Een model -
Biol. drs. W. de Rover: „IN REPTIELEN....
Joegoslavische gifslang VOOR vijf rijksdaalders
EEN TWEE-MINUIEN MYSTERIE UIT HET
ARCHIEF VAN INSPECTEUR S. HERLOK
MAIZE NA
DU RYE A
ONS MENU
ZATERDAG 7 OKTOBER
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 3
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand
ZEVEN VARIATIES
beauty
products
Parfumerie Suringar
WONDEREN DER NATUUR
VAN DE W EEK
Slangen, jonge krokodillen, hagedissen, salamanders, schildpadden,
kikkers en padden. Voor drs. W. de Rover vormen deze dieren zijn
dagelijks gezelschap. De reptielen en amfibieën krioelen bij zijn huis
in terraria, een grote kas en betonnen reservaten. Zelfs in de huis
kamer van deze jonge bioloog huizen enkele slangen en hagedissen.
Zij het opgeborgen in een terrarium. Voor een flitsend kruipende en
sissende slang of een log bewegende grote pad haalt drs. De Rover
zijn neus niet op. Rustig pakt hij ze. Hij gunt de slang een verken
ningstochtje over zijn colbertjasje en langs zijn nek. Met giftige slan
gen is hij wel wat voorzichtiger.
Bij zijn huis in het Gelderse dorp Putten heeft deze jonge bioloog
enkele duizenden reptielen en amfibieën. Voor hem zijn die dieren
handelswaar; daarom verblijven ze meestal nooit zo lang in het
doorgangshuis in Putten.
le het visitekaartje van drs. De
Rover in zijn handen krijgt,
leest daarop: „in-
leest daarop: „in- en export
in reptielen en amfibieëën". Voor rover
we hebben kunnen nagaan, is deze
jonge bioloog de enige man in ons
land, die dat op zijn visitekaartje heeft
staan. In enkele jaren tyds heeft de
heer De Rover een voor ons land
uniek bedrijf opgebouwd en is hy een
van de grootste reptielenhandelaren
van Europa geworden. Wat aanvanke
lijk als een liefhebberij is begonnen,
is uitgegroeid tot een handelsonderne
ming, die met 25 landen zaken doet.
En tot ieders geruststelling kan wor
den gezegd, dat het beslist geen ar
metierig zaakje is, deze ongewone han
del in de vreemdsoortigste dieren van
de wereld. Drs. de Rover vaart er
tamelijk wel bij en hij ziet geen kans
om op een andere manier meer te ver
dienen.
Toen deze bioloog nog in de korte
broek liep, ging hij er in de om
geving van het ouderlijk huis in
Wageningen al op uit om slangetjes
en hagedissen te vangen. Op achtja
rige leeftijd had hy al een terrarium,
dat hy met toewyding verzorgde.
Al tamelyk vroeg stond het by hem
vast dat hy biologie zou studeren. Ty-
dens zyn studiejaren aan de ryksuni-
versiteit van Utrecht maakte hy rei
zen naar Zuid-Frankryk, Italië en
Joego-Slavië, tydens welke hij op jacht
ging naar slangen en hagedissen, ter-
wyi andere mensen heerlyk aan een
strand lagen te zonnen, zat de heer De
Rover soms uren in de brandende zon
met een enorm geduld te wachten op
het ogenblik dat hagedissen of slan
gen hun schuilplaats zouden verla
ten. Aan het einde van zyn vakan
tie had hy dan meestal een behooi-
ïyke hoeveelheid dieren verzameld.
Thuisgekomen bleek hem dat hy ze
gemakkelyk kon verkopen. Toen dit
eenmaal duidelyk was, kwam hy met
grotere voorraden van zyn jacht in
de zuideiyke landen terug, Steeds ge
lukte het hem na afloop zaken te coen.
Geen leraar
oen de bioloog in 1957 in Utrecht
afstudeerde, stonden zijn toe
komstplannen vast. Een interna
tionale handel in reptielen en amfi
bieën zou hem kans bieden voor zyn
liefhebbery en hem tevens de noodza-
keiyke inkomsten bezorgen.
„De meeste biologen worden le
raar of wetenschappelyk medewerker
aan een of ander instituut. Voor my
was dat niks. Ik wilde een baan met
vryheid. Die heb ik nu, dat is me
alles waard", vertelt de bioloog, die
voldoende zakehjk inzicht heeft om zyn
handel levendig te houden. Toen hem
gebleken was, dat ons land geen han
delaar in reptielen en amfibieën heeft,
zorgde hy er wel voor dat zyn aan
biedingen gauw bekend werden. Die
rentuinen. wetenschappeiyke institu
ten, handelaren kregen zyn aanbie
dingen te horen. „Alleen geve en, voor
zover waarneembaar, gezonde dieren
worden afgezonden. Levende aankomst
wordt gegarandeerd, echter alleen wan
neer dood aangekomen dieren binnen
twee dagen na aankomst worden terug
gezonden", liet hy zyn relaties weten.
De bioloog nam contact op met
buitenlandse handelaren, die hem de
dieren moesten leveren. Dat was niet
altyd gemakkelyk. Want wie in cen
traal Afrika is in staat om reptielen
te leveren? Het kostte hem zestig gul
den porto om aan het adres van
een handelaar daar te komen. Eerst
bracht de bioloog zyn „handelswaar"
onder in en by het ouderlyk huis in
Slangen als speelkameraad en koopwaar.
„Heren, de beeldjes zyn onvervangbaar; het waren de pronkstukken uit
mijn collectieik hoop toch zó, dat U ze kunt achterhalen
Deze woorden sprak de conservatrice van het tot museum ingerichte
kasteel Udengha, mevrouw De Gloed van Koudewaay. Het kasteel was die
nacht bezocht door onverlaten, die een vyftal middeleeuwse beeldjes wisten
te ontvreemden.
„Hoe is de beveiliging van het kasteel?" informeerde inspecteur Herlok,
„heeft U een nachtwater in dienst?"
„Ik heb geen nachtwaker nodig," zei mevrouw De Gloed van Koudewaay,
„ik heb een feilloos werkende alarminstallatie laten aanbrengen; geen
'mens kan na het sluitingsuur ongemerkt het kasteel betredendat wil
zeggen, dat dichten wymyn huisknecht en ik. Maar heren, nu blykt,
dat er een onderaardse gang aanwezig is, die van het koetshuis naar de
grote zaal voert daardoor heeft men hier kunnen binnendringen. Wy
wisten niets van het bestaan van deze gang af
„U woont hier toch al lang genoeg om dat luik opgemerkt te kunnen
hebben", vond inspecteur Herlok. „Ik kocht het kasteel twaalf jaar ge
leden, met inboedel en al; het luik is nooit opgevallen, doordat een zware
kast ze bedekte jy hebt het toch ook niet gezien, hè Klaas?" Mevrouw
De Gloed van Koudewaay richtte zich tot de zwygzame huisknecht. „Nooit
gezien," zei Klaas, „en in het koetshuls óók niet
„Een vreemde geschiedenis", bromde inspecteur Herlok, „ik neem aan,
dat uw kunstschatten verzekerd zyn?"
„Ja, zeker, dat welinspecteur, alles is verzekerdmaar ik snap
niet wat de dief met deze unieke kunstwerken wil beginnen.hy moet
een maniak zyn
„Heeft U, of uw huisknecht ook iets gehoord vannacht; er zal toch wel
enig gerucht gemaakt moeten zyn, voordat de beeldjes meegenomen
waren
„Niets, inspecteur,.... werkeiyk niets gehoord; inderdaad heel vreemd,
want ik slaap erg licht.jy hoorde toch niets, hè Klaas?"
De man knikte ontkennend.
„Ik ben benieuwd of we nog sporen zullen vinden in de onderaardse
gang", mompelde Herlok, „maar veel hoop heb ik er niet op; het ïykt me
nuttiger, als we deze zwygzame Klaas eens meenemen naar het bureau; ik
heb zo'n stil vermoeden, dat we met hem op een beter spoor zullen
raken.wat jy, Har?"
Vraag: WAAROM MEENDE HERLOK DAT DE HUISKNECHT MEER
VAN DE DIEFSTAL AFWIST?
japfinjqaö pafqo
-s6uipi3iJB sjb 6ue6 ap ua uaqqojjaq sbm. [eisjaip ap
(iq Auieu iqaauqsinq ap pp 'uee raojcep uieu ^opan
juaop
uauunq noz [aajseq apBqiaAaq sooqiaj ;aq ui pueuiai
uaaqe uaa6;aq 'uapiOM. uaponi spBjdaaA snp jscq
azap peq 'uauado uauunq aj (}in uauuiq uba) ^inj jaq
niQ -paaM.aB sbm. uaopjojuuo 6oo }aq uee peq 3jbmz
uaa joop jaapeq jaq ui qinj pq pp 'qaajq iqaauq
-smq ua jajSUOO/AaqjaaiSBq uba ua6uiiB[qjaA ap iipi :piooMPY
Klein begonnen
k heb nu een paar duizend die
ren zitten in de bakken.
Dat zou je zo niet zeggen. Nu
zyn er 127 soorten. Iedere maand
stuur ik een voorraadlyst naar myn
relaties in Europa en Amerika. Die
handel geeft steeds meer werk. Ik
heb er al een mannetje by, want ik
kan het niet meer aan. En dan te
bedenken dat ik een paar jaar gele
den zonder één cent ben begonnen",
is het nuchtere relaas van de bioloog.
Hy voert zyn dieren aan uit 25
landen in Europa, Afrika, Azië en
Zuid-Amerika. Hij koopt de dieren
als deze nog zeer jong zyn. Want alles
gaat per luchtpost; voor volwassen
exemplaren zouden de tarieven veel
te hoog worden. Eerst waren zyn be
stellingen zeer bescheiden, maar na
een paar jaar komen er steeds grotere
zendingen op Schiphol aan. Uiteraard
moet er altyd een voorraad zijn, want
plotseling moet er soms geleverd wor
den. Zeer zeldzame exemplaren worden
pas na bestelling geleverd; by een
grote voorraad van deze dieren zou de
handel te riskant worden. Bepaalde
dieren zyn altijd in trek. Muur- en
smaragdhagedissen worden gemakke
lyk verkocht, leguaantjes ook. Maar
een proefzending uit Columbia is nu
nog in voorraad. Er blykt geen be
langstelling te bestaan.
Als drs. De Rover langs de reserva
ten loopt, schieten in een van de
reservaten honderden hagedissen schuw
uiteen. Pyisnel kruipen ze weg achter
een paar rotsblokjes. In een ander
reservaat ligt wat hooi, ogenschynlyk
is dit reservaat zonder bevolking. De
bioloog doet een duik in de betonnen
bak en komt met een vierstreepslang
te voorschyn. Het reptiel kronkelt in
zyn hand en kruipt langs het lichaam
van de bioloog. „Die slang komt uit
Joego-Slavië, kost f. 35,- Hy is on-
gevaariyk, voor gistige pas ik wel op,
die vis ik met een grote haak uit de
bak en stop ze in een stevige zak. De
giftige slangen lever ik allen op be
stelling, nu heb ik er maar éen in
voorraad. Gemiddeld zo één keer per
dag wordt ik gebeten, maar het kan
niet zo veel kwaad".
Kostbare exemplaren
ie thuis eens wat meer leven
in de brouwery wil brengen,
kan natuuriyk een paar reptie
len en amfibieën aanschaffen. De epi-
crates cenchris, een regenboogboa uit
Columbia, kost f. 75,-, de eryx johni,
een zandboa uit India f. 35,-.Wil men
een van zyn familieleden de giftige
hoornadder vipera amodytes uit Joego-
Slavië geven, dan hoeft men maar
f. 12.50 uit te tellen. Krokodilletjes
kan men kopen van twaalf tot vyftig
gulden, kikkers en padden heeft men
al voor een paar kwartjes, sommige
exemplaren kosten echter meer dan
tien gulden. Hagedissen zyn er van
enkele guldens af. Voor de kostbare
exemplaren moeten soms hoge beara-
gen worden neergeteld. Een kostbare
reuzensalamander staat byv. voor meer
dan driehonderd gulden genoteerd.
Soms komen er dieren ziek op Schip
hol aan. Met zyn grote biologische
kennis en ervaring lukt het de han
delaar dan meestal wel het dier kern
gezond te maken. Soms komen ei on
bekende exemplaren binnen, die zelfs
niet met behulp van buitenlandse lec
tuur kunnen worden thuisgebracht.
Pas nog moest de bioloog aan een
Duitse professor het een en ander vra
gen over een slang uit Nleuw-Guinea.
De wetenschappeiyke scholing is ove
rigens voor deze unieke handel on
misbaar. Allereerst omdat het vertrou
wen van de dierentuinen en weten
schappeiyke instituten hierdoor gemak
kelyk wordt gewonnen. Sommige han
delaren verraden hun gebrek aan ken
nis by voorbeeld alleen al door een
verkeerd gebruik van de Latynse na
men.
Export naar Duitsland
Niet minder dan veertig percent
van de reptielen en amfibieën
wordt naar Duitsland uitgevoerd.
Dit, terwyi er in Duitsland ook enige
handelaren in deze dieren wonen. Die
rentuinen in ons land, Artis, Biydorp,
Klant in Valkenburg, doen ook nu
en dan bestellingen. Verder gaan de
dieren naar Europese instituten en
naar Amerika. Ook particuliere terra
riumhouders nemen slangen en hage
dissen af.
De heer De Rover voelt zich thuis
in het wereldje van gevaariyk uit
ziende slangen, log schommelende
schilpadden, schuw wegschietende ha
gedissen, exotische salamanders, on-
aantrekkelyke padden. In verwarmde
terraria hulzen de tropische dieren,
soms beschenen door warme lampen.
De slangen kronkelen zich om een
tak, waaraan enkele velletjes hangen.
„Ze vervellen zo om de maand „tydens
hun groei". In de meest uiteenlopende
vormen vertonen de hagedissen zich.
zy kruipen over en langs elkaar en
doen soms een neftige uitval, als ze
het elkaar te lastig maken. Jonge kro
kodillen duiken in het water, alsof het
de Nyi of Missisippi is. Nu nog zien
de kaaimannen en alligators er on
schuldig uit, maar over een paar jaar
zullen de bezoekers van een dieren
tuin ervoor terugdeinzen. En de nu
nog jonge python zou dan zijn prooi
kunnen dooddrukken.
By de terraria zit in een hok een
Braziliaans neusbeertje, alsof het over
de reptielen en amfibieën de wacht
moet houden. Als zyn baas eraan
komt, springt het tegen het gaas op
en Iaat zich vertroetelen. „Dit beertje
is niet voor de handel, dat is onze huis
vriend". Het neusbeertje deelt die eer
met een mekkerend schaap, dat in het
zonnetje staat te grazen. Schaap en
beertje vormen het bewys dat de heer
De Rover niet alleen handelaar in,
maar ook vriend van dieren is.
Londen, oktober 1961.
Niets simpeler dan de simpele deux-pièces van dit seizoen: rechte, tweederde
blouse, vierbaanse rok van matige wydte. Niets leuker dan op dat gegeven varia
ties te maken in kleur of in garnering. En niets geeft meer voldoening dan het
resultaat wanneer uit een bykans standaardmodel een origineel tenue geworden
is. Wy hebben voor U een begin gemaakt met die variaties; als U ze alle bekeken
heeft, zult U er gemakkelijk nog veel meer kunnen bedenken. Ons standaard
model is de genoemde deux-pièces, waarvan de blouse een kraagloze, ronde hals
en driekwart mouwen heeft. Hy wordt gemaakt van vry dikke wollen stof en
gecompleteerd met een lange stoffen sjaal ((kleiner dan een stola) die om de
hals gedragen wordt.
Wageningen. Toen hy vorig jaar
trouwde, kocht hy een boerderij in
Putten, verbouwde deze tot landhuis
plaatste terraria en een kas en liet
betonnen reservaten bouwen.
Er worden soepele, leren of suède
handschoenen by gedragen, die tot
onder de mouwen reiken. De deux-
pièces is:
1) geraniumrood in het eerste geval
en een gitten collier en zwarte lereti
handschoenen zyn er de moderne ac
cessoires by. Voor een eveneens hoogst
modem effect kan het zwarte hals
snoer door een gitten broche, hoog op
de linkerschouder of boven de zoom
van de blouse, worden vervangen.
Zwarte byous en accessoires passen
vanzelfsprekend by elke kleur stof en
het pakje zoals het in de eerste versie
is, kan dan ook van elke willekeurige
kleur zyn, van wit, via café au lait
tot het zwartste nachtblauw. (Deze
eerste, geheel effen variatie is vooral
geschikt voor wie klein is.)
2) flesgroen en gegarneerd met
oranje en reebruine biezen van dezelf
de stof. Gecompleteeid met een groene
sjaal, die eenzelfde biesgarnering heeft
als zoom en mouwen van de blouse. De
handschoenen zijn by deze versie van
zwart of haneveerzwart leer. (Versie 2
is niet geschikt voor wie brede heupen
heeft of aan de kleine kant is.)
3) flesgroen en ysblauw, de eerste
kleur voor het pakje, de tweede voor
de brede, tussengezette baan op het
voorpand van de blouse. En beide kleu
ren voor de reversibele sjaal, die dus
Verkrijgbaar bij:
BREESTRAAT 108 - LEIDEN
TELEFOON 23401
De kameel het schip der woestyn wordt, zoals zyn
bynaam reeds zegt, in het midden-oosten als lastdier ge
bruikt. Het dier is volkomen aangepast aan het troosteloze
woestynlandschap met zyn verzengende hitte en oasen
met palmbomen. Kamelen kunnen geruime tyd zonder
voedsel leven. In hun twee bulten bewaren ze een maga-
zyn van reserve-voedsel, een vettige substantie. Wanneer
er teveel van zyn krachten gevraagd wordt of het voedsel
schaars is, leeft de kameel „op zyn bulten".
Men dacht vroeger, dat het dier ook water kon bewaren
in reservoirs, maar dit bleek niet zo te zyn. De kameel
kan het niet zo heel erg lang uithouden zonder drinken
hoogstens acht dagen. Het meeste water wordt tussen
de weefselcellen bewaard.
Een kameel draagt ook zyn eigen waterfilter mee in de
vorm van een rand van naar binnen gebogen borstels op
zyn rubberachtige lippen.
„Het schip der woestyn" kan gemiddeld 180 kg last
vervoeren, terwyi een kamelenkaravaan ongeveer 5 km
per uur aflegt.
deze zesde versie zwart. Een andere
kleurenmogeiykheid voor hetzelfde
model: donkere Schotse stof in blauw
en groen en een tikkeltje oranje ge
combineerd met effen oranje stof voor
de blousezoom; blauwe (leren) knopen
of geen. (Versie 6 flatteert alleen haar
die een betrekkelyk lange taille heeft
en niet te klein is.)
7) donkergroen en moesrood, het
groen voor de effen deux-pièces, het
rood voor de sjaal en de muts (ofwel
alleen de band daarvan). De blouse
heeft een langsgestikte diagonaalnaad
en het zakje of de split die daarin
verwerkt is bergt het ene uiteinde van
de sjaal en geeft plaats aan een groot,
modern, rond sieraad. De handschoe
nen by versie 7 zyn van zwart leer.
Een eveneens aantrekkelyke kleuren
combinatie vormen kerriekleur en
warmblauw. (Versie 7 is voor de mees
te figuren geschikt, alleen een korte
hals vindt geen baat by de om de hals
gedrapeerde wollen sjaal.)
J.V.
of met de groene of met de blauwe
kant boven kan worden gedrapeerd. De
accessoires zyn van zwart leer. Een
meer voyante en „moeilyker" kleuren
combinatie voor deze derde versie van
onze standaard-deux-pièces is: een
zwarte (of marineblauwe) blouse met
oranje tussenzetsel by een witte rok
alle delen van dezelfde stof! (Dit laat
ste geheel past alleen wie jong en
slank is en niet te klein, terwyl de
eerste, wat meer gedekte kleurencom
binatie elk figuur van ongeveer nor
male proportie past.)
4) peper en paprika peperbruine
stof voor blouse en sjaal, paprikarood
materiaal (van hetzelfde weefsel!)
voor de brede zoom van de blouse en
voor de rok. Als toegiftje een oaret
van de peperoruine stof. De suède
handschoenen zijn (ongeveer) de kleur
van de bruine stof. Andere kleuren-
mogeiykheden voor hetzelfde model:
lichtblauw en donkerder blauw, geel
groen en mosgroen, moesroze en moes-
rood. (Wie boven de taille een tikkeltje
zwaar is gebruike de donkerste kleur
voor de blouse, wie daarentegen brede
heupen heeft en van boven smal is,
gebruike de donkerste van de twee
tinten voor de rok.)
5) marineblauw en donkergroen
het blauw voor het pakje zelf en de
sjaal, het groen voor de brede bles die
de zoom van blouse, mouwen en rok
garneert. De sjaaluiteinden worden on
der een grove metalen ketting, al dan
niet met bengelende medaille, doorge
haald. De handschoenen zyn van
zwart of groenzwart leer. Een andere
geslaagde kleurencombinatie: antra
ciet en zwart. (Versie 5 is geschikt
voor elk figuur, mits het kleurcontrast
tot een minimum beperkt blyft; wie
daarentegen fel afstekende kleuren, als
wit en zwart of blauw en geel, com
bineert mag niet tot de kleinsten en
niet tot de breedsten behoren.)
6) zwart en wit geruit en gegar
neerd met effen zwart. De ruit is van
een dik of diklykend fantasieweefsel
dat al dan niet aan de mohairfamilie
geparenteerd is. De effen zwarte stof
is van aanverwant aspect. Als extra
garnering twee grote zwarte knopen.
Schoenen en handschoenen zyn by
maakt Uw groenten zo lekker.
Langzamerhand zien we alweer ech
te wintergroenten aan de markt ko
men! Witlof en spruitjes, ze behoren
zo by uitstek by winterse maa.tijden,
maar zullen nu natuurlijk nog prij
zig zyn. In gekookte vorm zal het wit
lof op het ogenblik voor de meeste
gezinnen dan ook nog niet in aan
merking komen maar rauw, dus tot
een slaatje verwerkt, waarvoor we met
150 gr lof per persoon kunnen volstaan,
kan het witlof nu toch al eens op tafel
worden gebracht.
Het lof wordt voor zo'n slaatje in
fyne ringetjes gesneden en aange
maakt met de gebruikelyke slasaus
of nog liever yoghurt of mayonaise
desgewenst onder toevoeging van een
fyn gehakt uitje. Wilt U iets heel by-
zonder geven maak dan eens een
oranje sla waarvan U het recept on
der het weekmenu vindt!
MAANDAG:
kruidenomelet, witlofsla, gebakken
aardappelen; wentelteefjes.
DINSDAG:
runderlapjes, postelein, aardappelen;
fruitsla.
WOENSDAG:
hachee, röde kool, aarappelpuree;
vanillevla met gebakken appeischy-
ven.
DONDERDAG:
gebakken bloemkool met kaasragoüt
en ryst; karnemelkpudding (witte
bonen in de week zetten).
gebakken bokking, tomatensaus of
speklappen, witte bonen, aardappe
len; rijst met krenten.
ZATERDAG:
witte bonensoep, stamppot bieten
met gebakken uien en spekblokjes.
oranjesla; lamscoteletten, aardappe
len, andyvie; chocoladevla met drui
ven of stukjes peer.
ORANJESLA
250 gr belegen kaas, 2 appelen, 2
sinaasappelen en eventueel 2 struikjes
witlof worden fyn gesneden en ver
mengd met citroensap en -rasp naar
smaak, met 3 eetlepels honing en zoveel
yoghurt tot een samenhangende mas
sa is verkregen.
KARNEMELKPUDDING
15 blaadjes geweekte en goed uitge
knepen gelatine (waarvan 2 rode)
worden met 200 gr suiker in 3/4 dl
heet water opgelost. Door 3/4 liter kar
nemelk wordt het sap van 2 citroenen
en de rasp van 1 citroen geroerd, de
opgeloste gelatine wordt erbij gedaan
en zodra de massa drillig gaat worden
wordt ze in een met water omgespoelde
puddingvorm overgebracht. Na het ke
ren kan de pudding met wat slagroom
worden gegarneerd. Er wordt een va
nillesaus by gegeven.