagt,
moet ook over de beslissingsbevoegd
heid beschikken. De voorzitter noemde
de medebeslissing strijdig met het we
zen van de onderneming als hiërar
chisch opgebouwde organisatie. Die im
pliceert echter niet, dat het Verbond
ook het instituut der ondernemingsra
den afwijst. Deze worden integendeel
voor de grotere bedrijven onmisbaar ge
acht.
Het la goed, dat de leiding van de onn-
derneming periodiek verslag uitbrengt
aan de werknemers over het wel en wee
van het bedrijf. De heer De Koster
meende dat constructieve kritiek moet
worden geaccepteerd, daar deze de on
dernemingsgeest bevordert. De voorzit
ter bestreed de opvattingen van werk
nemerszijde, dat de ondernemers over
te veel ongecontroleerde macht zouden
beschikken. De concurrentie, niet alleen
van de branchegenoten, maar vooral
ook van de zijde van de door de snelle
technische ontwikkeling gegeven op
komst van nieuwe produkten, een uit
gebreid stelsel van overheidsmaatrege
len en een globaal overheidstoezicht op
het economisch gebeuren, hebben de
vrijheid van de ondernemers aanzien
lijk ingeperkt. Daar komt nog bij, dat
zich in toenemende mate ongeschreven
normen hebben ontwikkeld, ten dele op
initiatief van de ondernemers zelf.
Investeringsbeleid
Het economische integratieproces en
de politieke verschuivingen buiten ons
werelddeel, zoals de versnelde verkrij
ging van onafhankelijkheid door tal
van Afrikaanse landen laten het on
dernemersschap niet onberoerd. Het
zelfde kan gezegd worden in verband
met de snelle welvaartsstijging. Deze be
tekent nl. dikwijls dat voor een toene
mend aantal activiteiten gaat gelden,
dat niemand meer bereid is ze te ver
richten, althans niet tegen het gelden
de of een iets hoger beloningspeil.
Een belangrijk punt, waarmee de on
dernemer ook rekening moet houden
ls: de tijd. „Tal van te nemen beslis
singen betekenen", aldus de voorzitter,
„dat men zich moet vastleggen", op ont
wikkelingen, die voor een lange reeks
van jaren hun consequenties hebben.
In dit verband is een der belangrijkste
facetten het investeringsbeleid. Voor on
ze volkshuishouding als geheel geldt, dat
wij van de nood i.e. de bevolkings
dichtheid- en groei slechts een deugd
kunnen maken, indien wy onze toene
mende beroepsbevolking laten werken
BURGERLIJKE STAND
VAN LEIDEN
GEBOREN
Hermina Aatonia Alfonsa, dr van G. J.
M. Laagland en J. W. H. Boerrlgter. Mar-
garetha Geertruida, dr van A. J. den Dop
per en A. J. van der Werf, Hendricus Rei-
nler, zn van T. H. R. Smits en C. M. Sum
mers, Marian, dr van C. Snoep en M. Pe
ters. Onno, zn van J. Brinkman en L. A.
Planjers, Pieter Eildert, zn van P. Koore
man en H. Timmerman, Nicolaas Francis-
cus, zn van N. F. Wijfje en J M. van der
Ven. Antonlus Johannes Petrus, zn van J.
A. Schrama en P. A. M. Koster.
OVERLEDEN
Vilders, 85 Jaar. wed. van C. van
J. van Eldi
N. Lancel, 69 laar, man, A.
Leeuwen, M. J. van Eldik, 77 Jaar, man,
aar, man, A. M. Pfyffer
Jaar, vrouw, W. Bakker, 67 Jaar, man.
éM
De heer H. J. de Koster.
met de meest adequate technische ap
paratuur. Diepte-investeringen zullen
in toenemende mate nodig zijn. De on
dernemer, die deze beslissingen zal moe
ten nemen, moet dan ook de vrijheid
hebben, zowel financieel als juridisch,
de voor zyn bedrijf beste keuze te doen.
Spreker waarschuwde ervoor, dat de
vrijheidsinperking, die er reeds is, op
den duur weieens zover kan gaan, dat
de ondernemer niet meer in staat is
zijn ideeën uit te werken en in prak
tijk te brengen. Zo'n situatie zou kun
nen ontstaan als andere belangen het
recht zouden krijgen een deel van de
commissarissen aan te wijzen. Het Ver
bond meent geen redenen te zien wij
ziging te brengen in de juridische
grondslagen van de huidige vennoot
schapsstructuur.
Kans ep loon- en
prijsinflatie
Het afnemend gunstig saldo op de
betalingsbalans sedert de grote over
schotten in de Jaren 1959 en 1960 noem
de de heer De Koster niet verontrustend.
De norm, welke men tegenwoordig
aanhoudt, mede in verband met bijvoor
beeld het kapitaalverkeer met het bui
tenland, is een saldo van circa een
half miljard gulden. De prognose voor
1962 beweegt zich in de buurt van deze
norm. Het is echter niet onmogelijk dat
de dalende trend zich voortzet, zoals
in 1956 en 1957 gebeurde. Gezien de op
Prinsjesdag gepubliceerde staatsstukken
achtte de voorzitter de kans op vermin
dering van de arbeidsschaarste gering.
Hy wees erop, dat het tekort aan ar
beidskrachten een onmiskenbare in
vloed op het loonpeil uitoefent en waar
schuwde voor een mogelijke loon- en
prijsinflatie.
Volgens de voorlopige ramingen van
het Centraal Planbureau zal het loon
peil in 1961 met 5 stijgen, tegenover
den produktivlteitstoename van ten
hoogste 2In verband met de con
currentiepositie van ons land, zal dus
een conjunctureel beleid moeten worden
gevoerd, dat is gericht op een zoveel mo
gelijk mitigeren van de spanningen en
hun consequenties. „Er zal", aldus de
heer De Koster, „voor moeten worden
gewaakt, dat het loonniveau niet eerst op
het peil der omliggende landen komt
en vervolgens in ons land nog allerlei
aanpassingen op grond van huurver
hogingen, het gemeenschappelijk land
bouwbeleid in de EEG en wijzigingen
in de sociale sector moeten plaatsvin
den".
Lof voor minister
Waardering had de voorzitter voor de
minister van Economische Zaken, die
zich steeds weer beijvert te voorkomen,
dat het gemiddeld prijsniveau stijgt,
hetgeen in de laatste jaren tot vrijwel
stabiele prijzen heeft geleid. Maar de
discrepantie tussen de huidige loon- en
produktiviteitsontwikkeling betekent bij
gelijkblijvende prijzen een verlaging
van de marges. De heer De Koster
meende, dat de bijdrage die door de
industrie aan het prijsbeleid wordt gele
verd, niet meer gelijkmatig verdeeld is.
In vele loon-intensieve sectoren, alsmede
in die bedrijfstakken, welke in massa
of in grote series produceren, worden
de marges het meest aangetast. Dit zal
er niet toe mogen leiden, dat voor onze
volkshuishouding belangrijke consump
tiegoederen of diensten niet meer met
de nodige zorg kunnen worden geprodu
ceerd of verleend.
Kritiek op miljoenennota
Het Verbond van Nederlandsche
Werkgevers kan akkoord gaan met een
versnelde afbraak van de interne doua
ne-tarieven binnen de EEG al bestaat
er de vrees, dat het douane-unie-ele
ment te ver vooruit gaat lopen op
de overige facetten.
Ten aanzien van het in EEG-verband
zo belangrijke fiscale probleem, zei de
voorzitter met voldoening te hebben ge
constateerd, dat ook de regering van
mening is dat de druk der directe be
lasting thans te hoog is.
De teleurstelling in het Verbond was
dan ook groot, toen de op 1 juli j.I. ver
wachte verlaging van de inkomsten- en
vennootschapsbelasting niet doorging.
„Door een zeer matige verhoging van
het tarief van de omzetbelasting had
men", aldus de heer De Koster, de ver
houding tussen directe en indirecte be
lasting in ons land dichter by dat van
de partnerlanden kunnen brengen en de
in uitzicht gestelde verlagingen kunnen
laten doorgaan. Het Verbond betreurt
het in hoge mate dat, zoals blijkt uit
de miljoenennota, ongeveer de helft van
de extra defensie-uitgaven zal moeten
worden gedekt door de vennootschaps
belasting.
Lezers schrijven..
Taptoe met een trap toe?
Hooggeachte Redactie.
Ook „Werkmans Wilskracht", dat
reeds in 1903 haar medewerking aan het
3 oktoberfeest verleende, vond het jam
mer, zeer jammer dat zij aan de Leidse
taptoe niet mee kon doen. Erger nog
niet mee mócht doen, omdat zij, na een
besluit van de ledenvergadering, het lid
maatschap van de Leidse Bond onlangs
heeft opgezegd.
Het Jeugdorkest „De Burcht" mocht
blijkbaar ook niet meedoen. Het was dus
geen huldeblijk van het Leidse muziek
verenigingsleven in het algemeen.
Een uitnodiging aan beide bovenge
noemde korpsen om mee te doen lag m.i.
toch op de weg van het Bondsbestuur,
te meer daar het woord „kameraad
schap" hier in een veel betekenende zin
gebruikt is. Ik stel er prijs op hier te
verklaren dat „Werkmans Wilskracht",
ondanks een geschil van zeer interne
aard met de Bond, zeer zeker haar aan
deel in deze zou hebben bijgedragen.
Hetgeen nu gebeurd is, kan samenwer
king in de toekomst verhinderen. Het
vooraf publiceren van de namen der
deelnemende korpsen zonder meer, was
zeer geschikt om de Leidse burgerij in
de waan te brengen, dat hier by twee
bekende Leidse korpsen onwil in het spel
was. Indien dit laatste inderdaad beoogd
werd, dan was dit zeer zeker een taptoe
met een trar toe!
Spelende kinderen zeggen wel eens
tegen elkaar: „Jy mag lekker niet mee
doen". Heren van de Leidse Bond, zijn
wij daar niet bovenuit gegroeid?
Oegstgeest, 11 oktober 1961.
J. By, waarn. voorz. W.W.
Advertentie
Wen Uw kind aan een goede
aanslag en een mooie klank.
Een kostelijke piano hoeft beslist
niet kostbaar te zijn!
Bet of schrijf om onze foto-brochuro nr 60 A
Amsterdam - Arnhem Breda Rotterdam
Tien stellingen
„Een effectief en rechtvaardig hoger
onderwijs" is de titel van een rapport
dat is opgesteld naar aanleiding van
besprekingen van ae studiecommissie
van de Werkstudenten-Liga en dat deze
liga thans het licht heeft doen zien.
In dit rapport worden de hierna vol
gende tien stellingen toegelicht en het
daarin gestelde gemotiveerd.
1. Als staatsburger hebben we recht
op goed, dat is onder meer een recht
vaardig en efficient onderwijsstelsel.
2. Het hoger onderwijsstelsel is niet
rechtvaardig. Als de materiele voorzie
ningen niet zo zijn, dat iedere student
zich kan wijden aan studie en studen
tenleven, ongehinderd door financiële
factoren of te grote afhankelijkheid van
ouders of overheid.
3. Dat houdt in, dat iedereen die
toegelaten is tot de academische examens
een toelage dient te ontvangen waarvan
de grootte bedraagt: voor kandidandi,
en kandidaten beneden 21 jaar: dat deel
van de kosten van studie en levensonder
houd waarvoor de ouderlijke inkomsten
ontoereikend zyn en voor kandidaten
boven 21 jaar, en in bijzondere geval
len voor oudere kandidandi: de totale
kosten van studie en levensonderhoud.
Deze toelagen dienen belastingvrij te
zyn.
4. Deze toelagen dienen een beurs te
zyn, een renteloos voorschot, omdat een
eventuele schuld na de studie vooral de
aspirant-studenten uit de lagere nnlieus
afschrikt (angst voor schuld by misluk
king van studie).
5. Het hoger onderwijsstelsel is
efficiënt, als alleen zij. die de capaci
teiten en de ambitie hebben het hoger
onderwijs te volgen er aan deel ne
men. Wie dat zijn is slechts te oepa-
len door een systeem van positieve
selectie (selectie van by uitstek gescnik-
ten).
6. Positieve selectie gaat volgens ob
jectieve kriteria (examens, practicum
verslagen. enz) en subjectieve kriteria
(persoonlijke omstandigheden). Beide
soorten van kriteria worden in veel gro
tere mate dan rhans het geval is gele
verd door het stelsel van studiebegelei
ding, dat daarom onontbeerlijk is voor
positieve selectie.
7. Studiebegeleiding en positieve selec
tie werken een verhoogd studierende
ment in de hand. Het is maar tot op
zekere hoogte een beperking van de
studievrijheid.
8. Efficiëntie en rechtvaardigheid zijn
beide aspecten van een zaak: een goed
onderwijsstelsel. Studiebegeleiding, posi
tieve selectie en een toelagenstelsel zoals
dat geschetst is in 3-4 zijn onderling
samenhangende aspecten van een goed
hoger onderwijsstelsel. Het is niet moge
lijk deze aspecten los van elkaar te
denken.
9. Het VHMO heeft als voornaamste
taak: een voorbereiden op de maat
schappij, de hogere beroepsopleiding en
op de universiteit tegelijkertijd.
10. Goede voorlichting aan middelbare
scholieren en aan ouders van iagere
school-kinderen werkt een rechtvaardi
ger en effectiever selectie van het Ne
derlandse intellect in de hand dan thans
het geval is.
Universitaire voordrachten
mevr. Schwarz-Schocher
Aan de Stichting Leidsch Universi-
teits-Fonds is toestemming verleend
door de Kroon om gedurende het stu
diejaar 19611962 een reeks wetenscnap-
pelijke voordrachten (ex art. 138 WWO)
aan de Leidse Universiteit te doen hou
den door mevrouw dr. J. Schwarz-
Schocher, te Amsterdam, betrekking
hebbende >p de politieke en sociale ge
schiedenis van het Duitse taalgebied,
Universitaire benoemingen
Bij onderscheiden besluiten van Cu
ratoren der Leidse Universiteit zijn:
J. van den Assem, wetenschappelijk
ambtenaar le klasse in tijdelijke dienst
bij de experimentele zoölogie, voor het
tijdvak van 1 september 1961 tot 1 sep
tember 1962, wederom in deze functie
benoemd; mevr. R. W. Boesjes-Hommes,
wetenschappelijk ambtenaar in tijdelij
ke dienst bij de sociologie, voor het
tijdvak van 1 oktober 1961 tot 1 oktober
1962, wederom in deze functie benoemd;
D. Boschma, wetenschappelijk ambte
naar le klasse in tijdelijke dienst bij
de geologie, benoemd tot wetenschappe
lijk ambtenaar le klasse in vaste dienst;
mevr. mr. M. A. Kakebeeke-van der
Put, wetenschappelijk hoofdambtenaar
in vaste dienst bij de faculteit der
rechtsgeleerdheid, benoemd tot weten
schappelijk hoofdambtenaar A; mr.
D. W. Kok, wetenschappelijk ambtenaar
le klasse in tijdelijke dienst bij de bi
bliotheek, benoemd tot wetenschappe
lijk ambtenaar le klasse in vaste dienst;
mej. L. C. Levy, wetenschappelijk amb
tenaar le klasse in tijdelijke dienst
bij de kindergeneeskunde, voor het tijd
vak van 1 september 1961 tot 1 sep
tember 1962, wederom in deze functie
Advertentie.
JUNJI.IKSOB
benoemd; dr. W. G. Linscheer, weten
schappelijk hoofdambtenaar in tijdelij
ke dienst bij de inwendige geneeskun
de benoemd tot wetenschappelijk
hoofdambtenaar in vaste dienst; J.
Ponsen, wetenschappelyk ambtenaar in
tijdelijke dienst bij de Sterrewacht, voor
het tijdvak van 1 oktober 1961 tot 1
oktober 1962, wederom in deze functie
benoemd; dr. L. M. van Putten, we
tenschappelijk hoofdambtenaar in tij
delijke dienst bij de radiopathologie en
stralenbescherming, voor het tijdvak
van 1 april 1961 tot 1 april 1962, weder
om in deze functie benoemd; E. Rai-
mond, wetenschappelijk ambtenaar in
tijdelijke dienst by de Sterrewacht, voor
het tijdvak van 1 oktober 1961 tot 1
oktober 1962, wederom in deze functie
benoemd; J. H. R. Schoen, wetenschap
pelijk ambtenaar le klasse in tijdelijke
dienst bij de neuro-anatomie, voor het
tijdvak van 1 oktober 1961 tot 1 oktober
1962, wederom in deze functie benoemd;
A. H. C. van Senus, wetenschappelijk
ambtenaar le klasse in tijdelijke dienst
by de oogheelkunde, voor het tijdvak
van 1 oktober 1961 tot 1 oktober 1962,
wederom in deze functie benoemd; F.
Tichelman, assistent bij de faculteit der
letteren en wijsbegeerte, benoemd tot
wetenschappelyk ambtenaar in tijdelij
ke dienst bij de bibliotheek; .J Wiebes,
wetenschappelijk ambtenaar in tijde
lijke dienst bij de natuurkunde, voorliet
tijdvak van 1 september 1961 tot 1 sep
tember 1962, wederom in deze functie
benoemd; O. L. Wolthuis, assistent bij
de farmacologie, benoemd tot weten
schappelijk ambtenaar in tydelyke
dienst bij de farmacologie.
Jhr. D. G. de Graeff
opperkamerheer
Bij K.b. is met ingang van 9 okto
ber Hr. Ms. kamerheer in buitengewone
dienst en ceremoniemeester jhr. D. G.
de Graeff benoemd tot. opperkamerheer,
onder gelijktijdige eervolle ontheffing
van zijn functie als ceremoniemeester.
Advertentie
Zoekt U een
GOUDEN RING
voor een dame of heer,
d. WATER, Haarlemmerstr. 207
heeft het.
Ook in brillant ringen.
Ruime keuze in alle prijzen.
Leiden draagt f. 5.452 j
voor reclassering bij
De in Leiden gehouden inzameling ten
bate voor het nationale reclasserings-
werk heeft ruim f5.452 opgebracht, als
volgt gespecificeerd huis-aan-huiscoliec-
te f 4.286, straatcollecte f 956 en bedrlj-
venactie f 210. Deze laatste actie is nog
aan de gang.
Het zijn er enige tientallen, die on
langs gingen of binnenkort zullen gaan
naar Dakar, Ghana, Nigeria, Kame
roen en Nieuw-Guinea. Zonder twijfel
zullen binnen afzienbare tijd nog meer
namen worden gepubliceerd van men
sen met wie de Raad voor de Zending
in gesprek is of binnenkort een gesprek
zal openen.
Opgemerkt moet worden dat het
zwaartepunt van het nieuwe zendings
werk der Hervormde Kerk zal komen
te liggen in Kameroen. Wat dat gaat
betekenen zal wel duidelijk worden
wanneer de secretaris-generaal van de
Evangelische Kerk aldaar, de Afrikaan
ds. Kotto, aan het eind van deze maand
de Synode zal toespreken op haar ver
gadering in Woudschoten. In het geheel
van Franssprekend Afrika krijgt de
Kerk van Kameroen een grote verant
woordelijkheid, niet slechts omdat daar
een vrije theologische faculteit is ge
sticht waarvoor de Hervormde Kerk in
de toekomst wellicht ook een hoogle
raar beschikbaar zal stellen, maar voor
al ook omdat het in Kameroen te stich
ten literatuurcentrum, waaraan wy een
grote bijdrage willen gaan geven (twee
Europeanen en de salarissen voor hun
twee Afrikaanse medewerkers) christe
lijke lectuur zal gaan produceren, die
door geheel Franssprekend Afrika zal
worden verspreid.
Oecumenische dimensie
Deze nieuwe missionaire verantwoor
delijkheden, die de Hervormde Kerk
heeft aanvaard, dwingt de Raad voor
de Zending geregeld contact te onder
houden, niet slechts met jonge kerken,
die nieuw zijn voor ons zoals omgekeerd
wij nog volkomen onbekend zijn voor
hen. maar ook met zendingsinstanties
in Parijs en Bazel.
Er komt daardoor, veel sterker dan
tot nu toe, een meer oecumenische di
mensie in ons werk. Wy hopen dat dit
ons allen wederzijds zal bevruchten,
zodat er in ons uitgaan in de niet-
christeiyke wereld iets meer zichtbaar
wordt van de eenheid van de Kerk van
Christus in deze wereld.
Overigens mag hier wel worden neer
geschreven, dat dit het werken niet
slechts boeiender maar ook moeilijker
maakt. Tenslotte zijn we allen nog
slechts leerjongens op het gebied van
de oecumenische samenwerking in de
praktijk. Juist als het er om gaat sa
men te handelen blijkt telkens hoe wy
allen bewust of onbewust niet slechts
aan het Evangelie gebonden zyn, maar
ook aan allerlei tradities en overtuigin
gen, die dikwijls meer nationaal dan
door het Evangelie bepaald zyn. Het
zal er in Oegstgeest, in Bazel en in
Parijs in de komende jaren om gaan
dit laatste scherp onder ogen te zien en
dan ook moedig te doorbreken.
Uit deze mededelingen blijkt dat men
in „Oegstgeest' 'van mening is, dat de
Hervormde Kerk, nu geen zendingsar
beiders meer naar Indonesië kunnen
worden gezonden, toch meer zendings
kracht kan opbrengen dan in West-Afri-
ka kan worden aangewend.
Niet eeuwig mist
Hier raken we aan een uiterst moei
lijke zaak. Niet alleen zullen de Her
vormde gemeenten nu moeten gaan be
wijzen, dat zij inderdaad bereid zijn het
zendingswerk royaal te steunen, opdat
de geboden mogelijkheden kunnen wor
den verwerkelijkt. Belangrijker is dat
niemand weet hoe lang het nog zal du
ren, dat geen Nederlandse zendingsar
beiders naar Indonesië kunnen worden
gezonden.
Prof. Verkuyl in Djakarta drukte het
met Pinksteren in zijn toespraak voor
de radio aldus uit: „Niet eeuwig zal de
mist van wantrouwen en wrok hangen
tussen Nederland en Indonesië!". Wan
neer deze mist eens optrekt dan zullen
er ook Hervormde zendingsarbeiders
moeten zyn om zich ter beschikking te
stellen van de kerken in Indonesië.
Het zal voor ieder die even nadenkt
duidelijk zyn, dat het voor de leiding
der zending moeilijk is bij het opzetten
van nieuw werk ook steeds met deze
mogelijkheid te moeten rekenen. Toch
moet zij rekening houden met de moge
lijkheid mensen naar Indonesië te zen
den wanneer God geve spoedig
de dag komt waarop de politieke be
trekkingen tussen onze volken weer ge
normaliseerd zullen zyn.
Samenwerking
Nog één mededeling, die op de ge
noemde persconferentie werd verstrekt,
moet worden toegelicht. Twee jonge
zendingspredikanten van de Vrij Evan
gelische Gemeenten, ds. M. Vink en ds.
L. Flier, die tot voor kort werkzaam
waren in Indonesië, hebben zich op ver
zoek van de Raad voor de Zending be
schikbaar gesteld voor Nieuw-Guinea.
Zij zullen daar werken in opdracht van
en voor rekening van zowel de Vry
Evangelische zendingsraad als de Her
vormde Raad voor de Zending. Naast
Hervormde, Gereformeerde. Doopsgezin
de en Duitse zendingsarbeiders van de
Rijnse Zending komen nu ook Vry
Evangelische predikanten in Nieuw-
Guinea werken. Het is verheugend dat
al deze verschillende zendingsinstan
ties en ook het Nederlandsch Bijbelge
nootschap, dat sinds kort op Nieuw-
Guinea werkt, op deze wijze gedwongen
worden geregeld voeling met elkander
te houden en oecumenisch samen te
werken.
Tenslotte zal het er in de komende
tijd om gaan of onze Hervormde ge
meenten met dankbare vreugde zich
zullen plaatsen achter de Raad voor de
Zending en door hun gaven ai d it
nieuwe werk, dat ook voor het geestelijk
leven in onze eigen kerk veel kan gaan
betekenen, mogelijk zullen maken.
Gouden feest in de
Paul Krugerstraat
Het is op 18 oktober vijftig jaar gele
den. dat de heer J. C. Blom en mevr. S.
Blom-Regeer in het huwelijk traden.
Geen wonder dan ook dat de woonkomer
van het echtpaar met bloemen en slin
gers versierd is.
De gouden bruidegom is nu 79 jaar.
Sigarenmaker, expeditie-knecht, eier-
handelaar en fruithandelaar is hy ge
weest om in het onderhoud van zijn ge
zin te voorzien.
Tien jaar geleden werd hij ge pensio-
neerd. Dat wil niet zeggen, dat hij nu
stil zit en niets doet. Hij is een enthou
siast tapijtwever en houtbewerker. Zijn
74-jarige echtgenote is ook nog steeds
goed ter been. Haar grote hobby is de
huishouding. Ze is daar dan ook dag in
dag uit druk mee. Het gouden huwelijks
feest zal in de intieme familiekring ge
vierd worden. Van de twee zoons die het
echtpaar heeft, zal er maar een met zijn
vrouw en vier kinderen het feest in de
Paul Krugerstraat meemaken. De an
dere zoon woont nu alweer ruim twee
jaar in de Verenigde Staten.
Advertentie
SUN 11. I* SOB