Berusten
Kom er ACHT-er
Westen verdient meloenen
aan gedragen kleding
Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen
vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Bijvoegsel.
Zaterdag 16 september 196'
Het kan best. dat de neger, die de Nederlandse t.v.-kijkers onlangs
in op hun beeldbuis zagen, gekleed gaat in het oude colbertje van mr.
in| Williams in Colorado Springs. Zijn vrouw zal gezegd hebben: ..Pete,
tot zou je dat oude jasje niet aan de institutions" geven? Je draagt het
ze-
27. toch nooit meer
Goed, dat colbertje van menaar Williams gaat naar een liefdadig-
heidsinstelling, die gedragen kleding verzamelt voor arme luiden. Het
jasje van meneer Williams echter komt niet bij de arme luiden in de
Verenigde Staten terecht, maar bij Midwest-Clothing in Detroit,
64, Michigan, een enorm bedrijf dat alle overgebleven oude kleding van
de liefdadigheidsinstellingen opkoopt, en naar gebieden met een lage
i|I levensstandaard exporteert.
tïe En er is een goede kans dat rrir. Williams' jasje op weg naar Kongo
•k- in Amsterdam strandt. Want daar staat op een industrieterrein bij de
ls' Amstel de Nederlandse zusteronderneming van het bedrijf in Detroit,
a- Midwest-Kleding N.V. Aan het hoofd twee gewiekste zakenlieden,
n» de heer Bob Samson, die twee maal per jaar Afrika en het Nabije
Oosten afreist, op zoek naar afzetgebieden voor gedragen kleding, en
de heer Raphe Katz, die de produktie en de administratie van dit
l" merkwaardige bedrijf in de gaten houdt.
BALEN VOL
4-
„Neem me niet kwalijk, ik spreek
of zoveel Frans en Engels dat mijn Ne-
'rn derlands soms wat vreemd aandoet.
Kom eens langs, hesiteer (aarzel)
n niet", zegt de heer Samson door de
ie telefoon.
r' In zijn kantoor op het industrieter
rein, door ramen gescheiden van een
- enorme hal vol balen gedragen kle-
ding, theekisten vol schoenen, stapels
e hoeden, regelt hij de in- en verkoop
en het transport van dit artikel.
a Tachtig procent van de handel komt
- uit de Verenigde Staten, de grootste
- exporten van gedragen kleding ter we-
reld. De Amerikanen zijn door hun
hoge levensstandaard in staat zeer
spoedig kleding af te schaffen. „We
merken hier wel iets van seizoenin-
vloeden". Een tot in het voorjaar
1 voortdurende winter kan de aanvoer
belemmeren.
In grote trekken komt de gang van
zaken in deze merkwaardige handel,
die een uitkomst is voor gebieden met
een lage levensstandaard, neer op het
laag houden van de transportkosten,
het kopen en verkopen van gedragen
kleding is een zaak van kwartjes per
stuk. De transportkosten van een par
tij die uit de Verenigde Staten of Ca
nada naar Europa komt, zijn soms
hoger dan de waarde van de goederen
zelf. De winst wordt blijkbaar voor
een groot deel bepaald door het druk
ken van de transportkosten.
VIER MILJOEN KILO
Midwest-Kleding N.V. in Amsterdam
verhandelde, zo bleek uit een toelich-
i ting van de heer Samson, in 1960 vier
miljoen kilo gedragen kleding met een
omzet van zes miljoen gulden. Twin
tig procent van de totale export naar
Afrika en het Nabije Oosten is van
Europese herkomst. Vooral in Algerije,
Tunesië en Marokko koopt men lever
dergelijke Europese kleding, die beter
bescherming geeft tegen de koude die
daar in de wintermaanden zeer fel
kan zijn.
Waarom is de grootste tweedehands-
kledinghandel juist in Nederland ge
vestigd? De faciliteiten op het gebied
van de scheepvaart spelen hierin een
belangrijke rol. De heer Samson weet
zeer goed, dat het goedkoper is een
partij per schip van de Verenigde Sta
ten naar Nederland te zenden, dan
over land van Los Angeles naar New-
York. Bovendien zijn de lonen in Ne
derland ongeveer een derde van die
in de Verenigde Staten, zodat de ver
werking van de enorme balen gedra
gen textiel, sorteren en ontsmetten, in
Nederland veel voordeliger kan ge
schieden.
Dat veel regeringen van onderont
wikkelde landen zeer zuinig met hun
dollars omspringen en deze valuta be
stemmen voor duurzamere projecten
dan gedragen kleding is een van de
oorzaken van het aandeel van Neder
land in deze handel.
Toch, zo zegt de heer Samson, moe
ten we al enigszins concurreren met
rechtstreekse handel. Die concurrentie
uit zich onder meer in het georuik
van een soort plastic bij de verpak
king van leger kledingoverschotten.
Kaki is nog altijd bij de gekleurde
volkeren zeer in trek.
Er is wel iets te merken van mode
in deze handel. Toen het ih de Ver
enigde Staten gewoonte werd felge
kleurde, van mooie juffrouwen voor-
zienen, stropdassen en sjaals te dra
gen, volgde na enkele jaren overstel
pende vraag naar dit artikel. De be
woners van de Afrikaanse oostkust
zijn dol op spierwitte overhemden, in
Noord-Afrika wil men bonte hemden.
„WILDE MAN"
Uit een artikel in Time (21 novem
ber 1960) blijkt, dat de oorspronkelijke
bevolking van Afrikaanse en Aziati
sche landen zich een Westerse kleding-
cultuur wil verwerven. Het voorbeeld
van de missionarissen» de zendelingen
dit de éérste gelegenheid een begeerd
jasje of een broek te krijgen. Het is
de éérste stap op weg naar kleding-
cultuur. De volgende stap is het kopen
van tweedehandskleding. Op de laat
ste plaats komt de confectie, maar de
handel daarin staat nog in de kinder
schoenen. Het geringe inkomen per
hoofd van de bevolking maakt het
vrijwel onmogelijk op grote schaal
nieuwe kleding te verkopen.
Toch zijn er al landen waar voor
gedragen kleding invoerbeperkingen
gelden. De oorzaak kan liggen in be
scherming van de eigen industrie,
maar ook in niet zo voor de hand
liggende bezwaren. Zo stopte Irak eens
de import van surpluskleding van het
Amerikaanse leger, omdat portiers en
nachtwakers niet meer van de militai
ren te onderscheiden waren.
Een andere moeilijkheid was vlak
na de oorlog in Ghana: iemand heeft
daar eens rondverteld, dat de Kleding
afkomstig was van gesneuvelde Ame
rikaanse militairen: de naam voor
tweedehandskleding daar, „broni wa-
woe", is blijven hangen. Het betekent
letterlijk „witte man is dood". De ten
onrechte veroorzaakte angst voor deze
kleding is echter uitgesloten. ,3roni
wawoe" is zeer in trek!
Parijs krijgt er 1500
parkeerplaatsen bij
Druppel op gloeiende plaat
(Van onze Parijse correspondent)
Op de ruim een miljoen auto's, die Pa
rijs binnen zijn muren moet bergen,
vormen 1500 nieuwe parkeerplaatsen na
tuurlijk niet veel meer dan een druppel
op een gloeiende plaat, maar er wordt
dan tenminste toch iets gedaan om het
benauwende euvel misschien ooit nog
eens uit de wereld te helpen.
Het gemeentebestuur van Parijs heeft
nu namelijk een contract getekend met
een nieuwe maatschappij, die subsidies
verschaft aan de garagehouders, die hun
garages met een aantal verdiepingen
willen verhogen en uitbreiden. Die 1500
parkeerplaatsen hoopt men de Parijse
automobilisten, die elke dag uren verlie
zen met het zoeken naar 'n standplaats,
dit jaar nog te kunnen verschaffen.
De garagehouders moeten zich verbin
den de nieuwe plaatsen beschikbaar te
stellen aan automobilisten, die hun wa
gen per dag of per uur willen stallen. De
nieuwe maatschappij werd in 1058 opge
richt door de Renault- en de Simca-
fabrieken tezamen met twee grote petro.
leumondernemingen, die de oplossing
van het Parijse parkeerprobleem blijk
baar en terecht als een levenspositie
voor hun eigen aotiviteiten en toekomst
hadden ondericend.
Francois Hounon (22) uit Dalioniey (links) is naar Nederland
gekomen om hei vak te leren.
„Ach ja, men moet er maar in
berusten!" Hoe vaak kan men deze
verzuchting niet horen. Ik kan het
niet helpen, maar ik word altijd
een beetje Kregel als deze verzuch
ting wordt geuit. Meestal is het niet
de gelegenheid om er op in te gaan
en op te reageren. Het lijkt immers
wel vroom en het is ook wel goed
bedoeld en de omstandigheden zijn
vaak zo wreed en zo tragisch dat-
het voorlopig meestal het beste is
om niet te veel te zeggen. Maar. ik
vraag me af, of het werkelijk wel
zo vroom is. Het heeft mij te veel
weg van: afwachten maar. De slag,
die ons is toegebracht, het leed, het
lot dat ons getroffen heeft, is ons
toegebracht door een macht, die
toch sterker is dan wij zijn. Wat
zal een mens zich hiertegen ver
zetten? Wat heeft het voor nut
hiertegen in opstand te komen? De
dingen gaan nu eenmaal zoals ze
moeten gaan. Wie zal er wat aan
veranderen? En, die macht, die dan
sterker is dan wij, noemen we dan
maar God. Ik betwijfel echter of
het wel inderdaad de God is, die
de Bijbel ons predikt. Deze God
heeft mij teveel trekken, die aan
een soort noodlotsmacht herinne
ren. Een macht waaronder men
zich heeft maar te buigen. Een
macht, die als een onweersbui bo
ven de wereld en boven ons leven
hangt. En nu maar afwachten
w" de bliksem neerschiet om zijn
onheilswerk te doen. En waar zal
men zich er tegen beveiligen? Treft
hij je dan heb je pech genad en je
zult er in moeten berusten. Treft
hij je niet, dan heb je geluk gehad
en kun je weer verruimd ademha
len en toezien hoe het bij de buur
man is ingeslagen. Maar, ook dat
is weer spoedig vergeten en we kun
nen weer overgaan tot de orde van
de dag, totdat- op een gegeven ogen
blik wij aan de beurt komen. Want,
geen mens ontloopt immers het
leed en de tegenslagen.
Is het werkelijk zo vroom om zo
maar te berusten? xs dit het hoog
ste evangelie, dat een mens maar
moet leren berusten in zijn leven?
Heeft deze vroomheid niet- meer te
maken met fatalisme dan met ge
loof?
Ik heb de indruk dat veel men
sen, die berusting prediken en pro
beren aan te praten, of die je het
a.h.w. al uit de verte toeroepen, dat
WOORD VAN BEZINNING
ze het maar hebben overgegeven,
meer fatalisten dan gelovigen zijn.
Dat ze aan het geloof nog niet toe
zijn, en, als ze zo doorgaan, ook
nooit werkeüjk aan geloof, en dus
aan waarachtige troost ook, toeko
men. Want weet u wat een van de
kenmerken van geloof is? Dit, dat
het niet berust. Kent u Abraham
uit de Bijbel? Hij was: „vader der
gelovigen en een vriend van God",
zoals ik vroeger op de catechisatie
leerde. Weet u wat hij doet? Als
hem wordt kenbaar gemaakt dat
het oordeel over de goddeloze ste
den Sodom en Gomorra voltrokken
zal worden, dan zegt hij niet: „niets
aan te doen, het is blijkbaar zo be
slist", nee hij gaat bidden, worste
len, pleiten: „Heer, als er eens vijf
tig rechtvaardigen zijn, zult gij de
stad dan niet sparen?" En hij gaat
maar door en worstelt met God.
„Heer kan het ook niet anders?"
En natuurlijk kent u Job. U weet
dat de vrienden, die hem komen
bezoeken, de berusting prediken.
Maar Job wil niet berusten, kan
niet berusten. Hij wil een antwoord
en rust niet voordat hij een ant
woord heeft. En, moet ik u nog
wijzen op de Heiland, Jezus Chris
tus?
„Vader, als het anders kan, in
dien het mogelijk is, laat de drink
beker van het lijden Mij voorbij
gaan" bidt Hij in Gethsemane. En,
zeker Hij voegt er aan toe: „Niet
Mijn wil. maar Uw wil geschiede!",
maar dit is toch wel iets anders
dan berusten. Dit betekent, dat Hij
„positief" de weg wil gaan, die de
Vader Hem wijst, en allerminst dat
Hij het „negatief" en willoos maar
over Zich laat komen.
Ziet u dat is geloof! Worstelen,
bidden: „Vader, kan het ook an
ders?" En, wie weet wat dan moge
lijk is. Wij staan misschien een
beetje huiverig tegenover bv. ge
bedsgenezing. En vaak terecht.
Maar, aan de andere kant, we ge
loven ook te weinig in, nee niet de
kracht van het gebed, maar in de
God. Die geen noodlot is, maar een
God, Die naar gebeden hoort. Wij
denken bv. maar al te gemakkelijk,
dat de Here God tegenover een
Chroesjtsjow toch machteloos staat,
en dat Hij blijkbaar het terrein
van de wereldpolitiek aan deze man
heeft moeten prijsgeven. Wie weet
wat mogelijk is. als er mensen zijn,
die blijven bidden en worstelen.
Misschien gaat het dan toch nog
anders dan de machthebbers zich
dat voorstellen, zonder dat- zij het
zelf in de gaten hebben wellicht.
Maar dat is geloof. Het legt zich
niet bij de feiten neer. En, dat is
geloof: bidden. „Vader, één ding,
laat mij in ieder geval U niet kwijt
raken. Laat mij het uitzicht op U
niet verliezen. En als het- dan niet
anders kan, laat mij dan de weg
gaan, die ik gaan moet, maar met
U". Geloof komt nl. niet tot berus
ten, maar tot aanvaarden. In de
harde feiten, waai ik geen raad
mee weet, ben ik nochtans niet van
God verlaten. Eén ding weet ik,
dwars door alles heen. is er een
Vader, Die mij vasthoudt- En bo
vendien, niets kan verhinderen,
maar dan ook niets, dat Zijn over
winning zal openbaar worden en
zal stralen, als het moet zelfs door
de ondergang en de dood heen. Dat
weet ik door Jezus Christus, in Wie
God de overwinning al behaald
heeft.
Geloof berust niet, maar ver
trouwt. dat ook de moeilijke din
gen, het leed en verdriet en de pijn,
niet kunnen scheiden, van de liefde
Gods in Christus Jezus onze Heer.
En, die Liefde is zelfs bij machte
het donkere om te buigen naar het
licht van Zijn liefde en victorie.
Daarom: berust niet, maar gelooft!
Weest geen fatalisten, maar bid
ders! Want, onze God is geen nood
lot, maar een God, Die bewogen is
en leeft. Hij snakt er naar om onze
Vader te zijn, Die ons bergt- in
Zijn liefde in Jezus Christus, onze
Heer.
J. P. HONNEF
herv. predikant te
Leiderdorp
Sorteren, sorteren en nog eens
sorteren Duizenden hemden,
broeken, hoeden, petten en wat
niet al meer gaan door de handen
van het personeel van Midwest-
Kleding in Amsterdam.
en Europese bezoekers wordt nage
volgd. De Europees geklede neger aan
Afrika's oostkust noemt zijn in len
dendoek geklede landgenoot zelfs
,mtoe hivi hive", hetgeen betekent
„wilde man".
Merkwaardig is, dat onder vrouwen
in deze regenarme kuststrook de twee
dehands regenmantel populair is, ze
dragen hem over het naakte lichaam.
In Centraal-Afx-ika zijn volkeren
waarvan de mannen niets liever dra
gen dan damesmantels. De oorzaak is
eenvoudig: de herenjassen zijn de
pygmeeën te groot. In Oeganda wor
den veel smokings verkocht bij bruilof
ten en begrafenissen.
Het feit, dat in de hele beschaafde
wereld door allerlei instellingen en
verenigingen gedragen kleding wordt
verzameld en geschonken aan onder
ontwikkelde landen, doet de zakenman
niets. Voor velen in Afrika en Azië is