Voor een dubbeltje in het straaltijdperk ONS MENU Een modieuze toets VAN DE WEEK EEN TWEE-MINUTEN MYSTERIE UIT HEI ARCHIEF VAN INSPECTEUR S. HERIOK IN BREIWERK Kom er aeliter Z A TER DAG 19 AUGUST US WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 3 Moment na de sta rt liet meest kritieke De grote luchthavens van onze tyd trachten elkaar te overtroeven met de lengten hunner startbanen. Wie by het zien van een recente prospectus van de stad Genève nog eraan zou twijfelen dat het tijdperk van de straalluchtvaart al is begonnen, doet er goed aan een diagram te bestude ren, dat hierin is vervat. Zeer aan schouwelijk werd hier startbaan 23 in zijn verschillende stadia van ontwik keling voorgesteld. Tien jaar geleden was dit met twee kilometer lengte nog een der langste banen van Europa; maar Genève ging met zijn tijd mee en bracht de lengte in 1958 op 2800 meter. Momenteel nadert baan 23 een lengte van bijna vier kilometer, maar dat is nog lang niet genoeg. Alle grote luchthavens hebben dezelfde zorgen; zU h ebben langere startbanen en landingsbanen en dus meer ruimte no dig, als zij bij willen blijven in de nieuwe ontwikkeling welke de lucht vaart momenteel beleeft. Voor gewone propellorvliegtuigen, die In onze tijd van turbinevliegtuigen en straalaandrijving welhaast rijp voor het museum lijken, zijn startbanen tot tweeduizend meter ruim voldoen de. Maar straalvliegtuigen zoals de Boeing intercontinental, de Caravelle 880, de Douglas DC-8, de Caravelle en de Havllland Comet IVb die trll- lingvrij snelheden van aeht- en ne genhonderd kilometer per uur maken, zijn startbanen nodig van een kilome ter of vier minstens. Daarbij komt, dat niet alleen de lengte van de startbanen van belang is. maar ook datgene wat zij kunnen torsen. Dat gewicht varieert van drie ënveertig ton voor de Caravelle tot honderdenveertig ton voor de Boeing Intercontinental. Maar ook met de ze eisen is er geen streep gezet onder de ontwikkeling. Momenteel zijn vlieg tuigen in ontwikkeling die op een hoog te van twintig tot tweeëntwintigdui zend meter met snelheden van drie tot drieënhalf maal de geluidssnelheid zullen vliegen. Dergelijke vliegtuigen vereisen startbanen van zes tot zeven kilometer lengte. De meeste huidige luchthavens kunnen nog maar net meekomen in deze wedloop om de lan gere startbanen; met grote financiële offers trachten zU „by" te blijven op dat de snelheid en de veiligheid met elkaar onder alle omstandigheden in overeenstemming blijven. Daarmee zijn miljoenenbedragen gemoeid en bovendien doet zich het probleem voor. dat de luchthavens nauwelijks nog in staat zijn te renderen nog afgezien van het feit. dat zi) het steeds verder buiten de grote wooncentra moeten zoeken, omdat er anders geen ruimte is voor de enorm lange startbanen. deze sector heeft men meer succes sen geboekt dan in de,.sector van de start. Nederlandse vindin9 De oplossing hiervoor ls simpel: de De luchtvaartwereld heeft zich al Jarenlang uitvoerig bezig gehouden met het probleem van de startba nen. Het grote probleem in de lucht vaart is de veiligheid en die is altijd het sterkst in het geding in de wei nige minuten, waarin het vliegtuig „los" komt tot het op kruissnelheid is. In de daartussenliggende minuten is het vliegtuig zeer kwetsbaar en kan een kleine storing ernstige gevolgen hebben. Merkwaardig genoeg treden diezelfde problemen by de landing in veel mindere mate op; hierbij gaat het om vernietiging van snelheid in korte tUd en een veilig contact tussen de grond en het vliegtuig. Men is er in toenemende mate in geslaagd om de landingsproblemen van de zwaarste vliegtuigen op te lossen, ook wat be treft de landingsbaanconstructie. Men heeft enorme vorderingen gemaakt op het gebied van landingen met slecht zicht en zonder zicht. Op dit gebied zijn er nog vele desiderata, maar in vernietiging van energie Is veel ge makkelijker, dan het toevoeren van energie en er is nu eenmaal een enor me hoeveelheid energie nodig om een luchtvaartuig van honderd ton start- gewicht of meer niet alleen los te ma ken van de grond, maar ook op kruis snelheid te brengen. Waar de kruis snelheid van de vliegtuigen steeds toe neemt spreekt het vanzelf, dat de ga pende kritieke tyd tussen loskomen en krulsMiflhcid steeds groter wordt. Het ls dan ook van het allergrootste belang om methodes te ontwikkelen, waarbij die periode zoveel mogelijk wordt ingekort. Men heeft het gepro beerd met startraketten (de JATO's), maar deze zijn onvoldoende in ver houding tot de enorme startgewich ten. Nu is in Duitsland professor San ger op de gedachte gekomen om een drie eeuwen oud principe te gebruiken, een vinding van de Nederlander 's Gravezande. Maar noch het werk van 's Gravezande, noch dat van Per- In restaurants krijgt men tegen woordig vaak de heerlijkste vlees- of visschotels gecombineerd met vruchten voorgeschoteld. Kip met appelmoes of compote kenden we allang maar lever met rozijnen, kalfsoesters met ananas, eend of tong met sinaasappels dat komt ons toch wel heel vreemd voor, maar is toch zo bijzonder lekker. An der vers fruit als pruimen, veenbes sen, bosbessen, druiven enz. is net zo goed te combineren met vlees, vis, eie ren of kaas en doet ons zeker beseffen dat we nog maar veel te weinig woeke ren met al dat goeds wat moeder aar de ons biedt. MAANDAG: Eierschoteltje. gebakken aardappe len. komkommer gestoofd met papri ka, sneeuwpudding. WOENSDAG: Gebakken cantharellen, rauw gebak ken aardappelen, gemengde sla, choco- laderijst. DONDERDAG: Zomerrode kool, aardappelkaascro- quetten, roomstruif. Bloemkoolsoep, tong met sinaasap pel of kalfsvlees met sinaasappel, aardappelpuree, peentjes. ZATERDAG: Stamppot andyvie met speklappen, yoghurtpudding. DINSDAG: Gehakt, koolrabi, paprikasaus, rUst custard vla met druiven. Ileeft U een speurneus Gevulde aubergines, cordon bleu, prinsessenbonen, aardappelen, meloen met gember. EIERSCHOTELTJE 4 eieren splitsen. De eiwitten stijf- slaan met wat peper en zout en in een beboterde vuurvaste schotel doen. Er 4 kuiltjes in makan en daar de eierdooiers inleggen. Geraspte kaas er over strooien, een paar klontjes boter erop leggen en in ongeveer 20 minu ten in een matig warme oven laten stollen. TONG MET SINAASAPPEL Tong filets met wat zout en peper bestrooien en in een beboterde vuur vaste schotel leggen. Wat citroensap erop druppelen en klontjes boter ertus sen leggen. De filets in een matig hete oven in ongeveer 20 minuten gaar ma ken. Het schoteltje garneren met een rand van sinaasappelpartjes en met gehakte peterselie bestrooien. YOGHURTPUDDING 1 liter yoghurt, 50 g rozijnen, gecon- fijte vruchtjes. 2 dl water, 60—75 g basterdsuiker. 7 blaadjes gelatine, slag room, sap van 1 citroen. De gelatine in ruim water weken. De rozynen met het water en 3 lepels suiker opwellen en van het vuur af de goed uitgeknepen gelatine erin oplos- sen. Wat laten afkoelen en vermengen met de yoghurt (opgeklopt met de rest van de suiker), de gesneden vruchtjes en het citroensap. Wanneer de massa enigszins drillig gaat worden nog een maal doorroeren om uitzakken van de vulling te voorkomen en dan overdoen in een met boter ingevette vorm. Goed stijf laten worden, keren, garneren met slagroom en geconfyte vruchtjes. len zijn, vooral indien de gebruikte knopen niet dezelfde kleur hebben als het gehaakte overtrekje. C) Ceintuur en bies in tricotsteek. Ze garneren hier een lange, rechte blouse (met bijbehorende rok) van dikke, gechineerde wol. De ceintuur, evenals de bies 5 steken breed, wordt losjes omgeknoopt. De bies met knoop- sluiting wordt op de trui genaaid en reikt niet verder dan de taille. D en E> Een randje vasten in af stekende kleur. Deze rand wordt een voudig aan het kledingstuk hier de blouse van een deux-pièces (D), respec tievelijk een truitje <E> gehaakt. Een klein strikje, gevormd uit een ge haakt bandje (2 steken vasten breed), garneert de halsopening in het eerste geval. In het tweede model loopt de garnering over de schoudernaad en over de mouwen. F en G) Meerkleurig galon, op de haaknaald ontstaan, kan zowel op een oud als een nieuw, op een fabrieks- als een zelf gemaakt truitje worden ge- appliceerd. U kunt er de aardigste re sultaten mee bereiken indien uw fan tasie u bijstaat. Het galon wordt in de lengte gehaakt: twee toeren vasten, vervolgens twee toeren lossen, gaatjes of fantasiesteek van contrasterende kleur, en tot slot twee toeren vasten in de eerste kleur. Op dit grondthema kunt u allerlei variaties maken: in de middelste rand kan een draad van een derde kleur worden meegewerkt of doorgeregen; het band kan met een picootje worden afgewerkt, door een gaatjesrand in het midden kan een lint worden geregen; u kunt metaal draad meehaken, u kimt wol of zyde of smalle tres als grondstof kiezen en ga maar door. Het maken van klei ne proefstukjes, ter beoordeling van het effect, is op zichzelf al een aangenaam tijdverdrijf voor een regenachtige augustusdag. Wanneer u eenmaal uw galon ontworpen heeft, heeft u een van de gemakkkelljkste handwerkjes voor de boeg: u kiint het-in uw handtasje mee nemen en er desnoods in de bus aan werken. -I v „Kerel, wat 'n natuur, ongelofelijk!" Inspecteur Harjans was op bezoek bij zijn collega Herlok en bracht verslag uit over zijn kortgeleden beëin digde vakantie. „Ik zie 't er niet van komen, dat ik dit jaar nog weg kan." mompelde inspecteur Herlok somber. „Nu heb ik wéér zo'n gevalletje: Rooie Gerrit is weer eens ontsnapt, je weet wel, die meester-inbrekervannacht uit 't gevang gevluchthoe is 't mogelijkenfin, een bewaker zag hem en blies alarm, maar toen was de vogel gevlogen. Ze zyn hem met politie honden gaan zoeken en belandden uiteindelijk bij een soort bungalow aan de rand van het Wildebosch. Het spoor is daar finaal dood." „En is die bungalow doorzocht?" „Van top tot teen,' zei Herlok, „er woont een alleenstaande schilderes; het mens sch;*\c zich een weet-ik-het-wat van al die politiemannen. Nog een sigaartje, Har?" „Graaghè, zo'n sigaartje heb ik toch wel vaak gemist daaren wat denk JU met deze zaak te doen? Die Gerrit heeft zich zeker als een aap van boom naar boom geslingerd Inspecteur Herlok blies een paar dikke rookwolken uit. „Dèt is 't em juist, Har, ik geloof nooit dat die vent door dat oerwoud is gegaan. Daar om wilde ik je voorstellen om met z'n tweeën die schilderes eens te gaan bezoeken. Akkoord?" Een uurtje later kwam de auto van inspecteur Herlok tot stilstand voor de tussen het groen verscholen bungalow. Herlok liet de klopper tot driemaal toe op de deur vallen. Een klein vrouwtje deed open. Toen de inspecteurs zich hadden voorgesteld en het doel van hun komst bekend maakten, vertoonden zich zorgelijke rimpels op het vriendelijke gelaat van de schilderes, die juffrouw Zandvliet bleek te heten. „Politie, alweer?" zuchtte ze, .heren, wat verwacht U toch hier te vinden? Wat moet ik in myn huisje met inbrekers doen? Maar gaat uw gang. Let alleen niet op de rommel, als-'t U blieft!" .Heeft U geen enkel verdacht geluid vannacht gehoord, juffrouw Zand vliet?" informeerde inspecteur Herlok, toen ze de woning doorzochten. „Niets, inspecteur! Ik slaap erg licht, dus had elk vreemd geluld moeten horenik verzeker U, hier is geen man geweest; ik heb nóóit mannen in huis gehad, zou er voor geen geld één binnenhalen en zéker niet in het holst van de nacht!" Het huisje bevatte een woonkamer, die tevens dienst deed als atelier, een minuscuul keukentje en één kamer die kennelUk als bergruimte werd gebruikt. Net wilde juffrouw Zandvliet de voordeur openen om haar bezoekers uit te laten, toen Harjans zijn collega iets in het oor fluisterde. „Harjans, je bent een genie en blijft het! Je speurzin is er tijdens je vakantie niet uitgewaaid!" En zich tot de schilderes wendend: „Juffrouw Zandvliet U bent ons tóch nog een verklaring schuldig voor we weggaan Vraag: WELKE VERKLARING EISTE INSPECTEUR HERLOK VAN DE SCHILDERES? jajuxiiuBjaq ap ui sjaij ap aj^apjuo suBfjcjq jpeqaB pcq J3ojA ap j3ao tiatiuBin Jioou az sje 'uaöjaq -J2.q uoq sinq JBBq ui uapueq a[[OA jam sjaijuaaaq 3ab6 uaa az aoq 'uajej^jaA jsaotn jaijApue^ Ainojjjnj :pjoc>A\)UY WONDEREN DER NATUUR Tussen de wonderlijk-mooie koraalriffen, die zich langs de kust gevormd hebben, leeft een merkwaardige vis. Uiterlyk onderscheidt hy zich niet van de ontelbare andere soorten vissen in deze gebieden, maar bU nadere beschouwing valt hU op door een aantal ongewone eigen schappen. Deze vis heet de egelvis. Voor hem zUn de riffen en de koraalbanken ryke voedselweiden. Toch zou het hem zonder speciale uitrusting niet gemakkelUk vallen het steenharde koraal, waarin zich de kleine diertjes bevinden, die hem tot voedsel dienen, stuk te breken. Die speciale uitrusting komt neer op een onver woestbaar gebit, waarop iedereen Jaloers kan zijn en dat bestaat uit harde schubben. Daarmee kan hy het koraal vermalen en zijn prooi bereiken. Nog wonderlijker dan dit indrukwekkende gebit is de wyze waarop hy zich tegen vyanden verdedigt. Als hU goedgeluimd van zijn maaltijd geniet, ziet hy er betrekkelijk gewoon uit: normaal postuur met gladde haren. Maar wordt hU onverhoeds lastig gevallen, dan ondergaat hU een ware gedaante- verwist ieling. Hy zuigt zich in een minimum van tUd vol lucht on alsof hU er in deze toestand al niet imposant genoeg uitziet, gaan de haren recht overeind staan en blijken venijnige stekels te zUn geworden. Daaraan stellen zUn vyanden zich niet graag bloot, zodat het gevaar voor hem al heel spoedig is geweken. Door de opgezogen lucht stijgt hy op het water en biyft drijven aan de oppervlakte als een bol, die men beter niet zonder handschoenen kan aanvatten. kins en Golightly, die daarop voortbor duurden, had enig praktisch nut. In de oorlog werd het principe van de heetwaterraket van 's Gravenzande by Heinkel en Junkers verder ontwikkeld. Dat lag wel voor de hand, want dit principe werkt oneindig veel goedko per dan raketten met vloeibare of vaste brandstof- In het tUdperk van de straalmotoren krUgt deze vorm van starthulp een bUzondere betekenis, vooral vanwege de lage kosten. Water is ideaal Rekent men de kosten op tien pond sterling per seconden/ton voor een verkeersvliegtuig, dan begrUpt men wat het kost een vliegtuig van hon derd ton startgewicht een duwtje in cle rug te geven bU de start. BU de liavilland en Armsttrong Slddeley in Etigeland heeft men systemen, die de- zo kosten terug hebben gebracht tot tien shilling per seconde/ton. Maar ocik dat is een bedrag dat alleen voor militaire doeleinden betaalbaar is. Professor Sanger heeft nu een prin cipe ontwikkeld, dat de kosten drukt tot; tweeënhalve pence, zowat een dub beltje, per ton. HU gaat hierbU uit van oververhitte stoom, verwekt door miödel van steenkool of cokes in vas te installatie op het vliegveld zelf. Een deigeiyke installatie is even simpel en betrouwbaar als een doodgewone stoomketel, waarmee de mens al twee eeurwen vertrouwd is. Water wordt verhit tot een tempera tuur van 260 graden Celsius; opent men* een uitlaat in de ketel, dan stroomt het water met vyftig atmos feer druk naar bulten en verdampt grotendeels. De snelheid van de heet- wa ter straal bedraagt 500 meter per seconde. Met behulp van een derge- lUke Installatie kan men In vier se conde.a een dryfkracht van 200 ton ontwikkelen. Natuuriyk is er geen sprake van dergelijke heetwaterlnstallatles in vliegtuigen In te bouwen. Proffessor Sanger heeft een plan ontworpen, waarby de startbanen worden voor zien va n spoorrails, waarover startwa gens kunnen rollen. Op die startwagen staat het vliegtuig dat in enkele se conden op startsnelheid wordt ge bracht vionder eigen aanloop. Op dui zend mater startbaan kan men met een dergeiyke installatie een snelheid van tweehonderd meter per seconde (ruim 7'tO km per uur!) bereiken, ruim vo.Uloende voor het zwaarste straalvliegtuig om los te komen. Het grote voo.rdeel is gelegen in het feit, dat men In water enorm hoeveelhe den energie kan ophopen alleen door verwarming, terwijl de kans op storin gen uitermate gering is. Maar het meest verbozlngwekkende is toch wel. dat in de eeuw van de straalmotor de steenkool een kans krygt om recht streeks een woordje mee te spreken in de luchbvaart Professor dr. Sanger heeft al vele belangrijke bijdragen voor de ontwikkeling van de luchtvaart geleverd. Zijn nieuwste idee is de heetwaterraket, die straalvlieg tuigen op een startbaan van duizend meter startsnelheid geeft, hoe groot en hoe zwaar zij ook mogen zijn. Waar men nu al spreekt van startbanen van zes zeven kilometer lengte kan San- gers idee van groot belang zijn voor de ontwikkeling van de straalverkeersluchtvaart. Spiegeltje, spiegeltje aan de wand Londen, augustus 196L Voordat Je biet weet is het weer september, herfst. Maar nóg ls het vakantie ook voor heil, die In augustus werken en wellicht dus schiet er tyd over voor een tUddoilend èn nuttig breiwerkje. Wanneer dat breiwerk voor U zelf bestemd ls, brei er dan niet alleen de herfst in. maar ook de mode. Er zyn talloze modieuze garneringen, die niet alleen in de gewone mode*, maar ook in de breimode toepassing vinden, en daar vaak met extra-verrassend' resultaat. Hier zyn er een paar, waarmee U beslist eer zult inleggen (mits lï het kledingstuk zelf in tricotsteek breit). trasterende kleur ofwel twee kleuren kiezen. Gehaakte knopen hebben, mits met zorg gemaakt, een buitengewoon cachet en komen niet alleen voor gebreide kleding in aanmerking, doch passen ook heel goed op stof, met name tweed of andere grove weefsels. U begint met een ketting van 3 steken, welke gesloten wordt, en hieromheen haakt u negen vasten. U gaat dan met vasten of los sen verder totdat het werk groot genoeg is om er een knoop van ongeveer 3 cm. middellyn mee te overtrekken. Als ba- sisknoop kunt u zowel vlakke als bolle knopen kiezen, uw knopendoos levert waarschUnlUk het een of het ander wel op. Inplaats van uit wol kunnen de kno pen ook uit zijden garen worden ge maakt; in de meeste gevallen zal dan een dun zUden voerinkje aan te beve- 1. Top linker berg hoger 2. Duim 3. Embleem tussen koplampen 4. Derde muis 5. Den rechts van de auto is hoger 6. Derde paal aan huis 7. Wegoppervlak 8. Hert op verkeersbord omgekeerd A) Het gehaakte hrupstuk. Het ls van dezelfde wol als liet overigens in tricotsteek gebreide truitje; het reikt van de heupen tot net onder de taille en is geheel in vasten gehaakt. U kunt er in het midden of net onder de bo venkant desgewenst een wollen koordje of geweven band of lirit doorheenrij- gen bij wyze van ceintuur. Een in vasten gehaakte rand werkt ook de onderkant van de mouwen af. B) Tres in tunische haaksteek. U maakt het 4 steken broed en appli- ceert het op het gebreid.» kledingstuk. Voor de rondingen werkt u het al ha kend in vorm door éénmaal, of zo no dig tweemaal (by de scherpe rondin gen), de laatste steek van een toer niet te haken. Inplaats van tunische haak steek kunt u de tres ook in vasten haken. Voor een gedistingeerd effect maakt u het kleur op kleur, voor een meer sportlef effect kunt u een con-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 17