TUNES1E en LIBIË -
aparte charmes voor
landen met
de toerist
F.N.Z.-pIeidooi voor
meer concentratie in
de zuivelindustrie
Infiltratie is
totaal mislukt
tyfUxlwM, wutv UJIclóaZiMjzj XoJluyovsA/iMk'
n.v.HET mOtOrhuis
Een overnachting in de ivoestijn
Opgericht 1 maart 1860
Donderdag 28 september 1961
Zevende blad no. 3036<*
Ongeveer tweeduizend leden van de
Kon. Ned. Zuivelbond F.N.Z. zijn giste
ren in Middelburg bijeen geweest voor de
algemene jaarvergadering, welke werd
gepresideerd door de voorzitter, de heer
G. H. E. M. van Waes, die in zijn ope
ningstoespraak pleitte voor concentratie
op het gebied van melkverwerking en bij
de afzet van de produkten. Vele be
staande spanningen, die het gevolg zijn
van de thans niet gecoördineerde be
drijfsbelangen zullen dan verdwijnen,
merkte hij op, al waarschuwde hij tevens
dat een en ander niet mag leiden tot
„star formalisme of dodelijke uniformi
teit".
In de vergadering hielden voorts drie
specialisten van het F.N.Z.-secretariaat
een korte beschouwing op hun eigen ter
rein. De algemeen secretaris, dr. E. van
de Wiel, vatte daarna de uiteenzetting
samen. De inleidingen werden gegeven
onder de verzameltitel :„boer, fabriek en
wereld".
Drs. H. Schelhaas wierp een blik op de
markt, drs. A. J. M. Oomen besprak pro
blemen in de Euromarkt en drs. U. Het-
tinga gaf bestuurders en directies van
coöperatieve zuivelfabrieken adviezen
over de wijze, waarop zij hun taak onder
elkaar en met anderen kunnen verdelen.
Bach nieuwe voorzitter
Westberlijns parlement
De sociaal-democratische fractie in
het Westberlynse parlement heeft gis
teren besloten, de 61-jarige sociaal-de
mocratische afgevaardigde Otto Bach te
benoemen als voorzitter van het parle
ment. Bach volgt Willy Henneberg op,
die vorige week zondag overleed. De so
ciaal-democraten bezitten een meerder
heid in de Westberlijnse volksvertegen
woordiging.
Bach werd in 1899 in Stuttgart ge
boren. Hy beweegt zich al ruim veertig
iaar op politiek terrein, waarbij hij
ilijk heeft gegeven vooral voor econo
mische en sociale vraagstukken belang
stelling te hebben.
Over het optreden tegen de Indone
sische infiltranten nabij Sorong heeft
het gouvernement van Ned. Nieuw
Guinea het volgende communiqué ver
strekt:
„De ter bestrijding van de infiltranten
ondernomen acties, waarbij van de aan
vang af door eenheden van het garni
zoen te Sorong en door de politie ge
combineerd is opgetreden, hebben tot
dusver zeer bevredigende resultaten op
geleverd. Bij deze acties is een grote
hoeveelheid wapens en munitie, uitrus
tingstukken en ander materiaal buit
gemaakt, die de infiltranten nodig had
den voor de uitvoering van hun op
dracht. Het doel der infiltratie, namelijk
het in opstand brengen van de bevol
king tegen het Nederlandse gezag, als
mede het steunen van die opstand en
het plegen van sabotage, kan als vol
komen mislukt worden beschouwd, mede
dank zy de houding en de medewerking
van de plaatselijke bevolking.
De opsporingsacties door de geïnte
greerde eenheden van de strijdkrachten
en de politie, ingezet tegen een klein
aantal nog voortvluchtige infiltranten,
worden met kracht voortgezet."
Richard Nixon in 1964 geen
kandidaat presidentschap
Ex-vice-president Richard Nixon, die
als Republikeins kandidaat bij de pre
sidentsverkiezingen in november van
het vorig jaar werd verslagen door Ken
nedy, heeft gisteravond op een perscon
ferentie in Los Angeles medegedeeld, dat
hy zich in 1964 niet kandidaat zal la
ten stellen voor de presidentsverkiezin
gen, maar wel het volgend jaar zal din
gen naar de post van gouverneur van
Californië. Hij noemde de huidige gou
verneur van Californië, de Democraat
Edmund Brown, ,een beminnelijk mens,
maar een prutser", die niet in staat is
„zijn vuile boel op te ruimen, waarvoor
hij minstens gedeeltelijk verantwoorde
lijk is".
ook leverbaar
met
vier deuren
en 1700 motor
Volmaakt rijgenot In'n wagen zonderopsmuk
maar verzorgd tot in het kleinste detail met
tal van accessoires als standaarduitvoering.
Een practische en duurzame automobiel met
onbelemmerd uitzicht en asymmetrisch opge
stelde ruitenwissers.
STATIONSWEG 1 EN 2 - LEIDEN
TELEFOON 01710-24741
Voor extra rijgenot kunt U een Rekord met
Olymat automatische koppeling of Opel
vouwdak kiezen. Ook leverbaar met een 1.7
liter motor. Neem de proef op de som en
maak een proefrit!
w'
Door het open land
Zoals men in Nieuw-Guinea niet het
bos, maar „de bush" ingaat, zo gaat men
in Libië niet de woestijn maar de „de
sert" in. Nu is het begrip woestijn rek
baar. Wat men „desert" noemt in de om
geving van de stad is in feite een steppe;
voor de echte woestijn moet men ver
der gaan en dat doen wij dan ook. Langs
de kust rijden wij oostwaarts naar Mi-
surata. De weg gaat afwisselend door
droge kale stukken en door oases, langs
vervallen Italiaanse kazernes en door
kleine dorpen of steden, waarvan som
mige nog door muren omgeven worden.
Wij zien stukken land waar men met
herbebossing bezig is en de uitgestrekte
olijfgaarden die tijdens de Italiaanse
kolonisatie zijn aangeplant. Nu eens
staan er bloeiende Acacia's („Mimosa")
langs de weg, dan weer zijn het Eucalyp
tus-bomen of de bermen zijn geheel
kaal. Vlak voor Misurata liggen aan de
kust enorme sikkelduinen. Het lijkt als
of men op sommige binnenduinen grote
netten heeft uitgespreid en dus gaan
wij eens kijken. Het blijkt dat men rijen
en dwarsrijen (nu verdord) gras heeft
geplant om verdere verstuiving tegen te
gaan en om daarmee de mogelijkheid
voor verdere begroeiing te scheppen. Dat
heeft wel enig succes, want een aantal
planten heeft er zich al gevestigd. Een
eenzame herder met een kleine kudde
scnapen en geiten trekt langs de voet
van de duinen, waar nog wel wat eet
baars voor zijn dieren te vinden is.
Dan komen wij in Misurata, een (in
vergelijking tot Tripoli) stille provincie
stad. De Italianen hebben hier, zoals op
enkele andere plaatsen, een hotel ge
bouwd. Veel bezoekers komen er niet, het
hotel lijkt dan ook uitgestorven en het
maakt beslist een sombere indruk. Mi
surata is de stad van de grote weverijen
en onze eerste gang is naar de soek,
wat voor moois hier te koop is. Het kost
enige moeite om de weg te vinden, want
er is niemand die Engels spreekt. De
twee politieagenten die op straat surveil
leren verstaan ons niet, zelfs als wij het
proberen met enkele woorden die wij
voor Italiaans houden. Zelf vinden wij
de markt met langs de rand winkeltjes
en talrijke kooplieden die hun waren op
het plein hebben uitgestald. Het is een
kleurrijk geheel. Men vindt er uitstal
lingen van matten, van manden, van ge
vlochten schalen, stapels wol, geitehui
den (om als waterzak te gebruiken),
ijzerwaren en zelfs oude Engelse mili
taire woestijnkleding. Een enkele man
zit op de grond met tien uien voor zich
uitgestald, alles wat hij te verkopen
heeft. De eigenlijke groenten- en vruch-
tenmarkt is een overdekte hal. Kisten
met sinaasappels, geïmporteerde appels,
wortelen, bloemkolen en trossen bana
nen worden ons aangeprezen. De con
currentie is groot en naarmate wij ver
der in de hal komen, zakt de prijs van
stalletje tot stalletje. Aan de ingang
vraagt men tien piasters (ongeveer een
gulden) voor een kilo sinaasappels, maar
als wij doorlopen kunnen wij ze voor
negen piasters krijgen en zo eindigen wij
op zes piasters. Bij een kruidenier ko
pen wij rijst, niet in een zak maar in
een dichtgevouwen papier waar al spoe
dig alles uitloopt in de tas. De man ver
koopt ook brood; het ziet er lekker uit,
maar wat men op een afstand voor
krenten zou houden, blijken vliegen te
zijn. Dit brood eten wij dan ook alleen
nadat wij het in de vlam van ons buta-
gasstel hebben schoon geschroeid. Na
veel moeite vinden wij de tapijthande
laars met de mooie zwartwitte Misura-
takleden. Aan de rand van de pleinen
en langs de straten zijn talrijke café's,
daarvoor zitten de Arabieren hun
glaasjes koffie of thee te drinken, ter
wijl de radio zeer luid Arabische muziek
ten gehore brengt; muziek die wij niet
kunnen begrepen en die ons te luid
en te eentonig is. Het lokt ons weinig
aan om in het sombere hotel te gaan
eten en wij zoeken naar een gezellig
restaurant, waar wij kouskous kunnen
krijgen. Dit is een typisch Noord-Afri
kaans gerecht, gemaakt van griesmeel
dat gestoomd en met wat vet vermengd
wordt; er gaan stukjes vlees door en er
worden pittige dingen bij geserveerd. Wy
hebben het in Tripoli al eens gegeten
en een herhaling van zo'n maal lijkt ons
wel geslaagd. Wat wij aan restaurants
zien lokt ons niet erg en zelf heb ik in
dergelijke landen altijd een zekere angst
voor eethuizen, waar veel vliegen zijn.
Wij gaan dus maar weer te rade bij de
twee politieagenten, die aan hun zoveel
ste ronde over het marktplein bezig zijn.
De conversatie lijkt weer niet en twee
andere Arabieren komen zich met het
geval bemoeien. Het dringt tot hen door
dat wij eten willen en dan zet zich on
der belangstelling van het publiek een
kleine optocht in beweging en zo worden
wij afgeleverd voor ons eigen hotel en
daar nemen wij dan maar genoegen
met een Italiaans menu.
De volgende ochtend rijden wy by
zonsopgang Misurata uit over de weg,
die langs de westehjke oever van de Gro
te Syrte (een brede inham in de noord
kust van Libië) naar het zuiden voert.
Er hangt een dichte nevel en dit keer
in het echte mist en niet een stofstorm
zo dicht dat wy zelfs onze grote lichten
moeten aandoen. Uiteindeiyk wint de
zon het van de nevel en in stralende
zonneschyn ryden wij verder door
zachtgolvend terrein. Ook hier is regen
gevallen, want er staat van alles in
bloei.
Aan de zuidelyke oever van de Syrte
bereikt de woestijn de kust, maar dat is
ons niet genoeg. Wij slaan naar het zui
den af in de richting van Hon. De as
faltweg loopt door een wyde vlakte,
waarop kleine, doornige struikjes wijd
verspreid staan. Op een heuvel rechts
van de weg ligt Gheddahia, als zovele
van de geisoleerd liggende plaatsen door
hoge muren omgeven. In het verleden
is er veel onrust in Libië geweest en
het is geen wonder dat men zich door
Oase van Bu N'Gem iri de woes
tijn ten zuiden van de Grote Syrte.
het ommuren van dorpen en steden te
gen overvallen beschermde.
Kaler en kaler wordt het landschap
en men kan zien dat het hier niet ge
regend heeft, want van een overvloed
van bloeiende planten is hier geen
sprake; slechts enkele van de doornige
struikjes vertonen iets van bloei. De
grond naast de weg is hard, over grote
st'-,'ken bedekt met een harde kalkplaat
en bezaaid met splinters steen en wat
grotere keien. Hier en daar stoppen wy
om eens rond te kyken. In de warmte
van de zon zyn de hagedissen actief ge
worden. Een hagedis, die in vorm gelijkt
op de soorten van ons land, draaft over
de vlakte van struikje naar struikje
om dan plotseling in een hol te verdwy-
nen. Slechts met een georganiseerde
drijfjacht lukt het om er enkele te van
gen. Met een deken uit de auto wordt
een vluchtweg afgedamd en daar wordt
het dier naar toegedreven en zo krygen
wy ze te pakken. Als de dieren stil
waren blyven zitten zou je ze nauwe
lijks zien. De rug vertoont een netwerk
van oranje-gele banden, de kleur van
het zand waarop zij leven; daartussen
grijswitte vlekken als de steensplinters
die op de bodem liggen. Aan vingers en
tenen steekt een ry schubjes uit, waar
door het draagvlak vergroot en het lopen
over het zand vergemakkelykt wordt.
Naast een grote kei zit een plompe
Agame zich te koesteren in de zon; de
rug grijsachtig als de steen, de dwars-
banden op de rug oranje-geel als het
zand. Hy is maar weinig actief en ik
kan hem zonder moeite beetpakken; dan
wordt de emotie hem toch te machtig
en de keel die eerst grys was, kleurt
zich fel blauw.
Zo trekken wy verder naar het zuiden
langs Bu N'Gem, een kleine oase. Daar
ziet men dat sommige oases het wel
moeilyk hebben in de stryd tegen het
zand. Tussen de dadelpalmen liggen ho
ge zandheuvels en sommige palmen
staan tot halverhoogte in het zand. Het
dorp bestaat uit eenvoudige, vierkante
huizen van gestapelde steenblokken. Be
halve een deur, is er aan de buiten
kant geen opening te zien; ramen heeft
men aan de zijde van de binnenplaats,
waar men tegen stuivend zand, tegen de
zon en tegen inkijken beschermd is. Zo'n
dorp van vierkante stapels steen maakt
geen opwekkende indruk, maar het is
hier wel de meest praktische bouwwijze.
Op een heuvel staat een kleine vesting,
waarvan men nu het land rustig is, een
gedeelte van de muur heeft gesloopt. En
kele vrouwen dragen water van de put
naar huis, of sprokkelen de houtige,
struikjes om ze als brandstof te gebrui
ken.
Geleidelyk verandert het landschap.
Ver in het oosten en in het westen ryzen
Kabaja, de kampkok van dr. Bar,
demonstreert dat een schorpioen
hem niet steekt omdat hij naar zijn
zeggen een „heilig man" is.
de steile randen van een hoogvlakte op.
In het westen liggen daarvoor hoge
zandduinen opgestapeld. Dorpen komen
wy niet meer tegen en zelfs geen noma
den; voor de kuddes is in deze droogte
niets te halen. Op de weg is nog vry veel
verkeer. Verderop wordt aan de weg ge
werkt, die uiteindelyk tot Sebha in de
Fezzan moet gaan (725 km van Misu
rata). Voor de wegenbouw ryden vracht
wagens met materiaal en tankwagens
met teer zuidwaarts. Telkens als er een
langs komt op plaatsen waar wy stil
staan om te verzamelen, geeft de chauf
feur tydig signaal. Mochten wy hulp
nodig hebben dan kunnen we een teken
geven om te stoppen. Gelukkig is een
armzwaai voldoende om te laten zien dat
alles in orde is. Een tankwagen heeft
een aanrijding gehad; de weg is met een
mengsel van teer en zand bedekt en de
wagen zelf heeft men een meter of
twintig verder op de vlakte geparkeerd.
Een eenzame Arabier zit in de schaduw
van de wagen en houdt de wacht. Waar
voor is ons niet duidelyk, want het lykt
ons vrij onwaarschynlijk dat iemand
in deze verlatenheid een defecte tank
wagen zal komen stelen. Byna twee
honderd kilometer ryden wy naar het
zuiden en dan is de weg geblokkeerd met
een ry olievaten. Een Arabische bewa
ker beduidt ons dat wy niet verder mo
gen, waarom begrypen wy niet, want
de geasfalteerde weg strekt zich nog ki
lometers ver uit en de vrachtwagens
rijden er wel op. Willen wij naar Hon
gaan, dan moeten wij twintig kilometer
omryden over een track; er staat zelfs
een geïmproviseerde wegwyzer. De weg-
omlegging biykt wel by zonder slecnt te
zyn. Het kost moeite om zo te ryden dat
de onderkant van de auto niet op een
of andere uitstekende richel of op een
grote kei stoot. Enigszins benauwend is
het, dat Hon in zuidelyke richting ligt,
terwyl het pad pal naar het westen
loopt. Zouden wij op de wegomlegging
pech krijgen, dan kan het dagen duren
voor men ons vindt. Langs deze omleg
ging moet eens in de week de bus komen
die van Sebha naar Tripoli rijdt, maar
wij weten niet of deze vandaag langs
komt of over een week. Zes kilometer
hobbelen wy voort en dan geven wy het
op. Autosporen gaan in allerlei richtin
gen en welk wy zouden moeten volgen is
niet uit te maken. In een kom tussen
heuvels stoppen wy. Het is er ongelofe
lijk warm, zo warm dat zelfs de hage
dissen zich in hun holen hebben terug
getrokken. Dat zy er zyn, bewijzen de
sporen, die wy tientallen meters kun
nen volgen, maar dan heeft het dier
over een harde kalkplaat gelopen en
daar raken wij het spoor byster. Al we
ten wy dat er op zes kilometer een
Arabier zit en dat daar nog een vry
druk verkeer is, hier voel je de volkomen
verlatenheid en eenzaamheid. Als je in
deze hitte en droogte meemaakt hoe de
behoefte aan drinkwater stijgt, begryp
je waarom dromedarissen, die dagen in
zo'n omgeving kunnen verblijven zonder
water zo uitzonderlyk superieur op je
neerkyken. Na wat rondgeneusd te heb
ben rijden wy naar de asfaltweg en
naar de kust terug. Haast hebben wij
niet, want men weet in Tripoli dat wy
een paar dagen weg zullen blijven. Zo
hebben wij volop gelegenheid om van
afstand tot afstand te stoppen, rond te
kyken, stenen om te draaien en wat te
verzamelen. Het is wel heel merkwaar
dig om te zien hoe er in dit droge, dorre
land toch van alles leeft. Onder stenen
vinden wy vrij veel schorpioenen, die
met het achterlijf over de rug gekromd
en de stekel dreigend naar voren gericht
trachten te ontsnappen. Het is wel niet
sportief, maar met een lang pincet pak
ken wij ze beet en laten ze in een
buis glyden. Ook zitten hier weer gekko's
onder de keien; zy verkiezen blykbaar
het nachtleven en houden zich overdag
schuil.
Looneisen in Engeland
Ondanks de in Juli Jl. door de rege
ring afgekondigde loonstop hebben de
vakbondsleiders van de ca. 3 miljoen
arbeiders van de Engelse constructie- en
machinebouwindustrie en de scheeps
bouw loon- en werktydeisen ingediend,
die voor deze bedryfstak een kosten -
styging van 350 miljoen pond sterling
per jaar oetekent. De geëiste loonsverho
ging zal by inwilliging de industrie
150 miljoen pond per jaar kosten. Voorts
wordt een verhoging van de lonen van
de vrouwelyke werknemern geëist, wear-
van de kosten 50 miljoen pond ster
ling per jaar bedragen. De werkweek
wensen de bonden te zien gebracht van
42 op 40 uur. De hieraan verbonden
kosten worden geschat op 150 miljoen
pond sterling per jaar. Een vakbondslei
der noemde de loonstop onbeschaamd
en ongerechtvaardigd.
By Bu N'Gem willen wy tanken, want
er is zowaar een benzinepomp. Veel
helpt dat ons niet, want de man die hem
moet bedienen is er niet. Zyn buren
vinden het gezicht van een gewone per
sonenauto in de woestyn zo vreemd, dat
zy voorzichtig op een afstand blyven
kyken. Ernstig is het niet; met de voor
raad in de tank en de extra jerry-can
die wy hebben meegenomen moeten wy
de volgende pomp kunnen halen en wy
ryden dus door. Aan de kant van de
weg koken wij op een butagasstel ons
maal. Bekyks hebben wy wel; een lange
colonne vrachtwagens en jeeps van het
Amerikaanse leger (dat evenals het En
gelse leger eenheden in Libië heeft ge-
stationneerd) trekt de woestyn in voor
een nachtelijke oefenrit.
Een tocht in de woestyn is niet volle
dig zonder er overnacht te hebben, wy
rijden van de weg af een eindje de
vlakte op. Daar staan wij rustig en
mochten er in het donker nog vrachtwa
gens langs komen, dan vallen wy niet
op; zy behoeven dan niet te stoppen om
te kyken of er hulp nodig is. Het felle
rode en paarse stralen verdwynt de zon
achter de westelyke heuvels. In de sche
mering komt een fennek, een kleine
woestynvos met uitzonderlijk grote oren,
tot dicht by de auto. Met de staart
recht omhoog draait hy op een afstand
heen en weer. Vertrouwen doet hij het
niet en plotseling is hij weer verdwenen.
Het wordt donker en stil om ons heen.
Wy bereiden ons voor op de nacht, dat
wil zeggen dat wy alles aantrekken wat
wy aan extra kleren by ons hebben,
want het wordt koud en er waait een
frisse wind. Toch blykt het dat wij niet
de enige mensen in deze omgeving zijn.
Heel uit de verte, van de zyde van de
heuvels, dringt het geblaf van een hond
tot ons door; blykbaar huist daar toch
nog een nomade. Een paar uurlater ver-
schynt de maan boven de heuvels en
verlicht schemerachtig de woestijn. Zo
nu en dan kyken wy eens met een zak
lantaarn of er zich niet een of ander
dier vertoont. Wy hopen springmuizen
te zien, die op hun lange achterpoten
als kangoeroes voorthuppelen, maar te
vergeefs. Niets vertoont zich. De stilte
wordt midden in de nacht nog even ver
stoord door een paar vrachtwagens die
naar het noorden ryden, maar dan is
het ook weer stil tot de zon opgaat.
Langzaam wordt het lichter, de kleine
struikjes op de vlakte tekenen zich meer
en meer af. De lucht boven de oostelyke
heuvels wordt zacht roze en dan komt
de zon er stralend boven uit. Op de
plaats waar wy staan is een kleine in
zinking in het terrein en daar is het iets
vochtiger. Tussen enkele pollen hoog gras
staan wat struiken van een witbloeien
de brem en in de verte een paar aca
cia's met afgeplatte kroon. Met het op
gaan van de zon wordt de stilte ver
broken. wy horen geluiden van vogels,
maar te zien krygen wy ze niet. Een
haas huppelt voorbij en overal in het
zand zien wij sporen. Sommige moeten
wel van springmuizen zyn, telkens twee
kleine indrukken naast elkaar. Er zijn
ook andere sporen, heel fyne, die by een
holletje eindigen. Vol yver beginnen wij
te graven, maar gemakkelyk is dat niet;
de dieren graven hier hun holen tussen
de wortelstelsels van de bremstruiken.
Het enige wat wy vinden is een dikke
kever, wy zetten hem op het zand en
als hij gaat lopen, blijkt hy de maker
van de vele fijne sporen te zyn. Een
soort grote, zwarte kever, dat hier tal-
ryk is, past struisvogelpolitiek toe. Wil
Je er een pakken, dan holt hij naar de
dichtstbyzynde steen en steekt daar zijn
kop onder, terwyl zyn lichaam duidelijk
zichtbaar blyft. Zet je hem op het zand,
dan blyft hy enkele tellen doodstil zit
ten, maakt dan enkele passen opzy,
om daarna recht vooruit weg te draven.
Het Amerikaanse leger keert terug
van zyn nachteiyke rit en de wagens
van wegenbouw gaan weer rijden. Ook
wy gaan op weg, voldaan over deze ken
nismaking met de woestijn; het is een
ervaring die wy niet hadden willen mis
sen en het was een genot om zovele voor
ons nog onbekende dieren en planten te
zien. Dat er in deze woestenfj in het
grys verleden mensen leefden, bewyst
een vuurstenen krabber, die ik 21 km ten
zuiden van Gheddahia opraapte.
Verfrissend is het om weer aan de
kust terug tekomen, waar het groen is
en waar zoveel in volle bloei staat. De
eerste keer dat je de bloeiende steppe
ziet ben je overweldigd door de veelheid
van bloemen en haar kleurenrykdom.
Als je uit de woestyn komt is het nog
veel mooier. Langs de weg naar Misurata
staan reuzen bremrapen; op een plek wel
tientallen by elkaar. De opkomende
planten drukken de harde korst, die de
bodem bedekt, met kracht opzy en daar
boven uit komen dan de forse bloemti os
sen, sommige paars met een geel en vut
te lip, andere geheel helder geel.
Dr. L. D. Brongersma.
(Vorige artikelen in deze serie in de
edities van 14, 19 en 23 september j.l.)