EENVOUDIGE JURKJES HONGAARSE SCHILDERKUNST UIT 19de EN 20ste EEUW ONS MENU ZATERDAG 30 SEPTEMBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 3 EEN TWEE-MINUTEN MYSTERIE UIT HET ARCHIEF VAN INSPECTEUR S. HERLOK WONDEREN DER NATUUR VAN DE WEEK Spiegeltje, spiegeltje aan de wand EN HUN TAILLE TENTOONSTELLING IN WENEN Opvallende overeenkomsten met Oostenrijkse kunst „JANS MODDERMANS, muziekpedagoge" stond op het deurbordje. „Hier is het. Har, eindelyk!" zuchtte inspecteur Herlok. Hü had met inspecteur Harjans een hele tyd moeten zoeken naar het adres waar vol gens een die avond ontvangen telefoontje een man zich door verdrinking van het leven had beroofd. „Komt U binnen, heren," zei de vrouw die open deed. „Juffrouw Moddermans, aangenaam." Ze veegde haar handen af aan haar jurk en stak ze toen ter begroeting uit aan de twee inspecteurs. ,,'k Heb alles maar zo gelaten, als ik het vond," zei ze „zal ik U even voorgaan?" Even later stonden ze op de tweede verdieping. „Dit is zijn kamer, gaat U maar naar binnen, heren, ik vind het zo èng!" en ze duwde een deur open. Achter een plastic gordijn, dat de badruimte afsloot van de slaapkamer, wachtte Herlok en Harjans het gruwelijke beeld van de heer Hannes Leisterbes, ex-levensverzekeringsagent, nu verdronken in zijn badwater; slechts de bleke voeten staken boven de rand uit. „Hij was de laatste tijd al erg neerslachtig," zei juffrouw Moddermans van achter het gordijn, „de zaken gingen niet zo goed, geloof ik „Wanneer deed U deze ontdekking?" vroeg inspecteur Herlok. „Vanavond na het eten" zei ze, „toen ik Hannes eh meneer Leisterbes z'n koffie bracht dat doe ik altyd na tafel, ziet U toen zat hij niet in de kamer; ik keek achter het gordijn en lieve help, wat schrok ik toen ik hem daar zag liggen „Heeft hij zijn avondmaal wèl gebruikt?" informeerde Herlok. „Ja, dat wel, hy heeft Alles opgegeten; ik had juist z'n lievelingsmaaltje klaargemaakt doppertjes met biefstuk en bitterkoekjespudding toe hoe is 't toch mogelijk. „Juist, jaeh vertelt U me eens, hoe laat diende U het eten op, juffrouw Moddermans?" „Dat zal rond zes uur geweest zijn, ja. en de koffie bracht ik om kwart voor zeven binnen, toen was hij al dood „De koffie staat er nog, zie ik" constateerde Herlok, „de rest van de tafel heeft U al afgeruimd?" „Eh.... ja, inderdaad, inspecteur, ik vind het vreselijk al die rommel; heb toen alles maar in afwachting van uw komst opgeruimd en afgewas sen." „Dan had U de koffie ook wel weg kunnen nemen, vindt U niet? Juffrouw Moddermans. ik heb een goede reden, om te twyfelen aan de juistheid van uw beweringen; Har, heb jy ook niet 't idee, dat de heer Hannes Leisterbes niet geheel vrijwillig kopje onder is gegaan, hmm? Vraag: WAAROM TWIJFELDE INSPECTEUR HERLOK AAN DE ZELFMOORD VAN DE HEER LEISTERBES? •peq u35fuojpJ3A peq jaq ui BUJBBp ua puaipa6ao4 psq jappiuidBBfs uaa ubui ap fiz jsp 'apjajsiapuo -J3A hjq :3?JJ03l 3ldo5l 3AlBH3Cï pininja6jB IB [ajBj ap }cp 'jooa jqdbpjaa ^ojjajq jaq uibm^ sbav 4 s[b uaqqaq 34 ua4B[a6 oz sa[[b" 'apjaamaq suBnuappojAj M.nojjjn( jaAvaopj *uaop [ez 410011 [a/A -(tja uaui 4ea\ sjai '6bi puiauajaoA 434 ubb pjooq 434 }aui pbq 434 ui ubui ap 4^p 'do jnajaadsui ap jaiA 4ajq :piooAquY in een vuurvaste schotel doen. Zoveel groentenat erop gieten dat de bodem er net mee bedekt is, dan 3/4 kg gare aardappelen (in plakken snijden) erop leggen en de bovenkant bedekken met plakken belegen kaas of een laag ge raspte kaas. In de oven een bruin korstje geven. Wanneer men geen oven heeft kan 200 gr belegen kas in dob belsteentjes worden gesneden en vlak voor het opdoen door de stoofpot wor den geroerd. RAVIOLI 200 gr bloem met iets zout en peper vermengen, 25 gr boter erdoor snij den, 1 losgeklopt ei erdoor roeren en er met wat water een soepel deeg van kneden. Het deeg in 2 porties verdelen en uitrollen tot mooie vierkante lap pen. 2\<i dl dikke tomatensaus mt 200 gr fijn gesneden ham vermengen, zo no dig op smaak afmaken en op regel- matige afstanden hiervan een hoopje op een van de deeglappen leggen. De andere deeglap met een boterkwastje met wat nat maken en met de natte zijde naar beneden op de andere lap met de hoopjes vulling leggen. Met een deegradertje of een vormpje om de hoopjes heen vierkantjes uitsteken. De zijkanten met een vork goed samen drukken en het deeg enkele uren laten drogen. Daarna in kokend water met wat zout in ongeveer 15 minuten gaar koken, laten uitlekken, op een schotel schikken en dik met geraspte kaas bestrooid, opdienen. KAAPSE WOLKEN 3/4 liter melk met een vanillestokje aan de kook brengen, 2 eiwitten styf- slaan, 1 lepel poedersuiker erdoor doen en er met 2 lepels bolletjes van vor men die in de kokende melk even op gekookt en er daarna met een schuim spaan uitgeschept worden. Door 30 gr maizena worden de 2 eierdooiers, die goed losgeklopt zijn, ge roerd waarna er scheutje voor scheutje wat van de kokende melk wordt bij gedaan tot de eierdooiers goed warm zijn. De rest van de melk wordt dan meegebonden, de vla na verwijdering van het vanillestokje in een vlaschaal gedaan en gegarneerd met de eiwit balletjes en wat jam. Langs de lage, zanderige kusten hebben wind en water een soort bouwonderneming opgericht met het doel heu vels te bouwen, die wij duinen noemen. Elke golf voert een beetje zand mee, dat op het strand door de wind wordt gedroogd en verstoven. De zandkorrels vallen neer achter elk voorwerp, dat ze tegenkomen en waar de wind zijn kracht verliest. Zo zien we dan ook hoopjes zand ontstaan achter schel pen, takjes of plukjes gras. Ook brengt de wind zaadjes mee, die in de luwte ontkiemen. Na verloop van tijd ont staan dan begroeide zandheuvels, de duinen. De planten, die hierop groeien (zoals helmgras) zyn voorzien van stevige wortels, zodat hierdoor de heuvel nog wordt versterkt. Toch is deze begroeiing meestal niet tegen de voortdurende geseling door wind, zand en regen opge wassen, zodat het zand verstuift naar de windvrije zijde van het duin. Dit proces van zandverstuiving herhaalt zich en dan spreken we van „wandelende duinen". Door kunstmatige aanplant tracht men deze verplaatsingen zoveel mogelijk tegen te gaan. Miklós Barabas: Meisjesportret(1845). Advertenitie Niet overal zyn mosselen gemakke lijk verkrijgbaar maar waar dat wel het geval is kan men ze dan ook op verschillende wijzen klaargemaakt ge nieten. Als men ze gekookt wil geven wor den ze goed schoon gewassen en nage keken of er geen „geopende", dus dode exemplaren bij zijn en met het aan hangende water en wat ui, thijm en peterselie onder af en toe omschudden gekookt tot alle schalen open zijn (plm. 15 min.) en dan met een mosterd- of kapper tjessaus opgediend. Maar ze kunnen daarna ook nog worden ge bakken. Ze worden daarvoor na het ko ken uit de schalen gewipt en door bloem gewenteld, waardoorheen wat zout en peper is gedaan. Ze worden in boter in de koekepan gebakken en smaken heerlijk met gekookte aardap pelen en bruine boter. MAANDAG: stoofschotel zomergroenten met kaas; broodomelette. DINSDAG: runderlapjes, andyvie, aardappelen; kaapse wolken. WOENSDAG: eierstruif met champignons, spina zie, aardappelpuree; haagse bluf. DONDERDAG: gebakken hamplakft^n, bloemkool, pommes frites; rijstebrij. VRIJDAG: gebakken mosselen of paling, lofsla, aardappelen, bruine boter of rook- woist, snijbonen met witte bonen, aardappelen, botersaus; gevulde si naasappelen. ZATERDAG: ravioli; fruit. ZONDAG: maiskolven met boter; kipragoüt, bleekselderij, aardappelen; meloen. STOOFSCHOTEL ZOMER GROENTEN MET KAAS 1/4 kg worteltjes schrappen en in plakjes snijden, 1/4 kg prinsessenbonen schoonmaken en in stukken verdelen, 2 struiken bleekselderij schoonmaken, in ringen snijden, alle groenten te zamen met een bodempje water met wat zout bijna gaar koken en daarna Het grote doek van Ferentsjzy Jo sef wordt door zijn broers verkocht" (omstreeks 1900) illustreert dit duide lijk. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Oostenrijkse en Hongaarse schil ders iets later wederkerig lid waren van de nieuwe Weense en Hongaarse kunstrichting die zich „sezession" noemde. Ondanks de steeds grotere politieke tegenstellingen gaat de kunst haar eigen weg en onderhoudt haar eigen relaties ook in Hongarije na 1918. Maar vanaf 1945 komt ook hierin een scheur. De moderne schilderkunst is op deze tentoonstelling slechts zwak vertegen woordigd, maar men verzekerde ons dat het huidige Hongarije een opval lend groot aantal jonge en begaafde schilders bezit, maar dat deze kunste naars „van nature" en op grond van hun karakter een zekere afkeer heb ben ten opzichte van het abstracte. Daarbij werd echter geen beroep ge daan op het socialistische realisme. In tegendeel: ook de jongere genera tie zou getypeerd zijn door een dichter lijke trek en wanneer men enkele doe ken van Domanowsky, Bernath en an deren nauwkeurig bekijkt, klopt deze karakteristiek inderdaad. Men ziet weliswaar een groep mijnwerkers uit gebeeld, een oude man en vrouw lak voor een voorbij rijdende locomotief of een landelijk echtpaar, maar deze mensen worden hier niet gebruikt om als het ware een lof lied te zingen op de sociale vooruitgang, op de arbeids moraal of op het einde van de kapi talistische onderdrukking, doch ever hen allen ligt een zweem van poëzie. Men ontkomt niet aan de indruk dat hier een keuze werd gedaan om juist op dit facet de aandacht te vesti gen, en al kan men zich als toeschou wer alleen tot deze keuze beperken, toch blijkt daaruit heel duidelijk dat de radicale politieke omwenteling schijnbaar niet in staat is geweest om alle diepere roerselen van de ziel te verstikken. Wanneer de officiële in stanties in Hongarye, die deze ten toonstelling hebben mogelijk gemaakt, ook deze mening zijn toegedaan, dan is dit eveneens een kleine stap In een andere hopelijk betere richting. Londen, september 1961. Er is zoveel overeenkomst tussen de Oostenrijkse en Hongaarse schilder kunst in de 19-de eeuw. dat de onder linge verwantschap dadelyk opvalt, af gezien van dit kleine verschil dat de Hongaarse schilders nog dichterlijker en nog grotere dromers blijken :e zijn dan hun vrienden in Oostenryk. Tijdens een rondleiding voor de bui tenlandse pers werd dan ook minder de aandacht gevestigd op de gebruike lijke sociologische achtergronden en wees men veel meer op de persoonlijke contacten, bijvoorbeeld tussen de Oos tenrijker Waldmuller en zijn Hongaar se leerling Zichy. Karoly Ferentsjzy: „Jozef wordt door zijn broeders verkocht" (1900). (Van onze Weense correspondent) Het is moeilijk te achterhalen waarom de regering in Boedapest er eigenlijk toe is gekomen om in Wenen een tentoonstelling van Hongaarse kunst uit de 19de en 20ste eeuw te organiseren. Misschien speelde hierbij de gedachte een rol dat de tijd alle wonden heelt en dat men veel beter de aandacht kan vestigen op het gemeenschappelijke dan op de vroegere rivaliteit. De geschiedenis van de Oostenrijks-Hongaarse monarchie is vol van politieke spanningen en tegenstellingen, die tot vervreemding en tenslotte tot een volslagen breuk hebben geleid, maar op geestelijk en vooral op artistiek terrein liepen de belangen parallel en waren de betrekkingen tussen de verschillende kunstenaars zeer hartelijk. Het is niet uitgesloten dat het huidige Hongarije ook nu weer via de kunst een zekere toenadering zoekt met een Westers land. De tentoonstelling In het Weense „Kunstlerhaus" is In ieder geval een kostbare documentatie, waarby men bovendien met een zekere verwonde ring en geruststelling constateert dat dit stuk Hongaarse kunstgeschiedenis zonder de gangbare politieke slagzin- Het is begrijpelijk dat hier een af zonderlijke plaats wordt ingenomen door Munkatijsy, die in de kunstge schiedenis het meest bekend is gewor den door zijn grote scenes uit het le ven van Christus. Maar van dit reli gieuze werk ziet men in Wenen geen spoor, wel echter een zeer fraai por tret van de oude Liszt. Het valt voornamelijk op dat er bij na geen verschil is tussen het Oosten rijkse en Hongaarse Biedermeier. Hoe goed moeten de mensen elkaar in die tijd hebben begrepen. Het meisjespor tret bijvoorbeeld van Barabas uit. het jaar 1845 kon even goed in Wenen zijn geschilderd. Maar ook later nog in de tyd van het impressionisme is de overeenkomst in de licht- en kleurbehandeling frap pant, alleen het landschap op de ach tergrond verschilt. Terwijl de Oosten rijkers bij voorkeur hun bergen idea liseren, dromen de Hongaren meer van het laagland met brede plassen en een aanduiding op een rivier. nen hier in het Westen wordt geïntro duceerd. Er is in de catalogus geen sprake van het „socialistische realis me", noch van klassenstrijd, en ook in de keuze van de thema's heeft men zich blijkbaar meer door artistieke en minder door politieke overwegingen laten leiden. De eenvoudige, daagse jurkjes van dit seizoen zyn ontegenzeggelijk comfor tabeler dan die uit de nauwe-rechte-rokken-tijd en die van de gesnoerde-taille- aera. Hun rok is ruim genoeg om alle nodige bewegingsvrijheid te geven, doch weer niet zó wyd dat hjj lastig wordt en zwabberdiensten verricht; de taille is soepel en ruim genoeg om maag en middel een vakantiegevoel te geven, doch ook weer niet zó ruim, dat de maagspieren en gordeltje ineens op nonactief kunnen worden gesteld. De rok, die ruim om de benen valt en het lijfje, dat idem doet waar het het middel betreft, zyn dus het thema waarop de mode dit seizoen allerhande variaties heeft gemaakt. En zoals het een goede regel betaamt, wordt ze bevestigd door uitzonderingen zoals de wyde, rechte rok (foto) en de streng gesnoerde taille boven een nauwe, rechte rok (figuur 4). Doch zelfs al staan ze op naam van Dior, die overblijfselen van voorgaande modes, zijn en blijven uitzonderingen. De vrouw, die met de mode meegaat, verandert van silhouet. De naaister, die de mode bakens verzet, verandert van techniek, ze knipt weer schuin, zet weer wigvormige banen in, stikt weer plooien dicht, ze werkt met schuine naden, diagonaal-gar neringen en soepeler stof (figuren 1, 2 en 3). Bij ue illustraties: Foto: Een Dior-nummer vol details van voorgaande modes en met zyn wijd om de heupen vallende rechte rok, zijn nauw aansluitende spencer en dito japonlijfje een uitzondering op de nieuwe regel. Japon en jasje zijn van rood en zwart gechineerde wol (Rodier), kraag, manchetten en hoed zijn van zwart- bont. 1. Volgens de nieuwe regel: een mouwloos lijfje met driehoekige taille naad en slechts een schijn van taille boven de schuingenomen, lichtklok- kende rok. Het geheel is van beige wollen crêpe en behoort tot de com fortabele jurkjes van dit seizoen. Het stamt uit de collectie van Nina Ricci. 2. Lange mouwen iets spiksplin ternieuw! en een ronde hals zon der meer, een amper getailleerd ja- ponlijfje dat eindigt in een ruim slok kende, schuingenomen rok via twee diagonaal geplaatste en langsgestikte naden. Een creatie van Maggy Rouff, uitgevoerd in hardgroene wollen stof. 3. De diagonaalnaad om en nabij de taille is deze winger geen unicum. Hij heeft zyn functie in het silhouet, dient als garnerend detail en, althans in een grijze wollen japon van Nina Ricci, ook nog als bergplaaats voor een zakdoekje. 4. Nog een uitzondering, deze voor de liefhebsters van gesnoerde taille (met ceintuur), ronde heupen en nau we rok; in combinatie hiermee biedt Dior in deze grijze tweed japon nog een ondiepe maar zeer brede halsopening, aangeknipte driekwart mouwen en doorgestikte naden ter garnering.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 19